Winsemius: 'A ngst zit heel diep EXPLOSIES Angst heerst in Brussel De Derde Wereld via Veldhoven en Middelburg Als minister van ruimtelijke ordening en milieubeheer zal Pieter Winsemius de komende tijd volop de aandacht trekken. Hij moet zorgen voor de vestigingsplaatsen van ten minste twee kerncentrales en een depot voor het radio-actief afval. Winsemius verwacht de grootste problemen als de definitieve namen van die lokaties bekend worden. Bovendien neemt de regering zeer binnenkort een beslissing over de inpoldering van de Markerwaard. Een besluit voor drooglegging zal eveneens op weerstand stuiten. Respect Doen alsof '1 Geen sabotage Gietijzer Nepal Politieke toer stemmen uit de kerken Oorzaken Mentaliteit VRIJDAG 18 JANUARI 1985 KERNENERGIE Door Weert Schenk) De kernenergie en de Markerwaard zullen voor grote maatschappelijke beroering zorgen, erkent Winsemius. Maar, zegt hij, het zijn twee totaal verschillende besluiten. De protesten zullen elk dan ook van een ander kaliber zijn. Winsemius: „Bij de Markerwaard ben je alleen voor of tegen inpoldering. Daaraan ligt geen gevoel van onbeha gen ten grondslag, zoals bij kernener gie. Kernenergie is bloedserieus. Kernenergie is voor veel mensen on grijpbaar. Het is kanker, kernbom men en afval voor duizenden jaren. Heel angstig. De mensen voelen dat heel diep. Het protest tegen de kern energie zal dan ook veel scherper zijn dan bij de eventuele inpoldering van de Markerwaard". Als de Tweede Kamer akkoord gaat met het besluit over de kerncentrales, komt er een procedure voor een pla nologische kernbeslissing (pkb), een inspraakronde die moet leiden tot de definitieve vestingsplaatsen. Voorlo pig heeft het kabinet slechts een voorkeur voor Borsele uitgesproken. Winsemius: „In die pkb-ronde kan je al sappige taal verwachten, maar de definitieve keuze brengt het probleem pas echt bij de mensen thuis. Pas dan ontstaat de grootste weerstand. Dan komt het NIMB Y-syndroom om de hoek". De door de minister geïntrodu ceerde uitdrukking NIMBY staat voor „Not In My Backyard", niet in mijn achtertuin. Winsemius: „Het is duidelijk dat pro vincie en gemeente kunnen profiteren van een centrale. Zo heeft Borsele een lager electriciteitstarief. En omdat de gemeente aandeelhouder is, komt er op die manier ook geld binnen. Dat lijkt me redelijk". - Zijpe wilde meewerken als de mili taire schietbaan in Petten zou ver dwijnen. Winsemius: „Als wij een gemeente vragen om medewerking te geven aan iets dat maatschappelijk wenselijk wordt geacht, is het legitiem dat wij een eventueel probleem van die ge meente helpen oplossen. Als het maar openlijk gebeurt en niet in het geniep. De Tweede Kamer moet er over kun nen oordelen". - Het kernafval heeft de discussie in het kabinet niet bepaald. Volgens u is de opslag van het radio-actief mate riaal in een loods veilig. U hoopt in de komende honderd jaar op een defini tieve oplossing. Hoe wilt u dat bewa ken en scheept u volgende generaties niet op met een nieuw soort gifbelt? Winsemius: „Totdat er een permanen te oplossing is gevonden, is voor mij de opslag in een loods maatschappe lijk aanvaardbaar. Er zijn veel meer dingen die we doorschuiven naar vol gende generaties. Je moet er wel voor zorgen dat het afval van dag tot dag zorgvuldig wordt beheerd. Het spul mag niet gaan zwerven". Tijdens de affaire rond de opslag van het laag en middel radioactief afval op het land maakte Winsemius voor het eerst kennis met NIMBY. „Ieder een zei dat het spul niet meer in zee mocht worden gedumpt. Maar nie mand wilde het in zijn gemeente hebben. Toen heb ik buitengewoon respect gekregen voor het gemeente bestuur van Zijpe. Dat heeft onder zware druk gestaan, poh, poh, poh- ,poh, en toch het afval geaccepteerd". - De beslissing over de kerncentrales heeft mede lang op zich laten wachten door de discussie over de te verwach ten bestuurlijke problemen. Waar was het kabinet bang