Rien
neva plus
in Kapellebrug
HET LAS VEGAS
VAN ZEELAND
toneelvereniging in Sas van Gent
PZCstreek
I land voorlopig. Geen invallen meer
Uit illegaliteit
Een haar
Belangstelling
VRIJDAG 11 JANUARI 1985
GOKKEN
TERNEUZEN - De Gentsevaart, hoofdstraat van het magere grensdorp Kapellebrug, is zich
volop aan het ontwikkelen. De komst - of liever gezegd het aanschouwelijk naar buiten
treden - van twee casino's geeft sinds kort de Gentsevaart het aangezicht van een ware
'Boulevard d'amusement'. De gokbazen, die enkele maanden terug nog opereerden in illegale
achterafschuurtjes, durven eindelijk - nadat de rechtbank in Middelburg een voor hen
gunstige uitspraak deed - openlijk naar buiten te treden. Gokpaleizen verreizen sneller dan
de politie er voorheen invallen deed. Kapellebrug ontpopt zich als het 'Las Vegas' van
Zeeland. De PZC wierp een balletje op.
Voor alle duidelijkheid: al jaren wordt
in Kapellebrug het omstreden Golden
Tenspel gespeeld, voor het gemak
maar even een variant op roulette
genoemd. Omstreden is dit spel (offi
cieel observatiespel 24) omdat er lan
delijk nogal verschillend over gedacht
wordt. In Zeeland waren justitie en
politie er geruime tijd van overtuigd
dat het om een illegaal kansspel ging.
De exploitanten hebben altijd volge
houden dat het een behendigheids
spel is. De speler kan voor een belang
rijk deel zelf bepalen waar het balletje
uiteindelijk terecht komt, is hun me
ning. Ook de nationale beroepsvereni
ging van het nieuw casinocircuit be
nadrukt dit. In de officiële spelregle-
menten staat vermeld: „Het spel Gol
den Ten is een behendigheidsspel
waarbij de speler de mogelijkheid
heeft het winnend nummer te voor
spellen op grond van een observatie-
regel".
Justitie en politie bleven beweren dat
het om een kansspel ging en besloten
herhaaldelijk in te grijpen tot de
rechter zich uiteindelijk zou uitspre
ken. Heimelijk werden rijkspolitie-
invallen gepland. De eerste vond
plaats 1 september 1983 in club 300 bij
café Fabie aan de Gentsevaart. Daar
na maakt de sterke arm een eind aan
het gokken in een achterzaal van
restaurant Thermidor aan de Gentse
vaart, op 21 januari 1984. Verder volg
de een inval op 22 maart In café Fabie
en tenslotte trad de Zeeuwse rijkspoli
tie weer op in Thermidor, op 18 sep
tember. Voor Zeeuwse begrippen wa
ren de acties steeds omvangrijk, met
de rijkspolitiegroepen uit Hulst, Hon-
tenisse, Axel, de technische recherche
en de recherchegroep Middelburg.
Telkens namen zo'n twintig politie
mensen aan de middernachtelijke in
vallen deel.
Justitie hield eveneens vast aan de
betiteling 'kansspel'. Officier van jus
titie mr. R. Beaumont, die de zaak
voor de rechtbank in Middelburg aan
vocht, noemde de theorie van de
exploitanten 'een fraaie facade'. In de
praktijk is het een kansspel, stelde hij
onomwonden vast, 16 november vorig
jaar tijdens de behandeling van de
I zaak. Zo'n twee weken later deed de
Middelburgse rechtbank uitspraak,
een gunstige voor de beheerders van
de casino's. „De ten laste gelegde
overtreding van de wet op de kansspe
len is niet bewezen", luidde het von
nis. Hoger beroep werd niet aangete
kend.
JVrij baan voor de gokbazen in Zee-
van de politie en geen vervolging.
