Winsemius: 'A ngst zit heel diep
EXPLOSIES
Angst heerst
in Brussel
De Derde Wereld via Veldhoven en Middelburg
Als minister van ruimtelijke ordening en milieubeheer zal Pieter Winsemius de komende
tijd volop de aandacht trekken. Hij moet zorgen voor de vestigingsplaatsen van ten
minste twee kerncentrales en een depot voor het radio-actief afval. Winsemius verwacht de
grootste problemen als de definitieve namen van die lokaties bekend worden. Bovendien
neemt de regering zeer binnenkort een beslissing over de inpoldering van de Markerwaard.
Een besluit voor drooglegging zal eveneens op weerstand stuiten.
Respect
Doen alsof
'1
Geen sabotage
Gietijzer
Nepal
Politieke toer
stemmen uit de kerken
Oorzaken
Mentaliteit
VRIJDAG 18 JANUARI 1985
KERNENERGIE
Door Weert Schenk)
De kernenergie en de Markerwaard
zullen voor grote maatschappelijke
beroering zorgen, erkent Winsemius.
Maar, zegt hij, het zijn twee totaal
verschillende besluiten. De protesten
zullen elk dan ook van een ander
kaliber zijn.
Winsemius: „Bij de Markerwaard ben
je alleen voor of tegen inpoldering.
Daaraan ligt geen gevoel van onbeha
gen ten grondslag, zoals bij kernener
gie. Kernenergie is bloedserieus.
Kernenergie is voor veel mensen on
grijpbaar. Het is kanker, kernbom
men en afval voor duizenden jaren.
Heel angstig. De mensen voelen dat
heel diep. Het protest tegen de kern
energie zal dan ook veel scherper zijn
dan bij de eventuele inpoldering van
de Markerwaard".
Als de Tweede Kamer akkoord gaat
met het besluit over de kerncentrales,
komt er een procedure voor een pla
nologische kernbeslissing (pkb), een
inspraakronde die moet leiden tot de
definitieve vestingsplaatsen. Voorlo
pig heeft het kabinet slechts een
voorkeur voor Borsele uitgesproken.
Winsemius: „In die pkb-ronde kan je
al sappige taal verwachten, maar de
definitieve keuze brengt het probleem
pas echt bij de mensen thuis. Pas dan
ontstaat de grootste weerstand. Dan
komt het NIMB Y-syndroom om de
hoek". De door de minister geïntrodu
ceerde uitdrukking NIMBY staat voor
„Not In My Backyard", niet in mijn
achtertuin.
Winsemius: „Het is duidelijk dat pro
vincie en gemeente kunnen profiteren
van een centrale. Zo heeft Borsele een
lager electriciteitstarief. En omdat de
gemeente aandeelhouder is, komt er
op die manier ook geld binnen. Dat
lijkt me redelijk".
- Zijpe wilde meewerken als de mili
taire schietbaan in Petten zou ver
dwijnen.
Winsemius: „Als wij een gemeente
vragen om medewerking te geven aan
iets dat maatschappelijk wenselijk
wordt geacht, is het legitiem dat wij
een eventueel probleem van die ge
meente helpen oplossen. Als het maar
openlijk gebeurt en niet in het geniep.
De Tweede Kamer moet er over kun
nen oordelen".
- Het kernafval heeft de discussie in
het kabinet niet bepaald. Volgens u is
de opslag van het radio-actief mate
riaal in een loods veilig. U hoopt in de
komende honderd jaar op een defini
tieve oplossing. Hoe wilt u dat bewa
ken en scheept u volgende generaties
niet op met een nieuw soort gifbelt?
Winsemius: „Totdat er een permanen
te oplossing is gevonden, is voor mij
de opslag in een loods maatschappe
lijk aanvaardbaar. Er zijn veel meer
dingen die we doorschuiven naar vol
gende generaties. Je moet er wel voor
zorgen dat het afval van dag tot dag
zorgvuldig wordt beheerd. Het spul
mag niet gaan zwerven".