voor? Winsemius: „Je moet proberen de medewerking te krijgen van de lagere overheden. Een toewijzing is een noodmiddel. Wat dat betreft is Borse le bestuurlijk gezien een aantrekkelij ke plaats voor een centrale. Planolo gisch, vanwege de lage bevolkings dichtheid en de aanwezigheid van koelwater en bestuurlijk omdat men ervaring heeft met een kerncentrale. De bevolking daar is er aan gewend. Velen werken er zelfs en men zal er minder wild reageren dan elders". „Zo is de Moerdijk bestuurlijk ook een aantrekkelijke optie. De Brabantse electriciteitsmaatschappij PNEM en de Provinciale Staten, en niet alleen de commissaris van de koningin, Van Agt, willen best een centrale in Moer dijk. Wij vinden Moerdijk geschikt, maar niet de meest geschikte. Vanwe ge de bereidheid in Brabant mee te werken, hebben we Moerdijk toch op het lijstje gezet". - Hoe krijgt u gemeentebesturen zover om mee te werken. Rammelen met de geldbuidel? „Wat mij verbaast, is dat de mensen doen alsof er nog geen kernafval bestaat. We hebben al twee kerncen trales. Het afval daarvan ligt nu in Frankrijk, maar krijgen we in de jaren negentig wellicht terug. Dat kunnen we niet in een kistje stoppen. En we hebben ook al radioactief afval van andere toepassingen". We maken nu geen nieuwe keuze voor kernenergie. Dat hebben kabinetten in het verleden al gedaan, in de jaren zestig. Toen werd het principebesluit genomen. Als ik nu voor die keus stond, zou ik heel andere problemen hebben". „We moeten hoe dan ook iets organi seren voor het afval en het gaat daarbij niet om de hoeveelheid. Het maakt niet uit of er één kilo of 1000 kilo staat. Het moet op dezelfde wijze worden beheerd. Het is voor de tegen standers niet alleen beroerd dat het logische redenering lijkt. Het is lo gisch". - Het afval moet stevig en langdurig bewaakt worden. Winsemius: „Je moet maatregelen treffen dat ondeskundigen er niet mee aan de loop kunnen. Verder zie ik geen gevaar. Chantage? Misschien dat een vat gevaarlijk is in bepaalde omtrek van vijftig of honderd meter. Meer niet. Terroristen kunnen in Ne derland beter een dijk of sluis opbla zen. Of een schip rammen met hoge- druk gas. Dat heeft veel meer effect". „Het afval kan ook worden opge werkt. Maar ik zie een vreemde mo- genheid die de atoombom wil maken hier geen blok beton stelen. Dat kun nen ze vlugger en gemakkelijker op andere manieren. En voor terroristen is dat ook niets. Die kunnen beter die dijk maar opblazen". - De veiligheid van de kerncentrales staat ook steeds ter discussie. Niets is veilig. Dat bewijst het ongeval in het Amerikaanse HarrisburgIn Zweden staat de modernste en veiligste chemi sche fabriek ter wereld, maar die zette vorige week wel een hele stad onder een zware gasnevel. Winsemius: „Je probeert de riscio„s te beheersen. Je overweegt of je het dan nog als maatschappij kunt oppakken. Zo van: als je op de snelweg de maximum snelheid twintig kilometer lager stelt: hoeveel slachtoffers scheelt dat dan. En wat is aanvaard baar? Dat baseer je op gruwelijke berekeningen. Dat is heel hard. Maar volgens mij zijn er op andere gebieden veel grotere risico„s, zoals het trans port van chemische stoffen". - Wat moet er gebeuren dat de rege ring toch van het gebruik van kern energie afziet? Winsemius: „Er zijn twee mogelijkhe den dat er iets mis gaat. Ten eerste dat de SEP, de electriciteitsproducen- ten, zeggen dat ze er geen centrales bij willen. En ten tweede dat je na de planologische kernbeslissing tot de conclusie komt dat iedereen weigert mee te werken. In dat geval moeten we ons opnieuw beradenen onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat kan leiden tot een aanwijzing. Maar ik ga er niet van uit dat het zover komt". - De regering heeft gekozen voor de kernenergie vanwege de lagere kost prijs. Niet vanwege de bestrijding van de zure regen, zoals het CDA. Winsemius: „Ik vind zure regen geen sterk argument. Dat vertik