Wet op punt verkoop verboden
zendapparatuur is onduidelijk
ONTMOETINGEN IN
HET LEPRA-WERK
Q
Arts in den vreemde
PZC/ provincie
ONDERZOEK NAAR BEHOEFTEN EN WENSEN
Discussie over
vervuiling van
Westerschelde
miM
OFFICIER TIJDENS ZITTING POLITIERECHTER:
12
Terneuzense galerie
toont batik op katoen
Regionale werkgroep
van CNV Zeeland
bijeen in Middelburg
Snoerloos
HOORT.
7
WOENSDAG 23 JANUARI 1985
Integratie vrouwen nodig
in agrarisch jongerenwerk
GOES „Jonge agrarische vrouwen en het agrarische jongerenwerk hebben elkaar
kennelijk nauwelijks iets te bieden. Binnen bijvoorbeeld het Zeeuws Agrarisch Jongerencon
tact is maar vijf procent van de leden vrouw. Van de geboden mogelijkheden op het gebied
van vorming en educatie maakt geen enkel vrouwelijk lid gebruikt, terwijl de noodzaak
toeneemt voor vrouwen om in het bedrijf mee te werken". Mevrouw ir K. P. van Herwaarden
is blij dat het bestuur van het ZAJK haar mening deelt dat die situatie het waard is om te
veranderen. Zij is sinds 1 augustus 1984 belast met het onderzoek naar de behoeften en
wensen bij jonge agrarische vrouwen. Na het onderzoek is het de bedoeling dat vorming en
educatie van vrouwen in het werk van de plattelandsjongerenorganisaties wordt geïnte
greerd. Ook die opbouwtaak mag mevrouw Van Herwaarden vervullen.
„In principe heb ik tweeëneenhalf jaar
de tijd om de integratie van het
vrouwenwerk tot stand te brengen,
dat is niet veel maar je kunt in die tijd
wel een heleboel aanzetten geven om
de zaak te veranderen. Je hebt er in
ieder geval de vrouwen voor nodig,
voor wie alles wordt opgezet. Wat me
in de beginperiode van het onderzoek
;is opgevallen is dat de vrouwen erg
•enthousiast zijn. Het is dus kennelijk
geen werk voor niks", vertelt me
vrouw Van Herwaarden.
Het eerste deel van haar taak heeft ze
zojuist afgesloten. Door middel van
een serie interviews met agrarische
vrouwen heeft mevrouw Van Her
waarden geprobeerd te achterhalen
aan wat voor cursussen en op wat
voor manier er bij de vrouwen behoef
te bestaat. De ervaring heeft geleerd
dat jonge vrouwen zich nog niet zo
thuis voelen bij de traditionele platte-
landsvrouwenorganisatie en zichzell
tot de jongeren blijven rekenen. Het
vormings- en educatieaanbod van die
traditionele organisaties bereikt dan
ook in maar weinig gevallen de jonge
re boerinnen. Laat staan de vrouwen
die bijvoorbeeld van plan zijn om met
een boer te trouwen, onderwijs volgen
aan een landbouwschool of zelf een
bedrijf willen overnemen. Ook die
groep rekent mevrouw Van Herwaar
den tot de doelgroep. „Als je wilt
integreren zul je vroeg moeten begin
nen. Vrouwen kiezen in het algemeen
niet voor het boerin-zijn maar trou
wen gewoon met een boer. Het is
helemaal niet ondenkbaar dat vrou
wen in de toekomst zelf bóer worden
of medewerker op een bedrijf, gewoon
omdat ze het willen. In alle gevallen is
het goed dat een keuze gepasseerd is
op voldoende kennis van zaken. Ook
wanneer een vrouw door het huwelijk
in een bedrijf terecht komt en voor de
keuze staat wel of niet meewerken,
een baan buitenshuis aanhouden, of
toetreden in het bedrijfsmaatschap".
Uit de serie interviews kan mevrouw
Van Herwaarden nog geen specifieke
conclusies trekken. Ze is nu druk
bezig met het uitwerken ervan, maar
wat algemene indrukken heeft ze wel
TERNEUZEN Annie Gansbeke en
Yvonne van de Acker exposeren van
26 januari tot en met 2 maart batik op
katoen en natuurzijde bij galerie
Blokken 7 in Terneuzen. Deze ten
toonstelling is dagelijks geopend van
13.30 tot 18.00 uur en op vrijdag tot
21.00 uur.