Tijdens de affaire rond de opslag van
het laag en middel radioactief afval
op het land maakte Winsemius voor
het eerst kennis met NIMBY. „Ieder
een zei dat het spul niet meer in zee
mocht worden gedumpt. Maar nie
mand wilde het in zijn gemeente
hebben. Toen heb ik buitengewoon
respect gekregen voor het gemeente
bestuur van Zijpe. Dat heeft onder
zware druk gestaan, poh, poh, poh-
,poh, en toch het afval geaccepteerd".
- De beslissing over de kerncentrales
heeft mede lang op zich laten wachten
door de discussie over de te verwach
ten bestuurlijke problemen. Waar was
het kabinet bang voor?
Winsemius: „Je moet proberen de
medewerking te krijgen van de lagere
overheden. Een toewijzing is een
noodmiddel. Wat dat betreft is Borse
le bestuurlijk gezien een aantrekkelij
ke plaats voor een centrale. Planolo
gisch, vanwege de lage bevolkings
dichtheid en de aanwezigheid van
koelwater en bestuurlijk omdat men
ervaring heeft met een kerncentrale.
De bevolking daar is er aan gewend.
Velen werken er zelfs en men zal er
minder wild reageren dan elders".
„Zo is de Moerdijk bestuurlijk ook een
aantrekkelijke optie. De Brabantse
electriciteitsmaatschappij PNEM en
de Provinciale Staten, en niet alleen
de commissaris van de koningin, Van
Agt, willen best een centrale in Moer
dijk. Wij vinden Moerdijk geschikt,
maar niet de meest geschikte. Vanwe
ge de bereidheid in Brabant mee te
werken, hebben we Moerdijk toch op
het lijstje gezet".
- Hoe krijgt u gemeentebesturen
zover om mee te werken. Rammelen
met de geldbuidel?
„Wat mij verbaast, is dat de mensen
doen alsof er nog geen kernafval
bestaat. We hebben al twee kerncen
trales. Het afval daarvan ligt nu in
Frankrijk, maar krijgen we in de
jaren negentig wellicht terug. Dat
kunnen we niet in een kistje stoppen.
En we hebben ook al radioactief
afval van andere toepassingen".
We maken nu geen nieuwe keuze voor
kernenergie. Dat hebben kabinetten
in het verleden al gedaan, in de jaren
zestig. Toen werd het principebesluit
genomen. Als ik nu voor die keus
stond, zou ik heel andere problemen
hebben".
„We moeten hoe dan ook iets organi
seren voor het afval en het gaat
daarbij niet om de hoeveelheid. Het
maakt niet uit of er één kilo of 1000
kilo staat. Het moet op dezelfde wijze
worden beheerd. Het is voor de tegen
standers niet alleen beroerd dat het
logische redenering lijkt. Het is lo
gisch".
- Het afval moet stevig en langdurig
bewaakt worden.
Winsemius: „Je moet maatregelen
treffen dat ondeskundigen er niet mee
aan de loop kunnen. Verder zie ik
geen gevaar. Chantage? Misschien
dat een vat gevaarlijk is in bepaalde
omtrek van vijftig of honderd meter.
Meer niet. Terroristen kunnen in Ne
derland beter een dijk of sluis opbla
zen. Of een schip rammen met hoge-
druk gas. Dat heeft veel meer effect".
„Het afval kan ook worden opge
werkt. Maar ik zie een vreemde mo-
genheid die de atoombom wil maken
hier geen blok beton stelen. Dat kun
nen ze vlugger en gemakkelijker op
andere manieren. En voor terroristen
is dat ook niets. Die kunnen beter die
dijk maar opblazen".
- De veiligheid van de kerncentrales
staat ook steeds ter discussie. Niets is
veilig. Dat bewijst het ongeval in het
Amerikaanse HarrisburgIn Zweden
staat de modernste en veiligste chemi
sche fabriek ter wereld, maar die zette
vorige week wel een hele stad onder
een zware gasnevel.
Winsemius: „Je probeert de riscio„s te
beheersen. Je overweegt of je het dan
nog als maatschappij kunt oppakken.
