elk graf een MONUMENT waarheen na de iraanse revolutie PZC/weekendkrant ZATERDAG 28 JULI 1984 17 De rode grafsteen staat apart van de andere. Al leen, op een hoek waar twee straten elkaar kruisen - een leidt om het hele, oneindig lijkende complex heen, de an der biedt toegang tot het blok van keurig symmetrische rij en waar de slachtoffers van anno 1981 hun laatste rust plaats gevonden hebben. Er staat een fles op de rode grafsteen, halfvol met water maar zonder bloemen. Daar naast liggen drie bosjes, vers en geurend. Er is een foto, in een kleine, bruinieren lijst, van een jongen met een jeug dige, dunne baard en een on zekere glimlach. Kennelijk een van de duizenden die nooit is teruggekeerd, zelfs niet naar deze stad van de eeuwigheid. Op de grafsteen staan slechts de woorden gebeiteld: „Het graf van de naamloze martelaar"In Iran zijn er geen graven van onbekende soldaten, slechts onbekende martelaren. De Beheste-e-Zahra, het Paradijs der Bloemen, is de begraafplaats van Te heran die de laatste jaren is uitge groeid tot een stad-achtig complex waar de complete recente Iraanse geschiedems op de voet te volgen is, van martelaar tot martelaar. Je zou het een monument van de revolutie kunnen noemen. Er liggen de doden van de revolutie zelf, de honderden die, na jarenlang zwijgen, zes jaar geleden de brede boulevards van Teheran op trokken, rechtstreeks de mitrailleurs van het leger tegemoet. Er werden er honder den neergemaaid. maar eenmaal op gang was de massa niet meer te stuiten. Dag na dag gingen de demon stranten de straat op, schreeuwend voor een oude man met een lange witte baard, die in een tuin in een buitenwijk van Parijs heel rustig sprak over de Islamitische Republiek die hij ging stichten, een uitleg aan een westerse wereld die op dat mo ment nog zelfs niet wist wat een ayatollah was. In het blok waar de martelaren van die woelige dagen van zes geleden liggen begraven, is het nog verlaten op de vroege vrijdagmiddag. Later begint het Paradijs der Bloemen lang zaam vol te lopen. Niet alle graven zijn voorzien van de aluminium rek- werken die wèl boven elk graf van de martelaren van de zogenaamde „op gelegde oorlog" tegen Irak prijken. Slechts hier en daar zijn de verkleurde foto's te aanschouwen van hen die in de vóorste linies mee marcheerden. De families die nu, in auto's en op brommers, in bussen en vrachtwa gens in aantocht zijn, trekken naar de keurige lange rijen grafstenen die meer recentelijk gelegd zijn. verminkt Elk graf is hier een klein monument geworden. Er wapperen vlaggen, het groen van de islam en het groen, wit en oranje van Iran. In de aluminium constructies zijn vaak tientallen fo to's geplaatst - van het slachtoffer op school; lachend met zijn vrienden uit het basketballteam; trots, de borst vooruit, in uniform, of poserend met geweer of anti-tankraket; van de be grafenis die keer op keer een massale gebeurtenis blijkt te zijn geweest: van de imam, ayatollah Chomeini of een van de andere religieuze leiders van de Islamitische Republiek; en ook. hoe verbijsterend het ook mag zijn voor de westerse toeschouwer, van het lijk - kleurenfoto's van over het algemeen zwaar verminkte licha men. In de genummerde blokken (anders zou je dagen bezig kunnen zfjn om de laatste rustplaats van man, vader, zoon of broer te vinden) liggen niet alleen de martelaars van de oorlog met Irak, maar ook zij die sneuvelden in de harde strijd van de stadsguerril- la die uitbrak in de eerste jaren na de revolutie. „Hojatoleslam Mustafa Ho- jati", valt op een steen te lezen. „Hoofd van het comité in district nummer 8. Tot het martelaarschap verheven door de hand van de huiche laars". De huichelaars in kwestie zijn de leden van de Mujaheddin e Chalk, de linkse beweging die vanaf begin 1981 het regime van Chomeini de oorlog verklaarde en in juli van dat jaar zijn grootste slag sloeg door in één bom aanslag de hele leidmg van de rege ring en de regerende Islamitische Re- publikeine Partij regelrecht naar het eeuwige leven te blazen. De 72 man die toen gedood zijn, hebben een speciale plaats gekregen. Zij waren de leiders van het eerste uur - president Rajai. premier Bahonar, ayatollah Behesti. En hun graven zijn nu een bedevaartplaats geworden, de nieuwste martelaren van formaat in de lange, rijke geschiedenis van de sjiietische drang naar het martelaar schap. Zeker bij het graf van Behesti, de man die van dag tot dag in de