Mevrouw ir K. P. van Herwaarden.
MIDDELBURG - De Streekschool
Zeeland heeft een forumdiscussie
georganiseerd rond het thema 'Zieke
Westerschelde'. Deze wordt woens
dag 30 januari, tussen half drie en
vier uur, gehouden in de kantine van
het schoolgebouw aan het Molenwa
ter in Middelburg.
De forumdiscussie is de afsluiting van
een project, dat twee klassen motor
voertuigentechniek hebben opgezet
over de vervuiling van de Wester
schelde. De leerlingen hebben onder
zoeksresultaten, rapporten en krante-
berichten over dit onderwerp verza
meld en gebundeld in mappen. Deze
zullen samen met een film, videoband
en diaserie worden tentoongesteld.
Belangstellenden kunnen deze in de
week van 28 januari tot en met 1
februari bezoeken in het schoolge
bouw, steeds tussen 15.00 en 16.00 uur.
Op de expositie zullen Greenpeace en
de Zeeuwse Milieu Federatie aanwe
zig zijn met informatiemateriaal. Ook
is meetapparatuur van rijkswater
staat te zien.
Het is de bedoeling dat het forum
discussieert aan de hand van door de
leerlingen opgestelde stellingen. Ook
de aanwezige scholieren en belang
stellenden kunnen meedoen. Ge
spreksleider is de heer C. van der
Maas, hoofdredacteur van de PZC. In
het forum zitten verder gedeputeerde
voor milieuzaken mr J. P. Boersma,
een vertegenwoordiger van het Belgi
sche ministerie van leefmilieu, een
afgevaardigde van de directie Zeeland
van de Rijkswaterstaat, voorlichter
G. van Rossum van de Watermaat
schappij Zuid-West Nederland, secre
taris Phernambucq van het Zeeuws
Agrarisch Jongerencontact en drs J.
de Vries, voorzitter van het Zeeuws
Coördinatie Orgaan
YERSEKE Vanaf
donderdag zullen er
weer mosselen in de
handel zijn. De Yersek-
se handelaren hebben
maandag een onderzoek
op de Yersekse Bank
uitgevoerd en geconsta
teerd dat de ijsgang,
mede door de wind,
flink verminderd was.
Tevens werd duidelijk
dat er nagenoeg geen
bakens meer staan die
de grenzen van de per
celen aangeven.
Dinsdag waren al ver
schillende schippers op
de Oosterschelde bezig
dat weer in orde te ma
ken. Die dag werden
ook al enkele partijen
mosselen opgevist om
ze naar de verwaterbak
ken te kunnen transpor
teren. Vandaag (woens
dag) beginnen de vang
sten weer en kunnen de
mosselen naar de win
kels worden vervoerd.
Volgens de voorzitter
van de Yersekse mossel-
handel, M. Scheele, is
nog niet duidelijk hoe
veel schade het ijs op de
Yerseke Bank aan de
mosselen berokkend
heeft. Dat moet nog on
derzocht worden. Daar
bij gaat het er om hoe
veel mosselen van de
percelen zijn geraakt,
hoeveel er onder het
zand liggen en hoeveel
mosselen er door het ijs
kapot zijn gedrukt. Vast
staat nu al, volgens de
woordvoerder van de
mosselhandelaren, dat
er sprake is van een flin
ke schadepost. Scheele
is mede daarom ook blij
dat de periode waarin de
mosselvisserij stil moest
worden gelegd, niet zo
lang heeft geduurd. Vrij
dagnamiddag namelijk
besloot de volledige Yer
sekse mosselhandel met
de vangsten te stoppen.
Toen was er nog geen
zekerheid over het tijd
stip waarop de dooi in
zou vallen.
Duidelijk is wel dat de
strenge vorst de hande
laren geen voordeel
heeft gebracht, want
ook de kwaliteit van de
mosselen is er niet mee
verbeterd. Overigens
ligt de aanvoer vanuit
Denemarken en Duits
land nog steeds stil.
Vooral dit seizoen zijn er
veel mosselen uit die
landen aangevoerd. Het
ging om partijen mosse
len, die - aldus Scheele -
van mindere kwaliteit
waren.
opgedaan: „Vrouwen willen het liefst
hun informatie krijgen in vrouwen-
verband. Meestal wordt ervan uitge
gaan dat mannen, vooral op techni
sche terreinen, veel voorsprong heb
ben op vrouwen, ze weten al veel
meer door opleiding en bedrijfserva
ring. Daarom blijven vrouwen liever
bij elkaar in cursussen en opleidin
gen, zodat ze ook persoonlijke erva
ringen in hun specifieke situatie kun
nen uitwisselen".
