WINTERLICHT nieuwe roman van jeroen brouwers
GOUDEN TIP VAN
EEN MAITRESSE
honderd jaar
nul-meridiaan
PZC/ weekendkrant ig v
ZATERDAG 21 JULI 1984
Het is te danken aan de ijver waarmee ruim 300 jaar geleden de hertogin van Portsmouth
van bed naar bed huppelde, dat de nul-meridiaan door de Oostlondense wijk Greenwich
loopt, en dat er zoiets als een Greenwich Mean Time (GMT) bestaat. Zij vertelde in 1674 aan
de Engelse koning Charles II (met wie ze een verhouding had) dat een vriend van haar, de
Fransman Le Sieur de Pierre (met wie ze ook een verhouding had) de oplossing had gevonden
voor een probleem waai mee zeelieden al eeuwen kampten.
Le Sieur de Pierre, aldus de hertogin,
had een methode bedacht waarmee
het mogelijk was te bepalen hoever
oostelijk of westelijk men zich van elk
gegeven punt bevindt. Dat kon je
doen, zo had hij ontdekt, door de
beweging van de maan ten opzichte
van de sterren te bestuderen.
Dat was inderdaad een belangwek
kende ontdekking. Want hoewel zee
lieden wel al lang konden bepalen op
welk punt tussen evenaar en pool ze
ergens zaten - dat kon je doen door de
hoek te meten tussen de Poolster en
de horizon - was datzelfde in termen
van oost en west niet mogelijk.
In hedendaagse termen: je kon. mid
den op zee. uitrekenen op hoeveel
graden noorder- of zuiderbreedte je
schip lag te dobberen, maar niet op
hoeveel graden ooster- of westerleng
te. Dat maakte een exacte plaatsbe
paling onmogelijk, en dat veroorzaak
te veel ongemak voor het varende
deel der natie. Wat het bepalen van de
juiste positie nog moeilijker maakte,
was dat de scheepschromometer nog
'moest worden uitgevonden.
goud
is), de loop van de maan. En in 1/67 -
bijna een eeuw na het gesprekje tus
sen Charles II en zijn wilde vriendin -
was het probleem van plaatsbepaling
in termen van lengtegraad voorgoed
gekraakt
Toen kwam de 'Nautische Almanak'
uit. een reeks tabellen en tijden met
behulp waarvan het mogelijk was te
bepalen of men al in de buurt van
Borneo zat, of waar dan ook. Die
almanak had de - in principe wille
keurig bepaalde - nul-meridiaan door
Greenwich lopen.
werd de behoefte in Engeland en
andere landen steeds groter aan
zoiets als een standaardtijd. Want het
was tot dan toe maar een rommeltje
met de tijdrekeningen.
Men kende in die jaren namelijk de
'zonnetijd', die ervan uitging dat het
12 uur is als de zon door het zuiden
gaat. In de praktijk betekende dat.
dat iedere plaats op aarde zijn eigen
tijd had, aangegeven door de klok op
raadhuis of kerktoren. Hoe oostelijker
men kwam. hoe meer die klokken
vóórliepen.
Dat werd een onhoudbare situatie,
vooral toen geregelde diensten per
Charles behandelde de tip van zijn
maitresse als puur goud. en riep
gelijk een Koninklijke Commissie in
het leven die de opdracht kreeg de
theorie van Le Sieur de Pierre te
bestuderen. De conclusie van die
commissie luidde: de Fransman heeft
gelijk, maar we hebben er niets aan.
Voor een vruchtbaar gebruik van de
almanak was het nodig, vaste gege
vens over de tijd te hebben, met
name de tijd in Greenwich. En dus
ging het dorp ook in het opzicht van
tijdrekening een steeds belangrijker
rol spelen. De gevolgen daarvan zijn
nog heden in Greenwich te zien.
Op een toren van het complex gebou
wen dat tot het koninklijk observato
rium behoort, bevindt zich een grote
rode bal met een staaf erdoor heen.
Tot op de dag van vandaag wordt
dagelijks enkele minuten voor één uur
's middags de bal naar het hoogste
punt van de staaf gehesen, om om één
uur precies weer naar beneden te
vallen.
Dit eerste openbare tijdsein ter we
reld - destijds vooral met het oog op
de Londense scheepvaart gemaakt -
dateert van 1833. Rond diezelfde tijd
henk dam
postkoetsvan start gingen en. wat
later, de eerste treinen gingen rijden.
