Wet op punt verkoop verboden zendapparatuur is onduidelijk ONTMOETINGEN IN HET LEPRA-WERK Q Arts in den vreemde PZC/ provincie ONDERZOEK NAAR BEHOEFTEN EN WENSEN Discussie over vervuiling van Westerschelde miM OFFICIER TIJDENS ZITTING POLITIERECHTER: 12 Terneuzense galerie toont batik op katoen Regionale werkgroep van CNV Zeeland bijeen in Middelburg Snoerloos HOORT. 7 WOENSDAG 23 JANUARI 1985 Integratie vrouwen nodig in agrarisch jongerenwerk GOES „Jonge agrarische vrouwen en het agrarische jongerenwerk hebben elkaar kennelijk nauwelijks iets te bieden. Binnen bijvoorbeeld het Zeeuws Agrarisch Jongerencon tact is maar vijf procent van de leden vrouw. Van de geboden mogelijkheden op het gebied van vorming en educatie maakt geen enkel vrouwelijk lid gebruikt, terwijl de noodzaak toeneemt voor vrouwen om in het bedrijf mee te werken". Mevrouw ir K. P. van Herwaarden is blij dat het bestuur van het ZAJK haar mening deelt dat die situatie het waard is om te veranderen. Zij is sinds 1 augustus 1984 belast met het onderzoek naar de behoeften en wensen bij jonge agrarische vrouwen. Na het onderzoek is het de bedoeling dat vorming en educatie van vrouwen in het werk van de plattelandsjongerenorganisaties wordt geïnte greerd. Ook die opbouwtaak mag mevrouw Van Herwaarden vervullen. „In principe heb ik tweeëneenhalf jaar de tijd om de integratie van het vrouwenwerk tot stand te brengen, dat is niet veel maar je kunt in die tijd wel een heleboel aanzetten geven om de zaak te veranderen. Je hebt er in ieder geval de vrouwen voor nodig, voor wie alles wordt opgezet. Wat me in de beginperiode van het onderzoek ;is opgevallen is dat de vrouwen erg •enthousiast zijn. Het is dus kennelijk geen werk voor niks", vertelt me vrouw Van Herwaarden. Het eerste deel van haar taak heeft ze zojuist afgesloten. Door middel van een serie interviews met agrarische vrouwen heeft mevrouw Van Her waarden geprobeerd te achterhalen aan wat voor cursussen en op wat voor manier er bij de vrouwen behoef te bestaat. De ervaring heeft geleerd dat jonge vrouwen zich nog niet zo thuis voelen bij de traditionele platte- landsvrouwenorganisatie en zichzell tot de jongeren blijven rekenen. Het vormings- en educatieaanbod van die traditionele organisaties bereikt dan ook in maar weinig gevallen de jonge re boerinnen. Laat staan de vrouwen die bijvoorbeeld van plan zijn om met een boer te trouwen, onderwijs volgen aan een landbouwschool of zelf een bedrijf willen overnemen. Ook die groep rekent mevrouw Van Herwaar den tot de doelgroep. „Als je wilt integreren zul je vroeg moeten begin nen. Vrouwen kiezen in het algemeen niet voor het boerin-zijn maar trou wen gewoon met een boer. Het is helemaal niet ondenkbaar dat vrou wen in de toekomst zelf bóer worden of medewerker op een bedrijf, gewoon omdat ze het willen. In alle gevallen is het goed dat een keuze gepasseerd is op voldoende kennis van zaken. Ook wanneer een vrouw door het huwelijk in een bedrijf terecht komt en voor de keuze staat wel of niet meewerken, een baan buitenshuis aanhouden, of toetreden in het bedrijfsmaatschap". Uit de serie interviews kan mevrouw Van Herwaarden nog geen specifieke conclusies trekken. Ze is nu druk bezig met het uitwerken ervan, maar wat algemene indrukken heeft ze wel TERNEUZEN Annie Gansbeke en Yvonne van de Acker exposeren van 26 januari tot en met 2 maart batik op katoen en natuurzijde bij galerie Blokken 7 in Terneuzen. Deze ten toonstelling is dagelijks geopend van 13.30 tot 18.00 uur en op vrijdag tot 21.00 uur. Mevrouw ir K. P. van Herwaarden. MIDDELBURG - De Streekschool Zeeland heeft een forumdiscussie georganiseerd rond het thema 