Waar het gaat om het cursusaanbod is
het mevrouw Van Herwaarden opge
vallen dat vooral belangstelling be
staat voor vragen als 'hoe combineer
je het huishouden, het boerenbedrijf
en een baan buitenshuis, en veilig
heidsvraagstukken, bijvoorbeeld in
verband met landbouwbestrijdings-
middelen, landbouwmachines en der
gelijke.
Een ander opvallend aspect van het
onderzoek was dat veel vrouwen von
den dat ze niet echt in het bedrijf
meewerkten, maar toch moesten toe
geven zich behoorlijk wat uren in de
week in te zetten bij seizoensgebon
den agrarisch werk.
Mevrouw Van Herwaarden deed haar
eerste onderzoek, de interviews, op
Schouwen-Duiveland en Zuid-Beve
land. Omdat de eilanden onderling
wat betreft bevolkingsopbouw en de
aard van bedrijven nogal van elkaar
verschillen kan daarmee de invloed
van die verschillen op de situatie en
wensen van jonge agrarische vrouwen
worden onderzocht. Het project wordt
echter opgezet voor heel Zeeland en
heeft alleen een duidelijke afbakening
in de doelgroep. Mevrouw Van Her
waarden werkt voor vrouwen van 18
tot 35 jaar die met een boer getrouwd
zijn of gaan trouwen, verkering heb
ben met een boer, zelf op een bedrijf
wonen, een bedrijf willen beginnen of
overnemen of gewoon belangstelling
hebben voor de landbouw. Ongeveer
dezelfde normen als in het agrarisch
jongerenwerk bij mannen worden ge
hanteerd, al is het een zeldzaamheid
dat jongens boer worden omdat ze
met een boerin trouwen.
MIDDELBURG - De regionale werk
groep ontwikkelingssamenwerking
Zeeland van het CNV komt maandag
28 januari vanaf 19.30 uur bijeen in
gebouw De Schakel aan Bachtenstee-
ne in Middelburg.
Op de agenda staat de besbreking van
verschillende verslagen en rapporten.
Ook worden gegevens geïnventari
seerd over het Afrikaanse land Bour-
kinz Faso, vroeger bekend onder de
naam Opper-Volta.
Mosselvissers druk bezig om een goede vangst binnen te halen.
MIDDELBURG Hoofdofficier van
justitie mr J. M. Huijgen in het
arrondissement Middelburg heeft
dinsdag tijdens de zitting van de
politierechter enkele markante kant
tekeningen geplaatst in een zaak
rond het bezit van verboden zendap
paratuur. Er zitten op dit punt man
co's of althans vreemde nuances in de
wet, omdat bepaalde artikelen wel in
de winkel te koop mogen worden
aangeboden, maar zodra men die
dingen koopt en in het bezit heeft, is
men strafbaar.
„Het mag wel aangeboden worden",
aldus de officier in zijn betoog, maar
niet gekocht en hij signaleerde daarin
een voor leken en in het algemeen een
cryptische discrepantie, dus een duis
tere tegenstrijdigheid, waarin een
mens zonder enige juridische scholing
niet uit kan komen. De boel staat in
de etalage, men kan het kopen, maar
direct na de aanschaf is men strafbaar
wegens het bezit van die dingen.
Een gekke zaak, maar de officier van
justitie mr Huijgen kon toch een
eenvoudige oplossing aandragen. Het
gaat erom, dat de verkoper op het
moment van de transactie zich over
tuigt of de koper een machtiging heeft
voor het bezit van bijvoorbeeld zo'n
draadloze telefoon. En die handelaar
mag dit soort apparatuur ook alleen
in reparatie nemen, als hij zich ervan
heeft overtuigd dat degene die het
spul in reparatie geeft, een machti
ging heeft. Bij dit alles liet de officier
toch duidelijk uitkomen, dat hij op
het punt van de wetgeving wat meer
duidelijkheid zou wensen. „Het is een
beetje gênant", zo formuleerde hij,
„maar wij kunnen er ook weinig aan
doen". Hoewel het op de zitting van
gisteren niet aan de orde kwam, doel
de de officier ongetwijfeld ook op het
bezit van bijvoorbeeld alarmpistolen,
die openlijk in de verkoopgidsen van
postorderbedrijven worden aangebo
den, maar die men alweer zonder
machtiging niet in bezit mag heb
ben.