Het waren de Britse Spoorwegen die
voor hun netwerk met de tijd van
Greenwich. Greenwich Mean Time,
gingen werken. Die tijd werd in 1880
door het Lagerhuis in heel het konink
rijk verplicht gesteld.
Zo verloor de wereld zijn onschuld.
Men kan lang nadenken over de maat
schappelijke gevolgen van het invoe
ren van standaardtijden. Dat deed in
1894 de franse anarchist Martial Bour-
din. die in Engeland in ballingschap
leefde, ook.
Hij kwam tot de conclusie dat de
maatschappij aan de tijd ten gronde
aan het gaan was, en besloot daarom
het observatorium van Greenwich op
te blazen. Met een grote hoeveelheid
explosieven trok hij daar naar toe.
Uiteindelijk blies hij alleen zichzelf
op. omdat zijn bom 40 seconden te
vroeg afging. Tempus fugit. zoals de
Romeinen al zeiden. De tijd vliegt.
Terzake. De zich steeds meer uitbrei
dende communicatiemogelijkheden
in de wereld maakten het nodig, dat
er niet alleen op landelijk, maar ook
op mondiaal niveau afspraken om
trent tijd en plaats werden gemaakt.
Een reeks internationale conferen
ties boog zich over dat probleem.
Daar was alle reden toe. Want zoals de
Britten de nul-meridiaan door Green
wich hadden lopen, hadden de Fran
sen 'm door Parijs, en de Portugezen
door Lissabon. Er waren zo niet min
der dan elf nul-meridianen. Dat kon,
omdat zoals al gezegd er geen dwin
gende redenen van geografische aard
zijn om 'm waar dan ook te laten
lopen.
Dat had ook gevolgen voor de tijd. De
Fransen baseerden hun tijd op hun
nul-meridiaan, de Portugezen op die
van hen, etcetera Zo was het slecht
afspraken maken voor het zich steeds
sneller voortbewegende handelsver
keer. en dus werd er iets aan gedaan.
Op 13 oktober 1884, 100 jaar geleden
dus, werd in Washington de conferen
tie gehouden die het probleem voor
eens en voor altijd regelde. Er waren
25 landen vertegenwoordigd die uit
eindelijk met overgrote meerderheid
voor Greenwich kozen. Dat wil zeg
gen: voor een nul-meridiaan die door
Greenwich loopt.
Ook Nederland, in de persoon van de
buitengewoon afgezant en gevol
machtigd minister G. de Weckerlin,
stemde voor. Eén land, San Domingo,
stemde om wat voor reden dan ook
yiïTinterlicht'. het nieuwe boek van Jeroen Brou-
W wers wordt ons gepresenteerd als een roman.
En nog wel als een roman, voortgekomen uit zijn
vorige boek, 'De laatste deur', het essay over de
zelfmoordenaars in de Nederlanderse letteren. Het
was Brouwers opgevallen dat veel van de schrijven
de zelfmoordenaars zich enkel in de periferie van de
letteren hadden bewogen. Ze waren niet erg bekend
of volkomen onbekend, en hun zelfmoord - hoewel
éven 'nieuwe' - bracht geen verandering in de
waardering voor hun werk.
Op een of andere manier heeft Brouwers zich altijd
solidair gevoeld met mislukkelingen en dutsen, Ook
getuigt zijn werk keer op keer van bezetenheid van
de dood. van ware doodsangst, opgejaagdheid. Hoe
wel hij nog maar 44 jaar is. doet hij of hij zich haasten
moet en of hij dermate is afgeleefd dat. zelfs het
plukken van een bloem hem in ademnood brengt
Hoewel hij in de twintig jaar dat hij nu publiceert
beslist beroemd is geworden als romancier en pole
mist blijft hij - en dat is een zegen - twijfelen aan
zichzelf. Zijn schrijverschap heeft als ene pool een
haast, bombastische zelfoverschatting, zich uitend in
een tot manier geworden ronkend-retorisch taalge
bruik. en als andere pool een bijna weerloze, ontwa
penende onzekerheid. Zijn mededogen voor de kneu
zen komt natuurlijk uit het laatste voort hoe bekend
hij ook is. zóu het niet eens kunnen zijn dat hij
niettemin bestemd is voor een algehele vergetelheid,
zelfs nog tijdens het leven? Weinigen beter dan hij
immers - hij heeft twaalf jaar op een uitgeverij
gewerkt - weten hoe wisselend en grillig het lot is, hoe
wankel roem, hoe buitensporig zeldzaam waarachti
ge kwaliteit.