eerste tweeëneenhalf jaar na de revo lutie de strategie bepaalde om alle weerstand tegen de pure Islamitische Republiek te elimineren, wemelt het van de mensen. De mensen hurken, strooien roze bloemblaadjes over de grafsteen en raken hem even aan Sommigen blijven er een half uur zitten. fonteinen kingsceremomen waarbij de klaag zang over het hele kerkhof gebazuind wordt door luidsprekers die gevoed worden door een kleine generator die in de processie mee wordt gedragen. In Beheste-e-Zahra is de Iraanse revo lutie. met al zijn bloed, zweet en tranen, met al het geloof dat eraan gepaard gaat, tastbaar en op een tegenstrijdige manier levend, zoals dat in de rest van Teheran eigenlijk niet meer het geval is. Op de trottoirs in het centrum van de hoofdstad zijn nog altijd de "stars and stripes' geschilderd, samen met die onmisbare leus: 'Down with USA' Maar de verf is in de loop van de tijd vervaagd en de enigen die het nog opmerken zijn de buitenlanders, die er weer door herinnerd worden aan alle vooroordelen waarmee zij in Iran arriveerden. uitgeput Het beeld van de Iraanse revolutie, van de gigantische demonstranties tegen Amerika en liet Westen, de gijzeling van de Amerikaanse diplo maten en de herhaaldelijke waar schuwing van ayatollah Chomeini dat zijn revolutie ook voor export vatbaar is, heeft een dusdanig sterke indruk op de westerse psyche ge maakt. dat zelfs nu. ruim vijf jaar na de revolutie, de rillingen bij de men sen nog over de rug lopen als je hen meedeelt op het punt te staan naar de Islamitische Republiek af te reizen. Maar Teheran is veranderd, tot rust, gekomen. Of. zoals een diplomaat het verwoordde: „Na vijf jaar revolutie is men moe geworden Uitgeput. Men verlangt naar de rust van een normaal dagelijks bestaan". Of er van een normaal dagelijks be staan sprake is. is aanvechtbaar. Ze ker is echter wel dat de situatie in Iran dusdanig gestabiliseerd is. dat alle revolutionaire uitingen m feite gein- stitutionaliseerd zijn gebed Het is vrijdagochtend en de gelovi gen stromen uit alle hoeken van Teheran naar het universiteitster rein in het centrum van de stad voor het gebruikelijke vrijdagsgebed. Sinds de islamitische revolutie zijn de massale bijeenkomsten een vaste gewoonte geworden. Een feilloos georganiseerd instituut, waarbij alle nog andere hoogwaardigheidsbekle ders Rechts van hen twee speciaal geselecteerde groepen - schoolklas sen. jongens tussen de tien en twaalf jaar oud. die een rode band om hun hoofd gebonden hebben met daarop de tekst: „Wij vechten voor Allah". Naast hen zitten zij die de strijd wel overleefd hebben, maar er niet onge schonden uitgekomen zijn. Jongens, en ook grijsaards, die gehuld in licht blauwe pyjama's op krukken het ter rein zijn komen ophobbelen. of wier armen gewikkeld zijn in gigantische verbanden. Gezichten waarop nauwe- gens heb je het gevoel dat het revolu tionaire er van af is Men komt. men buldert de standaardkreten. men luis tert naar de lange preken, men bidt en gaat naar huis tot het weer vnjdag is Het is een uiting van geloof, maar ook een instituut zoals bij ons op elke derde dinsdag van september Prins jesdag. In een alleen staand h'uis aan de rand van de rijke wijken van het koele Noord-Teheran woont een luitenant- (leHlOCrQtie kolonel b.d. De vertrekken zijn wat ons soms ook was, was ik er door gegrepen" .Maar een revolutie kan niet eeuwig duren Zelfs Mao met al zijn culturele revoluties er tussendoor kon dat met bewerkstelligen De revolutie wordt de nieuwe status quo. met de revolu tionairen als nieuwe gevestigde orde. de aristocraten. Dat kan niet anders Uiteindelijk zijn het toch altijd de pragmatici die op de juiste stoel blij ken te zitten?" spekgladde straten waar elke Iraniër lijkt te kampen met een majestueus doodsverlangen aan de kant „De revolutie heeft hier zolang ge duurd omdat met het vertrek van de sjah de strijd nog niet gestreden was. Er had een uiterst brede coalitie van vaak tegenstrijdige krachten gea geerd om hel vertrek van de sjah te bewerkstelligen. Al deze verschillen de partijen en groeperingen gingen na februari 1979 elkaar te lijf", ver telt een diplomaat die een groot deel van het tijdperk na de revolutie van nabij heeft kunnen bestuderen. „Onder leiding van Behesti hebben de clerus en de seculaire voorstanders van een islamitische republiek lang zaam maar zeker de andere groepen aan de kant geschoven Eerst werd hard opgetreden