„Ach, we zijn absoluut niet gefru
streerd erdoor", vertelt politievoor-
lichter Tom Muller. „Politiewerk
brengt dit met zich mee. En aan de
andere kant is er toch weer een stukje
duidelijkheid". Ook justitie maakt
voorlopig pas op de plaats. Mr. R. D.
E. Daverschot, officier van justitie in
Middelburg, maakt duidelijk dat met
de uitspraak van de rechter de zaak
voor de komende tijd is afgedaan. Hij
sluit evenwel niet uit dat door bijvoor
beeld een uitspraak van de Hoge
Raad de situatie nog kan veranderen.
„We geven er de voorkeur aan de
ontwikkelingen nu maar af te wach
ten", aldus Daveschot. „Gebleken is
nu dat het voor ons en ook voor de
politie heel moeilijk is dit soort zaken
aan te pakken".
„Het is een zeer belangrijk punt dat
we nu uit de illegaliteit zijn", onder
streept M. Versprille, eigenaar van
Thermidor, waar nu het Golden Ten-
spel dagelijks tot 6 uur 's morgens
wordt gespeeld. „We hoeven het niet
meer weg te steken. We hebben geen
terughoudend gevoel meer". Ver
sprille dreef voorheen een restaurant
in Thermidor. De invallen van de
politie bezorgden hem naar zijn zeg
gen echter zo'n groot klantenverlies,
dat een faillissement dreigde. „In de
volksmond betekenen die invallen
heel wat...". Versprille besloot de
zaak om te bouwen tot permanent
casino. Al oogt de gelegenheid qua
verlichting en interieur nog als een
keurig restaurant. Ook de onver
stoorbare rustige achtergrondmu
ziek ontbreekt niet.
Bezoekers van Thermidor kunnen
zich zonder kosten bij de casino
vereniging aansluiten. Bij elk bezoek
kunnen de klanten gratis eten en
drinken. Is het houden van een casino
zo lucratief „Je kunt met 100 gulden
al een hele leuke avond hier hebben",
vertelt de eigenaar van het pand. „We
proberen een ontspanningsgelegen
heid te bieden. De mensen zijn een
hele avond binnen. Ze kunnen boven
dien 100 gulden verliezen, maar ook
met 2000 gulden naar huis gaan...".
Een fiche kost de bezoeker 50 francs
(Belgisch) of 2,50 gulden. De maxima
le inzet is 1000 francs. Spelers die naar
mening van de werknemers niet cor
rect spelen, kunnen geweigerd wor
den. „Er zijn bijvoorbeeld mensen die
altijd te laat inzetten", illustreert Ver
sprille. Echt verliezen doet het casino
echter niet. „Mensen zijn vaak hebbe
rig", zegt hij. „Wanneer ze winnen,
spelen ze door en dat speelt ons in de
kaart".
De opkomst van de casino's in Neder
land beschouwt Versprille niet als
verontrustend. „Ik zeg altijd: de klei
ne verdwijnen vanzelf. Er komt na
melijk veel geld bij kijken. Zodra een
speler wint (en dat bedrag kan in
sommige gevallen oplopen tot 10.000
gulden, red.) moet er ook uitbetaald
kunnen worden. En je hebt heel be
hendige spelers. Het wordt hoe lan
ger hoe moeilijker de mensen een
paar centen in te laten leveren".
Versprille ziet de casino's tevens als
een impuls voor de werkgelegenheid
en de middenstand in de omgeving.
Hij doelt daarmee op de zes werkne
mers van het casino en de inkopen
voor het eten en drinken. „Je moet
eens kijken wat er verteerd wordt en
Zeeuwsch-Vlaanderen ligt toch een
beetje op zijn kont. Er zijn veel
middenstanders die op hun dood zit
ten te wachten....".
Het spel. Met een speciale arm wordt
door de bouleur een balletje in een
grote ketel gelanceerd. Na vele rond
jes in de ketel belandt het balletje
tenslotte in één van de 26 nummers.
