militair onderwegkerk MEER DAN BURGER MET PAKKIE AAN BLAUWKAPEL 25 JAAR I ZATERDAG 30 JUNI 1984 PZC/ weekendkrant 19 Staatssecretaris drs W.K. Hoekzema (defensie): „De mensen die in de krijgsmacht geloven, hoeven niet verontrust te zijn. Ik vind de Nederlandse militair is niet gedemotiveerd. Het volk kan met een gerust hart de verdediging van het land aan hem toevertrouwen". De bewindsman zegt dat de verhalen over een alarmerend gebrek aan motivatie bij vooral de ongeveer 60.000 beroepsmilitairen niet kloppen met zijn ervaringen. Op werkbezoeken valt het hem juist op dat met grote inzet wordt gewerkt. En bij internationale oefeningen hoort hij vaak complimenten over de Nederlandse militair. ketvergelijking zijn nodig om duide lijkheid te scheppen over de rechtspo sitie van de militair en over zijn bezoldiging. Dat is niet alleen van belang voor de militair, maar ook voor de buitenwereld. Zo kan een aan vaardbaar antwoord worden gegeven op vragen waarom bepaalde extra- voorzieningen voor militairen nodig zijn". Als uit de pakketvergelijking blijkt Staatssecretaris Hoekzema De opmerkingen van Hoekzema ge ven aanleiding tot vragen. Staat de staatssecretaris te ver van de werkelijkheid of wordt hij tijdens zijn werkbezoeken bedot? De geluiden uit de Nederlandse krijgsmacht wijzen op een een enorme baaisfeer. De beroepsmilitairen voelen zich be stolen. Ze hebben te maken met toe nemende werkdruk, een teruglopend inkomen, een afbrokkelende rechts positie en een in het sociaal leven ingrijpend overplaatsingsbeleid. Ma rinemensen ervaren daarbij de ver houding tussen varen en werken op de wal als niet reèel. Staatssecretaris Hoekzema, die ver antwoordelijk is voor het personeels beleid, kent de wensen ten aanzien van de rechtspositie. Ook heeft hij geconstateerd dat de militair zijn be roep niet meer louter als roeping ziet. „De militair als werknemer is zich zakelijk gaan opstellen. Hij wil belo ning naar prestatie. Maar ik bestrijd dat de zakelijkheid al zover is dat onvrede tot demotivatie leidt. Er heerst nog een grote mate van be roepstrots en die wordt niet over spoeld door de zakelijke instelling". samenhangend Hoekzema wil toe naar een samen hangend personeelsbeleid dat vol doende recht doet aan de omstandig heden waaronder de militairen moe ten werken.. Als voorbereiding daar op werkt zijn ministerie aan een vergelijking tussen militairen en burgerpersoneel van defensie om de minnen en plussen van de militair te kunnen bepalen. Hoekzema is momenteel zover dat hij de militair een bijzondere positie toe bedeelt. „Ik ga uit van een krijgs macht die Nederland vrijwaart van een bezetting en in NAVO-verband de vrijheid garandeert. Dat vraagt een totale inzetbaarheid. Defensie is geen 8 tot 5 bedrijf. Er wordt nogal eens geoefend. Overwerksituaties zijn een onderdeel van het militair-zijn". „Vanuit die doelstelling", vervolgt de staatssecretaris, „worden de militair nogal wat beperkingen opgelegd. Hij mag niet staken. Voor de militair geldt een apart straf- en tuchtrecht. Hij moet nogal eens overwerken, moet meedoen aan oefeningen en wordt in zijn loopbaan diverse malen ver plaatst. Dat soort zaken geeft hem een bijzondere positie ten opzichte van de burger". Hoekzema wil de militair niet zien als „een burger met een pakkie aan". Hij streeft dan ook niet naar een volledige gelijkschakeling van de militair met de burgerambtenaar. Binnenkort praat hij met de belangenorganisaties van de militairen over een document, waarin hij de positie van de militair als bijzonder erkent. De bijzondere taak van de krijgs macht heeft gevolgen voor de positie van de militair, zegt de staatssecreta ris. Hij meent dat aan de militair eisen worden gesteld die in de bur germaatschappij niet of niet in de zelfde omvang, en zeker niet in de zelfde combinatie voorkomen. Die eisen beperken vaak de individuele vrijheid van de militair. Het is nog niet duidelijk in hoeverre Hoekzema die bijzondere status van de militair gaat waarderen. Dat