prof. Goddijn: R
zet gegalvaniseerde
bisschoppen in
PZC/°Pinie en achtergrond 4
In Rome zei een hoge kerkelijke ambtenaar hem „vous êtes trop sérieux". Hij moet er wat
om lachen, maar geeft de man wel gelijk. „Wij Nederlanders zijn niet alleen naief, maar ook
vreselijk serieus. En daar komt bij dat we bijzonder gevoelig zijn voor elke uitspraak van de
paus. We hebben een paus-trauma, zou je kunnen zeggen". Aan het woord is dr. Walter
Goddijn, hoogleraar socio'logie van kerk en godsdienst aan de katholieke hogeschool in
Tilburg en voormalig secretaris-generaal van het pastoraal concilie van Noordwijkerhout.
Naast de vele andere functies die hij op dit moment bekleedt, is hij ook nog eens pastor van de
kleine parochie Spoordonk in de buurt van zijn woonplaats Haghorst in Brabant. De
benoeming van Jan Ter Schure tot bisschop van Den Bosch waaronder Goddijns parochie
ressorteert, is voor hem dus zelfs van direct belang.
Schokkend
Modelland
Bedrijfsongeval
Negatief
Schisma
Gezin
Verstikken
Optimistisch
terzake
Al vier jaar
Oorzaak
Twee methoden
WOENSDAG 13 FEBRUARI 1985
BENOEMING
-rtwir-i ii 1
Door Frank Poorthuis
Afgelopen zaterdag in zijn preek heeft
hij het er wel over gehad, vertelt hij.
Maar veel reacties van eigen paro
chianen kreeg hij niet. Wel van gelovi
gen overal uit het land. „Ja, je kunt
daar om lachen, maar iemand stelde
serieus voor om tijdens het bezoek
van de paus met een rouwband om te
lopen. Zo teleurgesteld zijn de men
sen.
Hij zelf als pastor, als theoloog en als
socioloog is minder teleurgesteld. En
natuurlijk vindt hij het ook schok
kend dat deze nog maar net aangewe
zen persoon om het hoge ambt te
bekleden al uitsprak dat homoseksue
len, samenwonenden en belastingwei
geraars niet welkom zijn in zijn kerk.
Maar verrast heeft de benoeming van
de Gijssen-beschermeling hem niet.
„Die ligt geheel in de lijn van bis
schopsbenoemingen sinds 1970. Het is
een volkomen consequente lijn", do
ceert hij rustig en verhaalt in vogel
vlucht de geschiedenis van de Neder
landse rooms-katholieke kerk sinds
het Tweede Vaticaanse Concilie.
Van de vernieuwingsbeweging die in
het begin van de jaren zestig door
paus Johannes XXIII werd aange
wakkerd, van de goede voedingsbo
dem die het in Nederland vond. Ne
derland dat toch nog tot nog toe als
een modelland had gefungeerd voor
Rome en samen met Ierland en Polen
zeer geliefd was. Een land met een
katholicisme dat gehard was in de
strijd tegen het protestantisme en
dat daarom ook zo gehecht was aan
zijn paus. Van het Tweede Vaticaan
se Concilie met de resultaten waar
van de Nederlandse bisschoppen
naar huis terugkeerden en in eigen
land het pastoraal concilie bijeen
riepen. „We gaan het democratisch
doen", zeiden ze. „En dat was heel
belangrijk".
En van het groot enthousiasme bij de
Nederlandse gelovigen. Er bestond
internationale belangstelling voor het
concilie. „Soms waren er 1500 journa
listen aanwezig. Vele onderwerpen
kwamen aan de orde. De plaats van
de jeugd, de ontwikkelingssamenwer
king. Maar ook onderwerpen waar
Rome bezwaar tegen maakte. De po
sitie van de paus nota bene. Het
celibaat van priesters. Vragen rond
geloof en zeden. Zaken waarvan Ro
me zei: jongens, zijn we niet te ver
gegaan. En toen is men begonnen
Nederland te corrigeren".
Wat deed Rome? Rome benutte de
enige tactiek die het daarvoor heeft.
Het exclusieve recht van de paus om
bisschoppen te benoemen. „Rome
stelde een priester aan als bisschop
van Rotterdam die de hele vernieu
wingsbeweging openlijk had aange
vallen. Zelfs bij de inhuldiging van die
Simonis heeft kardinaal Alfrink ge
zegd dat zoiets nooit meer mocht
gebeuren. Iedereen dacht dat het om
een incident ging, een bedrijfsonge
val. Twee jaar later wordt Gijssen in
Roermond benoemd. Die zei publie
kelijk dat hij de polarisatie zal bevor
deren".