ik te han teren. Zure regen kunnen we ook nu al bestrijden, als we maar bereid zijn de prijs te willen betalen voor rookga sontzwaveling van de kolen- en oliege- stookte electriciteitscentrales". - Ieder jaar vertraging doet de kost prijs van kernenergie stijgen. In het buitenland zijn op diverse plaatsen de zaken behoorlijk uit de hand gelopen. Er zijn veel onzekerheden. Hoe denkt u dat allemaal te kunnen beheersen? Actiegroepen kunnen de bouw sabote ren. Wie draait dan voor de kosten op? Winsemius: „Elke twee jaar vertra ging doet de kostprijs stijgen met één a anderhalve cent. Ook spelen andere factoren mee, zoals de prijs van ura nium. Daarom vind ik dat we voor zichtig moeten beginnen, met twee centrales dus. Maar we zijn niet aan het gokken. Dat doe ik alleen op Duindigt. Verder moeten we van het buitenland leren. Dat betekent in Minister Winsemius ieder geval de zaken zorgvuldig voor bereiden en pas gaan bouwen als alle plannen compleet zijn". „Van actiegroepen verwacht ik toch geen sabotage-daden. De centrales in Borsele en Dodewaard zijn ook ge bouwd en draaien zonder problemen, terwijl die ook een hele periode van diep verzet hebben meegemaakt. En als de Tweede Kamer besluit tot de bouw van nieuwe centrales, moet dat worden uitgevoerd. Dat wil niet zeg gen dat acties niet reeel zijn". - Tegenover de Brede Maatschappe lijke Discussie (BMD), die zegt dat het aantal centrales nu niet moet worden uitgebreid, stelt de regering in feite alleen de argumenten van de atoom lobby. Zo wordt over 45.000 deelne mers heengewalst. U heeft gezegd: de bewijslast ligt bij ons. Zijn de aange voerde bewijzen voldoende? Winsemius: „Argumenten van de atoomlobby hoeven niet slecht te zijn. We hebben zeker niet alles overgeno men, want dan was het een heel ander besluit geweest. Ik vind de aangevoer de argumentatie van lage en stabiele electriciteitsprijs, de concurrentiepo sitie van de industrie, de verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstof uit het buitenland voldoende bewijs voering. Anders zat ik hier niet,, - De tekenaar Opland heeft een car toon gemaakt van Van Aardenne die de bips afveegt met het rapport van de BMD. Denkt u niet dat veel mensen er zo over denken? Winsemius: „Ja, dat leeft bij veel mensen. Maar het is niet terecht. Het betekent dat ze verkeerde verwach tingen hebben gehad. Dit was geen referendum. Het was een opiniepei ling. Maar de ultime en meest wezen lijke opiniepeiling wordt gehouden bij de echte volksvertegenwoordiging in de tweede kamer". - Maar waarom wordt er dan 25 miljoen gulden in zo'n BMD gestoken. Winsemius: „Weetje hoeveel één cen trale kost? Drieëneenhalf miljard gul den. Op zo'n bedrag is 25 miljoen gulden goed besteed geld om te voor komen dat je in een val loopt. Boven dien, de conclusie over de kerncentra les is weliswaar niet overgenomen, maar wel andere over duurzame ener gie". - Betekent dat er ondanks het vele geld dat naar de kernenergie zullen vloeien nog ruimte ruimte blijft voor alternatieve energie? Winsemius: „Er blijft geld voor alter natieve energie. Dat is belangrijk. Maar op dit moment hebben we geen andere keus. Het is behelpen met kolencentrales en met kernenergie. Maar er is geen alternatief dat vol doende zekerheden biedt over prijs en volume van de electriciteit". - U werd zo langzamerhand de kam pioen van de milieubeweging. Na dit besluit en een mogelijk besluit om de Markerwaard in te polderen, zullen ze wel minder lovend zijn zijn over de huidige milieuminister. Winsemius: „Het is heel curieus dat in deze zaken steeds over milieuminister wordt gesproken. Het gaat hier voor namelijk om ruimtelijk ordening, de lokaties. Dat is toevallig ook mijn verantwoordelijkheid. Maar ze kun nen moeilijk zeggen dat ik over mijn standpunten onduidelijkheid heb la ten bestaan". „Ze wisten dat ik geen principieel tegenstander ben van kernenergie en ze weten dat ik vind dat voor een