Zo van: als je op de snelweg de
maximum snelheid twintig kilometer
lager stelt: hoeveel slachtoffers
scheelt dat dan. En wat is aanvaard
baar? Dat baseer je op gruwelijke
berekeningen. Dat is heel hard. Maar
volgens mij zijn er op andere gebieden
veel grotere risico„s, zoals het trans
port van chemische stoffen".
- Wat moet er gebeuren dat de rege
ring toch van het gebruik van kern
energie afziet?
Winsemius: „Er zijn twee mogelijkhe
den dat er iets mis gaat. Ten eerste
dat de SEP, de electriciteitsproducen-
ten, zeggen dat ze er geen centrales bij
willen. En ten tweede dat je na de
planologische kernbeslissing tot de
conclusie komt dat iedereen weigert
mee te werken. In dat geval moeten
we ons opnieuw beradenen onze eigen
verantwoordelijkheid nemen. Dat kan
leiden tot een aanwijzing. Maar ik ga
er niet van uit dat het zover komt".
- De regering heeft gekozen voor de
kernenergie vanwege de lagere kost
prijs. Niet vanwege de bestrijding van
de zure regen, zoals het CDA.
Winsemius: „Ik vind zure regen geen
sterk argument. Dat vertik ik te han
teren. Zure regen kunnen we ook nu al
bestrijden, als we maar bereid zijn de
prijs te willen betalen voor rookga
sontzwaveling van de kolen- en oliege-
stookte electriciteitscentrales".
- Ieder jaar vertraging doet de kost
prijs van kernenergie stijgen. In het
buitenland zijn op diverse plaatsen de
zaken behoorlijk uit de hand gelopen.
Er zijn veel onzekerheden. Hoe denkt
u dat allemaal te kunnen beheersen?
Actiegroepen kunnen de bouw sabote
ren. Wie draait dan voor de kosten
op?
Winsemius: „Elke twee jaar vertra
ging doet de kostprijs stijgen met één
a anderhalve cent. Ook spelen andere
factoren mee, zoals de prijs van ura
nium. Daarom vind ik dat we voor
zichtig moeten beginnen, met twee
centrales dus. Maar we zijn niet aan
het gokken. Dat doe ik alleen op
Duindigt. Verder moeten we van het
buitenland leren. Dat betekent in
Minister Winsemius
ieder geval de zaken zorgvuldig voor
bereiden en pas gaan bouwen als alle
plannen compleet zijn".
„Van actiegroepen verwacht ik toch
geen sabotage-daden. De centrales in
Borsele en Dodewaard zijn ook ge
bouwd en draaien zonder problemen,
terwijl die ook een hele periode van
diep verzet hebben meegemaakt. En
als de Tweede Kamer besluit tot de
bouw van nieuwe centrales, moet dat
worden uitgevoerd. Dat wil niet zeg
gen dat acties niet reeel zijn".
- Tegenover de Brede Maatschappe
lijke Discussie (BMD), die zegt dat het
aantal centrales nu niet moet worden
uitgebreid, stelt de regering in feite
alleen de argumenten van de atoom
lobby. Zo wordt over 45.000 deelne
mers heengewalst. U heeft gezegd: de
bewijslast ligt bij ons. Zijn de aange
voerde bewijzen voldoende?
Winsemius: „Argumenten van de
atoomlobby hoeven niet slecht te zijn.
We hebben zeker niet alles overgeno
men, want dan was het een heel ander
besluit geweest. Ik vind de aangevoer
de argumentatie van lage en stabiele
electriciteitsprijs, de concurrentiepo
sitie van de industrie, de verminderde
afhankelijkheid van fossiele brandstof
uit het buitenland voldoende bewijs
voering. Anders zat ik hier niet,,
- De tekenaar Opland heeft een car
toon gemaakt van Van Aardenne die
de bips afveegt met het rapport van
de BMD. Denkt u niet dat veel mensen
er zo over denken?