De speler dient door het aandachtig
volgen van het spelverloop, namelijk
door te kijken waar de bal de rand
verlaat, te voorspellen in welk num
mer het balletje terecht komt. Loopt
de kogel een vakje voorbij op het
nippertje, dan valt hij met grote ze
kerheid in het tegenoverliggende vak
je. „Voor mij is het voor honderd
procent een behendigheidsspel be
weert Versprille. „Maar het vergt wel
een bepaalde studie, observatie. Je
kunt nooit zo naar binnen komen en
spelen. Je moet eerst berekeningen
maken".
Het casino in Thermidor heeft een
vaste kring klanten. Hun regelmatig
bezoek is volgens Versprille hoofdza
kelijk gebaseerd op goklust. „De men
sen wagen graag een gokje". Verspril
le weet er alles van. Zelf is hij ook een
regelmatig bezoeker van casino's.
„Dan probeer ik gewoon wat geld te
verdienen", legt hij uit. Maar je moet
niet denken datje er rijk van wordt".
Rien ne va plus in Kapellebrug. Ther
midor op een doordeweekse avond,
niet eens zo laat. Er zijn zo'n zes
bezoekers, maar het is nog vroeg...
Allen zijn ze onberispelijk in het pak
gestoken; ook de dames zien er ver
zorgd uit. De muziek speelt en het
balletje rolt, aandachtig gevolgd door
de spelers. Versprille is maar al te
bereid zijn kunde te tonen. „Ik sta zelf
bekend als een behendig speler", zegt
Foto boven:
Thermidor tijdens een doorde
weekse avond.
Foto onder:
De rijkspolitiemensen rollen de
'ketel' naar buiten tijdens een
inval in Thermidor in 1984.
hij onverschrokken. „Ik ben een
beetje de schrik der casino's". Die
opmerking nodigt de aanwezigen uit
onbedaarlijk te lachen. Bovendien
zullen ze het later, wanneer Versprille
eens misgokt met alle plezier herha
len. Maar hij zei het al: in het casino
ontspant men zich.
„Het spel luistert erg nauw", vertelt
Versprille, terwijl hij zijn blik onop
houdelijk op het balletje richt. „Een
haar in de ketel kan al twee nummers
schelen". Elk stofje telt, dat is duide
lijk. Om die reden poetst de bouleur
ook met grote regelmaat het balletje
schoon. En om dezelfde reden luistert
Versprille ook met zorg naar het
geluid dat het rollende balletje pro
duceert. „Als de bal klingelt, speel ik
niet". Het gaat de gokker goed. Bin
nen enkele slagen (beurten) heeft
Versprille al zo'n 1000 gulden winst.
„Zie je, ik kan ze weieens bang
maken in het casino", zegt hij met
een onverbloemde glimlach. De -
veelal Belgische - omstanders lachen
en grappen. 'Professor', noemen ze
hem schertsend.
Na ongeveer een half uur lijkt het
geluk van Versprille, of de behendig
heid, te keren. Hij verliest enkele
slagen. Zijn winst is aanzienlijk ge
daald. Gaat de vermoeidheid van de
ogen een rol spelen? „De schrik van
het casino", roepen de Belgen nu
haast juichtend. Een van hen, iemand
die van gokken zijn broodwinning
heeft gemaakt (hij wint dagelijks on
geveer 200 gulden): „Als je wint. moet
je stoppen". Het is de aloude wijze
raad van beroepsgokkers.
Versprille geeft het ruiterlijk toe. „Ei
genlijk moet ik nu stoppen". Maar
wanneer het balletje voor de zoveelste
keer in de ketel wordt gerold, kan hij
de verleiding niet weerstaan. Vastbe
raden observeert hij het spelverloop.
En dat werkt. Binnen enkele slagen
en met forse inzetten wint Versprille
30.000 francs: grofweg 1650 gulden.
Dan volgt weer die glimlach van de
winnaar. En wijzend op de joelende
anderen: „Ze kunnen het gewoon niet
hebben. Ze verliezen zelf steeds".