tegen de met-Pera- sche minderheden - de Koerden, de Azerbeidjanis Daarna tegen de onaf hankelijke linkse partijen - de Fe- dayeen en vooral de Mujaheddin. Be hesti had het zorgvuldig voorbereid: een voor een gingen zij eraan De laatste slag. begin vorig jaar toen de sterk van Moskou afhankelijke Tu- deh-partij massaal werd opgerold, heeft hij natuurlijk niet meer meege maakt, maar daarmee was de strijd belist. de revolutie over" verborgen strijd Anderen bestrijden dat. „De revolutie is niet alleen in Beheste-e-Zahra te vinden. Natuurlijk heeft één kamp. laten we het gewoon de Islamitische Republikeinse Partij (IRPi noemen, de macht in handen. Maar sinds dat een feit is, is de eenheid binnen dat enge kader van de IRP ook gedeelte lijk zoek Verschillende fracties staan verschillende beelden voor ogen over hoe de Iraanse maatschappij ontwik keld moet worden' stelt een Iraanse medewerker van een westerse ambas sade „Wij noemen hen de Mianchrou en de Tondrou - de gematigden en de radicalen, letterlijk zy die op een normaal tempo lopen en zij die hard lopen Het is een beetje een verborgen strijd. Want beide maken natuurlijk deel uit van de gevestigde orde en Chomeiny kan nooit klakkeloos voor de een of de andere kiezen. Maar vuordat we kunnen vaststellen in pre cies welke richting Iran zich zal ont wikkelen, zullen we eerst moeten zien wie de overhand krijgt'' Over de grote principes zijn de heren die het nu in Teheran voor het zeggen hebben eens - over een onafhankelij ke buitenlandse politiek („niet Oost, niet West. maar Islamitisch"), over de noodzaak alleen hen tot het politiek proces toe te laten die heilig in een islamitische republiek geloven. wegen om het universiteitsterrein heen gesloten worden en de gebedsta pijtjes zelfs op de straten gelegd moeten worden omdat er op het grote veld van de universiteit zelf geen ruimte meer is. Hoeveel gelovigen er nog elke week gehoorzaam komen opdraven weet niemand, maar het moeten er zeker ccn paar honderd duizend zijn. Recht voor het podium, dat rond een uur of elf betreden zal worden door niemand minder dan hojatoleslam (hetgeen zoiets als onder-ayatollah betekent i Hashemi Rafsanjani. de voorzitter van het Iraanse parlement, zitten de mullahs, hoge officieren uit het leger of de marine, ministers en lijks een glimlach te bespeuren valt en donkere ogen die soms in de verte kijken op een manier dat je je niet hoeft af te vragen waar hun gedachten zijn. en naast hen een peloton in rolstoelen. aernout van lynden De massa schreeuwt en huldigt en zwaait met de vuisten in de lucht als Rafsanjani dan eindelijk het podium betreedt Makbar Amerika. Makbar Saddam. Makbar Israel Weg met. de lijst is bijna oneindig lang maar het zijn dezelfde oude kreten, en er- zwaar gemeubileerd met donkere kasten, bureaus en tafels, namaak Louis XIV en namaak Louis XV. dat even populair is in Cairo en Beiroet, en pluche banken en stoelen. De overste is nog even buiten dienst als toen ik hem drieëneenhalf jaar geleden voor het eerst in Teheran ontmoette. Toen was hij nog - ■.->ker of hij wel zou blijven, zijn vrouw wilde weg. Ondanks de dood van duizenden collega's aan het front is hem nimmer gevraagd weer in dienst te treden Toch is hij gebleven „Dit had ik nooit wallen missen - de geschiedenis die elke dag voor je eigen ogen gemaakt wordt. Een onbegrensde omwente ling. Hoe angstaaniagend het voor Hij is een opmerkelijk figuur deze luitenant-kolonel die niet naar het buitenland vluchtte, maar in eigen land bleef om een revolutie die tegen zijn klasse gericht was te bestuderen, mee te maken. Toch was er altijd een vage hoop bij hem gebleven dat uiteindelijk de si tuatie anders zou uitpakken, een wes terse democratie gevestigd zou wor den Aarzelend geeft hij dat wel toe. de glimlach die vaak zijn lang relaas over de verschillende gebeurtenissen sinds onze laatste ontmoetting bege leidde, is nu verdwenen. „Ja. we weten dat er nu voor ons geen toekomst meer is. Wij zijn de nieuwe verderfehj- ken der aarde - de middenklasse die de eigen cultuur en geloof verloochen de in de jacht naar de twintigste eeuw Precies de klasse waarvan de huidige leiders af willen" Even keert de glimlach terug, maar het is er een van zelfspot De ogen doen niet mee, zijn moe en verslagen. Bij vertrek word ik gevraagd geen naam te gebruiken, „waarom zou je om problemen vragen" Buiten regent het zachtjes, zoals in de vroege avond begin