strijd om de grote klant PZC/streek ••«I Verrassing Opboksen Massaal Geen ster Bedrijven VRIJDAG 8 MAART 1985 De grote variatie aan horecabedrij ven in Zeeuwsch-Vlaanderen (er zijn er ongeveer zeshonderd in het gebied) opdienen als een eenheids worst, stuit onherroepelijk op ver zet. Elk zichzelf respecterende ho- reca-ondernemer houdt er zijn ei gen filosofie op na. Zo vertelt de een dat de Zeeuws-Vlaamse keuken sterk onder invloed staat van het culinaire gebeuren in België, ter wijl zijn collega van een specialitei- tentestaurant tien kilometer ver derop zegt zich nog nooit iets van de Belgische keuken te hebben aangetrokken. Toch is er een aanknopingspunt: de grens met België. De devaluatie- problematiek van de Belgische munteenheid is achterhaald en het Belgische publiek is teruggekomen. Niet massaal, want ook de zuiderbuur heeft het wat minder breed gekregen. Reden voor som mige horeca-ondernemers zich toe te gaan leggen op het bedrijfsleven. Een omschakeling die nog steeds een positieve invloed heeft op de ambiance en keuken van de Zeeuws-Vlaamse specialiteitenres taurants. „We doen ons best om ervoor te zorgen dat de klant het naar z'n zin heeft", luidt de algemene doelstel ling van de restaurateurs. En stil letjes hopen enkelen van hen op een ster-kwalificatie in de Guide Michelin. Sterren ontbreken op dit moment in Zeeuwsch-Vlaanderen. Men heeft echter liever geen ster, dan een vallende ster. Aan de kwaliteit van culinair Zeeuwsch-Vlaanderen wordt voortdurend gesleuteld. Njettemin is men behoudend ingesteld. Veel gerechten worden volgens oude fa milierecepten bereid. Er ligt een sterk accent op streekgerechten. Er worden weinig nieuwe culinaire bronnen aangeboord. Men neemt nauwelijks risico's. Oorzaak is wel licht het feit dat de koek met zove- len moet worden verdeeld. En hoe wel de Zeeuws-Vlaamse gastheer de vredelievendheid zelve is, gaat achter de keukendeur het gevecht om de gunst van de 'grote klant' onverminderd voort. HORECA Hotelier Piet Faas uit Cadzand geeft een rake typering van de identiteit van het meest zuidwestelijke deel van Nederland: Zeeuwsch-Vlaanderen: „Geografisch zijn we België, maar door stom toeval zijn we een stuk Nederland geworden". Het is dus niet vreemd, vindt Faas, dat de Zeeuws-Vlaamse horeca gastronomisch gezien sterk onder invloed van België staat. Zeeuwsch-Vlaanderen heeft zich culinair aan onze Zuiderburen opgetrokken, stelt hij. Met het oog op grenstoerisme leggen de Zeeuws-Vlaamse restaurateurs zich al jaren toe op de inwendige Belg. Faas daarover: „Het is bekend dat de Belgische huisvrouw goed kan koken. Dus alleen met een biefstuk en een uitsmijter ben je er hier niet. Vandaar dat men met culinaire hoogstandjes is gekomen". Die hoogstandjes vinden vaak hun oorsprong in België. Faas noemt pa ling in 't groen, een gerecht uit West- Vlaanderen en waterzooi, dat door en door Gents is. Op de kwaliteit van de Zeeuws- Vlaamse restaurants valt volgens de horecaman weinig aan te merken. Daarom vindt hij het vreemd dat veel Zeeuws-Vlamingen als ze gaan dine ren, naar België gaan. ,,Ik betrap me er zelf ook op", geeft hij toe. Nodig is het niet: „Óp elk gebied zijn hier uitstekende restaurants". Faas schroomt niet zijn eigen 'Duin restau rant' daartoe te rekenen. Het eerlijke onvervalste streekgerecht is zijn ge bied. Nog niet zo lang geleden sloot de Cadzandse hotelier en restaurateur zich' aan bij 'Neerlands Dis'. Faas lepelt een aantal typisch Zeeuws- Vlaamse gerechten op: zoetappeltjes met rijst, preiprol, paptaarten, bolus sen en natuurlijk mosselen, in allerlei variaties klaargemaakt. Een ander streekgerecht is de appeldompel. Een appelbol van gewoon brooddeeg, die wordt gegeten met warme boter en bruine suiker. Faas serveert al jaren een variant: een warme appelbol be reid uit korstdeeg met ijs. „Natuurlijk kun je niet