De zelfmoordenaars onder de literaire mislukkin
gen had hij al geèerd in 'De laatste deur'. In
'Winterlicht' wil hij een requiem geven voor een
ander soort schrijvers: het slag dat levenslang
schrijft en publiceert, dat een heel oeuvre op zijn
naam heeft, en dat niettemin op geen enkele manier
meetelt. Geen criticus bespreekt de werken, geen
literatuuroverzicht, laat staan encyclopedie, ver
meldt hun naam. Al brengt een boek van hen het
soms tot een herdruk - de literatuurgeschiedenis
neemt er geen notie van. en vóór zo'n schrijver
sterft is het al of hij nooit heeft bestaan. Er is haast
geen boek meer van hem te vinden, ze zijn wegge
gooid, vernietigd, niemand stelde er prijs op.
In zo'n intens droevige figuur heeft Jeroen Brouwers
zich verdiept. Brouwers is niet van plan zelfmoord te
plegen, maar de mogelijkheid dat hij in vergetelheid
raakt, laat hij open. Hij noemt hem Jacob Voorlandt,
en geeft met die naam als het ware een vingerwijzing.
Een ware Jacob, maar hy zou zijn voorland kunnen
zijn in de dubbele zin van het woord. Er is alle reden
om aan te nemen dat Jacob Voorlandt, hoewel hij
mogelijk trekken meegekregen heeft van een figuur
die bestaan heeft, ontsproten is aan Brouwers'
fantasie. Voorlandt was dertig jaar ouder dan de
schrijver, in menig opzicht een vaderfiguur. Dat
wordt meermaais beweerd, o.a op pag 204 „Zo ik
ooit een vader of voorganger heb gehad, dan was het
Voorlandt". Maar ook was hij een ouder 'duplicaat
van hemzelf (pag. 195' en zelfs wordt het requiem
voor Voorlandt een keer onomwonden een 'requiem
voor mezelf genoemd „Wie was hij9 Ik herken hem,
hoewel ik hem nooit tevoren had gezien, ook niet op
een foto. Ik begon te beseffen dat ik altijd iets met
hem te maken had gehad, iets waarvan de oorsprong
achter de grenzen van tijd en bewustzijn lag: - hij was
'zoals ikzeir. Ik voelde mij van die eerste ogenblik
ken af aan meer met hem verbonden dan ik mij in
enige zin verbonden zou dienen te voelen met de man
die mij heeft verwekt en met de vrouw die mij heeft
gebaard, - misschien zag ik in hem wat ik zelf ooit zal
worden, en misschien dus in dit geschrift, waarin ik
Voorlandt gedenk nu hij dood is. evenveel een
requiem voor mijzelf? Alles zal blijken mettertijd"
De kennismaking tussen Brouwers en Voorlandt
is navrant. Brouwers had onder de talloze
manuscripten die hij als redacteur op een uitgeverij
moest lezen (rekenen is echter niet zijn fort, ik wees
er eerder op: 2 a 3 manuscripten per werkdag (p. 28)
levert geen 2000 per jaar (pag. 47) op!) er eindelijk
eens een getroffen dat hem enige beloften leek in te
houden.
Hij acht het zelfs in aanmerking komen voor een
aanmoedigingsprijs. Wanneer hij de auteur ontmoet
blijkt dat een verbitterde, tamelijk invalide man van
tegen de zestig te zijn die zijn leven lang al schrijft en
publiceert zonder dat ooit iemand van hem gehoord
heeft In menig opzicht lijkt Voorlandt de spreekbuis
van Brouwers
„Schrijven is een levensopdracht en heel wat anders
dan de hobby van de schrijf amateur, zo iemand die
hans warren
LETTERKUNDIGE KRONIEK
zegt 'schrijven fijn te vinden om te doen', maar er
daarnaast een veilige baan of een hem zekerheid
verschaffende broodwinning op na blijft houden. Wie
wil schrijven moet uitsluitend schrijven, en vieren
twintig uur per etmaal voor zijn schrijverij, en voor
niets anders, beschikbaar zijn. dag en nacht, alles
wat hij doet of meemaakt in het teken stellend van
het oeuvre dat hij maakt, zijn hele leven lang. en hel
beschouwen uls zijn lot dat hij niet kan ontlopen en
overigens tot in de uiterste consequentie ook niet wil
ontlopen. - dat is een schrijver. Voorlandt zei dit alles
met een nadrukkelijkheid alsof hij hel met hamertjes
in mijn hersens wilde slaan", (pag. 116/7)
Brouwers zal naar hem luisteren. Hij geeft zijn baan
bij de uitgeverij op. en hij vestigt zich als zelfstandig
schrijver m Exel. In hoeverre dit alles literair-
gestileerd is doet er hier nu niet toe - al heeft de
volstrekt anonieme persoon die af en toe een vraag
stelt tijdens Brouwers' nachtelijke schrijverijen er
misschien ook iets mee te maken
Hoe dan ook: de ik-figuur slaagt (het hele boek door
bleef ik overigens de indruk behouden dat het
onjuist zou zijn de ik algeheel met Brouwers te
vereenzelvigen!) en hij verliest de man die hem op
het pad van de vrijheid zette uit het oog.