blijkt pas op zijn vroegst volgend jaar. Het wordt onderdeel van een samenhan gend personeelsbeleid, waartoe het document over de positie van de militair één van de aanzetten vormt. Maar het wachten is vooral op het resultaat van de pakketvergelijking tussen de rechtspositie van de militair en die van de burgerambtenaar. Te gen het eind van het jaar wordt dat rapport verwacht, waarna Hoekzema aan de slag kan. Hoekzema: „Het document en de pak- weert schenk dat de militair in een achterstandspo sitie verkeert ten opgezichte van zijn burgercollega, vindt Hoekzema dat daaraan dan iets gedaan moet wor den. Probleem is dat hij niet weet op welke termijn hij daarvoor geld be schikbaar krijgt. grondslag Het document en de pakketvergelij king vormen ook de grondslag voor een nieuw bezoldigingssysteem voor militairen. Hoekzema wil de militair een basissalaris geven met daarbij een toeslag voor overwerk en onge makken, zoals verplaatsingen. Ook de militair met een kantoorbaan ont vangt dat extraatje omdat hij in zijn gehele loopbaan vaak te maken krijgt met overwerk. Dan is er nog een extra toeslag voor langdurig van huis zijn en zware oefeningen. Mari niers bijvoorbeeld zullen hiervan profiteren. De staatssecretaris: „Hoe het alle maal precies gaat uitpakken, hangt van de pakketvergelijking af. Dan wordt ook bekeken wat er gaat gebeu ren met de omstreden ziektekosten vergoeding voor gezinsleden van mili tairen. In ieder geval raken we af van een ad-hocbeleid. Alles, ook de huidi ge bepaald niet adequate compensa tieregeling voor overwerk, wordt dan in de volle samenhang aangepakt". Hoekzema zegt dat de arbeidsvoor waarden voor zowel de krijgsmacht zelf als voor de burgermaatschappij doorzichtig worden. ..Militairen zullen in principe gelijk worden behandeld als andere ambtenaren. Daarbij moet rekening worden gehouden met zijn bijzondere positie. De oplossingen voor de eigensoortige arbeidsproble men zullen duidelijker worden. In dat opzicht moet de militair een zelfstan dige rechtspositie behouden". Volgens de staatssecretaris zullen fi nanciële afwijkingen van het alge meen overheidsbeleid beter door de maatschappij worden aanvaard als ze op heledere argumenten zijn geba seerd. Hoekzema vindt dat betere inzicht ook noodzakelijk, omdat hij zorgen heeft over de populariteit van de militair. Hij weet dat veel militai ren zich buiten hun werkkring bijna niet meer in uniform durven begeven. „Het is onbegrijpelijk dat maatschap pelijke spanningen over bijvoorbeeld kruisraketten en militaire oefenterrei nen worden geprojecteerd op indivi duele militairen. Die militair heeft niets te maken met politieke beslis singen. Hij voelt zich terecht onjuist bejegend. Ik vind dat de militair een lovenswaardig beroep heeft. Hij zal Nederland verdedigen als het mo ment daar is". Hoekzema vindt dat de vijandige hou ding niet wordt versterkt wanneer militairen worden ingezet tegen de monstranten, wat in Woensdrecht ge beurde. ..Militairen moeten zelf mili taire objecten beveiligen. Zo is dat nu eenmaal. Maar ik denk dat de demon stranten dat wel zullen begrijpen". Betere voorlichting over het totale defensiebeleid kan tot vergroting van de populariteit van de krijgs macht bijdragen, zegt de staatssecre taris. En verder vindt hij dat de krijgsmacht zichzelf goed verkoopt door op te treden bij calamiteiten als bosbranden, overstromingen, oog sten, reddingsacties en vredestaken voor de Verenigde Naties. „De krijgs macht is er voor de gemeenschap, ook in vredestijd". Complimenten bij internationale oefeningen De onderwegkerk bestaat komende zondag 1 juli 25 jaar. Een kwart eeuw geleden werd er voor het eerst mee begonnen in het historische kerkje Blauwka pel. aan de rand van Utrecht. Daarna breidde het aantal zich gestadig uit. In totaal zijn er nu zeventien onderwegkerken, die in de eerste plaats bestemd zijn voor toeristen. Maar ook kerkgangers uit de omgeving van deze kerken wonen zondags de dienst bij. Behalve in Utrecht