breuk verstandshuwelijk Likoed en Arbeiderspartij ARGENTINIË crisis tussen het leger en de regering 5 Structuur Standpunt stemmen uit de kerken Gezagsgetrouw Draagvlak Kerk Zelfs als in Israël de intentie tot vrede ter sprake komt, dan breken er onmiddellijk politieke gevechten uit. Dat was de afgelopen week weer eens het geval. Het rechtse Likoed-blok van vice-premier Sjamir wees het vredesinitiatief van president Moebarak van Egypte categorisch van de hand, terwijl de Arbeiderspartij van premier Simon Peres het vredesvoorstel als een goedbedoelde geste enthousiast begroette. Knap spel Bedenkingen Paniek PZC/°Pinie en achtergrond 4 vL Bevelhebber In Argentinië heeft zich, 15 maanden na de machtsover dracht van militairen aan burgers, de eerste ernstige crisis geproduceerd tussen de hoogste koepel van het Argentijnse leger en de regering van president Raul Alfon sin. In eerste instantie lijkt het erop dat Alfonsin de situatie onder controle heeft weten te houden, hoewel er nog altijd blijk is van verregaande onvrede, met name binnen de top van de landmacht, het belangrijkste legeronderdeel. VRIJDAG 8 MAART 1985 VREDESPLAN Pastoraat is meer dan op de winkel passen De katholieke kerk in Nederland hoeft niet over belangstelling te klagen. Er gaat nauwelijks een dag voorbij of er gebeurt iets dat in de nieuwsmedia breed wordt uitgemeten. Met de re cente benoeming van de nieuwe bisschop van Den Bosch en het aanstaande pausbezoek aan Nederland beleven we een soort hoogconjunctuur. Overigens moeten we ons daar niet op verkijken, voor verre weg de meeste mensen heeft dit kerkelijk nieuws niet meer waarde dan welk ander nieuws ook. Toch is er één categorie van mensen in de katholieke kerk die dit alles niet als pure sensatie langs zich af kan laten glijden, omdat juist van hen voortdurend een standpuntbepaling wordt verwacht, namelijk van de mensen die zich met pastoraal werk bezighou den, de pastores dus. Voor de pastoor in de parochie, maar in feite ook voor de dominee in de gemeente, zijn de rustige dagen van weleer definitief voorbij. De crisis waarin de kerken terecht zijn gekomen, heeft tenminste dit voordeel dat daardoor ook de structuur van een parochie of gemeente helderder is geworden. Omdat men in het verleden misschien wat naïef en al te vanzelfsprekend dacht dat de parochie bestaat uit een verzameling van gelovige mensen die niets anders willen dan kritiekloos de Weg van Jezus van Nazareth volgen, een theologische benadering dus, lag het voor de hand dat pastoraat feitelijk bestond in het bijeenhouden van deze mensen die zich overigens ook nog zonder problemen als schapen lieten aanduiden. Het was een vredig tafereel: de herder (de pastoor), de herdershond (de kapelaan) en de schapen (de gelovigen). Ondertussen is duidelijk geworden dat een parochie of gemeente ook een sociologisch gegeven is. Wie de geschiedenis van dit sociologisch gegeven nagaat, bijvoorbeeld vanaf Karei de Grote tot in onze tijd, zal verrast en misschien ook teleurgesteld zijn dat alle invloeden van de burgerlijke samenleving zich ook van de parochie hebben meester gemaakt. Dat betekent in feite dat parochie en gemeente een getrouwe afspie geling zijn van de grote samenleving, dat dus ook hier alle politieke, maatschappelijke en economische varianten terug te vinden zijn. De vraag dringt zich op in hoeverre en in welke zin de pastor nog de samenbindende figuur binnen zijn parochie kan zijn, samenbindend in de zin van alle mensen bij elkaar weten te houden. Zolang mensen vrij kritiekloos en gezagsgetrouw zijn, is het niet al te moeilijk de kudde bij elkaar te houden. Momenteel zijn er nog maar weinig mensen voor wie het begrip kudde nog die vanzelfsprekendheid en geborgenheid