MOSKOU mitterrand in de kou CANADA voorzichtigheid na Trudeau We moeten zeggen: wat ver is, is nabij PZC/°P'nie en achtergrond VRIJDAG 22 JUNI 1984 President Mitterrand is zijn officieel bezoek aan Moskou begonnen dat samenvalt met het dieptepunt in zijn ambtstermijn. Na de Europese verkiezingen van afgelopen zondag blijken de Fransen zich op niet mis te verstane wijze van hun president en zijn socialistisch-communistische regering te hebben afgewend. Daar komt bij dat ook in de omgeving van de president niemand veel succes van de reis verwacht. De Sowjet- machthebbers nemen tegenover het Westen op het ogenblik een houding aan zoals die alleen nog maar dertig jaar geleden op het hoogtepunt van de koude oorlog werd vertoond. van kruisraketten in West-Europa propageerde. En hij zal nu ook wor den gezien als de architect van de puinhoop, waartoe de Franse com munistische zusterpartij zondag ge reduceerd werd. Het is geen geheim dat Mitterrand de communisten voorgoed buiten spei wilde zetten door ze in zijn regering op te nemen. Dat hij daar in is geslaagd bleek na de uitslag van de Europese verkiezin gen. Dat zijn eigen socialisten in de val zouden worden meegesleurd had niet in de lijn van de bedoelingen gelegen. Mitterrands oud-minister voor bui tenlandse handel, Jobert. merkte over de Moskou-reis op: „Niets en niemand moet zich natuurlijk voor de gek houden door te denken dat Frankrijk De 'verdwijning" van de atoomgeleer de Sacharov en diens levensgezellin Jelena Bonner heeft de publieke opi nie opnieuw tegen het Sowjet-sys- teem in opstand gebracht. Als de Franse president inzake Sacharov met lege handen terugkeert, is het debacle volmaakt. Officieel is in Parijs te verstaan gege ven dat de reis als 'nuttig" wordt ervaren en dat er 'geen concessies zullen worden gedaan". Tot nog toe had president Mitterrand met een bezoek geen eer willen bewijzen aan een Moskou dat verantwoordelijk is voor een lange reeks vergrijpen tegen de rechten van de mens. Met de plaatsing van de kruisraketten in West-Europa is echter „politiek en psychologisch een essentiële daad ge steld". aldus de woordvoerder van de president. Na het stellen van deze daad is 'dialoog opnieuw mogelijk". Mitterrand was slechts eenmaal in Moskou. Hij bezocht de Sowjet-Unie in 1975 als voorzitter van de socialisti sche partij. De Sowjets hebben er al geruime tijd op aangedrongen dat de Franse presi dent hen zou bezoeken en ze zijn niet voor een protocollaire overtreding te ruggeschrokken door het bezoek in het partij-orgaan Prawda aan te kon digen voordat de president zich zelf over zijn komst had uitgesproken. Veel reden om Francois Mitterrand dankbaar te zijn, hebben de Sowjets echter niet. Het grootste belang dat zij in een dergelijke reis zien is echter dat de banden niet verbroken worden zoals de toenmalige president De Gaulle ze 1966 had gesmeed. En voor binnenlands gebruik kan een derge lijk officieel bezoek uit de kapitalisti sche wereld naar maat gesneden wor den uitgelegd. Raketten Voor de Sowjets is de socialistische president degene die in de Westduit- se bondsdag in Bonn de plaatsing Sow jet-minister Andrej Gromiko verwelkomt Francois Mitterrand in Moskou. door dit bezoek een rol zou kunnen spelen bij het heropenen van de dia loog tussen de Verenigde Staten en de Sowjet-Unie. De twee supermachten hebben echt niemand nodig als ze met elkaar willen praten. De opvolgster van oud-minister Jobert maakt deel van de delegatie uit. Mevrouw Edit Cresson zal de Sowjets op de vingers tikken over het niet nakomen van plechtig getekende contracten. Afgelopen februari was een hoge Sow- jet-autoriteit