zijn er zes onderwegkerken in Limburg, t.w in Beek. Gulpen, Meerssen, Urmond (aan ue rijksweg Eindhoven-Maastricht Vaals en Valken burg. Verder kan men voor zo'n 'bijzondere' kerkdienst terecht in Appelscha en Heerenveen, Hoog-Soeren, een dorpje vlakbij Apeldoorn, Huis ter Heide (bij Zeist), Kats op Noord-Beveland (aan de weg Goes-Zeeland- brugi. Nulde snelweg Amersfoort-Zwolle Onderdijk 'niet ver van Enkhuizem. Spaamdam dn het recreatie gebied Spaamdam bij Haarlemi. Staverden in de gemeente Ermelo en in Zwijndrecht. De diensten in de onderwegkerk hebben een interker kelijk karakter. Het gaat er allemaal wat gemoedelijker toe. Er komen veel jonge mensen. Je ontmoet er mensen van allelei gezindten die bij elkaar komen. Er heerst een ontspannen sfeer. De mensen komen in vrijetijds kleren. Niemand zit elkaar aan te staren als je in korte broek de onderwegkerk binnenkomt. Er wordt gezellig met elkaar gepraat. Na afloop van de dienst is er altijd koffie. De dienst van de onderwegkerk duurt ongeveer een half uur. Voor de overdenking wordt gemiddeld een kwartier uitgetrokken". seerd waren in de traditionele kerk dienst. Bij ons komen weer hele gezinnen naar de dienst, gezinnen die vroeger niet meer in hun geheel naar de kerk gingen. Daarnaast kun je de onderwegkerk vergelijken met de drive-in-kerk in Amerika. Met dit verschil dat hier de kerkdiensten binnen worden gehouden, terwijl bij de Amerikaanse drive-in-diensten de mensen in hun auto blijven zit ten". Mevrouw D. E. Vinkenborg maakt deel uit van de werkgroep landelij ke onderwegkerken. Als kind ging ze er al met haar ouders naar toe. in dit geval Blauwkapel, een kerkje uit de elfde eeuw in Fort Blauwkapel, aan de rand van de Domstad, vlak bij de snelweg Utrecht-Hilversum. „In die tijd sprak de dienst me ook al erg aan. Geen stille, enge sfeer". Nu verricht mevrouw Vinkenborg al vijftien jaar als secretaresse een heleboel activiteiten voor de Utrechtse onderwegkerk. eerste Blauwkapel was de eerste onder wegkerk in Nederland en bestaat zondag 1 juli 25 jaar. De ouderweg kerk wordt ook wel toeristenkerk genoemd. Tenslotte zijn de dien sten in de eerste plaats bestemd voor mensen, die inderdaad onder weg zijn, bijtijds van huis zijn gegaan en hun rit op zondagmor gen onderbreken voor een kerk dienst die ze toch niet willen mis sen. Dan kunnen ze terecht bij de onderwegkerk. Na Blauwkapel zijn er intussen nog zestien andere onderwegkerken bij gekomen. verspreid over het hele land. Op eerste paasdag wordt al tijd van start gegaan. De diensten duren tot en met de eerste zondag van november. „Op deze laatste zondag van het seizoen worden al tijd de verkeersslachtoffers her dacht", zegt mevrouw Vinkenborg. „vooral ook omdat de onderweg kerk juist voor mensen is die op de snelwegen rijden". Heel bewust wordt een adempauze ingelast gedurende de wintermaan den. „omdat mensen ook de gele genheid krijgen niet te vervreem den van hun eigen kerk. Want wij willen vooral geen eigen kerkelijke gemeente zijn". En dat is de onderwegkerk ook absoluut niet. aangezien de dien sten worden georganiseerd door de plaatselijke kerken. Ze zijn inter kerkelijk cn hebben een oecume nisch karakter. Ook gaat er regel matig een medewerker van het Le ger des Heils voor. Dan worden er de bekende heilsliederen gezongen. Naast vakantiegangers en andere verkeersdeelnemers die even uitrus ten in de onderwegkerk, is er ook een vaste keur van bezoekers uit eigen stad of dorp die de diensten bezoeken. „Dat zijn mensen die zich in hun eigen kerk niet meer thuis voelen en dan naar de onderweg kerk gaan. Ik denk dat dat komt door de hele aanpak van de dienst. Vooral jongeren spreekt dit aan", merkt mevrouw Vinkenborg op. De belangstelling voor de onder wegkerken is bijzonder groot. Blauwkapel kent zelfs twee kerk diensten De eerste begint om half tien, de tweede een uur later. Elke dienst is praktisch afgeladen. heeft verricht inzake restauratie van historische gebouwen. Voor een symbolisch bedrag