alle streekgerechten op de menukaart zetten. Preiprol is geen typisch restaurantgerecht. Maar aan half-pensiongasten kun je sommige dingen als tussengerecht makkelijk serveren", aldus Faas. Maar zoals in zoveel Zeeuws-Vlaamse restaurants, staan ook in het 'Duinrestaurant' vis- en schelpdieren centraal. Er bestaat geen twijfel over dat mos selen in Zeeuwsch-Vlaanderen het meest verorberde streekgerecht is. Op elke hoek van de straat kun je mosse len krijgen, maar of ze altijd even smakelijk zijn klaargemaakt is de vraag. Over de smaak van mosselen kun je twisten. Hoewel? „Mosselen da's één pot nat, of je ze nu in Terneuzen eet, of in Philippine", zegt Jan Jonkman, caféhouder en voorzitter van de horecavereniging in Terneuzen. „De lekkerste mosselen eet je altijd nog in Philippine", weer legt Carlos Tieleman van 'Auberge des Moules' in Philippine. Maar wat vindt de klant ervan? „Zeventig pro cent van de Belgen vindt ze in Philip pine het lekkerst", schudt Tieleman uit zijn mouw. Enig 'chauvinisme' is de Philippiense mossel- en visrestau- ranthouders niet vreemd. Je kunt het ze nauwelijks kwalijk nemen. Het dorp heeft als voormalig vissersha ventje een diep gewortelde mosseltra ditie. Nog steeds onderscheiden mos selrestaurants in Philippine, los van het feit dat ze een unieke en angstval lig geheimgehouden bereidingswijze delen, zich van collega's in de rest van Zeeuwsch-Vlaanderen. Dat heeft alles te maken met de aanvoer van het schelpdier. Om optimale kwaliteit te garanderen laten enkele restaurant houders in het dorp de mosselen 'vuil' per container aanleveren, om ze ver volgens zelf met een breker los van elkaar te halen en ze te ontdoen van krabbetjes en steentjes en ze te ont baarden. De 'vuile' aanvoer en de verwerking staan bekend als het '(ver- s)lijntje van Wiskerke'. Voordeel is dat de mosselen levend worden aange voerd. Schoongemaakt aangeleverd hebben de mosselen al een deel van hun vocht en kwaliteit verloren, laat Tieleman weten. mosselen gaan eten. Tien procent van de mosselopbrengst, zo zegt Tiele man, wordt in eigen land gegeten. Ten opzichte van tien jaar geleden een stijging met vijf procent. Drie a vier procent daarvan wordt in Zeeuws-Vlaamse restaurants gecon sumeerd. Vijfenvijftig procent van de Nederlandse mosselomzet wordt naar België geëxporteerd. Tieleman rekende uit dat de Belg gemiddeld per week één kilo mosselen eet. Philippine is het Mekka van de mosseleter. Toch hebben de Philippi- nese restauranthouders zich nooit overdreven inspanningen getroost om zoveel mogelijk bedevaartgangers te trekken. Kennelijk om het exclusieve image van het mosseldorp niet te schaden. De Philippiense horeca-on dernemers hebben nooit touringcar- bedrijven benaderd om horden honge rige zuiderburen achter een pan mos selen te parkeren. Tieleman is niet zo voor dat massale: „Ze komen voor vijftig frank met de bus uit Brussel en zetten heel je kot op stelten. Je moet dan per consumptie gaan afrekenen. We zijn een beetje bang voor dat publiek". 'Mosselkoning' Tony van Oosterom in Hulst is minder angstig voor het Belgische geweld. Maar wat wil je? Als jonge kerel werkte hij in een hotel in Tasmanië, Daar ontwikkelde Van Oosterom z'n commerciële ta lent. Het bedrijf was noodlijdend, maar hij schreef Europese reisbu- reau's aan. Al snel streken de eerste Tasmanië-gangers bij Van Oosterom neer. Lang is hij er niet gebleven, omdat zijn vrouw heimwee had keerde hij terug naar het Brabantse land waar hij vandaan kwam. Uiteindelijk kwam het echtpaar Van Oosterom in de Stationsstraat in Hulst terecht, waar Tony een zaak van een collega kocht. Daar begon hij met hetzelfde pioniers werk. Van Oosterom herinnert zich nog goed hoe hij vijfentwintig jaar geleden met de fiets naar de grenspost bij Kapellebrug reed en daar folder tjes aan Belgische passanten uitdeel de met de opdruk: 'Onbeperkt mosse len eten voor 20 frank bij restaurant Van Oosterom..'