In 1980 kwamen de Nederlandse bis
schoppen in speciale vergadering bij
een met de paus om de geschillen en
twisten die binnen de groep beston
den te slechten. Dat lukte niet. „In
1983 werd Zwartkruis vervangen. De
paus benoemde voor het eerst een
priester tot bisschop die niet uit het
eigen bisdom afkomstig was. Dat ligt
heel gevoelig. Het betekent eigenlijk
een diskwalificatie van de^eigen men
sen en van het beleid van de eigen
bisschop. En nu hier in Den Bosch. We
dachten dat we de zaken redelijk in
orde hadden. We deden hier niet aan
scherpslijperij, we hadden geen radi-
kale kandidaten op onze lijst staan.
Maar er werd wel iemand benoemd uit
de school van Gijssen".
hiërarchisch. Het instituut moet zo
sterk mogelijk gemaakt worden. Echt,
ik hoor managers van grote bedrijven
zeggen: het is verrekte goed wat die
paus doet. Hij strijdt tegen het pura-
lisme. Hij wil eenheid. En dat is vanuit
een bedrijfskundig standpunt ook
heel goed te verdedigen. Maar in feite
komt het erop neer dat de kerk .een
betrekkelijk negatief mensbeeld
heeft. Een cultuur-pessimistische
kijk".
„Rome", gaat hij verder, „Rome be
noemt geen mensen meer die zich niet
bewezen hebben. Het zet tegenwoor
dig gegalvaniseerde, keiharde bis
schoppen in die zich al in hun lijn
hebben bewezen. Rome was geweldig
teleurgesteld dat een braaf Nederland
was omgeslagen. Maar het vergeet
één ding, dat die hele omwenteling is
gebeurd onder invloed van Rome zelf.
Het heeft opgeroepen tot vernieu
wing, en dat voelen de Nederlandse
gelovigen als volksverlakkerij".
De Nederlandse kerkprovincie is te
leurgesteld, jazeker. Althans een ge
deelte ervan. Want cfe polarisatie die
Gijssen openlijk proclameerde, te
kent zich steeds meer af. Goddijn:
„Voor de rechtse mensen gaat de
vernieuwing nog te snel, voor links
gaat ze te langzaam".
Komt het tot een daadwerkelijk schis
ma? Goddijn gelooft van niet. „Een
formeel organisatorisch schisma valt
niet aan te denken. Maar geestelijk
treedt zo'n schisma wel op. Juist op
zo'n moment als dit zullen de mensen
die toch al zwak staan in hun geloof,
afhaken. Die vinden er een excuus in
om nu Ter Schure benoemd is niet
meer naar de kerk te gaan. De hou
ding die die man direct al aanneemt is
een groot nadeel. Mensen die er al met
het ene been buiten stonden gaan er
nu met beide benen buiten staan".
Het is een harde lijn die Rome voert.
Goddijn bevestigt het, benadrukt het.
De paus, analyseert hij, houdt vast
aan drie punten: het herstel van het
gezin, het herstel van het priester
schap en de zorg voor de jeugd. Maar
waarom die lijn zo consequent ge
voerd wordt, waarom tegenspraak
niet geduld wordt? „De kerk is bang
dat het instrument te zwak wordt.
Deze paus en de curie (het kerkelijk
ambtenarenapparaat) denken heel
„De kerk die Ter Schure deed zeggen
dat hij 'heel veel van de kerk en een
beetje van de mensen houdt?" „Ja
die. In feite zeggen ze dat de kerk de
enige samenleving is. De kerk heeft
een zeer negatieve interpretatie van
de samenleving. De huidige samenle
ving is de pest, zegt de kerk en vindt
daarin natuurlijk veel steun van de
neo-conservatieven".
En wat wij hier zien gebeuren, is echt
niet uniek voor Nederland. Als je
internationaal kijkt, zie je dat de paus
in Centraal- en Midden-Amerika over
al precies dezelfde lijn volgt. Neder
land is alleen het land waar het
allemaal begonnen is. Nederland is
het podium geweest van de vernieu
wing van de kerk en het zal ook het
kerkhof worden. Maar die lui uit Ro
me zijn natuurlijk niet op hun achter
hoofd gevallen. Het zijn ook geen
kwaadaardige mensen. Ze zijn er en
kel van overtuigd dat ze nu de beste
methode volgen. Ja, ze weten dat de
helft misschien zal afhaken en niet zal
gehoorzamen. Maar dat zien ze als
voorbijgaand. Als iets van een of twee
generaties. Daar trekken ze zich niets
van aan. Het is de discussie over
kwaliteit of kwantiteit".