'Zieke Westerschelde'. Deze wordt woens dag 30 januari, tussen half drie en vier uur, gehouden in de kantine van het schoolgebouw aan het Molenwa ter in Middelburg. De forumdiscussie is de afsluiting van een project, dat twee klassen motor voertuigentechniek hebben opgezet over de vervuiling van de Wester schelde. De leerlingen hebben onder zoeksresultaten, rapporten en krante- berichten over dit onderwerp verza meld en gebundeld in mappen. Deze zullen samen met een film, videoband en diaserie worden tentoongesteld. Belangstellenden kunnen deze in de week van 28 januari tot en met 1 februari bezoeken in het schoolge bouw, steeds tussen 15.00 en 16.00 uur. Op de expositie zullen Greenpeace en de Zeeuwse Milieu Federatie aanwe zig zijn met informatiemateriaal. Ook is meetapparatuur van rijkswater staat te zien. Het is de bedoeling dat het forum discussieert aan de hand van door de leerlingen opgestelde stellingen. Ook de aanwezige scholieren en belang stellenden kunnen meedoen. Ge spreksleider is de heer C. van der Maas, hoofdredacteur van de PZC. In het forum zitten verder gedeputeerde voor milieuzaken mr J. P. Boersma, een vertegenwoordiger van het Belgi sche ministerie van leefmilieu, een afgevaardigde van de directie Zeeland van de Rijkswaterstaat, voorlichter G. van Rossum van de Watermaat schappij Zuid-West Nederland, secre taris Phernambucq van het Zeeuws Agrarisch Jongerencontact en drs J. de Vries, voorzitter van het Zeeuws Coördinatie Orgaan YERSEKE Vanaf donderdag zullen er weer mosselen in de handel zijn. De Yersek- se handelaren hebben maandag een onderzoek op de Yersekse Bank uitgevoerd en geconsta teerd dat de ijsgang, mede door de wind, flink verminderd was. Tevens werd duidelijk dat er nagenoeg geen bakens meer staan die de grenzen van de per celen aangeven. Dinsdag waren al ver schillende schippers op de Oosterschelde bezig dat weer in orde te ma ken. Die dag werden ook al enkele partijen mosselen opgevist om ze naar de verwaterbak ken te kunnen transpor teren. Vandaag (woens dag) beginnen de vang sten weer en kunnen de mosselen naar de win kels worden vervoerd. Volgens de voorzitter van de Yersekse mossel- handel, M. Scheele, is nog niet duidelijk hoe veel schade het ijs op de Yerseke Bank aan de mosselen berokkend heeft. Dat moet nog on derzocht worden. Daar bij gaat het er om hoe veel mosselen van de percelen zijn geraakt, hoeveel er onder het zand liggen en hoeveel mosselen er door het ijs kapot zijn gedrukt. Vast staat nu al, volgens de woordvoerder van de mosselhandelaren, dat er sprake is van een flin ke schadepost. Scheele is mede daarom ook blij dat de periode waarin de mosselvisserij stil moest worden gelegd, niet zo lang heeft geduurd. Vrij dagnamiddag namelijk besloot de volledige Yer sekse mosselhandel met de vangsten te stoppen. Toen was er nog geen zekerheid over het tijd stip waarop de dooi in zou vallen. Duidelijk is wel dat de strenge vorst de hande laren geen voordeel heeft gebracht, want ook de kwaliteit van de mosselen is er niet mee verbeterd. Overigens ligt de aanvoer vanuit Denemarken en Duits land nog steeds stil. Vooral dit seizoen zijn er veel mosselen uit die landen aangevoerd. Het ging om partijen mosse len, die - aldus Scheele - van mindere kwaliteit waren. opgedaan: „Vrouwen willen het liefst hun informatie krijgen in vrouwen- verband. Meestal wordt ervan uitge gaan dat mannen, vooral op techni sche terreinen, veel voorsprong heb ben op vrouwen, ze weten al veel meer door opleiding en bedrijfserva ring. Daarom blijven vrouwen liever bij elkaar in cursussen en opleidin gen, zodat ze ook persoonlijke erva ringen in hun specifieke situatie kun