OORLOG ALS HOBBY
3
huisarts van dijk: een boeiende legpuzzel
PZC/ bevrijding
weg
dat
lilie
Ver-
43
W'at bezielt iemand om veertig
jaar na de Tweede Wereld
oorlog zich in zijn schaarse vrije
tijd bezig te houden met wat zich
in die periode allemaal in zijn
omgeving heeft afgespeeld. Is
het bevrediging van een met te
stillen honger naar kennis en
feiten over een periode, waarin
de informatie onvolledig, ver
brokkeld en veelal weinig waar
heidsgetrouw overkwam?
Is er misschien sprake van een
hobby, zoals postzegelverzame-
len, vogels in de natuur bestude
ren of wijn maken in de vrije
tijd? Of komt de belangstelling
toch voort uit het gegeven, dat
betrokkene die periode zo inten
sief heeft beleefd? De Vlissingse
huisarts A H. van Dijk (56)
houdt het 'op een beetje van
alles wat'. In de periode 1940-
1945 was de middelbare scholier
Adrie van Dijk voor de volle
honderd procent op het oorlogs
gebeuren geconcentreerd. ..Zo
als de tieners van nu feilloos
weten hoe de Top-10 in elkaar
steekt, zo konden wij elk vlieg
tuig identificeren. Een Lancas
ter, een Liberator, een Mes-
serschmitt. we kenden ze op ons
duimpje. Dat was de discussie op
school" Adrie van Dijk hield in
de oorlogsjaren een dagboek bij,
dat begint bij de turbulente en
chaotische meidagen 1940 en dat
eindigt met de bevrijding van
Walcheren eind 1944. Ooggetui
ge Van Dijk - vanaf de eerste
dag pro-geallieerd en anti-Duits,
maar opmerkelijk objectief als
het gaat om feitelijke berichtge
ving in zijn dagboek - 'vergatde
oorlog gedurende meer dan een
kwart eeuw. Zijn studie aan de
Rijksuniversiteit van Leiden en
daarna de opbouw van een
praktijk in zijn geboortestad
Vlissingen slokten al zijn aan
dacht op. Pas aan het eind van
de jaren zestig, toen tentoonstel
lingen loerden ingericht over '25
jaar bevrijding', werd hij op
nieuw door het onderwerp ge
grepen. Niet uit sensatiezucht of
uit een gevoel het verleden weer
te doen herleven. Daarvoor is de
Vlissingse arts veel te nuchter.
Zijn belangstelling kan puur we
tenschappelijk worden ge
noemd Recapituleren van ge
beurtenissen TOEN beschouwt
hij als een moeilijke, maar
boeiende legpuzzel. „Op een ge
geven moment passen de stuk
ken in elkaar en dat is buitenge
woon bevredigend", vertelde hij
PZC-hoofdredacteur M P Diele
man in een gesprek, waarin Van
Dijks 'oorlogsverleden' en zijn
belangstelling voor de periode
1940-1945 tegen elkaar worden
afgewogen
m. p. dieleman
Huisarts A. H. van Dijk is een vertrouwde verschijning in het gebouw van de Provinciale
Zeeuwse Courant aan de Walstraat in Vlissingen. Hij vertoont zich hier niet, omdat hij
zich zorgen maakt over de gezondheidstoestand van het personeel. Dat is niet zijn afdeling.
Van Dijks gang naar de PZC heeft alles te maken met zijn passie voor het (oorlogs)verleden.
Als bij extreem lage waterstand op het Vlissingse Nollestrand een oud landingsvaartuig
bloot komt te liggen, is zijn eerste handeling de krant op de hoogte stellen. Komt er een brief
uit Groot-Brittannië van een oud-militair, die in 1944 betrokken is geweest bij de bevrijding
van Zeeland en informatie over personen uit die tijd wil, schakelt Van Dijk óók de krant in.
Het zou niet de eerste keer zijn, dat via een dagbladpublikatie mensen worden opgespoord.