. Vervolgens haastte de Brabander zich terug naar zijn oud-Vlaams buffetje aan de Stations straat, waar inmiddels een man of vier hongerig zat te wachten. Het ritueel herhaalde zich dagelijks en Van Oos terom hield vol tot het aansloeg. Steeds meer Belgen kwamen af op zijn op eigen wijze bereide mosselen die tegen eenheidsprijs onbeperkt ge consumeerd konden worden. Toen kwamen de verrassingsreizen. De res tauranthouder ging met de directies van Belgische Touringcarbedrijven in onderhandeling en dat resulteerde in een ware Belgische invasie in de Rey- naertstad. In de weekeinden en op maandag, marktdag in Hulst, deden tientallen bussen Hulst aan. De grote verrassing was: onbeperkt mosselen eten bij Van Oosterom en die weg spoelen met een Monastique. De Bel gen raakten eraan verslaafd. Tony van Oosterom is de grote promotor van het vestingstadje, daar zijn alle Hulstenaren het over eens. Het was door zijn inspanningen dat de plaatselijke winkeliers op een gege ven moment hun winkel op zondag open durfden te doen. Van Oosterom breidde zijn zaak voortdurend uit. Mensen stonden vaak tot buiten in de rij op hun portie mosselen te wachten. Wie binnen geen zitplaats had, ging op de trap zitten. Om de drie kwartier kreeg hij driehonderd man aan tafel, de mosselenomzet was op een gege ven moment duizend kilo per dag. Het restaurant overleefde moeiteloos de devaluatie van de Belgische frank begin 1982. Een enkele verdwaalde bus draaide toentertijd nog de 'Statie straat' in. Maar Van Oosterom liet zich niet ontmoedigen. Hij lanceerde z'n eigen monetaire ingreep: zeven tien frank voor een gulden. Dat het Belgensucces nog steeds niet afgelopen is blijkt op een willekeurige maandagochtend. Óm half twaalf zit er één madam een kop koffie in het restaurant te drinken. Een uur later zitten drie zalen stampvol met mosse leters die in een razend tempo be diend worden. Niettemin constateert de mosselres tauranthouder dat 'het grote busge- beuren' definitief voorbij is. De klan dizie van zijn zaak bestaat tegenwoor dig meer uit Belgische echtparen die met een auto een bezoekje aan Hulst brengen. Het veranderde consumptiepatroon van de Belgen kwam tot stand onder invloed van de devaluatie van de frank. De koersproblematiek wordt nu door de Zeeuws-Vlaamse horeca ondernemer weggewuifd met de op merking: „Achterhaald". Niettemin heeft de valutaproblema- tiek behoorlijk wat slachtoffers, ook in horeca, gemaakt. In 1982 gingen er ineens in plaats van vijftien, achttien franken in een gulden. Begin januari dat jaar werd er voor honderd frank nog een bedrag van zes gulden neerge teld, eind maart was dat nog maar ruim vijf gulden. Een onverteerbare zaak voor stadjes als Hulst en Sluis die door de frank groot zijn geworden. Sensatiebeluste Belgische kranten maakten er voor het gemak twintig frank voor een gulden van. Dat deed de deur dicht. De Belgen kwamen hun huis niet meer uit, tenminste niet om naar Nederland te gaan. Zeker voor de horeca alle reden om 'te paniekeren', de omzetten stortten in. Verschillende zaken moesten sluiten. Door prijsstijgingen in eigen land en door stabilisatie van de koers van de frank, is de Belg teruggekomen. De Belg is bereid nu ongeveer achttien frank voor een gulden neer te tellen, maar los daarvan heeft hij minder te besteden dan vroeger. Maar blijft hij een levensgenieter die tóch bereid is het volle pond te betalen, als de kwaliteit maar goed is. Aan die kwali teit wordt overal in Zeeuwsch-Vlaan deren druk gesleuteld, want: „Als de Belgen wegblijven, dan kunnen we het wel vergeten", zegt Dolly van Oosterom, dóchter van de Hulster restauranthouder. Piet Faas: „Warme appelbol, typisch Zeeuws-Vlaams" Koplopers in de ontwikkeling van de culinaire kwaliteit in Zeeuwsch- Vlaanderen zijn de 