juni wel meer het geval is De zomer moet nog van zich laten blijken .Een revolutie kan niet eeuwig duren'de woorden blijven bij me als ik uiteindelijk een taxi vind en weer richting centrum rijd door de In Beheste-e-Zahra is alles mogelijk. Er zijn de nu beroemd geworden fonteinen aangelegd waaruit roodge kleurd water van verdieping naar verdieping klettert als een weinig subtiele herinnering aan het bloed dat de martelaren in de heilige oor log opgeofferd hebben. Er is de smart die in het klein en in het groot geleden wordt. Het privé-leed van de vrouw die over het graf van haai man, een luchtmachtpiloot blijkt uit de foto's, voorover gebogen ligt, zachtjes snikkend, terwijl haar klei ne zoon, een onzekere en bezorgde uitdrukking op het gezicht, steeds maar om zijn moeder heen loopt. Maar ook het leed dat met trommels en toeters in een opmars van tiental len mensen herdacht wordt - herden- koran De problemen rijzen echter over de vraag wat nou wel of niet islamitisch is. Betekent bijvoorbeeld het feit dat in de Koran, het heilige boek van de Islam, staat dat men voor de armen moet zorgen, dat de industrie en de handel met het buitenland genatio naliseerd moet worden? Volgens de radicalen wel. De conservatieve cle rus vat de woorden van de profeet letterlijk op en stelt dat er nergens over nationalisatie in de Koran te lezen valt. Een houding die mis schien ook niet verwonderlijk is ge zien de nauwe banden die de clerus traditioneel met de handelaren van de bazaar (die niets van nationalisa tie moeten hebben) erop nahoudt. „In politiek opzicht zou je kunnen stellen dat de revolutie over is", zegt een militaire attaché uit een islami tisch land „De islamitische republiek zal blijven en wordt met meer be dreigd door een interne oppositie Maar sociaal-economisch moet de re volutie eigenlijk nog beginnen. De richting die de revolutie zal inslaan, is nog niet duidelijk. Daar wordt nog over gevochten en uiteindelijk zal Chomeini daarover het laatste woord spreken' zakenlui Tijdens m'ijn laatste bezoek aan Te heran, drieeneenhalf jaar geleden, werd de stad nog beheerst door anar chie en revolutie. De oorlog met Irak was net begonnen, de strijd tussen de regering en de Mujaheddin laaide op, overdag was de stad vol rumoer en geruchten, 's nachts werden de stra ten beangstigend overgelaten aan de niet altijd even gedisciplineerde le den van de Pasdaran, de revolutio naire garde. Behalve een handjevol diplomaten en journalisten viel er nauwelijks een buitenlander te be kennen. Het waren de dagen van de Amerikaanse gijzelaars en de hotels hadden het zwaar te verduren, de meeste waren leeg. Nu is het voor een groot deel van het jaar haast onmogelijk een kamer er gens in Teheran te vinden. De Iraanse hoofdstad loopt weer over van de buitenlanders de meesten uit het Westen. Allen met een en hetzelfde doel: contracten ondertekenen, zaken doen. Terwijl de Islamitische Repu bliek internationaal politiek gezien genegeerd wordt, nog altijd met een hevige isolatie te kampen heeft als ten tijde van de Amenkanse gijzelaars, zijn de economische banden weer zo nauw aangetrokken dat bijvoorbeeld Nederland al weer goederen ter waar de van bijna anderhalf miljard gulden per jaar naar Iran exporteert. „Het parool is: niet zeuren over poli tiek, maar gewoon zaken doen. Dat is niet altijd even makkelijk, want aan de organisatie hier ontbreekt hel soms nog wel. en zeker aan de be voegdheid om beslissingen te nemen Maar de markt en de wil zijn er. en er wordt keurig betaald' vertelt een vermoeide zakenman uit Beiroet aan het einde van een lange dag van onderhandelen. Buiten zijn de straten nog vol. de lichten aan. dc winkels nog open. Een heel ander Teheran dan drie jaar geleden „Wij zouden politiek gezien wat van al die zakenlui moeten opsteken. Die ambtelijke en politieke angst voor dit land is zo kortzichtig", jammert een Europese diplomaat. „Die minis ters zouden eens goed naar de kaart moeten kijken - Iran is te groot en te belangrijk om te negeren. De hele oostelijke kant van de Perzische Golf is Iraans, een grens van honderden kilometers met de Sowjet-Unie en Afghanistan. En dan steeds maar niet met dit land onderhandelen? Dat kan toch alleen maar fout zijn. De revolu tie was ruim vijf jaar geleden. Iran is veranderd, het werd tijd dat de poli tici zich dat eens realiseerden".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1984 | | pagina 17