Men zou de Vlissinger onrecht aan- de Walstraat, het Betje Wolfplein en onrustig. Het dagboek vermeldt dat
doen als hem alleen en uitsluitend hel fanatiek schietend kanon bij de Tommy (alias voor de Engelsen.
belangstelling voor het oorlogsgebeu- bunker aan de Coosje Buskenstraat, M.P.D er om half vijf en om half acht
ren 1940-1945 wordt aangewreven. Er dat van geen overgeven wist...". al'was. Om kwart voor elf, onder
kan in Vlissingen geen opgraving Nederlands van Van Grol, vloog een
plaatsvinden of Van Dijk staat over Het is Van Dijk ten voeten uit. Zijn Bristol Blenheim zo laag als de boom
de schouders van de gravers mee te kennis over het oorlogsgebeuren stelt toppen voorbij, met een Duitse jager
kijken. Wat hij niet weet over de hem in staat dingen te zien en te aan zijn staart. Het ivas een pracht
onderaardse gangen om en nabij de begrijpen, die aan niet-ingewijden gezicht. De Luchtafweer schoot als
Vlissingse boulevards, kan bij wijze maar al te gemakkelijk voorbijgaan, een gek en raakt de Blenheim en
van spreken in een hoekje van een Hij publiceert graag, omdat het een miste de Duitser. Om twaalf uur cir-
zakagendablaacye worden genoteerd, manier is om kennis met anderen te keiden er weer een paar Spitfires
In het blad van de Heemkundige delen. Zo staat hij met veel genoegen rond en weer een geschiet van jewel-
Kring Walcheren 'De Wete' worden zijn dagboek af aan mensen, die de ste en weer alarm en weer naar de
regelmatig bijdragen van zijn hand 'couleur locale' van de Jaren '40- 45 kelder en weer community singing.
gepubliceerd, die de oude vestings- willen proeven, nodig voor een krante- Na schooltijd toerden we bij elkaar
werken van Vlissingen tot onderwerp artikel of een boek over de oorlog. Van geroepen in de leraarskamer. De com-
hebben of informatie geven over ande- Dijk speelt graag met woorden, zoals mandant van het stukje twee centime-
re geschiedkundige onderwerpen. Een hij het uitdrukt. Schrijven is zijn ter luchtdoelgeschut, dat op het dak
zekere faam hebben zijn stukjes onder hobby. Hij noemt zichzelf 'een visueel van de school stond voerde het woord.
de naam 'Dijkje' over uiteenlopende schrijver', die door zijn taalgebruik Hij had een grote bek en was op van
onderwerpen, dikwijls de Tweede We- beelden van beschreven gebeurtenis- de zenuwen. Hij spuwde zijn kauw-
reldoorlog. Onder het opschrift 'De sen oproept. Een treffend voorbeeld gum op de parketvloer en probeerde
natste slag en andere heldensagen' - daarvan is zijn bijdrage aan het vorig dat met zijn laars onder het
De Wete, januari 1984 -verhaalt Dijk- jaar verschenen jubileumnummer van vloerkleed te schuiven. De Noo (de
je over de beroemde film 'De langste de 75-jarige rijksscholengemeenschap directeuri met zijn overdreven gevoel
het gelijknamige boek van Scheldemond, de vroegere rijks-hbs. voor decorum was verbijsterd over
Cornelius Ryan.
J Oct 'lA
de langste dag
in de film 'De langste dag zijn hel ™ssinEse au» doorliep.
de groene baretten, die op 6 juni 1944
het Franse badplaatsje Ouistreham
veroveren na een breed uitgemeten
gevecht tegen een Duits kanon in het
Casino. Binnenkort weer op onze buis
of 'op de Belg', want straks is het
veertig jaar geleden dat de geallieer
den in Normandié zijn geland. Ga er
eens voorzitten en bekijk de film door
een Walcherse bril.(...) Als u de verha
len goed kent krijgt u in de gaten dat
de filmproducent, in de strijd in Vlis
singen is terecht gekomen. Zoals de
val van Grand Hotel Britannia. En
dan de scène met de nonnen. Die zijn
tijdens de gevechten samen met de
patiënten van het St.-Josephzieken-
huis over het Dok naar het bevrijde
stadsdeel gegaan. En aan het eind
ziet u zelfs de Schotten met een doe
delzakspeler door de kruitdamp op
trekken om de posities van de Franse
Commando's over ie nemen. Zet daar
eens een Vlissings slagveld achter met
te Vlissingen. Van Dijk beschrijft.er - zoveel onbeschoftheid. Hij stond timi-
hoe kan het ook anders - de periode de over de eau de colognefles in zijn
1939 tot 1944, de jaren waarin hij de vestzak te poetsen. Van het verhaal
heb ik alleen een paar brokstukken
gehoord: 'Leider sind wir nicht getrof-
„...Die zaterdagmorgen was het weer fen'. 'Ich darf wohl sagen zum Glück'.