in Parijs een akkoord komen tekenen waarbij de Russen beloofden niet minder uit Frankrijk te zullen afnemen dan de Fransen uit de Sowjet-Unie deden. De Sowjets ver kochten „gas. wodka, hout, olie en oude auto's", aldus het satirische weekblad Le Canard Enchainé, dat erbij vertelde dat de Fransen daar voor vorig jaar 4,6 miljard francs meer betaalden dan ze terugkregen voor eigen leveranties. Naarmate de Fran sen echter meer Sowjet-gas afnemen, zal het de Russen moeilijker vallen daarmee gelijke tred te houden op het terrein van camembert en artisjok ken. Met name de Franse grote indus trie zou volgens het contract door de Russen met opdrachten worden voor zien. In werkelijkheid worden de be stellingen nu hoofdzakelijk in de voe dingsmiddelensector gedaan. Protest Morgen brengt president Mitterrand een bezoek aan Stalingrad. De Fran sen maken daarmee duidelijk te we ten dat de Tweede Wereldoorlog niet alleen aan de Normandische invasie- stranden gewonnen is. Vervolgens keert het Franse staatshoofd regel recht naar Parijs terug. Daar wacht hem zondag de naar verwachting grootste prolestbetoging tegen zijn bewind die ooit werd vertoond. Op nieuw zijn de Fransen dan in het geweer om de vrijheid voor hun particuliere scholen tegen regerings plannen te verdedigen. De betoging zal waarschijnlijk in het licht van de uitslag van de Europese verkiezin gen, een algemener politiek aspect krijgen. Als zondagnacht de kruitdamp is op getrokken volgt het laatste optreden van de Franse president als voorzitter van de raad van de Europese Ge meenschap. Hij ontvangt dan zijn partners voor een EG-top in het kas teel Fontainnebleau. Pierre Elliot Trudeau, premier van Canada houdt het voor gezien. Na zestien jaar aan de top van de Canadese politiek (op enkele maanden in 1979 na) mag hij zich zeker achten van een belangrijke plaats in de plaatselijke geschiedenisboeken, omdat zijn formaat voortdurend ont snapte aan de kleinsteedsheid waarvan de Canadese politiek vaak doortrokken lijkt. Het is wel zeker dat zijn opvolger, de 55-jarige John Napier Turner, het land op een andere en behoudender koers zal zetten, als hij tenminste deze zomer of in de herfst het leiderschap dat Trudeau's Liberale Partij hem onlangs aanreikte, via verkiezingen tot een breder mandaat kan uitwerken. Tussen Trudeau en Turner heeft het nooit geboterd. In 1975 nam Turner ontslag als minister van financien én parlementslid na een ruzie ten burele van de premier waarvan de dessous nooit bekend zijn geworden. Volgens Turner waren zij het oneens over vrijwillige loon- en prijsbeheersing, maar Trudeau heeft deze uitleg ont kend zonder daarvoor een andere te geven. Politieke kringen in Canada houden het erop dat de door veel ambities geteisterde Turner zich vooral erger de aan de hardnekkigheid waarmee Trudeau vasthield aan zijn positie. Turner was een politieke bescherme ling van Lester Pearson, maar toen deze in 1968 zijn tijd als premier gekomen achtte, verloor hij de strijd om het politieke leiderschap kans loos. Van Trudeau. Bij die gelegenheid sprak Turner de woorden die Canadezen zich zestien jaar later met een zekere verwonde ring herinneren: „Ik doe niet mee opdat u zich mijn naam in de toe komst zult herinneren. Ik ding nu niet naar uw gunsten bij een vage conventie in 1984 wanneer ik wat milder bpn geworden. Mijn tijd is nu en nu is geen ogenblik voor milde mensen". Reeds Lester Pearson had zich be vreesd getoond voor Turners opzich tige ongeduld. Na zijn vertrek uit het kabinet waar hij Justitie en later Financiën vernieuwend had be heerd, werd hij in boeken beschreven als 'kroonprins