Winsemius: „Ja, dat leeft bij veel
mensen. Maar het is niet terecht. Het
betekent dat ze verkeerde verwach
tingen hebben gehad. Dit was geen
referendum. Het was een opiniepei
ling. Maar de ultime en meest wezen
lijke opiniepeiling wordt gehouden bij
de echte volksvertegenwoordiging in
de tweede kamer".
- Maar waarom wordt er dan 25
miljoen gulden in zo'n BMD gestoken.
Winsemius: „Weetje hoeveel één cen
trale kost? Drieëneenhalf miljard gul
den. Op zo'n bedrag is 25 miljoen
gulden goed besteed geld om te voor
komen dat je in een val loopt. Boven
dien, de conclusie over de kerncentra
les is weliswaar niet overgenomen,
maar wel andere over duurzame ener
gie".
- Betekent dat er ondanks het vele
geld dat naar de kernenergie zullen
vloeien nog ruimte ruimte blijft voor
alternatieve energie?
Winsemius: „Er blijft geld voor alter
natieve energie. Dat is belangrijk.
Maar op dit moment hebben we geen
andere keus. Het is behelpen met
kolencentrales en met kernenergie.
Maar er is geen alternatief dat vol
doende zekerheden biedt over prijs en
volume van de electriciteit".
- U werd zo langzamerhand de kam
pioen van de milieubeweging. Na dit
besluit en een mogelijk besluit om de
Markerwaard in te polderen, zullen ze
wel minder lovend zijn zijn over de
huidige milieuminister.
Winsemius: „Het is heel curieus dat in
deze zaken steeds over milieuminister
wordt gesproken. Het gaat hier voor
namelijk om ruimtelijk ordening, de
lokaties. Dat is toevallig ook mijn
verantwoordelijkheid. Maar ze kun
nen moeilijk zeggen dat ik over mijn
standpunten onduidelijkheid heb la
ten bestaan".
„Ze wisten dat ik geen principieel
tegenstander ben van kernenergie en
ze weten dat ik vind dat voor een
inpoldering van de Markerwaard
eerst de noodzaak moet worden aan
getoond. Bovendien, ik ben geen pion
van de milieubeweging. Zo werkt het
niet in dit land".
(Door Hans de Bruijn)
België, en vooral Brussel, zijn
deze week het toneel van de ene
explosie na de andere. Het begon
dinsdag met een terroristische
bomaanslag, maar drie gasontplof
fingen maakten veel meer indruk
op de Brusselse bevolking. De tol:
vijf doden, vijftien zwaar- en tien
tallen lichtgewonden. Daarnaast
een enorme ravage: vier woningen
werden letterlijk met de grond ge
lijk gemaakt, vier andere moeten
waarschijnlijk gesloopt worden,
terwijl tientallen woningen en ge
bouwen licht tot ernstig werden
beschadigd.
Bij de gasexplosie van donderdag in
de Brusselse deelgemeente Vorst
vielen drie doden: een bejaard echt
paar dat omkwam in de brand die na
de ontploffing ontstond, en een be
jaarde vrouw die veel later onder de
puinhopen vandaan gehaald werd.
In de vroege ochtend ontplofte eerst
een gasbel die twee woningen volle
dig verwoestte. Terwijl de hulpverle
ning op gang kwam, ontstond aan
de overzijde van de straat nog een
gasexplosie die twee woningen
zwaar beschadigde.
Woensdag kwamen twee mensen om
bij een gasexplosie in Evere, en een
lichte gasontploffing in Jette ver
wondde woensdag een vrouw. Vori
ge week vielen twee doden bij een
gasexplosie in een fabriek in Luik en
werd een flat bij Antwerpen door een
ontploffing na een gaslek weggebla
zen. Daarbij vielen geen gewonden,
evenmin als bij de gasexplosies van
woensdag in Mol, Knokke en Kam
penhout.
Vooral in Brussel verkeert iedereen
in angst voor nieuwe gasontploffin
gen. Op de gasmaatschappijen na
twijfelt niemand eraan dat het weer
de veroorzaker van de rampen is.