heeft, die het lange tijd heeft gehad. Veeleer zal de pastor van nu ontdekken dat de mensen die aan zijn pastorale zorg zijn toevertrouwd, in hetzelfde span ningsveld leven, waarin zich ook de mensen in de grote samenleving bevinden. In de katholieke kerk van Nederland is er nog een element bijgekomen, dat waarschijnlijk in veel heviger mate dan in de andere kerken aanwezig is, namelijk de polarisatie. Zolang de vernieuwingsgedachte en vernieuwingsbereid heid vrij algemeen was, was ook het pastorale werk minder problematisch. Weliswaar liep de een wat vlugger dan de ander, maar men had toch het idee dat iedereen op dezelfde weg en in dezelfde richting ging. Daaraan is vrij plotseling een einde gekomen. Door de polarisatie zijn ook in de parochie krachten en tegenkrachten vrij algemeen geworden. De pastor kan niet buiten spel blijven. Kiest hij geen stand punt, dan wordt hij onherroepelijk meegezogen door de krachten die in zijn omgeving het sterkste zijn. De huidige situatie in de kerk leidt er onherroepe lijk toe dat de pastor uiteindelijk toch tussen hamer en aambeeld komt. Hij is opgegroeid in een kerk, die vanaf de jaren zestig een richting is ingeslagen die niet meer ongedaan gemaakt kan worden. Het is niet alleen een kwestie van democratisering, die het aanzien van de kerk heeft veranderd, het gaat veeleer om een vernieuwde kijk op het evangelie en de persoonlijke verantwoordelijkheid van de afzon derlijke gelovigen. Deze verandering is niet meer te vatten in uniforme kerkbeelden en uniforme ge dragspatronen. Nu van bovenaf pogingen in het werk worden gesteld deze verandering toch weer ongedaan te maken, zijn het de plaatselijke pastores die meer dan wie ook, voor duidelijke keuzen worden geplaatst. Het is nu eenmaal een gegeven dat geestelijke ontwikkelingen zeer traag verlopen. Pastores die zich ambtshalve met deze ontwikkelingen moeten bezighouden, krijgen daardoor ook een grote voor sprong op de mensen die zij pastoraal moeten begeleiden. Dit heeft tot gevolg dat zij voortdurend worden geconfronteerd met groepen mensen die de kerkelijke en maatschappelijke ontwikkelingen niet goed kunnen bijhouden. Wanneer deze mensen dan onverwachts en ongevraagd een nieuwe bisschop krijgen die met gezagsargumenten een inmiddels achterhaald kerkbeeld weer nieuw leven wil inbla zen, ligt het voor de hand dat juist deze groepen hun oriëntatie kwijtraken en ofwel opnieuw willen aan leunen tegen het oude gezag of stilzwijgend en zwaar teleurgesteld de kerk de rug toekeren. De pastor zelf wordt dan de grote eenzame. De situatie waarin de pastores in het bisdom Den Bosch zo geheel onverwachts en betrekkelijk onvoor bereid terecht zijn gekomen, is niet benijdenswaar dig. Wanneer op 9 maart de bisschop in de kathe draal van Den Bosch geïnstalleerd wordt, zullen de dekens van het bisdom afwezig zijn. Daarmee heb ben zij een duidelijke keuze gemaakt. De eerste reacties hierop zijn kenmerkend: ongeveer twintig procent reageerde negatief, in feite de gezagsgetrou wen. De grote steun kwam voornamelijk uit die groepen, die momenteel al via werkgroepen en door andere activiteiten een belangrijke ondersteunende rol in het pastorale werk spelen. De grote vraag is echter of deze groepen breed genoeg en financieel draagkrachtig genoeg zijn om waar te kunnen ma ken, waarvoor ze gekozen hebben! Bisschop Gijsen heeft eens opgemerkt dat het in de jaren zestig de fout van de bisschoppen is geweest om alle verschillen in de kerk terug te brengen tot methodische verschillen. In feite ging het om ver schillende visies op de kerk, aldus Gijsen. Daarin heeft Gijsen volstrekt gelijk, alleen is het zo dat de kerkvisie van Gijsen een visie is die velen van ons al lang achter