nen uitwisselen". Waar het gaat om het cursusaanbod is het mevrouw Van Herwaarden opge vallen dat vooral belangstelling be staat voor vragen als 'hoe combineer je het huishouden, het boerenbedrijf en een baan buitenshuis, en veilig heidsvraagstukken, bijvoorbeeld in verband met landbouwbestrijdings- middelen, landbouwmachines en der gelijke. Een ander opvallend aspect van het onderzoek was dat veel vrouwen von den dat ze niet echt in het bedrijf meewerkten, maar toch moesten toe geven zich behoorlijk wat uren in de week in te zetten bij seizoensgebon den agrarisch werk. Mevrouw Van Herwaarden deed haar eerste onderzoek, de interviews, op Schouwen-Duiveland en Zuid-Beve land. Omdat de eilanden onderling wat betreft bevolkingsopbouw en de aard van bedrijven nogal van elkaar verschillen kan daarmee de invloed van die verschillen op de situatie en wensen van jonge agrarische vrouwen worden onderzocht. Het project wordt echter opgezet voor heel Zeeland en heeft alleen een duidelijke afbakening in de doelgroep. Mevrouw Van Her waarden werkt voor vrouwen van 18 tot 35 jaar die met een boer getrouwd zijn of gaan trouwen, verkering heb ben met een boer, zelf op een bedrijf wonen, een bedrijf willen beginnen of overnemen of gewoon belangstelling hebben voor de landbouw. Ongeveer dezelfde normen als in het agrarisch jongerenwerk bij mannen worden ge hanteerd, al is het een zeldzaamheid dat jongens boer worden omdat ze met een boerin trouwen. MIDDELBURG - De regionale werk groep ontwikkelingssamenwerking Zeeland van het CNV komt maandag 28 januari vanaf 19.30 uur bijeen in gebouw De Schakel aan Bachtenstee- ne in Middelburg. Op de agenda staat de besbreking van verschillende verslagen en rapporten. Ook worden gegevens geïnventari seerd over het Afrikaanse land Bour- kinz Faso, vroeger bekend onder de naam Opper-Volta. Mosselvissers druk bezig om een goede vangst binnen te halen. MIDDELBURG Hoofdofficier van justitie mr J. M. Huijgen in het arrondissement Middelburg heeft dinsdag tijdens de zitting van de politierechter enkele markante kant tekeningen geplaatst in een zaak rond het bezit van verboden zendap paratuur. Er zitten op dit punt man co's of althans vreemde nuances in de wet, omdat bepaalde artikelen wel in de winkel te koop mogen worden aangeboden, maar zodra men die dingen koopt en in het bezit heeft, is men strafbaar. „Het mag wel aangeboden worden", aldus de officier in zijn betoog, maar niet gekocht en hij signaleerde daarin een voor leken en in het algemeen een cryptische discrepantie, dus een duis tere tegenstrijdigheid, waarin een mens zonder enige juridische scholing niet uit kan komen. De boel staat in de etalage, men kan het kopen, maar direct na de aanschaf is men strafbaar wegens het bezit van die dingen. Een gekke zaak, maar de officier van justitie mr Huijgen kon toch een eenvoudige oplossing aandragen. Het gaat erom, dat de verkoper op het moment van de transactie zich over tuigt of de koper een machtiging heeft voor het bezit van bijvoorbeeld zo'n draadloze telefoon. En die handelaar mag dit soort apparatuur ook alleen in reparatie nemen, als hij zich ervan heeft overtuigd dat degene die het spul in reparatie geeft, een machti ging heeft. Bij dit alles liet de officier toch duidelijk uitkomen, dat hij op het punt van de wetgeving wat meer duidelijkheid zou wensen. „Het is een beetje gênant", zo formuleerde hij, „maar wij kunnen er ook weinig aan doen". Hoewel het op de zitting van gisteren niet aan de orde kwam, doel de de officier ongetwijfeld ook op het bezit van bijvoorbeeld alarmpistolen, die openlijk in de verkoopgidsen van postorderbedrijven worden aangebo den, maar