in ballingschap'. Tur ner evenwel verwierf zich een uiterst comfortabele positie als advocaat voor grote ondernemingen, Hij liet zich niet teruglokken naar de poli tiek, maar bleef op velerlei manieren steeds zeer nauwkeurig op korte af stand van de ontwikkelingen. En maakte aan zijn ballingschap zelf een einde. te laten. Evenals bij zijn aftreden noemt hij Trudeau de opmerkelijk ste Canadees van zijn generatie, maar afgezien daarvan krijgt hij te maken met een begrotingstekort van zo'n 90 miljard gulden, dat hij in zeven jaar zegt te willen halveren. De op Europese leest geschoeide sociale voorzieningen die Trudeau bewerk stelligde. komen daardoor mogelijk op de tocht te staan. In economisch opzicht lijkt Turner te vallen binnen de termen van wat in de VS 'neo-liberalisme' wordt ge noemd: een politieke stroming van lieden die een zeker sociaal bewust zijn verpakken in conservatieve be nadering van economisch en ander beleid. Hij is voorstander van nu cleaire ontwapening, zoals Trudeau. Maai' het zal nog moeten blijken of hij die op dezelfde wijze zal bepleiten als zijn onconventionele voorganger, die zich vol snijdende minachting placht uit te laten over de kwaliteit van de internationale conferenties waar hij aanzat. Turner wil betere verhoudingen met de VS, heeft hij al gezegd. Hij wil belemmeringen voor buiten landse investeerders opheffen en zal tUI Kruispunt Canada bepaalt zich nu tot een verkiezingsstrijd waarin het de Li berale Partij niet voor de wind gaat. De Progressieve Conservatieve Par tij, die voorlopig in de opiniepeilin gen voorop ligt, heeft een nieuwe oppositieleider op het toneel gezet, Brian Mulroney. Maar in de Canade se politiek hebben de Liberalen zich al vele malen uit politieke schijn dood verheven - een verschijnsel dat simpelweg als 'de Lazarus-fac tor' wordt aangeduid. Canada staat aldus op een politiek kruispunt. Voigens Turner is dit geen tijd om de zaken op hun beloop moeten zoeken naar een oplos voor het ongemakkelijke nabi schap met Amerika. De Canada maken zich unaniem grote zort over het enorme milieubederf dat Amerikaanse industrieën aan zuidelijke grens, tot ver in het la teweeg brengen. 'Zure regen' isi term die in Canada ogenblikkd noopt tot scherpe aanklachten te; de geringe Amerikaanse bereidht om dit verschijnsel te bestrijden Met name Ronald Reagan heeft 3 altijd groen en geel geergerd aan onverdroten aanvallen die Trude deed op zijn beleid en waarmee h; toch wat te grote schoenen opvul waarin Canada op het wereldtoni rondstapt: 25 miljoen inwoners meer dan de helft van het Noordat rikaanse continent, van wie 85 p cent woont in een strook van kilometer breed langs de grens a de VS. Canada is geografisch het een na grootste land ter wereld, 7,6 procent in beslag genomen do meren waarin zich 15 procent var. werelds zoetwatervoorraad bevtn Het is geen wonder dat in zo'n !a ook de politieke belangen ver elkaar liggen. Trudeau's verbes gevecht tegen de separatisten Québec heeft in westelijker stret het verwijt losgemaakt dat het" vooral te doen was om de stemm van de grote steden in het oosti waar de Liberalen hun basis hebb Hij laat voor John Turner dan een niet in alle opzichten aantrekl lijke politieke erfenis achter, en derom zullen de Canadese provinc als betrekkelijk eigenmachtige e< heden van bestuur proberen uit aanstaande machtsstrijd munt slaan. Mislukt Canada krijgt, als alles gaat volgt Uj' het scenario van de Liberalen, man aan het roer die zich van j saf aan in succes heeft gewentel Aan de Universiteit van Brits f lumbia in Vancouver was hij populairste student, hij volgde leges in Oxford en aan