In de zaak van S. van H. uit Goes ging
het om het bezit van verboden zend
apparatuur, het bezit van een snoer-
loze telefoon. Mr Huijgen wilde uit
gaan van het misverstand en vroeg
daarom geen enkele straf, alleen de
verbeurdverklaring van de appara
tuur, waarmee politierechter mr G.
de Wilde het geheel eens kon zijn, hij
vonniste conform.
Van H. gebruikte de snoerloze tele
foon voor het onderhouden van con
tacten in zijn bedrijf en had die 'verbo
den zendapparatuur' gekocht bij het
bedrijf van E. K. uit Goes, die dergelij
ke instrumenten via advertenties had
aangeboden en ook in een bij zijn
winkel behorende vitrine had uitge
stald. In juridisch opzicht werd dit
nog een moeilijke kluif, omdat K. ze
dus wel mocht aanbieden, maar hij
ook apparatuur in reparatie had van
mensen zonder machtiging. Die toe
stellen werden, zes in getal, verbeurd
verklaard en twee toestellen mogen
terug naar K„ omdat dit om nieuwe
toestellen ging die tot zijn handels
voorraad behoorden. Ook tegen K.
eiste de officier verder geen boete en
in deze zaak vonniste de politierech
ter eveneens conform de eis.
legt hi
opvallende ontmoetingen bij het lepra-werk. Wim Flipse (31), uit
FWestkapelle afkomstige arts, heeft ze vrijwel dagelijks. En soms
lëgFhij er een op papier vast. In 1981 vertrok Flipse naar het Afrikaanse
land Tanzania om er ingeschakeld te worden bij het nationale program
ma voor lepra- en tuberculosebestrijding. Zondag is het opnieuw
Wereldlepradag. De Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding richt
ditmaal speciale aandacht op de aanpak van de strijd tegen de nog altijd
ingrijpende ziekte in het Oostafrikaanse Tanzania.
Volgens recente gegevens zijn daar
ongeveer 100.000 patiënten geregi
streerd. In het land van Nyerere
staat de gezondheidszorg voor de
bevolking hoog aangeschreven. En
de gecombineerde bestrijding van
lepra en tbc is er toevertrouwd aan
een netwerk van medici, veldwer
kers en verpleegkundigen die het
land afreizen om de patiënten op te
sporen, te behandelen en te contro
leren. Nederland levert aan dit werk
in geld en mankracht een belangrij
ke bijdrage.
Voor het vierde jaar alweer opereert
Wim Flipse als arts-begeleider in
regio Lindi, een gebied twee keer zo
groot als Nederland in het uiterste
zuiden van Tanzania, niet ver van
de grens met Mozambique. De le
zers van de PZC hebben vorig jaar
rondom Wereldlepradag met hem
kunnen kennis maken via een re
portage over een van zijn inspectie
tochten door het onherbergzame
binnenland van Tanzania. Het was
de weerslag van een van de vele
lepra-safari's die hij maakt naar
kleine gezondheidscentra en
veldklinieken waar leprapatiënten
zich regelmatig voor onderzoek,
controle en geneesmiddelen mel
den. Trektochten met een Land
rover waarvan erg veel wordt ge
vergd, honderden kilometers over
wegen die deze naam eigelijk niet
verdienen. Flipse heeft op die trips
Tanzania goed leren kennen; hij
heeft ook cultuur van de leprapa
tiënt geproefd en interesseert zich
er mateloos voor. Kort geleden ont
ving de PZC-redactie een brief
waarin hij zijn indrukken van een
bijzondere ontmoeting rondom de
kerstdagen had vastgelegd. Hieron
der de tekst van zijn hand.
De zon staat al laag en ik laat het
huis en de kerk achter me. De
missiepost ligt op een kleine heuvel,
alles is eng boven. Het is er volge
bouwd met watertanks om het wa
ter in de regentijd te verzamelen en
de missie het hele jaar door van
water te voorzien. Langzaam daal ik
de heuvel af langs een smal pad. Het
uitzicht is weids met heel in de verte
nog enkele heuvels. Overal rondom
is het groen geworden. Afrika laat
zich zien in al zijn ongereptheid,
wildernis tot aan de horizon. De
heuvel domineert de omgeving. De
kerk vormt een natuurlijke brug
tussen hemel en aarde. Ik nader het
dorp beneden de heuvel. De meeste
huisjes zijn van leem met een strooi
en dak, enkele van steen met golf
platen. De grond is roodachtig en
maakt je smerig. De regen heeft
gelukkig het stof bedwongen, alles
oogt fris en groen. Beneden is het
slijkerig; het water dat de regens
gisteren brachten is nog niet opge
droogd. Links achter een hut staat
een vrouw mais te stampen; een
jongetje met een stuk cassave in
zijn hand staat me aan te gapen. Ik
neem de weg rechts langs de hutten.