„Maar volgens mij vergissen ze zich.
Als je de hiërarchie steeds meer bena
drukt, ga je de persoonlijke gemeen
schappen verstikken. De persoonlijke
beleving, en dat is tegen de grondprin
cipes van het evangelie. Ik vind het
hard om te zeggen, maar de kerk zelf
zorgt voor de aftakeling van het ware
geloof in God. Zij doet alsof ze Onze
Lieve Heer in de zak heeft. Ze voelt
zich zo zeer de plaatsbekleder op
aarde en legt daar zo de nadruk op dat
op het laatst niemand meer luistert
naar God".
En daarmee doelt Goddijn niet op het
al dan niet naar de kerk gaan van
gelovigen op zondag. De socioloog
theoloog heeft een bredere kijk op die
problematiek. Een kijk die hem alleen
al onderscheidt van de streng dogma
tische van de officiële kerk, die hii
Mgr. Ter Schure
verwijt dat ze net doet of alle kwesties
geloofkwesties zijn. „Ze vergeet te
kijken naar de loop van de kerkge
schiedenis, waarin zoveel veranderd
en gewijzigd is in al die eeuwen. Men
idealiseert het verleden. Het is ge
woon niet waar dat iedereen altijd op
zondag naar de kerk ging. Op hoogte
punten van de christelijke cultuur in
het verleden ging men vier tot vijf
keer per jaar".
Hijzelf hield enkele jaren geleden een
onderzoek: 'God in Nederland'. Daar
in vroeg hij Nederlanders of ze vonden
dat je gelovig kunt zijn zonder ooit
naar de kerk te gaan. Negentig pro
cent antwoordde positief. Die conclu
sie onderschrijft hij niet volledig,
want, „als je geloof niet voedt met
samenkomsten, verloedert het'-'.
Maar, wil hij maar zeggen, kerkbezoek
is geen graadmeter voor gelovigheid.
„Geloof is net als liefde. Vrij. Religieu-
siteit is zo moeilijk te meten. Er is veel
meer dan het alleen naar de kerk
gaan".
Terug naar de benoeming van Ter
Schure, die van Gijssen, Simonis.
Hoe lang gaat die lijn nog door? Wat
zijn de volgende stappen. Goddijn
ziet, zo vertelt hij, ook in andere
bisdommen bisschoppen plaats ne
men die op de lijn-Gijssen zitten. Het
zou niet meer dan logisch zijn, het
zou hem zelfs verrassen als het niet
zo was. En dan, haakt dan echt de
helft van de Nederlandse kerkbevol-
king af? Is een blik naar het jaar 2000
van de Nederlandse roomskatholieke
kerk per definitie een droevige. Hoe
ziet Goddijn de toekomst.
Verrassend bijna na alle negatieve
geluiden antwoordt hij: „Ik ben wat
dat betreft redelijk optimistisch ge
stemd. De reden is eigenlijk dat ik
veel geschiedenis gelezen heb. Als ik
wat nu gebeurt vergelijk met wat in
de 17e en 18e eeuw plaats had, leven
we nu eigenlijk nog in een rustige
tijd".
Goddijn, zo blijkt, ziet in de toekomst
een opleving van zijn kerk. Een ople
ving van de plaatselijke gemeen
schappen. Als reactie op de hiërar
chische structuur die de kerk nu
propageert. Gevolgen ook van de
economische crisis die veel charita
tieve taken die de overheid ooit van
de kerk overnam nu weer in de
schoot van die kerk doet belanden.
Optimisme dus toch. „Maar we moe
ten nog door een zeer winterse perio
de heen".
Zou er ooit onderzoek zijn gedaan naar de beweegredenen van een paar
miljoen Nederlanders naar de achterliggende motieven om zich in de
ruime vrije tijd te vermeien in de moestuin al dan niet in volkstuinver-
band? Ik denk van niet. Onderwerpen die zo dicht bij de alledaagse
dingen van het leven van de gewone mensen staan, scoren meestal niet zo
hoog bij sociologen en andere -ogen. Je moet eerst deel uitmaken van een
zich luidruchtig werende minderheidsgroepering of verwaarloosde actie
groep, wil er een maatschappelijk relevant onderzoek meestal met
subsidie enzovoort aan gewijd worden.