inpoldering van de Markerwaard eerst de noodzaak moet worden aan getoond. Bovendien, ik ben geen pion van de milieubeweging. Zo werkt het niet in dit land". (Door Hans de Bruijn) België, en vooral Brussel, zijn deze week het toneel van de ene explosie na de andere. Het begon dinsdag met een terroristische bomaanslag, maar drie gasontplof fingen maakten veel meer indruk op de Brusselse bevolking. De tol: vijf doden, vijftien zwaar- en tien tallen lichtgewonden. Daarnaast een enorme ravage: vier woningen werden letterlijk met de grond ge lijk gemaakt, vier andere moeten waarschijnlijk gesloopt worden, terwijl tientallen woningen en ge bouwen licht tot ernstig werden beschadigd. Bij de gasexplosie van donderdag in de Brusselse deelgemeente Vorst vielen drie doden: een bejaard echt paar dat omkwam in de brand die na de ontploffing ontstond, en een be jaarde vrouw die veel later onder de puinhopen vandaan gehaald werd. In de vroege ochtend ontplofte eerst een gasbel die twee woningen volle dig verwoestte. Terwijl de hulpverle ning op gang kwam, ontstond aan de overzijde van de straat nog een gasexplosie die twee woningen zwaar beschadigde. Woensdag kwamen twee mensen om bij een gasexplosie in Evere, en een lichte gasontploffing in Jette ver wondde woensdag een vrouw. Vori ge week vielen twee doden bij een gasexplosie in een fabriek in Luik en werd een flat bij Antwerpen door een ontploffing na een gaslek weggebla zen. Daarbij vielen geen gewonden, evenmin als bij de gasexplosies van woensdag in Mol, Knokke en Kam penhout. Vooral in Brussel verkeert iedereen in angst voor nieuwe gasontploffin gen. Op de gasmaatschappijen na twijfelt niemand eraan dat het weer de veroorzaker van de rampen is. Volgens de gasleveranciers is er geen enkel verband, zijn de leidin gen veilig en wordt er voldoende gecontroleerd. Maar de brandweer aarzelt niet de vrieskou en de ont ploffingen in direct verband te bren gen. En zolang het blijft vriezen, kunnen ontploffingen zoals die in Evere, Vorst en Jette zich blijven voordoen. De gasontploffingen zijn volgens ve len het gevolg van de veranderingen die zich ondergronds door de kou voltrekken. Doordat kleine waterlei dingen springen door vrieskou, stroomt water in de grond. Op som mige plaatsen wordt daardoor het zand weggespoeld, waarin zich ook de gasleidingen bevinden. Die zijn zo hun steun kwijt, verzakken en breken. Door de harde grond kan het gas zich niet verspreiden, het hoopt zich op en vormt een levens gevaarlijke gasbel. Of het verspreidt zich tot in de kelders van de wonin gen, waar het nog slechts in contact hoeft te komen met bijvoorbeeld een centrale-verwarmingsketel om een enorme explosie te veroorzaken. In nogal wat oude wijken van Brus sel bevinden zich gietijzeren leidin gen, die sneller door verzakkingen breken dan loden of stalen. De leidingen in de buurt van de g: ramp in Vorst waren overigens slechts tien jaar oud. De gasleidin gen zelf kunnen niet bevriezen, al veroorzaakt de kou volgens een woordvoerder van het Brusselse gasbedrijf wel een grotere druk in de gasleidingen. Deze zijn daarop volgens de gasbedrijven echter be rekend. De meeste grote leidingen zitten een meter diep. Aangezien de vrieskou momenteel niet dieper dan 20 tot 40 centimeter in de grond zit, kunnen ook de grote waterleidingen niet door de vorst springen. De kleinere leidingen lopen echter groter vaar. Dat is een van de redenen dat de Brusselse gemeentewerken niet of nauwelijks de straten van sneeuw ontdoen. De sneeuw isoleert name lijk; hoe meer sneeuw er op straat ligt, hoe minder diep de kou in de grond kan trekken. Waar sneeuw ligt, is de temperatuur op straatni veau hooguit -4 graden. Waar de sneeuw geruimd is, kan dat bij stren ge vorst makkelijker omlaag gaan. De Vereniging van Gasbedrijven in Nederland (VEGIN) tekent hierbij aan dat de kwestie hier ook zes jaar geleden in de strenge winter van 1979 aan de orde