zich gelaten hebben en ook niet meer terug willen hebben. In het bisdom van Gijsen voelen zich veel pastores dan ook gemangeld tussen het bisdom en hun parochie. Het zal ook wel niet anders mogelijk zijn, want wanneer je authentiek bezig wilt zijn, kan dat alleen op basis van een bepaalde keuze En deze keuze moet dan, wil ze echt zijn, gebaseerd zijn op de parochie als theologisch gegeven, namelijk als een groep mensen van aanhangers van de Weg van Jezus van Nazareth. Dan kun je niet eindeloos blijven schipperen of je van de ene concessie later, meeslepen naar de andere, waar je uiteindelijk zelf niet meer in kunt geloven. Bij dit alles blijft echter wel de levensgrote vraag of dit op lange termijn ook leef- en werkbaar blijft. dr. G. H. Buijsser* (Door Taco Slagter) Er circuleert in Jeruzalem een scena rio. Geen van de partijen kan zich op dit moment een breuk permitteren. De Likoed zou de investeringen in het nationale kabinet, die de kiezers op den duur weer moeten vleien, in een klap verliezen en de socialisten willen liever nog wat meer krediet bij het stemvolk opbouwen. Als het Peres lukt de economie te stabiliseren en het drama in Libanon definitief te beëindigen, dan is de tijd rijp het met de Likoed voor gezien te houden. Dat tijdstip ligt rond de herfst. Vervroegde verkiezingen moeten Peres dan een mandaat geven om met de dan hem voorliggende vredesinitiatieven echt aan de slag te gaan. De Likoed is er zich zeer van bewust dat Peres en zijn partij een knap spel spelen. Onder Peres krijgen de socia listen weer aanzien, hetgeen zij des tijds verspeeld, waardoor er zeven jaar een Likoed-wind door het land kon waaien. En vreemd genoeg krijgt de huidige premier dat voor elkaar met de ongewilde steun van diezelfde Likoed. Want in een coalitie, ook al is dat vanwege het nationale karakter een politiek monster, kun je niet straffeloos voortdurend de minister president tegenspreken. Het verstandshuwelijk tussen de Ar beiderspartij en het Likoed-blok loopt op zijn einde. De scheiding is niet ver weg meer. Maar intussen heeft de anti-vredespolitiek van de Likoed, omwille van een verwerpelijke, op expansie geinspireerde ideologie, Is rael wel beschadigd. Een geëmotio neerde Peres zei dinsdag in de Knes set daarover: „Er zijn er in dit land die geloven dat er alleen met het zwaard in de hand valt te leven. Zij staan aan de verkeerde kant". En met stemver heffing en enigszins vertwijfeld: „Waarom huiveren sommigen al bij het woord vrede? Is dat iets om bang voor te zijn?". De vuist waarmee Peres na deze woorden hard op het katheder sloeg was kennelijk bedoeld om de Likoed- nikken uit hun droom te laten ontwa ken. Deze tegengestelde opstellingen van beide partijen leidde tot een ordinaire politieke rel, waarvan Likoed-minis- ter Mosje Arens de aanstichter was. Blijkbaar getergd door de coulante houding van Peres en enkele andere 'vredelievende' ministers tegenover de Egyptische gezant Osama el Baz, die in het geheim naar Jeruzalem was gekomen om het vredesplan van zijn president toe te lichten onthulde Arens details van dat gesprek, die juist omwille van de 'lieve vrede' voorlopig nog geheim hadden moeten blijven. In verschillende interviews zei hij dat de Egyptische diplomaat Peres de PLO als onderhandelingspartner bij eventuele vredesbesprekingen door de strot had willen drukken en verder zou El Baz de regering alleen maar verwij te hebben gemaakt over de oorzaken van de koele vrede tussen beide landen. Dat noodzaakte de andere ministers die ook bij dat onderhoud aanwezig waren geweest - Peres zou later in de week op veel subtielere wijze reageren - collega Arens te kapittelen. Hij zou ver bezijden de waarheid zitten en bovendien de afspraak hebben