Op 'Koninginnedag' 1983, 30 april, zijn 43ste ver
jaardag, leest hij Voorlandts overlijdensadverten
tie. Brouwers had hem op het laatst van zijn leven
nog een paar maal opgezocht in een bejaardente
huis.
Van de alleenwonende, nogal markante man, een
soort woeste, beschadigde eenling die zich met veel
drank, sigaren en dromen door het verwilderde leven
wist te slaan was niets meer over dan een door
nonnen gedirigeerde en gereinigde oude kleuter met
een gebreide muts op: ..Tijdens onze rondgang door
het gebouw stonden wij een ogenblik op de drempel
van een ruimte waar het bejaarde schimmenvolk
bezig was met verwrongen handen aquarelletjes in
elkaar te flodderen, die van de jeugdige kunsttrut
onder wier leiding dit gebeurde, mochten worden
beplakt met dorre blaadjes uit de tuin, strookjes en
lapjes textiel, plukjes uitgeplozen touw en vogelveer
tjes. Er werd geboetseerd en gevlochten en gefiguur
zaagd. Er werden plaatjes uit tijdschriften geknipt en
in schriftjes of op stukjes karton geplakt, er werden
bouwwerkjes vervaardigd van lucifers en er werden
volksliedjes ingestudeerd ('daar zat een aapje op een
stokje achter moeders keukendeur'), instrumentaal
begeleid door tikjes tegen de triangel en klapjes op
de tamboerijn. Hier was men lekker creatief
artistiek bezig in afwachting van het zoeven van df
zeis(189).
Op één aspect van het bock heb ik nog nfo
gewezen: het is goeddeels een droomboek
'gedroomd bock'. De schrijver leest in zijn dromec
bladzijden, soms hele verhalen, die hij snel op
schrijft als hij wakker wordt. Het is een prccaii
procédé, maar het heeft hier geleid tot enkel'
grandioze passages. De droomtekst 'De vervreeo
ding' en bovenal de lange dwaaltocht met Jacob
Voorlandt over de kermis en het zoeken naar hrf
meisje Gina - ze behoren naar mijn smaak tot
beste bladzijden die Jeroen Brouwers heeft geschro
Bezwaren heb ik ook wel. Begin en slot lijken ni'
mat; de fameuze 'Brouwerskreten' in de trant vat
'Nieuwe zangen voor de beurtschipper. Een nieu»
Requiem' mogen wat mij betreft geschrapt. K
symboliek is me te zwaar aangezet, tc vaak herhaaJj
ook ide zwarte vogels, de vallende peren. Van Goó
en de stijl is voor verbetering vatbaar hier en das:
'Zijn auto lg met de wielen omhoog onderstebovti
lp. 49 èn p, 114) mag als voorbeeld dienen.
Geleidelijk echter krijgen de goede kanten va:
Brouwers' schrijverschap de overhand. Of hij dofl
'Winterlicht,' onvergetelijk zal worden is de vras!
maar een opmerkelijke prestatie heeft hij met (W
lezenswaardige boek zeker geleverd.
Jeroen Brouwers Winterlicht. Roman 214 pag. De Arbeid1'
spers. Amsterdam Geb f34.50.
De Old Royal Observatory met links
voor de lijn die de nul-meridiaan
aangeeft.
tegen. Twee landen, Brazilië en In 1904 werd dat geformaliseerd door De bronzen lijn in Greenwich, die
Frankrijk, onthielden zich van stem- de Internationale Tijd Commissie, die nul-meridiaan aangeeft, is een geliei
ming. het voorstel deed de wereld in 24 foto-onderwerp voor toeristen.