die men alweer zonder machtiging niet in bezit mag heb ben. In de zaak van S. van H. uit Goes ging het om het bezit van verboden zend apparatuur, het bezit van een snoer- loze telefoon. Mr Huijgen wilde uit gaan van het misverstand en vroeg daarom geen enkele straf, alleen de verbeurdverklaring van de appara tuur, waarmee politierechter mr G. de Wilde het geheel eens kon zijn, hij vonniste conform. Van H. gebruikte de snoerloze tele foon voor het onderhouden van con tacten in zijn bedrijf en had die 'verbo den zendapparatuur' gekocht bij het bedrijf van E. K. uit Goes, die dergelij ke instrumenten via advertenties had aangeboden en ook in een bij zijn winkel behorende vitrine had uitge stald. In juridisch opzicht werd dit nog een moeilijke kluif, omdat K. ze dus wel mocht aanbieden, maar hij ook apparatuur in reparatie had van mensen zonder machtiging. Die toe stellen werden, zes in getal, verbeurd verklaard en twee toestellen mogen terug naar K„ omdat dit om nieuwe toestellen ging die tot zijn handels voorraad behoorden. Ook tegen K. eiste de officier verder geen boete en in deze zaak vonniste de politierech ter eveneens conform de eis. legt hi opvallende ontmoetingen bij het lepra-werk. Wim Flipse (31), uit FWestkapelle afkomstige arts, heeft ze vrijwel dagelijks. En soms lëgFhij er een op papier vast. In 1981 vertrok Flipse naar het Afrikaanse land Tanzania om er ingeschakeld te worden bij het nationale program ma voor lepra- en tuberculosebestrijding. Zondag is het opnieuw Wereldlepradag. De Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding richt ditmaal speciale aandacht op de aanpak van de strijd tegen de nog altijd ingrijpende ziekte in het Oostafrikaanse Tanzania. Volgens recente gegevens zijn daar ongeveer 100.000 patiënten geregi streerd. In het land van Nyerere staat de gezondheidszorg voor de bevolking hoog aangeschreven. En de gecombineerde bestrijding van lepra en tbc is er toevertrouwd aan een netwerk van medici, veldwer kers en verpleegkundigen die het land afreizen om de patiënten op te sporen, te behandelen en te contro leren. Nederland levert aan dit werk in geld en mankracht een belangrij ke bijdrage. Voor het vierde jaar alweer opereert Wim Flipse als arts-begeleider in regio Lindi, een gebied twee keer zo groot als Nederland in het uiterste zuiden van Tanzania, niet ver van de grens met Mozambique. De le zers van de PZC hebben vorig jaar rondom Wereldlepradag met hem kunnen kennis maken via een re portage over een van zijn inspectie tochten door het onherbergzame binnenland van Tanzania. Het was de weerslag van een van de vele lepra-safari's die hij maakt naar kleine gezondheidscentra en veldklinieken waar leprapatiënten zich regelmatig voor onderzoek, controle en geneesmiddelen mel den. Trektochten met een Land rover waarvan erg veel wordt ge vergd, honderden kilometers over wegen die deze naam eigelijk niet verdienen. Flipse heeft op die trips Tanzania goed leren kennen; hij heeft ook cultuur van de leprapa tiënt geproefd en interesseert zich er mateloos voor. Kort geleden ont ving de PZC-redactie een brief waarin hij zijn indrukken van een bijzondere ontmoeting rondom de kerstdagen had vastgelegd. Hieron der de tekst van zijn hand. De zon staat al laag en ik laat het huis en de kerk achter me. De missiepost ligt op een kleine heuvel, alles is eng boven. Het is er volge bouwd met watertanks om het wa ter in de regentijd te verzamelen en de missie het hele jaar door van water te voorzien. Langzaam daal ik de heuvel af langs een smal pad. Het uitzicht is weids met heel in de verte nog enkele heuvels. Overal rondom is het groen geworden. Afrika laat zich