de Sorbom spreekt Frans even vloeiend als gels, was een geducht sprinter (1 seconden over 100 meter), danstei vrijgezel met de Britse prinses M reg gareth en kreeg een uitnodigi Pr( voor haar huwelijk na allerlei i pn ruchten over een Canadees-Brit romance. Pierre Trudeau De kleurrijke Trudeau, die zijn li bijeen hield, Frans een officiële a maakte, de voormalige Britse ko nie een eigen grondwet gaf weerwil van een tumultueus hu« lijk politiek overeind bleef, stapt i deze maand op. Met de herinnen aan één duidelijke mislukking: recente inspanningen als vredesta ter in de wereld. Turner staat kii en dan zal wel blijken of de n compromissen die de Canadese po tiek nu eenmaal eist, diens onged; dige ambitie verdragen. du pk het W bei In de kerken en ook daarbuiten is over weinig zoveel discussie als over kerkelijke uitspraken met betrekking tot wereldproblemen. De voorbeel den liggen voor het grijpen en behoeven hier niet opgenoemd te worden. Is het wel juist wanneer de kerken zich zodoende met politiek bezighouden? Laten ze zich zo hoor je geregeld met hun eigen problemen bemoeien: die zijn immers al groot genoeg. Nu moet wel gezegd worden, dat toen de kerken zich inderdaad daartoe in hoge mate beperk ten, de kritische geluiden evenzeer gehoord werden: 's zondags een mooi verhaal vanaf de kansel, maar door de week weinig betrokkenheid bij de vragen van alle dag. Maar als de kerk dan uitdrukkelijk midden in de samenleving gaat staan en daar vanuit het Evangelie kritische geluiden meent te moeten laten horen, dan verlangen mensen terug naar een kerk die min of meer naóst al het politiek rumoer niet anders doet dan een schuilplaats van geborgenheid bieden. En onbegrijpelijk is dat niet. Alle tijden door heeft de kerk zich met de samenle ving beziggehouden. In de Middeleeuwen beheerste het kerkelijk gezag de maatschappelijke orde. Maar ook bij Calvijn was dat in belangrijke mate het geval. In de overige en de eerste helft van deze eeuw raakte het spreken van de (Hervormde) Kerk in het alge meen op de achtergrond: zowel inzake geloofsvragen als met betrekking tot vragen in de samenleving (om die nu maar even naast elkaar te stellen) werd belijdend spreken aan individuele leden overgelaten. In de jaren voor de Tweede Wereldoorlog en zeker in deze oorlog zelf groeide het inzicht dat het daarbij niet kon blijven. In de duistere tijd van een duivels regime ging de kerk weer spreken. En we waren er blij mee. Ook zij die thans bezwaar maken tegen dit spreken dat in andere omstandigheden, maar niet principieel anders voortgaat. De kerk (in elk geval de Hervormde Kerkt stelde na lange tijden van zwijgen zichzelf weer als Christus belijdende gemeenschap midden in de samenleving. Mondiaal De aanleiding om dit in herinnering te roepen vormt een vorige week in de vergadering van de generale synode der Hervormde Kerk behandeld stuk, dat bedoeld is als eerste aanzet voor een geschrift over 'gemeente-zijn in een mondiale sa menleving'. Het gaat me overigens niet om die behandeling, maar om het een en ander uit dat heel aanvankelijk concept voor zulk een geschrift. Het initiatief daartoe kwam zeker niet zomaar uit de lucht vallen. Bijna dertig jaar geleden deed de generale synode een herderlijk schrijven uitgaan onder de titel 'Christen-zijn in de Nederlandse sa menleving'. U merkt ongetwijfeld overeenkomsten en verschillen tussen de beide titels. Die zijn ook bewust gekozen. Want het is tegen de achtergrond van het geschrift uit 1955 dat een eventueel nieuw geschrift moet worden gezien. Het was toen tien jaar na de oorlog. Om te beginnen roept de synode er de situatie