Waarom kozen zoveel landen voor tijdzones te verdelen. Uitgangspunt
Greenwich? Dat had alles te maken van die ook nu nog geldende zones
a..„ awich-tijd. De wereld kent nu i
coördineerde Universele Tijd (UK
18c eeuw die, omdat hij de eerste m Nederland was lang een van de uit- die wordt bepaald door het in Pan
z'n soort was, aan het eind van de 19e zonderingen. De Spoorwegen bij ons gevestigde Bureau Internationale
eeuw door twee-derde van de wereld- gebruikten de GMT. maar de rest van j'Heure.
scheepvaart werd gebruikt. Dal hield het iand had de „Amsterdamse tijd", Het is een eenheidstijd die word
onder meer in, dat het merendeel van een verschil van 20 minuten met de samengesteld uit de resultaten vaaS
de kaarten al de nul-meridiaan van Greenwich-tijd. De Duitse bezetters atoomklokken in 24 landen. Het it
Greenwich aanhield. maakten in 1940 aan dat stukje folklo- schii tussen UCT en GMT bedrag
Het besluit betekende, dat steeds re een eind. een luttele 0,9 seconden. Oude?
meer landen ertoe overgingen de Voor de volledigheid: atoomklokken vvoontes slijten met snel. Tot woe?
Greenwich-meridiaan ook als basis en nieuwe berekeningen maakten in van de Fransen heeft vrijwel iedere ^ri
van hun tijdberekening te gebruiken. 1976 formeel een eind aan de Green- het nog steeds over GMT waar és
UCT zou moeten zijn.
nationalisme
Maar de Greenwich-meridiaan is?
bleven, behalve dan in Frankrijk dl fc,
om eng-nationalistische redenen
blijven vasthouden aan de door Paj
lopende nul-lijn, zoals de detail-kas
ten van Michelin nog steeds lata
Fransen en Britten, dat heé gu
elkaar nu eenmaal nooit gelegen
Wie heden ten dage Greenwich K
zoekt, kan de nul-meridiaan zienl:
pen. als een messing streep overc rei
grond. Hij komt uit een van de gel»
wen van het Koninklijk Observat
rium, en loopt door een in die gebet
wen opgesteld 'transit instrumes
een uit 1816 daterend soort telesctq nii
die constant op het zelfde punt aané da:
hemel staat gericht. Op die mank
'doorloopt' een bepaalde ster op es
bepaalde tijd het 'veld' van dit insta)
ment. Zo kan men de 'siderische'!
sterrentijd meten.
Het observatorium is nu
seum, en tienduizenden toeristeni
ten zich elk jaar weer fotografe» jes
bij de meridiaan, bij voorkeur ni De
één voet in het oosten, en de and» he
in het westen. Het is een van
weinige plaatsen op de wereld wu1 ,wc
Kipling's uitspraak „Oost is oost'
west is west, en nooit zullen de t«e
elkaar ontmoeten" wordt gelops
straft.
He
De Royal Observatory.
Want, aldus het rapport, we weten
nog onvoldoende van de positie van
de sterren en de loop van de maan. en
er is bovendien nog geen instrument
uitgevonden waarmee de beweging
van de maan gemeten kan worden.
Het pleit voor de koning dat hij zich
hierdoor niet uit het veld liet slaan.
Hij gaf onmiddellijke opdracht tot de
bouw van een Koninklijk Observato
rium, en benoemde een hof-sterrenkij -
ker. John Flamsteed, die de taak
kreeg de loop van de hemellichamen
te bestuderen met het oog op het
vinden een systeem waarmee de leng
tegraad van plaatsen zou kunnen wor
den vastgesteld.
Flamsteed koos voor zijn astronomi
sche werk een heuvel in het koninklijk
park ten oosten van Londen uit, bij
het dorpje Greenwich, en liet er het
observatorium bouwen dat in 1676
klaar was.
Om het verhaal over de lengtegraden
af te maken: in 1730 vond John Had-
ley een apparaat uit waarmee het
mogelijk was de positie van de maan
ten opzichte van de sterren te bepa
len. Dit apparaat heette een octant,
en werd later verfijnd tot de ook nu
nog gebruikte sextant.
Acht jaar later beschreef de opvolger
van Flamsteed, Edmund Halley (naar
wie ook de bekende komeet genoemd