'specialiteitenres taurants. Pratend met de eigenaren Belgen zijn volgens de restaurant houder nog altijd ongeëvenaarde mosseleters. Hij noemt opnieuw ze ventig procent Belgisch cliënteel, als het gaat om de verdeling van Neder landse en Belgische klanten. Wel is de Nederlander, onder invloed van vakanties naar het buitenland, meer Het verslijntje van Wislferk.e. Toine Raes: „Niemand is exclusief in Zeeuwsch-Vlaanderen" van die restaurants komen voortdu rend de begrippen 'Neerlands Dis' en 'Nouvelle Cuisine' aan de orde. In vloeden van de 'Nouvelle Cuisine' zijn ongetwijfeld aanwezig: lichte manier van koken, versiering van de gerechten enzovoort. De Zeeuws-Vlaamse keuken is er een van het compromis met een flinke knipoog naar de smaak en de beurs van het Belgische publiek. De specia liteitenrestaurants draaien op de Bel gen, maar ook, zeker in Midden- Zeeuwsch-Vlaanderen op zakenmen sen. Een voorbeeld van zo'n restaurant is Zomerlust in Axel. Eigenaar Frank van Poelje bouwde het massale ka rakter van de zaak, die hij in 1972 van zijn vader overnam, om tot een sfeer van intimiteit met het accent op individuele benadering van de gasten. Reden om in de zeventiger jaren het roer om te gooien, was volgens Van Poelje de behoefte van het bedrijfsle ven in de kanaalzone Terneuzen-Gent aan (nog) een klassezaak. De smaak van Zeeuws-Vlaamse en Vlaamse di recteuren heeft 'Zomerlust' het image 'niet goedkoop', 'wel goed' gegeven. En met dat beeld is Van Poelje dik tevreden. In het restaurant kom je nauwelijks het 'hap-slik-weg-publiek' tegen. „Haastige eters hebben we hier niet", zegt hij. Van Poelje's gastheer schap houdt niet op bij het bedrijfsle ven. Ook het gewone publiek, groten deels Belgen, parkeert in het weekein de BMW, Mercedes of Volvo voor de deur van 'Zomerlust'. De eigenaar noemt de prijs/kwaliteit verhouding van het restaurant waar voornamelijk vis- en schaaldierspe cialiteiten worden geserveerd, goed. Die verhouding is aangepast aan de behoefte van het zakenleven. Men is volgens Van Poelje bereid het volle pond te betalen voor 'een eerlijk stuk vis of vlees uit een eerlijke keuken'. Behalve de maaltijd mogen ook gast heerschap en bediening niets te wen sen over laten, vindt hij. Hij zegt te streven naar het beste. „Vergeet niet dat wij in Zeeuwsch-Vlaanderen moe ten opboksen tegen de Belgische ster renrestaurants". Van Poelje ontkent dat zijn streven er alleen op gerieht zou zijn een ster in de Guide Michelin in de wacht te slepen. „Ik ben daar niet bewust mee bezig. Het is leuk als je 'm krijgt, maar de kunst is om 'm te laten schitteren". Er is in Zeeuwsch-Vlaanderen op dit moment geen enkel restaurant met een sterrenkwalificatie. Het is welis waar de kroon op het werk van de restaurateur, maar eveneens, zoals Van Poelje terecht aangeeft, een ex tra belasting. Ook Siete Roffel van hotel estaurant 'l'Escaut' in Terneuzen ligt niet wakker van een ster. „Ik heb geen tijd om daarover na te denken. Ik denk aan mijn cliënten. De bedoe ling is dat we een nog beter restau rant worden en dat de bezoekers tevreden zijn", luidt zijn commen taar. Volgens insiders is 'l'Escaut' een van de meest exclusieve restaurants in Zeeuwsch-Vlaanderen. Roffel zelf laat er zich in zulke bewoordingen niet over uit, maar geeft toe: „Het kost hier een behoorlijke cent". Accent op de Nouvelle Cuisine? „Ach", zegt hij, „een kwestie van ontwikkelingen volgen. We serveren lichtere lunches. Mensen veranderen, eetgewoonten veranderen mee. Een zakenman wil na de lunch niet als een blok in slaap vallen, maar in staat zijn om door te werken. Onze hele manier van koken is lichter. We doen meer aan presentatie en versiering van ge rechten". Roffel zegt alle signalen op te pikken om daarmee nieuwe gerech ten uit te zoeken en te 'creëren'. Hij put uit een grote hoeveelheid nieuwe produkten op de culinaire