van een hongerig en uitgeplunderd volk, de situatie dus' van 1945 in herinnering. De omstandigheden zijn echter in 1955 veel gecompliceerder geworden. En er is reden tot zorg, zowel vanwege het in de Nederlandse samenle ving weer uiteengaan van groeperingen die elkander in de oorlogsomstandigheden nabij gekomen waren als vanwege wereldproblemen die zich ook dan reeds, zij het nog niet zo nadrukkelijk als in 1984 aandienen. Te midden van dat alles roept de synode op tot een duidelijke solidariteit. Je hoort het existentiele denken van die dagen terug in een typerend citaat „Het is onze diepe overtuiging, dat het huidige tijdsgewricht in West-Europa vraagt om een nieuwe en krachtige uitdrukking van het menselijk samen zijn in de wereld, van de solidariteit. Wij zien op dit punt een duidelijk verschil met de negentiende eeuw. Toen was de verwereldlijkte West-Europese cultuur zelfbewust, trots op haar mondigheid. Deze trots is bij velen gebroken De mens van nu aanvaardt zijn mondigheid als een last. zijn vrijheid als een lot, dat hij dapper hoopt te cjragen. Maar de ondergrond van deze houding is veelal de angst en de gestalte ervan is vaak het lijden aan het bestaan. Wij christenen staan niet tegenover, maar naast deze mens. Wij hebben daór. naast hem, de bestemming om anders te leven, te oordelen, te handelen Maar: naóst hem, hem daarmee dienend". De zo bepleite solidariteit betekende in de verhou dingen van de samenleving de oproep om ons land niet verder verzuild in te richten. In verband met de volkerenwereld, waarin de koude oorlog zowel als nieuwe mogelijkheden van economische welvaart bepalend waren, betekende het een oproep om mee te werken 'aan de bevordering van een heilzame ontgrenzing van het nationale bestaan van ons volk', waarbij 'noch de vrees voor het communisme, noch de drang van de economische ontwikkeling voor hem (de christen, de kerk) het enige of laatste motief mag zijn'. En met het oog op de oecumene betekent het een pleidooi 'om. waar dit maar enigszins mogelijk stemmen uit de kerken blijkt te zijn, (als kerken) tot samenwerking te komen in de verwerkelijking van de opdracht der Kerk ten aanzien van de verschillende samenlevings- gebieden'. Naar de mate van die tijd bevatte het geschrift van 1955 zeer concrete uitspraken. Het wekte ook toen reeds weerstand en misschien ook daardoor lijkt het me onvoldoende serieus genomen. Toch heeft dat wat de synode en daarin de officiële afgevaardigden van de classiclae vergaderingen uit het hele land aldus zeiden in allerlei opzichten doorgewerkt en in hoge mate het beleid van de Hervormde Kerk in de afgelopen tientallen jaren bepaald. Men is er nimmer op terug hoeven te komen (wat uiteraard wel had gekund: waarom zou een kerkelijke uitspraak onfeil baar zijn?!) en spreekt zo ook nu nog. Spanningen Toch leven er al vele jaren vragen of de omstandig heden van nu niet een nieuw geschrift wenselijk maken, waarin dan veel meer dan in 1955 ingegaan zou dienen te worden op de mondiale (wereldwijde) samenleving, terwijl gelet op de inmiddels door zulk spreken der kerk opgeroepen spanningen méér het geméénte-zijn dan het christen-zijn in dat gehele spanningsveld aan de orde zou moeten komen. In 1973 waren er reeds aanzetten om tot zo'n schrijven te komen. In 1982 droeg de synode aan haar raad voor overheid en samenleving op om zulk een geschrift voor te bereiden. Iets over het huidige aanvankelijke concept zeggend, beperk ik me thans tot de nadruk op het mondiale verband waarin de kerk spreekt. Velen kunnen dat maar moeilijk meemaken, waarschijnlijk niet in de laatste plaats omdat deze wereldwijde, schaal