ge schonden van de geheime ontmoeting niets naar buiten te brengen. Likoed-doctrine viel, een territoriaal compromis met Jordanië en de Pale- stijnen is voor de Likoed verraad aan de joodse zaak. Autonomie voor de Palestijnen, maar dan wel onder Is raëlisch toezicht, is politiek gespro ken het uiterst haalbare voor deze partij. En er zijn zelfs Likoed-mensen die dat te ver vinden gaan. Deze politici, onder wie Mosje Arens, stem de destijds dan ook tegen de Camp David-akkoorden (het Israëlisch- Egyptisch vredesverdrag). Hiermee is dan verklaard waarom de Likoed bij vredesplannen die over het zelfbeschikkingsrecht voor de Pale stijnen reppen, oorlogstaal uitkraamt. Overigens moet de Arbeiderspartij nu ook weer niet worden gezien als de onvervalste vredesengel van het Midden-Oosten. Ook de socialisten hebben zo hun bedenkingen als het erop aankomt de Westelijke Jordaan- oever op te geven. Bovendien is dege ne die het waagt het door Israel geannexeerde Oost-Jeruzalem als be zet gebied te kwalificeren, ook in de ogen van de socialisten bij wijze van spreken een anti-semiet. Maar de partij van Peres en de pre mier zelf zijn bereid verregaande con cessies te doen die in ieder geval meer kans maken de status quo van het moment in vrede om te zetten, dan de radicale houding van de Likoed. De spanningen tussen de Arbeiders partij en de Likoed, binnen en buiten het kabinet, zullen de komende tijd vanwege dat op gang gebrachte vre desproces alleen maar toenemen. Een kabinetscrisis met als inzet de vrede lijkt onvermijdelijk. Maar wanneer? Wat is er nu in feite aan de hand? De Likoed maakt noodgedwongen deel uit van het kabinet van nationale eenheid, dat de eerste twee van de vier jaar de socialist Peres als pre mier heeft. Daarna worden de bord jes verzet en zal de Likoed-leider Sjamir aan het hoofd staan van 's lands bestuur. Maar het wantrouwen bij de Likoed-partij groeit met de dag dat het daar nooit van zal komen. Bovendien doet Peres het te goed naar de zin van de Likoed. Behalve zijn kleine successen in het oplossen van de door de Likoed veroorzaakte economische chaos en zijn vasthou dendheid in de terugtrekking van de troepen uit Zuid-Libanon, krijgt de socialistische premier steeds meer waardering van het electoraat voor zijn stijlvolle optreden. En dat heeft de partijleiding van de Likoed, de ministers en de volksvertegenwoor digers in paniek gebracht. Minister Arens Osama el Baz De afgelopen week kwam de partijlei ding bijeen om de toenemende popu lariteit van Peres en zijn politieke handelen te bespreken. De wijze waar op Peres en de Arbeiderspartij op het vredesinitiatief van Moebarak had den gereageerd stond daarbij cen traal. De socialisten kregen van alles de schuld: ze houden zich niet aan het regeerakkoord, Peres is een partijman en de Arbeiderspartij probeert Judea en Samaria (de bezette westelijke Jordaanoever) voor een quasie vrede te verkwanselen. Maar wil de Likoed dan geen vrede? Ja, maar niet ten koste van haar ideologie. En die behelst het niet voor discussie vatbare principe dat de westelijke Jordaanoever, de Gaza- strook en Oost-Jeruzalem een onver brekelijk deel uitmaken van het land van Israël. Kon de vorige Likoed- leider, Menachem Begin, bij de vre desbesprekingen met Egypte met een groots gebaar de teruggave van de Sinai-woestijn aanbieden, omdat dit schiereiland nu eenmaal buiten de Peres (links) en Sjamir. President Raul Alfonsin (links) met naast zich vice-president Victor Martinez. Inmiddels heeft president Raul Al fonsin de bestuurlijke crisis binnen het leger min of meer op weten te lossen. Generaal Hector Rios Erenu is aangewezen als de nieuwe bevel hebber van de landmacht en lucht- machtgeneraal Nelsi Natalio Rodo- ni