Even valt een stilte. En op de achter
grond klinkt het onverstoorbare ge
luid van het cassettebandje: .Some
gotta win. some gotta loose Goodbye,
Charlie's got the blues
René Groeneveld
SIESA
SAS VAN GENT „Siesa". Het is
een typisch Sasse uitdrukking die
gebruikt wordt wanneer mensen op
gelucht zijn dat iets voorbij is, goed
is gelukt en zonder kleerscheuren
afgerond. Beide lettergrepen krij
gen bij de uitspraak evenveel accent
en men herkent een Sassenaar feil
loos aan de uitspraak van het veel-
gebezigde woordje.
Het lijkt dan ook enigszins tegen
strijdig dat Siesa juist is uitgekozen
als naam voor een beginnende to
neelclub. Tenslotte is er nog niets
voorbij, integendeel het moet nog
allemaal beginnen. Maar een verkla
ring is snel gevonden. Siesa is geheel
pretentieloos gekozen. Zonder de be
doeling te hebben dat er een diep
gaande betekenis achter moet zitten.
„Gewoon omdat het een echte Sasse
uitdrukking is. Eentje die ons als
eerste te binnen schoot", verklaart
Robby Colpaert, één van de initia
tiefnemers van de nieuwe Sasse to
neelclub. Er moet al ver in het geheu
gen teruggegaan worden om te we
ten dat er in het grijze verleden ook
al eens een toneelclub was in Sas van
Gent. Een erg succesvolle weliswaar,
want de Rooms-Katholieke Toneel
vereniging bracht jaarlijks voor een
uitstekend gevulde zaal optredens in
het Patronaatsgebouw. Nu beter be
kend als de 'Roselaer'. „Maar we zijn
beslist geen opvolgers van die to
neelvereniging", zegt Fred Aaldijk
met nadruk. „Wij zijn eigenlijk voort
gekomen uit carnaval en circus "t
Saaasss'. Er leefde bij ons de behoef
te om alles serieuzer aan te pakken.
Iets met een consequente lijn erin".
Dat resulteerde in een eerste kennis
makingsbijeenkomst op 18 septem
ber in het Schippershuis. Een heel
stel Sassenaren, die al jaren bekend
zijn van het carnaval en dan vooral
het plaatselijke gebeuren op de
maandag, wanneer Sas van Gent
overstroomd wordt met straattoneel
en de mensen die rijkelijke ideeën
hadden voor het inmiddels bekende
circus "t Saaasss', waren op die
vergadering aanwezig. „Al gauw
kwam naar voren, dat als ze iets in de
toneelrichting wilden gaan doen, dit
per se niet eenmalig mocht zijn.
Iedereen die mee wilde doen. moest
ook met vrij grote zekerheid kunnen
zeggen, dat ze tot het einde toe mee
zouden doen. We hebben er niets
aan. dat iemand halverwege de repe
tities wegloopt", zo geeft Fred Aal-
dijk de serieuze plannen aan.
De toneelvereniging 'Siesa' tijdens een repetitie.
Uiteindelijk bleven er na die verga
dering tien mensen over, vijf man
nen en vijf vrouwen. „En toen kwam
eigenlijk de tegenvaller", vindt
Robb.v Colpaert. „We hebben er in
het begin misschien wel iets te licht
over gedacht, maar er kwam een
heleboel werk bij kijken.
Maar we hebben 't vanaf het begin
toch professioneel proberen aanpak
ken. Eerst hebben we ons laten in
schrijven in de Kamer van Koophan
del, daarna een bestuurtje gekozen
en direct daarna een paar stukken
aangevraagd om daar in de groep
over te praten. Bovendien kwamen
we al snel in contact met een echte
regisseur, die het wel zag zitten met
ons". Van die regisseur heeft Siesa
overigens niet lang plezier gehad.