zien in al zijn ongereptheid, wildernis tot aan de horizon. De heuvel domineert de omgeving. De kerk vormt een natuurlijke brug tussen hemel en aarde. Ik nader het dorp beneden de heuvel. De meeste huisjes zijn van leem met een strooi en dak, enkele van steen met golf platen. De grond is roodachtig en maakt je smerig. De regen heeft gelukkig het stof bedwongen, alles oogt fris en groen. Beneden is het slijkerig; het water dat de regens gisteren brachten is nog niet opge droogd. Links achter een hut staat een vrouw mais te stampen; een jongetje met een stuk cassave in zijn hand staat me aan te gapen. Ik neem de weg rechts langs de hutten. Ze staan ongeveer tien meter uit elkaar. Aan de andere kant van de weg op een akker komen maisplan- ten op. Ik groet een vrouw die voor haar huis bonen zit uit te zoeken. Ook hier kindere n met dikke buik jes, grauw van het vuil. De meeste kinderen hebben alleen een lap om geknoopt. Een meisje draagt haar grote broer(tje) op de rug. Magere kippen scharrelen hun kostje bij elkaar. Een jongetje rent achter een velg van een fietswiel aan. Vanach ter een andere hut komt een meisje met een zware emmer vol water mij tegemoet. Boven in de emmer drij ven bladeren om het spatten tegen te gaan. Bij het vierde huisje in de rij zit een man op een houten bank. Wanneer ik dichterbij kom staat hij op om me te verwelkomen. Het is de man die dezelfde ochtend met zijn vrouw naar de kliniek kwam. Hij is gehuld in een grauwe kanzu, een soort wijde jurk die sommige mos limmannen over hun kleren dragen. 'Karibu (welkom)' en ik bedank hem. Naar achteren schreeuwt hij: 'breng een stoel!' Een jongetje komt met een hou ten klapstoeltje naar buiten en schiet schichtig terug naar binnen. Ik ga rechts van de man zitten en bekijk de omgeving. Achter op de akker tegenover het huisje waar we zitten staan een paar reusachti ge apebroodbomen. Links van de hut bananebomen, een papaya- boom en enkele cassavestruiken. V Vanuit de kerk op de heuvel komt vaag gezang in onze richting, repe teren voor de kerstnacht. Het ge zicht van de oude man tegenover me is verweerd, zijn oogwit brui nig, voorhoofd en wangen zwarter dan de rest van het gezicht. Nu pas valt het me op dat zijn hand in een dwangstand staat, als was het een klauw. De hand is ook smaller, duimmuis en pinkmuis zijn ver dwenen. Ik bekijk de man verder, hij heeft geen andere verschijnse len van lepra, zo te zien. Ik zoek een makkelijk onderwerp om over te praten. 'Hoeveel kinderen heeft U?' 'Ik heb elf kinderen gehad. Zeven leven er nog. De laatste is bij de geboorte gestorven, maar dat is al weer lang geleden. Mijn vrouw was töen erg ziek. Daarna hebben we geen kinderen meer gekregen.' 'Hij die de stoel bracht is uw hoe veelste kind?' 'Mijn vijfde.' 'U heeft er dan nog zes nagekre- gen?' 'Nee, het is de vijfde van deze vrouw. Mijn vorige vrouw is wegge lopen toen ik ziek werd. Met haar heb ik vijf kinderen gehad, waarvan er twee zijn gestorven'. 'Daarna bent U met uw huidige vrouw getrouwd?' 'Na de onafhankelijkheid heb ik mijn vrouw in Mwena, het lepra ziekenhuis getrouwd.' 'Hoeveel kinderen zijn er nog thuis?' 'Acht.' 'Maar U zei dat er maar zeven meer in leven zijn?' 'Drie kinderen zijn van mijn broer en een van de zuster van mijn vrouw.' Ik ben weer eens verstrikt geraakt in het web van het uitgebreide gezin. Alle tantes worden ook moe der genoemd met het gevolg dat ik er vaak later achter kom dat de moeder, over wie ze spreken, niet de echte moeder is. Kinderen van broers of zusters worden als eigen kinderen behandeld en dikwijls voor een tijdje uitgewisseld. Het is me opgevallen hoe eenvoudig kin deren het ouderschap van een oom of tante accepteren. 