Ze staan ongeveer tien meter uit
elkaar. Aan de andere kant van de
weg op een akker komen maisplan-
ten op. Ik groet een vrouw die voor
haar huis bonen zit uit te zoeken.
Ook hier kindere n met dikke buik
jes, grauw van het vuil. De meeste
kinderen hebben alleen een lap om
geknoopt. Een meisje draagt haar
grote broer(tje) op de rug. Magere
kippen scharrelen hun kostje bij
elkaar. Een jongetje rent achter een
velg van een fietswiel aan. Vanach
ter een andere hut komt een meisje
met een zware emmer vol water mij
tegemoet. Boven in de emmer drij
ven bladeren om het spatten tegen
te gaan. Bij het vierde huisje in de
rij zit een man op een houten bank.
Wanneer ik dichterbij kom staat hij
op om me te verwelkomen. Het is de
man die dezelfde ochtend met zijn
vrouw naar de kliniek kwam. Hij is
gehuld in een grauwe kanzu, een
soort wijde jurk die sommige mos
limmannen over hun kleren dragen.
'Karibu (welkom)' en ik bedank
hem. Naar achteren schreeuwt hij:
'breng een stoel!'
Een jongetje komt met een hou
ten klapstoeltje naar buiten en
schiet schichtig terug naar binnen.
Ik ga rechts van de man zitten en
bekijk de omgeving. Achter op de
akker tegenover het huisje waar
we zitten staan een paar reusachti
ge apebroodbomen. Links van de
hut bananebomen, een papaya-
boom en enkele cassavestruiken.
V
Vanuit de kerk op de heuvel komt
vaag gezang in onze richting, repe
teren voor de kerstnacht. Het ge
zicht van de oude man tegenover
me is verweerd, zijn oogwit brui
nig, voorhoofd en wangen zwarter
dan de rest van het gezicht. Nu pas
valt het me op dat zijn hand in een
dwangstand staat, als was het een
klauw. De hand is ook smaller,
duimmuis en pinkmuis zijn ver
dwenen. Ik bekijk de man verder,
hij heeft geen andere verschijnse
len van lepra, zo te zien. Ik zoek een
makkelijk onderwerp om over te
praten.
'Hoeveel kinderen heeft U?'
'Ik heb elf kinderen gehad. Zeven
leven er nog. De laatste is bij de
geboorte gestorven, maar dat is al
weer lang geleden. Mijn vrouw was
töen erg ziek. Daarna hebben we
geen kinderen meer gekregen.'
'Hij die de stoel bracht is uw hoe
veelste kind?'
'Mijn vijfde.'
'U heeft er dan nog zes nagekre-
gen?'
'Nee, het is de vijfde van deze
vrouw. Mijn vorige vrouw is wegge
lopen toen ik ziek werd. Met haar
heb ik vijf kinderen gehad, waarvan
er twee zijn gestorven'.
'Daarna bent U met uw huidige
vrouw getrouwd?'
'Na de onafhankelijkheid heb ik
mijn vrouw in Mwena, het lepra
ziekenhuis getrouwd.'
'Hoeveel kinderen zijn er nog
thuis?'
'Acht.'
'Maar U zei dat er maar zeven meer
in leven zijn?'
'Drie kinderen zijn van mijn broer
en een van de zuster van mijn
vrouw.'
Ik ben weer eens verstrikt geraakt
in het web van het uitgebreide
gezin. Alle tantes worden ook moe
der genoemd met het gevolg dat ik
er vaak later achter kom dat de
moeder, over wie ze spreken, niet de
echte moeder is. Kinderen van
broers of zusters worden als eigen
kinderen behandeld en dikwijls
voor een tijdje uitgewisseld. Het is
me opgevallen hoe eenvoudig kin
deren het ouderschap van een oom
of tante accepteren.
'Heeft een van uw kinderen lepra?'
'Nee.'