Het was Kris Cauwenberghs. een
Vlaamse acteur die furore maakt bij
de BRT-programma's Rigoletto en
Liegebeest en bovendien een eigen
cabaretgezelschap heeft in Antwer
pen. Dat laatste programma werd zo
succesvol, dat Cauwenberghs geen
tijd meer had om naar Sas van Gent
te komen en daardoor zat Siesa
zonder regisseur.
Geen nood echter voor de onderne
mende nieuwe Sasse toneelspelers,
die inmiddels zaalruimte hadden ge
vonden in het zaaltje van de Rooien
Oedt. De maandag was inmiddels tot
vaste repetitie-avond uitgeroepen.
Vier mensen gingen zelf maar op
cursus en zodoende zitten Robby
Colpaert, Fred Aaldijk. Otto Tromp
en Annie van Hoecke op de cursus
'regie en spel', die wekelijks in Ter-
neuzen wordt gegeven door Ad van
Noord. „We zijn er pas mee begon
nen. maar de cursus duurt driejaar",
zegt Otto Tromp. „We besteden veel
aandacht aan ademhaling, concen
tratie, improvisatie en leveren kritie
ken op elkaar". Het was overigens
niet het eerste contact, dat Siesa had
met het Zeeuws Centrum voor Ama
teurtoneel (ZCA). Op de Speelspiegel
in het najaar 1984 in Hulst werd al
een zelf geschreven stukje gebracht
en door de contacten met de ZCA is
de Sasse toneelclub in contact geko
men met de regisseur Wim Huy-
brechts uit Goes. „Die komt ons
vanaf maandag elke week bijstaan
bij de instudering van ons stuk 'De
voordeur stond open' van Max An
drea", voegt Fred Aaldijk daar aan
toe.
Elke startende vereniging kent na
tuurlijk financiële problemen. Daar
om is er door Siesa subsidie aange
vraagd bij het gemeentebestuur en
dragen de leden via een fikse contri
butie biJ tot het financieel gezond
starten van de vereniging. „Alleen
het tekstboekje al kost ons 150 gul
den", rekent Thea de Boeije voor.
„Dan moeten we de auteursrechten
betalen, zijn er kosten voor verlich
ting, decor en attributen". „Mensen
kennen ons als een stel mensen die
houden van veel jolijt. Natuurlijk
hebben we ook veel plezier bij de
repetities, maar je kunt er van op
aan. dat we alles serieus aanpakken.
We zijn zo langzamerhand begonnen
en proberen in het komende najaar
een voorstelling te geven. Het wordt
een blijspel, een klucht eigenlijk in
drie bedrijven".
Over belangstelling heeft Siesa in
haar prille bestaan nog niet te kla
gen gehad. De roem snelt de toneel
club duidelijk voorbij, want inmid
dels zijn er al een heel stel kinderen,
die ook graag toneel willen spelen en
zich hebben aangemeld bij Siesa.
„Ongelooflijk gewoon", vindt Fred
Aaldijk. „We wisten in het begin niet
wat we er mee aan moesten, omdat
we voor ons zelf nog niet helemaal
rond waren. Daarom hebben we con
tact opgenomen met het ZCA en die
sprongen een gat in de lucht. Ze
waren zelf al een tijd lang op zoek
naar een jeugdgroep. Dus de jonge
Siesa'tjes krijgen nu begeleiding van
het ZCA. Inmiddels zijn er veertien
kinderen lid van Siesa".
„De sfeer is goed bij ons, maar dat
komt natuurlijk omdat we allemaal
echte Sassenaars zijn", besluit Wies
Rademakers. „Siesa is niet meer
stuk te krijgen", zegt Fred Aaldijk
zelfverzekerd en de groep juicht
instemmend. Siesa bestaat uit Ro
nald Möring, Wies Rademakers, Mo
nique Polfliet, Robby Colpaert, Otto
Tromp, Fred Aaldijk, Claudine
Mijnsbergh, Annie van Hoecke,
Thea de Boeije en Wil Aaldijk.