de problematiek zo eindeloos en onoplosbaar lijkt te maken. Het staat ook zo ver van ons af, zeggen ze Krachtenveld Dat laatste is nu juist de vraag. Want we leven niet op een eiland, ook met onze nationale, regionale en zelfs persoonlijke aangelegenheden zijn we in een internationaal krachtenveld opgenomen. De samen leving waarin we leven wordt bepaald door mecha nismen die hun effecten wereldwijd hebben. Er is een duidelijk verband tussen bijvoorbeeld onze agrarische politiek en de wereldvoedselvoorzie ning. Wie spreekt over de apartheid in Zuid-Afnka heeft het ook over onze verhouding jegens buitenlan ders in Nederland. Ook onze samenleving wordt veelkleuriger, wat ons noopt om hiér en in wereldver- band onze houding te bepalen. Er is een directe samenhang tussen de bewustwording van de rechten van de arbeider in Zuid-Afrika en die in ons land. Elders en hier is er in verschillende vormen maar in wezen één de opzet en doorwerking van de basisbe weging als oppositie tegen de te vanzelfsprekende structuren. De schulden van leningen van derde wereldlanden hebben met onze economische positie in Amerika en Nederland te maken. Voorzover we dat nu nog niet merken zal ons dat in de voortgaande ontwikkelingen spoedig genoeg dui delijk worden. Ontwikkelingen met betrekking tot de positie van de vrouw in ontwikkelingslanden en in onze westerse wereld zijn bij alle verschillen gelijk opgaand. De toekomst van jongeren hiér en in wereldverband is niet van elkaar los te maken. Wie oplossingen in ónze maatschappij voorstaat, die niet tevens recht doen aan de positie van mensen in andere landen, verkijkt zich op schijn. De door de synode in 1955 voorgestane solidariteit is in oi dagen nog even nodig, maar dan nu duidelijl dan toen op wereldschaal. „De oecumenische beweging" ik citeer 't condf! voor het. nieuwe geschrift „heeft ons geholpen ontdekken, dat we alleen maar kerk kunnen zijn verbondenheid met andere christenen en kerb Tegelijk is de ervaring binnen de oecumenisc beweging onmisbaar geworden bij het verwerk: van mondiale problemen". De betekenis van oecumenische contacten is ji ook op dit punt van onschatbare waarde. Het is ni in de laatste plaats in deze oecumenische contact en daarnaast ook in de directe en door geen politid overwegingen gekleurde bemoeienis met gewc maar de 'mensen van de straat' (en ook daarin sp* de oecumene!), dat de kerk uiterst belangriS informatie in inzichten ontvangt, die een overhi mist. Dat is al vaker gebleken, bijvoorbeeld lm problematiek van de dekolonisatie: lang voort onze overheid en samenleving er werkelijk aan waren dat wat er zich in het vroegere NederlaK Indië afspeelde serieus te nemen, werd er in de ke (vooral in zendingskringen) reeds duidelijk op gei zen. Veel ellende had voorkomen kunnen worden daar tijdig naar geluisterd was. Natuurlijk mag de kerk, als zij spreekt, verwacht worden dat daartoe de nodige zakelijke competentie heeft worven. In het mondiaal verband waarin de kerke de oecumene verkeert blijkt daar niet zeló wordt dat ook door overheden erkend uite belangrijke en veelzins objectieve deskundig^ voor bijeengebracht te zijn en te worden. Ook met wat in ons land gebeurt, delen we in mondiale samenleving. In lied 319 uit het 'Liedbw der Kerken' wordt met het oog op God gezegd: J ver is, is nabij". Als je dat inderdaad van God zeggen, zou je dan ook niet en met evenveel na< met betrekking tot alles wat er in de samenh»' van onze wereld 'ver af en 'dichtbij' gebes variërend mogen en móeten zeggen: wat veri is nabij?! T. Rinket

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1984 | | pagina 4