Toch blijft het een onloochenbaar
feit dat een flink deel van de Neder
landse bevolking zich met liefde,
ijver en soms fanatisme ieder voor
jaar weer op de zwarte aarde van de
moestuin werpt om die in zeer klein
schalig verband te bewerken. Vooral
in stedelijke gebieden is een nog
steeds groeiende behoefte aan nieu
we volkstuinterreinen. Die behoefte
is heel duidelijk te meten aan het
aantal wachtenden op de lijsten van
verenigingen en dergelijke voor
volkstuinen. In mijn vorige woon
plaats Santpoort waren er
zoveel kandidaat-moestuiniers vóór
mij op de wachtlijst, dat ik over
circa achttien jaar een stukje grond
toegewezen zou krijgen zo werd
mij hoogst laconiek meegedeeld.
Hoeveel groente en fruit die talloze
hobby-boeren produceren in Neder
land, is mij ook niet bekend. Maar
bij elkaar moet dat toch wel enige
procenten zijn. Want je mag dan als
vrije-tijds-tuinder puur voor je ple
zier bezig zijn, je wil uiteindelijk
resultaten op je werk zien en geen
groente smaakt beter dan die je zelf
gezaaid, met liefde begoten en bege
leid hebt. Van echte beroeps-effi-
ciëncy kan geen sprake zijn op een
lapje van tien bij twintig meter,
maar toch haal je nog aardig wat
peultjes (bij wijze van spreken) van
je goeie grond.
Nog geen vijfhonderd kiiomter
ten oosten van ons land, neemt
het belang van het in vrije tijd in de
moestuin bezig zijn van jaar tot
jaar met sprongen toe. In alle Oost
bloklanden en in de grote Sovjet
Unie drijft de voedselvoorziening
voor een niet onbelangrijk deel op
de amateurs bezigheden van al
lerlei moestuin-fanaten. De land
bouw is er (behalve in Polen) een
staatsaangelegenheid. Bedrijven
die in duizenden hectares gemeten
worden zijn of van de overheid of
worden gerund door (alweer)
staatscoöperaties. Produktieplan-
nen en dergelijke worden van ho
gerhand vastgesteld. De speelruim
te van het 'eigen' bedirjf is mini
maal.
Al bij eerdere gelegenhéden heb ik
gefilosofeerd over het (on)nut van
dit soort bedrijfsvoering en plan
ning; laat ik me ditmaal beperken
tot de constatering dat de betrok
kenheid van de werknemer-boer mi
nimaal en de arbeidsmoraal uiterst
laag is. Resultaat: de produktie valt
ieder jaar weer tegen hoe laag de
planning van staatswege ook al was.
Dit alles heeft geleid tot een onge
kend grote bloei van de hobby
tuiniers. Het leeuwendeel wordt ge
leverd door de boeren-arbeiders op
de staatsbedrijven. Hoewel privé ei
gendom officieel verboden is, zijn de
moestuinen van deze mensen de
laatste tien jaar toch nogal gegroeid.
Soms wel tot één hectare groot.
Maar ook de burgerij in het Oost
blok en Rusland werkt zich duchtig
op moestuin-niveau. Zozeer zelfs dat
circa dertig procent van de Russi
sche landbouw uit privé-tuinen en
tuintjes komt. Bij de Oostbloklan
den zijn deze cijfers zelfs nog groter
Geen wonder dat niet al te orthodox
communistische leiders de privé
landbouw in grootschalig moestuin-
verband stimuleren.
Een merkwaardige conclusie van
voorgaande kan dus zijn dat marxis
tisch beoefende landbouw slechts
kan leven bij de gratie van een
amateuristisch beoefende hobby,
die stoelt op eigen belang. Oftewel:
inefficiëncy wordt niet beloond. Om
naar het Westen terug te keren;
efficiëncy in de landbouw momen
teel evenmin. Onze boeren en tuin
ders dreigen ten onder te gaan door
eigen ijver en efficiëncy. Overschot
ten en voorraden drukken de prijzen
en legen de schatkisten. In het Wes
ten is al jaren lang een omgekeerde
beweging bezig. Boeren zoeken, om
een voldoende inkomen en/of bezig
heden te krijgen, er een baantje bij
buiten de landbouw. Vooral in
Duitsland hebben die zogenaamde
'nebenerwerbsgetriebe' een grote
vlucht genomen. In Beieren bijvoor
beeld waar de landbouw vrij klein
schalig wordt bedreven, hebben bij
na de helft van alle boeren ook een
andere baan erbij. Vaak in part-time
verband. De boerderij wordt samen
met vrouw en kinderen in vrij uren
en in de weekeinden draaiend ge
houden.