Volgens de gasleveranciers is er
geen enkel verband, zijn de leidin
gen veilig en wordt er voldoende
gecontroleerd. Maar de brandweer
aarzelt niet de vrieskou en de ont
ploffingen in direct verband te bren
gen. En zolang het blijft vriezen,
kunnen ontploffingen zoals die in
Evere, Vorst en Jette zich blijven
voordoen.
De gasontploffingen zijn volgens ve
len het gevolg van de veranderingen
die zich ondergronds door de kou
voltrekken. Doordat kleine waterlei
dingen springen door vrieskou,
stroomt water in de grond. Op som
mige plaatsen wordt daardoor het
zand weggespoeld, waarin zich ook
de gasleidingen bevinden. Die zijn
zo hun steun kwijt, verzakken en
breken. Door de harde grond kan
het gas zich niet verspreiden, het
hoopt zich op en vormt een levens
gevaarlijke gasbel. Of het verspreidt
zich tot in de kelders van de wonin
gen, waar het nog slechts in contact
hoeft te komen met bijvoorbeeld een
centrale-verwarmingsketel om een
enorme explosie te veroorzaken.
In nogal wat oude wijken van Brus
sel bevinden zich gietijzeren leidin
gen, die sneller door verzakkingen
breken dan loden of stalen. De
leidingen in de buurt van de g:
ramp in Vorst waren overigens
slechts tien jaar oud. De gasleidin
gen zelf kunnen niet bevriezen, al
veroorzaakt de kou volgens een
woordvoerder van het Brusselse
gasbedrijf wel een grotere druk in
de gasleidingen. Deze zijn daarop
volgens de gasbedrijven echter be
rekend.
De meeste grote leidingen zitten een
meter diep. Aangezien de vrieskou
momenteel niet dieper dan 20 tot 40
centimeter in de grond zit, kunnen
ook de grote waterleidingen niet
door de vorst springen. De kleinere
leidingen lopen echter groter
vaar. Dat is een van de redenen dat
de Brusselse gemeentewerken niet
of nauwelijks de straten van sneeuw
ontdoen. De sneeuw isoleert name
lijk; hoe meer sneeuw er op straat
ligt, hoe minder diep de kou in de
grond kan trekken. Waar sneeuw
ligt, is de temperatuur op straatni
veau hooguit -4 graden. Waar de
sneeuw geruimd is, kan dat bij stren
ge vorst makkelijker omlaag gaan.
De Vereniging van Gasbedrijven in
Nederland (VEGIN) tekent hierbij
aan dat de kwestie hier ook zes jaar
geleden in de strenge winter van
1979 aan de orde kwam. Toen is
vastgesteld dat gietijzeren gaslei
dingen in Nederland tot dusver geen
problemen hebben opgeleverd. Dit
antwoord wordt nu opnieuw ge ge
ven. Er wordt bij gezegd dat deze
leidingen vooral in de grote steden
liggen. Van de 90.000 km gasleidin
gen in ons land is tussen de 13.000 en
14.000 km gietijzeren pijp.
Deze leidingen worden (als alle lei
dingen) regelmatig gecontroleerd.
Vroeger werd gesnuffeld met hon
den naar gaslekken, nu met elektro
nische apparatuur. Dat gebeurt
vooral als men de indruk heeft dat
er verschuivingen in de bodem
voorkomen. Ook worden af en toe
monsters genomen van de pijpen,
die in het laboratorium van het
Gasinstituut worden onderzocht.
Er is daarom geen reden voor onge
rustheid, aldus de VEGIN in Apel
doorn.
Deze week kan je in het Brabantse Veldhoven
mensen uit alle delen van de wereld tegenko
men. Niet vanwege de nabijheid van het wereldcon
cern Philips, maar omdat in het congrescentrum
'Koningshof aldaar van 11 tot 20 januari een
bijeenkomst gehouden wordt van de afdeling 'Ge
rechtigheid en Dienst' van de Wereldraad van
Kerken. Plaatselijke raden van kerken zijn in de
gelegenheid gesteld om zondag 20 januari enkele
deelnemers van deze Wereldraadsvergadering in de
eigen gemeente als gast te ontvangen. Er komen er,
hoorde ik, ook naar Zeeland.