'Heeft een van uw kinderen lepra?' 'Nee.' De zon is nu als een rode bal te zien tussen de apebroodbomen. De vrouw, die ik dezelfde ochtend in de kliniek ontmoet heb, is naar buiten gekomen. Ze draagt een verkleurde khanga en ziet er oud uit. Ze heeft een gegroefd gezicht en misschien maakt het verlies van de wenkbrau wen haar ook ouder. Haar oorlellen die voorheen knobbels moeten heb ben gehad, zijn nu gerimpeld. Ze had dus de infectueuze vorm van lepra. Haar handen zien er gaaf uit; enkele tenen van de rechtervoet zijn verdwenen. Ze groet me en ik vraag terug hoe het met de kinderen, het huis en het werk gaat. Onverander lijk goed. De man verontschuldigt zich dat hij geen thee kan aanbie den, want er is geen suiker. 'Prble- men tegenwoordig; suiker, zeep en olie zijn niet te krijgen.' 'Ik heb geen dorst', zeg ik om hem gerust te stellen.Ik voel me altijd ongemakkelijk wanneer ze mij eten of drinken aanbieden. Maar weige ren zou onbeleefd zijn. De vrouw is weer achter het huisje verdwenen. Uit de andere richting hoor ik nu trommels. Om het gesprek weer op gang te brengen wijs ik n aar de heuvel ën zeg: 'Oefenen ze voor de Christmasi?' 'Ja, met Christmasi gaan we altijd naar de kerk. De kerk zit dan hele maal vol.' In mijn verbazing vraag ik: 'Maar U bent toch moslim?' 'Ja, maar als we onze kofias (mos limpetjes) afzetten mogen wij ook binnen. Mijn vrouw is een christen, ze gaat iedere zondag naar de kerk.' Wat zijn uw kinderen?' 'Moslim natuurlijk', op een toon die aangeeft dat zoiets vanzelfsprekend is en dat de kinderen er geluk bij hebben dat ze moslim zijn. 'Is uw jongste zoon al naar Unyage geweest?' 'Ja, dit jaar'. Hij vertelt dat zijn zoon met andere jongens van dezelf de leeftijd een week in het oerwoud heeft doorgebracht op éen plek waar ze ingewijd zijn in de stamver- plichtingen en hun plichten als man. Ook is er sexuele voorlichting gegeven. Aan het eind van de week werden ze besneden en was het groot feest. Nu gaat hij naar school. De zon is inmiddels ondergegaan en het duister valt snel. Ik vind het tijd geworden om terug te gaan. Ik sta op, bedank hem en sla een laatste blik op het huisje dat waarschijnlijk twee kamers en een gangpad telt. Ik druk hem nogmaals op het hart dat de pijn waarmee hij 's morgens naar de kliniek kwam niet aan lepra te wijten is. Hij is genezen, maar zijn vrouw moet nog gewoon doorgaan met medicijnen. Ik ga terug over het pad, de heuvel op. De klim is zwaar in de drukkende warmte en het zweet slaat me uit. De avond gonst en het is haast donker nu. Ik mijmer nog wat over het gesprek, de manier waarop christenen en mos lims met elkaar samenleven, ver van Rome en ver van Mekka. Als ik de kerk nader wordt het gezang duidelijker, onbekende liederen. Maar plotseling klinkt het Gloria op, begeleid door trommels en klok jes. Zo dadelijk zal het avondeten opgediend worden in de missie. Vanwege mijn komst waarschijnlijk geen ugali, maar rijst met varkens vlees en mchicha, een soort spina zie. Voordat ik binnenga tast ik met mijn ogen de prachtige sterrenhe mel af, op zoek naar het zuiderkruis. was getekend WIM FLIPSE Wim Flipse aan het werk in Tanzania. De Zeeuwse arts Wim Flipse is vanavond hoofdpersoon in een televi- siefilmpje van vijf minuten over het onderwerp 'Kinde ren en lepra', opgenomen in Tanzania. De stichting So- cutera zendt dit filmpje uit op Nederland 1 om 20.25 uur, na het NOS-journaal. TROS-televisie besteedt van middag aandacht aan We reldlepradag met de film 'Ukoma' van Manus van de Kamp, eveneens in Tanza nia geproduceerd, Neder land 1, 14.30 uur.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 12