kwam. Toen is vastgesteld dat gietijzeren gaslei dingen in Nederland tot dusver geen problemen hebben opgeleverd. Dit antwoord wordt nu opnieuw ge ge ven. Er wordt bij gezegd dat deze leidingen vooral in de grote steden liggen. Van de 90.000 km gasleidin gen in ons land is tussen de 13.000 en 14.000 km gietijzeren pijp. Deze leidingen worden (als alle lei dingen) regelmatig gecontroleerd. Vroeger werd gesnuffeld met hon den naar gaslekken, nu met elektro nische apparatuur. Dat gebeurt vooral als men de indruk heeft dat er verschuivingen in de bodem voorkomen. Ook worden af en toe monsters genomen van de pijpen, die in het laboratorium van het Gasinstituut worden onderzocht. Er is daarom geen reden voor onge rustheid, aldus de VEGIN in Apel doorn. Deze week kan je in het Brabantse Veldhoven mensen uit alle delen van de wereld tegenko men. Niet vanwege de nabijheid van het wereldcon cern Philips, maar omdat in het congrescentrum 'Koningshof aldaar van 11 tot 20 januari een bijeenkomst gehouden wordt van de afdeling 'Ge rechtigheid en Dienst' van de Wereldraad van Kerken. Plaatselijke raden van kerken zijn in de gelegenheid gesteld om zondag 20 januari enkele deelnemers van deze Wereldraadsvergadering in de eigen gemeente als gast te ontvangen. Er komen er, hoorde ik, ook naar Zeeland. Dat betekent zondag aanstaande een bijzondere mogelijkheid om je te realiseren, dat de kerk in Nederland een stukje is van de wereldkerk. Een bijzondere samenloop van omstandigheden laat dit juist gebeuren in de gebedsweek voor de eenheid van de christenen, die al vele jaren omstreeks deze tijd gehouden wordt. De bijeenkomst in Veldhoven is bovendien de eerste waaraan de nieuwe secretaris van de Wereldraad, de Zuidamerikaan Emilio Ca stro, leiding geeft. Tot de genoemde afdeling 'Gerechtigheid en Dienst' behoren de onderafdelingen interkerkelijke hulpver lening, ontwikkelingssamenwerking, internationale zaken, bestrijding van het racisme en de medische commissie. Het gaat dan ook om een nadere uitwer king van de besluiten van de zesde assemblée van de Wereldraad te Vancouver in augustus 1983 op deze gebieden. Wie terminologie en werkwijze van de Wereldraad enigermate kent weet, dat dan de ver houding tussen gerechtigheid en vrede in wereldver- band in 't geding is. Tijdens de bijeenkomst te Vancouver is vanuit de verschillende invalshoeken van de uit alle delen van de wereld afkomstige deelnemers geprobeerd de nadruk op de vredes vraagstukken en die op de gerechtigheid met elkaar te verbinden. Wie in dit verband over 'gerechtigheid' spreekt denkt aan de verhouding tussen rijkdom en armoede, overvloed en honger in de verschillende delen van de aarde. Afgevaardigden uit 'het zuiden' oftewel uit de derde wereld stelden dat de afgevaardigden uit de rijke landen zich gemakkelijk bezig konden houden met het vredesvraagstuk om daarmee hun comforta bele omstandigheden te beschermen. Je moet maar in een gebied leven waar dagelijks mensen van honger omkomen. Dan praat je niet over bewape ning, maar over een wereldconstellatie waarin 't schrijnend onrecht van rijkdom naast armoede voortdurend in stand gehouden wordt. Toch hangen gerechtigheid en vrede daarin samen, dat een fractie van de bedragen die door ons en overigens ook door de derde wereld aan bewapening worden uitgegeven de hongersituatie zou oplossen. Juist de kerk moet dat met alle nadruk zeggen en herhalen. Zo gebeurde 't dan ook in Vancouver. Wel verstaan: als de kerk daarover spreekt dan is dat vanuit het Evangelie van Jezus Christus en dus als geloofsuitspraak. Maar in het verlengde ervan liggen natuurlijk wel politieke denkbeelden en beslissin gen. In dat licht is dan ook in Veldhoven nagedacht. Naast de bijeenkomst in Veldhoven wijs ik op een (provinciale) bijeenkomst te Middelburg. Maandag middag zullen in de Statenzaal vele belangstellen den en betrokkenen bijeenkomen ter gelegenheid van de start