Ze hadden kennelijk toch last van ons
gehad. Van ons gezang? Gobius, de
leraar Duits, die heel democratisch
door de klas cijfers liet geven voor
onze spreekbeurten, vroeg dan aan de
klas 'Wer gibt zehn">' en dan 'Wer gibt
neun?"en dan 'Wer gibt acht?' en
vervolgens de opgestoken vingers tel
de, deze Gobius vroeg na de donder-
speech'Wer gibt zehn?'. Dat was
klasse!...."
razend nieuwsgierig
Adrie van Dijk was twaalf jaar bij het
uitbreken van de Tweede Wereldoor
log. Hij woonde in een huis op de
Boulevard.
„Mijn wereld was de mobilisatie en
alles wat er omheen afspeelde Vader
was bij de bijzondere vrijwillige land
storm. Vaak ging ik mee naar de
schietbaan. Prachtig, vond ik dat. De
bomvrije kazerne was achter ons huis.
De mobilisatie, ik zat er met mijn
neus bovenop. Het heeft onmisken
baar zijn invloed. Er gebeurde zo
vreselijk veel in die tijd. Ik weet dat ik
razend nieuwsgierig was. Maar ik niet
alleen, mijn kameraden hadden dat
ook, In de oorlog gaf de krant onvolle
dige of onjuiste informatie. Als je het
naadje van de kous wilde weten,
moest je er zelf achteraan. Ik noem
een voorbeeld: bij een Engelse lucht
aanval op Vlissingen waren tien Duit
sers gedood. Althans dat werd be
weerd. zoals er altijd zoveel werd
'beweerd'. In dit geval was er een
eenvoudige manier om achter de
waarheid te komen. Kijken op de
begraafplaats hoeveel graven werden
gedolven. Soms was er niets aan de
hand. soms werd een enkel graf gegra
ven. Het aantal gedode Duitsers was
meestal heel wat minder dan de volks
mond wilde doen geloven. Kijk. dat
soort dingen uitpluizen, dat lag me
wel".
dagboek
Al meteen na de eerste oorlogsdag
hield de jonge Van Dijk een dagboek
by. Het waren niet meer dan losse
velletjes papier, waarop hij zijn bevin
dingen noteerde. Ze hadden te maken
met de oorlog, dat wél. Van lieverlee
begon hij het Vlissingse oorlogs
nieuws automatisch in zijn school
agenda bij te houden. Zijn eigenlijke
dagboek, niet meer dan een schrift
voorzien van een stevige kaft met het
opschrift 'oorlogsverslag' dateert
van begin 1942. Waarheidsgetrouw
heeft hij daarin zijn aantekeningen
uitgewerkt. Het schrijven twee jaar na
data geeft een enkele keer aanleiding
tot bredere informatie dan alleen die
van de betreffende dag zelf. Zo ver
meldt hij bijvoorbeeld 17 mei 1940;
Middelburg heeft enkele dagen ge
brand en is nog geruime tijd door
blijven smeulen, wel bijna vyf maan
den. want 29 september werd nog een
vuurtje in de puinhopen geblust".
Het is dit soort informatie, dat het
dagboek van Van Dyk zo waardevol
maakt voor geschiedschry vers. In tal
van gevallen vinden zy er de argu
mentatie achter de feiten in terug. In
het dagboek van de jonge Vlissinger
ontbreekt overigens de periode au
gustus 1943-augustus 1944. Er is een
eenvoudige verklaring voor: zijn agen
da van dat schooljaar is verloren
gegaan. Er viel dus niet 'over te
schrijven'.
op schrift hebben gesteld, waren bui
tengewoon waardevol voor de Vlis
singse leraar-auteur De Bree. Van
Dyk roemt ook het contact met de
man, die tot voor kort het werk van
De Bree voortzette, dr. G. Taal. we
tenschappelijk hoofdmedewerker aan
het Instituut voor Geschiedenis van
de Rijksuniversiteit Groningen. Mede
door hem is de Vlissingse arts er ae
laatste jaren 'pas goed in verzeild
geraakt'.