markt, zo als rivierkreeften, truffels en paddes toelen. „Door het grote aanbod is de moderne keuken fleuriger geworden. Vroeger zette je hele series aardappe len en groenten op tafel, bereidde je sauzen met veel room. Dat gebeurt nu niet meer". Mensen eten bewuster, heeft Siete Roffel gemerkt. „Men is sportief en let op de conditie. Dus kijkt men wel uit Volle pond betalen voor een eeif stukje vis. lie om zich tweemaal per week te bui| te gaan wat de calorieën betreft, wil natuurlijk niet zeggen dat kleii porties calorie-arm zijn. Het moet wel lekker blijven, men mag met honger van tafel". Roffel vindt het overdreven te ste toonaangevend te zijn voor zijn ci ga's in Zeeuwsch-Vlaanderen »n tuurlijk onderscheiden we ons P beetje. We willen ons niet vastprik] op een bepaald niveau. 'l'Esi maakt een ontwikkeling door en di van is het eindpunt nog niet berei Laatste fase in die ontwikkeling is| domplete vernieuwbouw van caut' dat gehuisvest is in het voc lige kantoorvan de Zeeuwsch-Vl sche Tramweg Maatschappij. Zo' restaurant als hotel worden fors uil breid. Daarmee geeft Roffel een i] woord op de problematiek rond hotelaccommodatie in Zeeuws Vlaanderen. Gebrek aan overnachtingsplaatsei een veel gehoorde klacht in Tern zen. Grote bedrijven zijn genood: hun gasten elders onder te bren: bijvoorbeeld in Brugge, Gent of werpen. Voor het leegstaande', ko! sale Apartotel aan de Westerschei dat deel uitmaakt van de fail Rouw-boedel, heeft zich nog geen ploitant aangediend. Roffel: „Ze !i ben mij ervoor benaderd, maar ikv het te groot. Ik denk dat je de ma] ondanks de behoefte niet moet oi schatten". De horecaman hoopt jaar nog 'l'Escaut' als eerste Zeeti| Vlaamse viersterrenhotel te kun heropenen. Het is een feit dat de grote bedriji in de kanaalzone Terneuzen i groot deel van de Zeeuws-Vlaai horeca in stand houden. De man over dat gegeven een uitgesprol mening heeft is Neerlands Dis-v naar 1984 Toine Raes van restaur Hof te Zande in Kloosterzande. heeft het over de grote klant vanL Zeeuws-Vlaamse horeca: Dow ij&fj mical. Volgens Raes spannen de hori ondernemers in de regio zich tot uiterste in om de chemiegigant o de vloer te krijgen. Maar het is I ook duidelijk dat de koek met teve moet worden verdeeld. Daard moeten concessies worden gedi aan kwaliteit. Raes zegt dat er: gevecht gaande is om de gunst va: grote klant. Door die concurren strijd is er dan ook geen plaats v: heel bijzondere restaurants Zeeuwsch-Vlaanderen. Hij zou i weten welk Zeeuws-Vlaams resl rant een ster zou moeten krijc Trouwens de hele Franse keu! staat toch op de helling, meent „De Nouvelle Cuisine heeft zie# overleeft. Het was een modieus geil ren. Uit eten gaan kreeg iets van: proeverij. Maar je ziet nu duidelijs tendens dat veel sterrenzaken in! derland nu zelf bezig zijn met Nf lands Dis. Het hoeft allemaal i meer uit Frankrijk te komen. De! uit Brest mag ook een Barneve! zijn. De echte pure dingen staan t op de menu's. Met het visgebeii zitten we hier in Zeeuwsch-Vlaat ren natuurlijk gebeiteld", aldus R tussen de zinnen door doelend op| bekende Westerscheldeschotel. H stelt vast dat ondanks wat preteni hier en daar (een enkele restaura! beweert voorzichtig dat zijn klan uitsluitend de suggesties van de volgen), de Zeeuws-Vlaamse keu serveert wat de klant wenst. ,J mand is exclusief in Zeeuwsch-Vli deren", zegt hij. „Exclusief ben je als de klant louter en alleen voorji keuken komt". i» Piet Faas (Toine Raes' 'Neerla g Dis'-collega in Cadzand) heeft ook zijn verklaring voor het begrip clusief. Uitgaande van de gedrai gen van hotelgasten die hij 's zoml onderdak biedt, zegt hij: „Ik hebkl gasten die nooit culinair vree'T gaan. Dat is je kwalificatie, men die tijdens hun verblijf hier elke a la carte bij je komen eten". Waldemar Yseboi H en Sc 0

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 32