In Nederland heeft men vanuit het
landbouwbeleid altijd weinig
waardering gehad voor dat soort
oplossingen. Het zou de structuur
van de landbouw en de bedrijfsont
wikkeling in de weg staan. Toch
heeft het verschijnsel 'postbode-
boeren' ook bij ons zich veel meer
ontwikkeld dan ooit voorzien kon
worden. Persoonlijk ben ik van
mening dat een keuze in deze vooral
een zaak van efficiënt ondernemen
is.
Als je niet voldoende werkmkomen
op je bedrijf hebt en je kunt een
combinatie maken met ander werk
(bijvoorbeeld minicamping) dan
moet je dat zeker doen. In de huidi
ge en toekomstige jaren, geken
merkt door stagnatie en weinig
vaart in ontwikkeling en structuur
beleid, kan zo'n keuze de enig over
gebleven oplossing zijn in som
mige gevallen.
mr Gerard W. Smallegange
Informatie computers makkelijk af te tappen
Door Hugo van der Heem
Computerfabrikanten hebben ge
schokt gereageerd op de mede
deling van de PTT dat iedereen met
een eenvoudige antenne informatie
kan aftappen van computerbeeld
schermen. Zelfs tot op kilometers
afstand blijkt het mogelijk te zijn op
een gewoon televisietoestel het
beeld van een computerterminal te
reconstrueren. De PTT heeft inmid
dels enkele patenten aangevraagd
op apparatuur die het onmogelijk
moet maken om nog langer compu-
tergegvens „af te kijken".
Een woordvoerder van de computer
producent Digital Equipment
spreekt van een schokkende ontdek
king. „Een gevaarlijke situatie",
wordt bij andere bedrijven gezegd.
Bij de Rabobank en bij de ABN is
men op de hoogte van de mogelijk
heid om informatie te stelen. Volgens
de banken is er nog geen reden tot
ongerustheid.
Onderzoekers op nel ar. Neher Labo
ratorium van de PTT weten al vier
jaar dat informatie op een beeld
scherm, gekoppeld aan een huis- of
bedrijfscomputer, meegelezen kan
worden met richtantenne of een
meetontvanger.
„Bijna niemand is zich bewust van
het feit dat men dwars door muren
heen kan zien wat iemand op termi
nal of huiscomputer intikt of over
wat voor informatie hij beschikt",
zegt stafmedewerker Wim van Eek
van het PTT-lab in Leidschendam.
Samen met de onderzoeker P. van
Kats heeft hij in opdracht van de
Dienst Bedrijfsveiligheid van PTT
onderzoek gedaan naar de elektro
magnetische straling van terminals
(beeldschermposten) en bijvoorbeeld
ook huiscomputers, die gebruik ma
ken van een beeldscherm of monitor.
„Hoewel bekend was dat computers
en beeldschermen nogal wat radios
toring veroorzaken, deden er daar
naast verhalen de ronde dat het
gemakkelijk zou zijn te kunnen zien
wat er op het beeldscherm van de
buren te lezen was. Toen wij met het
onderzoek begonnen deden wij
zoiets af met 'indianenverhalen'.
Maar de proef leverde schokkende
resultaten op. Een gewone tv, die je
een beetje in de buurt van een termi
nal zette, bleek zonder veel moeite
de gegevens te kunnen oppikken.
Laat staan als mensen zich erop
gaan toeleggen gegevens van ande
ren te bemachtigen".
Afhankelijk van het gebruikte type
terminal kon men de gegevens die op
het scherm verschenen, lezen op een
afstand van respectievelijk enige
tientallen of honderden meters en
soms zelfs op een kilometer. Bepa
lende factoren daarbij zijn de bouw
van de terminal of huiscomputer,
zoals toepassing van (ontstoor-)fil-
ters en de afscherming van het appa
raat (metalen kast in plaats van
gewoon plastic) en dergelijke.