Vooral de geschiedenis van het verzet
in Vlissingen fascineert hem. Als voor
beeld noemt dokter Van Dyk de ver
zetsdaden rond het in aanbouw zijnde
passagiersschip 'Willem Ruijs' op de
werf de Schelde te Vlissingen, het
befaamde bouwhummer 214. dat on
geschonden uit het oorlogsgeweld te-
voorschyn kwam de speurtocht naar
de waarheid leverde niet minder dan
zes mogelijke oplossingen op. 'Inte
ressant en boeiend' oordeelt Van Dyk
over dit onderzoek. Zijn speurtocht,
samen met dr. Taal, bracht hem
onder anderen in contact met de
thans in de VS wonende Kees Jobse,
die hem in een brief een monster
trotyl toestuurde, afkomstig uit de
lading springstof aan boord van de
'Willem Ruys'. Op drie plaatsen had
den de Duitsers ladingen trotyl aan
gebracht met de bedoeling het schip
op te blazen op het moment, dat de
geallieerden Vlissingen dreigden te
bevrijden. Dank zij snel en tydig
ingrijpen van een aantal voor de on
dergrondse werkende Scheldewerkne-
mers konden de ladingen tydig on-
schadeiyk worden gemaakt
herinneringen
puzzelwerk
VQ 'MHrlSX C-WO VlAx/vw/O
vj VK/t iyb<s\s ^vi
oU, JXua/ |aiv[ vma/Y U-^'C
- ^wv 1 -dAHnoC'T iMKn/^yUO-vv \JOvw XAAAJ
O/tf-W/'O lt ChJ+oL llwötvi Cyu-f
Een fragment uit het dagboek van de middelbare scholier Adrie van Dijk.
Veel later is Van Dijk zich weer met
de oorlog 'gaan bezighouden'. Vijfen
twintig jaar bevrijding .was een
startpunt. Mensen, die op de hoogte
waren van zijn bezigheden in de
oorlog vroegen hem om raad en bij
stand. Van het een kwam het ander.
Van Dijk ontdekte hoe boeiend die
periode is. Met het erover praten en
het dagboek nog eens nalezen kwa
men de herinneringen scherp om
lijnd terug. Details van tal van zaken
borrelden op.
Levien de Bree, de begin 1977 overle
den schrijver van 'Zeeland 40-45'. deel
I, stimuleerde de Vlissingse huisarts.
De Bree heeft by voorbeeld dankbaar
gebruik gemaakt van de oorlogsaan
tekeningen en herinneringen van de
Vlissingse scholier. Mensen, die de
oorlog in Zeeland van naby hebben
meegemaakt en die hun ervaringen
Dokter Van Dijk weet niet direct een
antwoord te formuleren op de vraag
wat hem beweegt veertig jaar na de
oorlog nog steeds met oorlogsgebeur
tenissen bezig te zyn. Hij stelt vast,
dat 'puzzelwerk' hem enorm aan
spreekt. „Net zo lang bezig zijn totdat
de stukken in elkaar passen". Hy zegt
noch oorlogszuchtig te zijn, noch een
oorlogssyndroom te hebben. Van
Dijk: „Geschiedenis is gewoon leuk en
boeiend. Ik ben niet alleen geïnteres
seerd in W.O. II. Wat er met de
boulevard is gebeurd, boeit me al
evenzeer. De vestingwerken van
vroeger, de Napoleontische tya, war
er aan opgravingen wordt bloot ge
legd. het heeft allemaal myn belang
stelling. Trouwens wat de oorlog '40-
'45 betreft, over een jaar zijn alle thans
in voorbereiding zijnde boeken over
Walcheren 1940-1945 verschenen. Dan
komt er rust op dit front en heb ik alle
vrijheid een nieuwe hobby te kiezen".