Dat betekent zondag aanstaande een bijzondere
mogelijkheid om je te realiseren, dat de kerk in
Nederland een stukje is van de wereldkerk. Een
bijzondere samenloop van omstandigheden laat dit
juist gebeuren in de gebedsweek voor de eenheid van
de christenen, die al vele jaren omstreeks deze tijd
gehouden wordt. De bijeenkomst in Veldhoven is
bovendien de eerste waaraan de nieuwe secretaris
van de Wereldraad, de Zuidamerikaan Emilio Ca
stro, leiding geeft.
Tot de genoemde afdeling 'Gerechtigheid en Dienst'
behoren de onderafdelingen interkerkelijke hulpver
lening, ontwikkelingssamenwerking, internationale
zaken, bestrijding van het racisme en de medische
commissie. Het gaat dan ook om een nadere uitwer
king van de besluiten van de zesde assemblée van de
Wereldraad te Vancouver in augustus 1983 op deze
gebieden. Wie terminologie en werkwijze van de
Wereldraad enigermate kent weet, dat dan de ver
houding tussen gerechtigheid en vrede in wereldver-
band in 't geding is. Tijdens de bijeenkomst te
Vancouver is vanuit de verschillende invalshoeken
van de uit alle delen van de wereld afkomstige
deelnemers geprobeerd de nadruk op de vredes
vraagstukken en die op de gerechtigheid met elkaar
te verbinden.
Wie in dit verband over 'gerechtigheid' spreekt denkt
aan de verhouding tussen rijkdom en armoede,
overvloed en honger in de verschillende delen van de
aarde. Afgevaardigden uit 'het zuiden' oftewel uit de
derde wereld stelden dat de afgevaardigden uit de
rijke landen zich gemakkelijk bezig konden houden
met het vredesvraagstuk om daarmee hun comforta
bele omstandigheden te beschermen. Je moet maar
in een gebied leven waar dagelijks mensen van
honger omkomen. Dan praat je niet over bewape
ning, maar over een wereldconstellatie waarin 't
schrijnend onrecht van rijkdom naast armoede
voortdurend in stand gehouden wordt.
Toch hangen gerechtigheid en vrede daarin samen,
dat een fractie van de bedragen die door ons en
overigens ook door de derde wereld aan bewapening
worden uitgegeven de hongersituatie zou oplossen.
Juist de kerk moet dat met alle nadruk zeggen en
herhalen. Zo gebeurde 't dan ook in Vancouver. Wel
verstaan: als de kerk daarover spreekt dan is dat
vanuit het Evangelie van Jezus Christus en dus als
geloofsuitspraak. Maar in het verlengde ervan liggen
natuurlijk wel politieke denkbeelden en beslissin
gen. In dat licht is dan ook in Veldhoven nagedacht.
Naast de bijeenkomst in Veldhoven wijs ik op een
(provinciale) bijeenkomst te Middelburg. Maandag
middag zullen in de Statenzaal vele belangstellen
den en betrokkenen bijeenkomen ter gelegenheid
van de start van het Unicefproject 'Zeeland helpt
Nepal', dat onze Provinciale Staten kozen voor een
tweede Zeeuwse actie voor ontwikkelingshulp (of
-samenwerking?).
We herinneren ons de actie 'Zeeland helpt Rwanda'
van een aantal jaren geleden. Doel was toen het
slaan van waterputten waardoor het op zich geno
men vruchtbare gebied van dat land inderdaad de
bevolking zou kunnen voeden. Doel was ongetwijfeld
ook het betrekken van de Zeeuwse bevolking bij de
problematiek van de verhouding tussen arm en rijk.
Om het een zowel als het ander zal het ook ditmaal
gaan.