is benoemd tot waarnemend staf chef van de Argentijnse strijdkrach ten. Maar de crisis is nog niet hele maal. De functie van stafchef van (Door Rob Sprenkels) ecc gei wa Daar komt dan nog bij dat ook^™ huidige legerleiding in feite van n ning is dat er tijdens de 'vuile' oorl uit de jaren zeventig helemaal ge onrechtvaardige wandaden zijn! gaan. De oorlog en de onreglemi taire methoden waren nodig om subversieven te kunnen uitroeit aldus in kort bestek het soort rei neringen dat de afgelopen maand is gespuid door generaals, als de verdwenen Ricardo Pianta en J( Fernandez Torres. De huidige crisis moet daarom o worden gezien in verband met publieke hoorzittingen van de lede van de drie militaire junta's van militaire dictatuur die binnenki voor de burgerrechtbank moe» worden gehouden. In decembl fgC 1983, tijdens zijn machtsaanvai ding, droeg president Raul Alfons het militaire gerechtshof op om junta-leden te berechten op beschi diging van moord, ontvoering, foil ring en roof. De militaire krijgsr: weigerde echter om binnen de di Alfonsin gestelde limitieten vonnis te vellen en probeerde de van kopstukken als Videla en Vio| zelf te verdedigen. De Argentiji regering zag zich daarom genoi zaakt om toe te geven aan de dnl van de publieke opinie en de juni leden werden, tot grote ergernis n het leger, overgedragen aan de b gerjustitie. De directe inzet van het geschil heeft een naam: kapitein Alfredo Astiz. Astiz werd eind vorig jaar voor de burgerrechter in Buenos Aires ge daagd, vanwege de moord op het Zweedse meisje Dagmar Haglin. De juridische stappen tegen Astiz waren grotendeels het gevolg van hevige diplomatieke druk uit Zweden. Des alniettemin zag het hoge militaire gerechtshof, dat Astiz in 1982 in verband met dezelfde zaak al eens had vrijgesproken van alle verdere rechtsvervolging, eind december als nog kans om de zaak naar zich toe te trekken. Raul Borras, de Argentijnse minister van defensie kreeg vorige week vrij dag, per telefoon te horen dat de militaire krijgsraad had besloten om Astiz weer in vrijheid te stellen. Borras reageerde woedend. De be rechting van Astiz was een soort van internationale prestigezaak gewor den en hij vroeg generaal Julio Fer nandez Torres, de stafchef van het opperbevel van de Argentijnse strijd krachten om verantwoording. Deze weigerde echter om de beslissing van de krijgsraad te herroepen, zoals Borras had geëist. Maandag werd bekend dat generaal Fernandez Torres met ontslag ging. Zijn opvolger had generaal Ricardo Pianta moeten worden, tot dan toe de bevelhebber van de Argentijnse landmacht. Maar na ruggespraak met zijn kameraden in de wapens besloot generaal Pianta om zijn nieu we funtie te weigeren. het opperbevel wordt normaal be kleed door een generaal van de landmacht, het sterkste legeronder deel. En er gaan geruchten dat de belangrijkste landmachtgeneraals hebben besloten om de functie voor lopig te weigeren, evenals generaal Pianta. Sinds kapitein Astiz drie maanden geleden werd opgepakt heeft het Argentijnse van alles gedaan om hem te beschermen. Astiz is de eer ste militair van lagere rang die juri disch wordt aangesproken op verre gaande mensenrechtenschendingen. Officieel gaat president Alfonsin er van uit dat de militairen, die slechts orders hebben uitgevoerd niet ver antwoordelijk kunnen worden geacht voor hun wandaden. Het Ar gentijnse leger is echter bang dat de zaak-Astiz een precedent kan gaan vormen voor de berechting van an dere, lage militairen. Ernesto Sabato (links), voorzitter van de Argentijnse commissie diet verdwijningen had onderzocht, bood vorig jaar september het eindveri van zijn commissie aan president Alfonsin aan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 4