De zon is nu als een rode bal te zien
tussen de apebroodbomen. De
vrouw, die ik dezelfde ochtend in de
kliniek ontmoet heb, is naar buiten
gekomen. Ze draagt een verkleurde
khanga en ziet er oud uit. Ze heeft
een gegroefd gezicht en misschien
maakt het verlies van de wenkbrau
wen haar ook ouder. Haar oorlellen
die voorheen knobbels moeten heb
ben gehad, zijn nu gerimpeld. Ze
had dus de infectueuze vorm van
lepra. Haar handen zien er gaaf uit;
enkele tenen van de rechtervoet zijn
verdwenen. Ze groet me en ik vraag
terug hoe het met de kinderen, het
huis en het werk gaat. Onverander
lijk goed. De man verontschuldigt
zich dat hij geen thee kan aanbie
den, want er is geen suiker. 'Prble-
men tegenwoordig; suiker, zeep en
olie zijn niet te krijgen.'
'Ik heb geen dorst', zeg ik om hem
gerust te stellen.Ik voel me altijd
ongemakkelijk wanneer ze mij eten
of drinken aanbieden. Maar weige
ren zou onbeleefd zijn. De vrouw is
weer achter het huisje verdwenen.
Uit de andere richting hoor ik nu
trommels. Om het gesprek weer op
gang te brengen wijs ik n aar de
heuvel ën zeg: 'Oefenen ze voor de
Christmasi?'
'Ja, met Christmasi gaan we altijd
naar de kerk. De kerk zit dan hele
maal vol.'
In mijn verbazing vraag ik: 'Maar U
bent toch moslim?'
'Ja, maar als we onze kofias (mos
limpetjes) afzetten mogen wij ook
binnen. Mijn vrouw is een christen,
ze gaat iedere zondag naar de kerk.'
Wat zijn uw kinderen?'
'Moslim natuurlijk', op een toon die
aangeeft dat zoiets vanzelfsprekend
is en dat de kinderen er geluk bij
hebben dat ze moslim zijn.
'Is uw jongste zoon al naar Unyage
geweest?'
'Ja, dit jaar'. Hij vertelt dat zijn
zoon met andere jongens van dezelf
de leeftijd een week in het oerwoud
heeft doorgebracht op éen plek
waar ze ingewijd zijn in de stamver-
plichtingen en hun plichten als
man. Ook is er sexuele voorlichting
gegeven. Aan het eind van de week
werden ze besneden en was het
groot feest. Nu gaat hij naar school.
De zon is inmiddels ondergegaan en
het duister valt snel. Ik vind het tijd
geworden om terug te gaan. Ik sta
op, bedank hem en sla een laatste
blik op het huisje dat waarschijnlijk
twee kamers en een gangpad telt. Ik
druk hem nogmaals op het hart dat
de pijn waarmee hij 's morgens naar
de kliniek kwam niet aan lepra te
wijten is. Hij is genezen, maar zijn
vrouw moet nog gewoon doorgaan
met medicijnen. Ik ga terug over
het pad, de heuvel op. De klim is
zwaar in de drukkende warmte en
het zweet slaat me uit. De avond
gonst en het is haast donker nu. Ik
mijmer nog wat over het gesprek, de
manier waarop christenen en mos
lims met elkaar samenleven, ver
van Rome en ver van Mekka. Als ik
de kerk nader wordt het gezang
duidelijker, onbekende liederen.
Maar plotseling klinkt het Gloria
op, begeleid door trommels en klok
jes. Zo dadelijk zal het avondeten
opgediend worden in de missie.
Vanwege mijn komst waarschijnlijk
geen ugali, maar rijst met varkens
vlees en mchicha, een soort spina
zie. Voordat ik binnenga tast ik met
mijn ogen de prachtige sterrenhe
mel af, op zoek naar het zuiderkruis.
was getekend
WIM FLIPSE
Wim Flipse aan het werk in Tanzania.
De Zeeuwse arts Wim
Flipse is vanavond
hoofdpersoon in een televi-
siefilmpje van vijf minuten
over het onderwerp 'Kinde
ren en lepra', opgenomen in
Tanzania. De stichting So-
cutera zendt dit filmpje uit
op Nederland 1 om 20.25
uur, na het NOS-journaal.
TROS-televisie besteedt van
middag aandacht aan We
reldlepradag met de film
'Ukoma' van Manus van de
Kamp, eveneens in Tanza
nia geproduceerd, Neder
land 1, 14.30 uur.