We kunnen slechts blij zijn met dit initiatief en
signaleren dat 't met politieke eenstemmigheid
wordt aangevat. Zoiets komt niet dagelijks voor,
zeker niet in onze provincie waar rechts en links
nogal een eind uit elkaar plegen te liggen. We dienen
ons als Staten én als hele bevolking van Zeeland
overigens wel te realiseren, dat een dergelijke actie
zoniet onmiddellijk dan toch op langere termijn wel
degelijk structurele gevolgen zal hebben, waarbij het
bewaren van politieke neutraliteit onmogelijk is.
Waar men zich inlaat met de samenleving, hier én in
de derde wereld, komt altijd de noodzaak boven de
horizon van beslissingen waarin mensen op grond
van hun politieke inzichten aanzienlijk uiteen gaan.
Nepal noch Rwanda is een gebied waarover ons erg
controversiële berichten bereiken, maar het ene
zowel als het andere land maakt deel uit van dat stuk
van onze wereld, dat in het ontwikkelingsproces
waarin het zich bevindt uiterst kritische vragen stelt
aan ons rijke westen en daarmee ook aan Nederland.
Bij de beantwoording daarvan zou onze eenstemmig
heid wel eens kunnen gaan wankelen.
Op zich genomen is dat nog geen kritiek op de actie
'Zeeland helpt Nepal'. Integendeel: we kunnen
slechts hopen dat de mensen in Zeeland, persoonlijk
of in organisatorisch verband (verenigingen en
dergelijke) zich enthousiast voor dit project zullen
inzetten. We kunnen slechts hopen, dat er - ook na
'Eén voor Afrika' - een aanzienlijk bedrag voor
bijeen zal worden gebracht. We kunnen slechts
hopen, dat ook door deze actie het bewustzijn groeit
dat de vragen van ginds ook onze vragen zijn.
Het zou echter onwaarachtig zijn wanneer hier of
daar (en uitgesloten acht ik dat niet....) een tegenstel
ling zou worden geconstrueerd tussen deze actie èn
een project van de Wereldraad van Kerken: in de zin
van: wat fijn dat het hier jegens Nepal blijkt op een
niet-politieke toer te kunnen, terwijl we met de
Wereldraad altijd in politiek vaarwater terechtko
men. Met zo'n tegenstelling zouden we onszelf en
elkaar zand in de ogen strooien: zo eenvoudig en
onschuldig ligt het niet wanneer we de wereldver
houdingen eerlijk en realistisch in het oog houden.
We zullen, als ik dat zo zeggen mag, 'Veldhoven' en
'Middelburg' bij elkaar en op elkander betrokken
moeten houden.
In dit verband kom ik tenslotte op een derde
bijeenkomst. Ook deze vond in Middelburg plaats en
wel op donderdag 10 januari 1985 in de Ontmoetings-
kerk. De bijeenkomst was belegd door de interkerke
lijke werkgroep werelddiaconaat Middelburg, die
prof. dr. B. Goudswaard had uitgenodigd om te
spreken over 'de derde wereld en wij'. En watje niet
van elke kerkelijke bijeenkomst, zeker niet in winter
se omstandigheden kunt zeggen: er waren heel veel
mensen naar toe gekomen. In elk geval kan je dus
vaststellen, dat deze vragen wel degelijk leven.
Het meest typerende zei Goudswaard gelijk aan 't
begin van zijn inleiding: tegenwoordig zeggen we
inderdaad: de derde wereld en wij. Een tien jaar
geleden zei men nog: wij en de derde wereld.
In deze opmerkelijk korte tijd is bij ons het bewust
zijn gaan doorbreken, dat een juist inzicht in de
wereldverhoudingen niet meer (en zeker niet meer
alléén) van ons gezichtspunt uitgaat, maar in een
wisselwerking ontstaat waarin de bevolking van de
derde wereld als volstrekt gelijkwaardig naast de
onze staat. Het is niet aan ons en 't is ons dan ook
onmogelijk om uit te maken op welke wijze de
samenleving ginds ingericht dient te worden. Wat
ons te doen staat is: ons ervan bewust te worden dat
door de economische politiek van de westerse wereld
de armoede aan de andere kant van de aarde alleen
maar is toegenomen. Had in 1970 de armste veertig
procent van de wereldbevolking een aandeel van 2,9
procent in het totale wereldinkomen (en de overige
zestig procent dus 97,1 procent daarvan!), in 1980
bedroeg dat nog slechts 2,1 procent.