van één gulden werd het kerkje in 1957 gekocht en daarna met overheidssteun geres taureerd. Toen het kerkje klaar was, werd de vraag gestald, wat nu? De gedachte kwam naar voren om het godshuis te gebruiken voor toeristen De on derwegkerk was toen een feit gewor den. Blauwkapel wordt tijdens de adventstijd gebruikt voor culturele manifestaties op het gebied van muziek en zang. De katholieken uitbreiding bert pol houden er traditioneel hun kerst nachtmis, terwijl veel bruidsparen hun huwelijk laten inzegenen in dit fraaie kerkje aan de rand van de Domstad. Ook worden er concerten gehouden. Het kerkje heeft een uit stekende akoestiek. niet gebonden „In de jaren vijftig gebeurde er een heleboel op het kerkelijk erf. Het lag ook voor de hand dat er een plek kwam die niet gebonden was aan een of andere kerk, maar waar mensen elkaar in alle openheid konden ontmoetten", aldus ds. H. B. van der Steen, één van de op richters van de onderwegkerk die regelmatig voorgaat in Blauwka pel. „Wij realiseerden ons goed dat er ook spijtoptanten uit Utrecht naar de onderwegkerk zouden komen. Mensen die niet meer geinteres- Kerkganysrs begeven zich op zon dagmorgen naar een dienst in Blauwkapel, waar de onderweg kerk 25 jaar geleden voor het eerst van start ging Het historische kerk je werd destijds helemaal gerestau reerd.... Na Blauwkapel breidden de onder- wegkerken zich gestadig uit. Van der Steen wist telkens weer men sen te vinden die er ook wel wat in zagen. Jaren geleden reisde hij in het noorden van het land en kwam een vervallen kerkje tegen bij Hee renveen. Dat moet een onderweg kerk worden, was de eerste gedach te van Van der Steen. Hij ging praten met een plaatselijke pater. Die zag er ook wel wat in. En al heel gauw kende ook Heerenveen zijn onderwegkerk. Verder heeft de Utrechtse dominee de onderwegkerk bij het strand Nul de, aan de snelweg tusen Amers foort en Zwolle, opgericht. Deze diensten die op zondagmorgen hon derden belangstellenden trekken, worden gehouden in het motel Nul de. „De laatste tien jaar wordt in het bijzonder het accent gelegd op de uitleg van de bijbel. Daarvoor wordt voor het hele seizoen dat we ge opend zijn een rooster gemaakt We nemen zowel het Oude als het Nieu we Testament. Tot slot van de dienst wordt door de voorganger gezegd, wat kun je er vandaag nog mee doen. Je wil de mensen toch een stuk evangelie meegeven. Hoe de mensen de kerk verlaten is na tuurlijk veel belangrijker dan hoe ze de kerk zijn binnengegaan. Wat je hier hoort moet buiten gebeuren. Een oude kreet van mij is dat je geen auto passeert waarin mensen zitten, maar mensen passeert die tn een auto zitten". Blauwkapel, inderdaad een aller aardigst kerkje met een bijzondere sfeer. „Bijzonder ook", zegt ds. Van der Steen, „omdat niemand in Blauwkapel zit te kankeren als hij geen stoel kan vinden omdat het er zo vol is. Niemand vindt iets geks, alles kan. Dat maakt de sfeer ook zo gezellig en ontspannen. Dat was vroeger ook al zo. En tot op de dag van vandaag is dat zo gebleven". dorpskerkje Blauwkapel was in het begin van de vorige eeuw nog een dorpskerk je. Utrecht was toen omgeven door een aantal forten, een herinnering aan de Franse bezettingstijd. Een van die forten heette Blauwkapel. In het midden van de negentiende eeuw toen veel bewoners al waren verhuisd naar het naburige Groe- nekan, verloor het historische kerkje haar functie. Verval dreig de. In 1903 stond het leeg en dat zou vele jaren zo blijven. Tot aan de eeuwwisseling hebben talrijke pre dikanten van reformatorische sig natuur het kerkje gediend Een van hen was de beroemde dr. H. J Gunning. Na de Tweede Wereldoorlog wilde men het kerkje Blauwkapel slopen en weer opbouwen in het Open luchtmuseum bij Arnhem. Dit kon worden voorkomen toen een aantal enthousiastelingen zich ging inzet ten voor de restauratie ter plekke Tot hen behoorde ook de journalist Van Gulick. die nogal wat werk

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1984 | | pagina 19