Oorzaak van de elektro-magnetisch
straling, zeg maar radio-storing, is
het feit dat anders dan bij een
gewone tv - waar sprake is van
analoge (geleidelijke veranderende
signalen) - de terminal zogenaamde
blokfrequenties (digitale signalen)
naar het scherm stuurt. Daarmee
worden de tekens (letters en cijfers)
op het beeldscherm gevormd. Van
deze blokgolven is bekend dat zij
reeksen van hogere frequenties in
troduceren, zo hoog zelfs dat zij ook
vrijwel rechtstreeks door een tv-
toestel kunnen worden ontvangen.
Met name de zogenaamde tv-band
III schijnt gevoelig te zijn.
Het gevaar van deze elektro-magne
tisch straling van terminals en huis
computers, is dat iemand die erop
uit is gegevens te verzamelen in
staat is op éen behoorlijke afstand te
bekijken wat er voor gegevens via
het beeldscherm worden binnenge
haald en verstuurd (ingetikt). Het
aftappen van telefoonlijnen waar
computergegevens over worden ver
stuurd, is hiermee vergeleken een
buitengewoon moeilijke klus.
Iemand die er zich op zou toeleggen
om persoonlijke gegevens van een
ander te weten te komen (bijvoor
beeld banksaldo of de code om toe
gang tot een computer te krijgen)
zou vanuit een aangrenzend huis of
een gebouw aan de overkant van de
straat, die gegevens kunnen oppik
ken. Met name als hij te werk gaat
met een zogenaamde richt-antenne.
Veelal zal het beeld wat rollen (hori
zontaal niet synchroniseren) maar er
zijn betrekkelijk eenvoudige technie
ken om dat probleem op te vangen,
zoals op het PTT-lab gedemon
streerd is. Zelfs is het mogelijk met
wat vindingrijkheid en technische
kennis het beeld van verschillende
terminals in een kamer afzonderlijk
zichtbaar te maken.
Op deze wijze zou het ook mogelijk
zijn bij banken of overheidsinstellin
gen gevoelige gegevens aan de weet
te komen. De onderzoekers stellen
dat men zich dat daar veelal niet van
bewust is. Alleen op hoog niveau
(voor militaire doeleinden en top-
overheidsinstellingen) doet men aan
afscherming van het beeldstation.
Er zijn twee methoden: het werken
met een aantal terminals in een van
de buitenwereld elektro-magne
tisch afgeschermde kamer of het
afschermen van de terminal zelf,
inwendig met beplating van blad
goud enz., wat overigens de prijs
van een beeldstation twee tot drie
keer zo hoog maakt. Zulke termi
nals worden door de een enkele
industrie ook alleen maar aan een
Het via de televisie afkijken van
informatie op een computerbeeld
scherm in de buurt kan op vrij
eenvoudige wijze moeilijk worden
gemaakt. Ir. W. van Eek, productie
leider van het dr. Neher laborato
rium van de PTT toont hier de
'terminal oscilator' die het afkijken
moet verhinderen door een speciaal
ontwikkeld codeersysteem.
zeer beperkte groep instellingen ge
leverd. De normen, van de zoge
naamde Tempest-reeks waar deze
apparatuur aan moet voldoen, zijn
streng geheim en konden door de
PTT'ers voor civiel gebruik niet
worden achterhaald.
De onderzoekers van het Dr. Neher-
lab in Leidschendam stellen dat ze
met de publikatie van hun onder
zoek willen waarschuwen voor priva-
cy-problemen. Door hun onderzoek
hebben zij zelf een pasklare, goedko
pe en inmiddels zwaar gepatenteer
de vinding op hun naam gebracht.
Het is eenvoudig om een zoort
'scrambler', klutser van het video
signaal, in een terminal aan te bren
gen.
Bij toepassen van deze vinding wor
den de beeldlijnen die samen het
uiteindelijke beeld op het scherm
vormen niet meer in volgorde ge
schreven, maar in een volstrekt wil
lekeurige volgorde. Een normaal tv-
toestel verwacht (625) beeldlijnen die
van links naar rechts, van boven
naar beneden worden geschreven.
Elke terminal zou echter met een
eigen 'klutser' een niet te voorspellen
beeldopbouw kunnen krijgen omdat
er (duizenden en nog eens duizenden
manieren zijn om de beeldlijnen op
volgorde te zetten. De gebruiker
merkt daar niets van, maar het beeld
valt elders praktisch niet meer te
lezen.
De onderzoekers zullen komende
morgenavond (donderdag) hun be
vindingen voor het landelijke En
gelse BBC-tv-programma bekend
maken. Engeland is wat het gebruik
wat computers en beeldschermen
betreft ver voor op Nederland.