Goudswaard, econoom van professie, noemde de
volgende oorzaken; het losmaken van de band
tussen de dollar (en ook andere munteenheden zoals
onze gulden) en de gouddekking: ten gevolge daar
van een sterke, in het algemeen te weinig onderken
de, waardevermindering van de dollar vanaf 1972;
revanche hierop van de olielanden door een vooral
voor de derde wereld fnuikende verhoging van de
olieprijzen; in de verdere zeventiger jaren een explo
sie van handelsactiviteiten in ons deel van de wereld
waardoor men hier het hoofd min of meer boven
water kon houden, maar met het gevolg dat landen
van de derde wereld zich in de schulden staken: ze
dachten aanvankelijk die met hun eigen grondstof-
fenrijkdommen te zijner tijd wel terug te kunnen
betalen, maar zagen de last van rente en aflossing in
korte tijd onmetelijk boven hun hoofd groeien. In
deze gang van zaken hebben wij hier onze lasten
eenvoudig op de armsten afgewenteld.
Deze overwegingen behoeven ons er niet toe te
brengen ontwikkelingshulp als verkeerd te beoorde
len. Maar deze hulp is wel volstrekt onvoldoende,
wanneer wij van onze kant aan de derde wereld geen
werkelijk noemenswaardig aandeel geven in de
wereldgeldmiddelen. De hulp blijft zonder effect
wanneer wij (zoals de EEG nog sterker doet dan de
USA!) protectionistisch onze grenzen sluiten voor de
produkten van de derde wereldlanden. De hulp zal
niet echt iets kunnen uithalen, wanneer we niet
bereid zijn een deel van onze middelen te bestemmen
voor kwijtschelding van de schulden van landen
ginds. En dat ondanks de economische recessie die
ons parten speelt. Het is duidelijk dat dat allemaal
sterk afhankelijk is van de politieke bereidheid die
wij kunnen opbrengen.
De discussie na Goudswaards inleiding maakte wel
duidelijk hoe onzeker wij worden wanneer deze
gezichtspunten serieus genomen worden. We kwa
men te spreken over de noodzaak van de mentali
teitsverandering. En niet ten onrechte. Maar wat
valt er ten overstaan van deze problematiek te
verwachten van een ommekeer van de instelling
van individuele mensen?
Mensen - zo bepleitte Goudswaard - dienen zich niet
zozeer en zeker niet alleen door de doelstelling te
laten leiden, maar heel principieel door wat je als
mens en vooral als christen behóórt te doen. Maar
leidt dat tot meer dan 't stellen van een téken en
werkt dat misschien niet even frustrerend als de
onmogelijkheid om doelstellingen te realiseren? Is
ondanks alle hulp waartoe wij klaarblijkelijk wel
bereid zijn het wachten dan toch op de tijd dat
mensen en vooral ook politieke en zelfs internationa
le organen, als was het maar uit een recht begrepen
eigenbelang, wijs worden en werkelijk in wéreldver-
band gaan denken, beslissen en handelen?
Deze uiterst vermoeiende vragen zijn het, die te
maken hebben met de gerechtigheid, zeker in bijbel
se zin. Daarmee is de Wereldraad bezig, ook in
Veldhoven. Waar blijft deze gerechtigheid? Of heb
ben Israels profeten beter verstaan dan wij wat een
téken is: iets waar je het jaren en jaren lang mee
moet en kunt doen zonder de hoop op te geven.
En heeft 't volk Israël beter dan wij verstaan wat
wachten en waken is: een proces van eeuwen
waarin je gespannen uit blijft zien naar mogelijkhe
den om op Gods belofte in te spelen. Het is alleen
wel de vraag of ons nog zoveel tijd gegund wordt.
Erg waarschijnlijk lijkt dat niet.
T. Rinkema