van het Unicefproject 'Zeeland helpt Nepal', dat onze Provinciale Staten kozen voor een tweede Zeeuwse actie voor ontwikkelingshulp (of -samenwerking?). We herinneren ons de actie 'Zeeland helpt Rwanda' van een aantal jaren geleden. Doel was toen het slaan van waterputten waardoor het op zich geno men vruchtbare gebied van dat land inderdaad de bevolking zou kunnen voeden. Doel was ongetwijfeld ook het betrekken van de Zeeuwse bevolking bij de problematiek van de verhouding tussen arm en rijk. Om het een zowel als het ander zal het ook ditmaal gaan. We kunnen slechts blij zijn met dit initiatief en signaleren dat 't met politieke eenstemmigheid wordt aangevat. Zoiets komt niet dagelijks voor, zeker niet in onze provincie waar rechts en links nogal een eind uit elkaar plegen te liggen. We dienen ons als Staten én als hele bevolking van Zeeland overigens wel te realiseren, dat een dergelijke actie zoniet onmiddellijk dan toch op langere termijn wel degelijk structurele gevolgen zal hebben, waarbij het bewaren van politieke neutraliteit onmogelijk is. Waar men zich inlaat met de samenleving, hier én in de derde wereld, komt altijd de noodzaak boven de horizon van beslissingen waarin mensen op grond van hun politieke inzichten aanzienlijk uiteen gaan. Nepal noch Rwanda is een gebied waarover ons erg controversiële berichten bereiken, maar het ene zowel als het andere land maakt deel uit van dat stuk van onze wereld, dat in het ontwikkelingsproces waarin het zich bevindt uiterst kritische vragen stelt aan ons rijke westen en daarmee ook aan Nederland. Bij de beantwoording daarvan zou onze eenstemmig heid wel eens kunnen gaan wankelen. Op zich genomen is dat nog geen kritiek op de actie 'Zeeland helpt Nepal'. Integendeel: we kunnen slechts hopen dat de mensen in Zeeland, persoonlijk of in organisatorisch verband (verenigingen en dergelijke) zich enthousiast voor dit project zullen inzetten. We kunnen slechts hopen, dat er - ook na 'Eén voor Afrika' - een aanzienlijk bedrag voor bijeen zal worden gebracht. We kunnen slechts hopen, dat ook door deze actie het bewustzijn groeit dat de vragen van ginds ook onze vragen zijn. Het zou echter onwaarachtig zijn wanneer hier of daar (en uitgesloten acht ik dat niet....) een tegenstel ling zou worden geconstrueerd tussen deze actie èn een project van de Wereldraad van Kerken: in de zin van: wat fijn dat het hier jegens Nepal blijkt op een niet-politieke toer te kunnen, terwijl we met de Wereldraad altijd in politiek vaarwater terechtko men. Met zo'n tegenstelling zouden we onszelf en elkaar zand in de ogen strooien: zo eenvoudig en onschuldig ligt het niet wanneer we de wereldver houdingen eerlijk en realistisch in het oog houden. We zullen, als ik dat zo zeggen mag, 'Veldhoven' en 'Middelburg' bij elkaar en op elkander betrokken moeten houden. In dit verband kom ik tenslotte op een derde bijeenkomst. Ook deze vond in Middelburg plaats en wel op donderdag 10 januari 1985 in de Ontmoetings- kerk. De bijeenkomst was belegd door de interkerke lijke werkgroep werelddiaconaat Middelburg, die prof. dr. B. Goudswaard had uitgenodigd om te spreken over 'de derde wereld en wij'. En watje niet van elke kerkelijke bijeenkomst, zeker niet in winter se omstandigheden kunt zeggen: er waren heel veel mensen naar toe gekomen. In elk geval kan je dus vaststellen, dat deze vragen wel degelijk leven. Het meest typerende zei Goudswaard gelijk aan 't begin van zijn inleiding: tegenwoordig zeggen we inderdaad: de derde wereld en wij. Een tien jaar geleden zei men nog: wij en de derde wereld. In deze opmerkelijk korte tijd is bij ons het bewust zijn gaan doorbreken, dat een juist inzicht in de wereldverhoudingen niet meer (en zeker niet meer alléén) van ons gezichtspunt uitgaat, maar in een wisselwerking ontstaat waarin de bevolking van de derde wereld als volstrekt gelijkwaardig naast de onze staat. Het is niet aan ons en 't is ons dan ook onmogelijk om uit te maken op welke wijze de samenleving ginds ingericht dient te worden. Wat ons te doen staat is: ons ervan bewust te worden dat door de economische politiek van de westerse wereld de armoede aan de andere kant van de aarde alleen maar is toegenomen. Had in 1970 de armste veertig procent van de wereldbevolking een aandeel van 2,9 procent in het totale wereldinkomen (en de overige zestig procent dus 97,1 procent daarvan!), in 1980 bedroeg dat nog slechts 2,1 procent. Goudswaard, econoom van professie, noemde de volgende oorzaken; het losmaken van de band tussen de dollar (en ook andere munteenheden zoals onze gulden) en de gouddekking: ten gevolge daar van een sterke, in het algemeen te weinig onderken de, waardevermindering van de dollar vanaf 1972; revanche hierop van de olielanden door een vooral voor de derde wereld fnuikende verhoging van de olieprijzen; in de verdere zeventiger jaren een explo sie van handelsactiviteiten in ons deel van de wereld waardoor men hier het hoofd min of meer boven water kon houden, maar met het gevolg dat landen van de derde wereld zich in de schulden staken: ze dachten aanvankelijk die met hun eigen grondstof- fenrijkdommen te zijner tijd wel terug te kunnen betalen, maar zagen de last van rente en aflossing in korte tijd onmetelijk boven hun hoofd groeien. In deze gang van zaken hebben wij hier onze lasten eenvoudig op de armsten afgewenteld. Deze overwegingen behoeven ons er niet toe te brengen ontwikkelingshulp als verkeerd te beoorde len. Maar deze hulp is wel volstrekt onvoldoende, wanneer wij van onze kant aan de derde wereld geen werkelijk noemenswaardig aandeel geven in de wereldgeldmiddelen. De hulp blijft zonder effect wanneer wij (zoals de EEG nog sterker doet dan de USA!) protectionistisch onze grenzen sluiten voor de produkten van de derde wereldlanden. De hulp zal niet echt iets kunnen uithalen, wanneer we niet bereid zijn een deel van onze middelen te bestemmen voor kwijtschelding van de schulden van landen ginds. En dat ondanks de economische recessie die ons parten speelt. Het is duidelijk dat dat allemaal sterk afhankelijk is van de politieke bereidheid die wij kunnen opbrengen. De discussie na Goudswaards inleiding maakte wel duidelijk hoe onzeker wij worden wanneer deze gezichtspunten serieus genomen worden. We kwa men te spreken over de noodzaak van de mentali teitsverandering. En niet ten onrechte. Maar wat valt er ten overstaan van deze problematiek te verwachten van een ommekeer van de instelling van individuele mensen? Mensen - zo bepleitte Goudswaard - dienen zich niet zozeer en zeker niet alleen door de doelstelling te laten leiden, maar heel principieel door wat je als mens en vooral als christen behóórt te doen. Maar leidt dat tot meer dan 't stellen van een téken en werkt dat misschien niet even frustrerend als de onmogelijkheid om doelstellingen te realiseren? Is ondanks alle hulp waartoe wij klaarblijkelijk wel bereid zijn het wachten dan toch op de tijd dat mensen en vooral ook politieke en zelfs internationa le organen, als was het maar uit een recht begrepen eigenbelang, wijs worden en werkelijk in wéreldver- band gaan denken, beslissen en handelen? Deze uiterst vermoeiende vragen zijn het, die te maken hebben met de gerechtigheid, zeker in bijbel se zin. Daarmee is de Wereldraad bezig, ook in Veldhoven. Waar blijft deze gerechtigheid? Of heb ben Israels profeten beter verstaan dan wij wat een téken is: iets waar je het jaren en jaren lang mee moet en kunt doen zonder de hoop op te geven. En heeft 't volk Israël beter dan wij verstaan wat wachten en waken is: een proces van eeuwen waarin je gespannen uit blijft zien naar mogelijkhe den om op Gods belofte in te spelen. Het is alleen wel de vraag of ons nog zoveel tijd gegund wordt. Erg waarschijnlijk lijkt dat niet. T. Rinkema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 4