bevrijding SLOEGEBIED VOOR ONS BEGON TOEN DE ELLENDE EIGENLIJK PAS wie kwam met de doorwaadbare route? PZC bevrijding ZATERDAG 28 APRIL 1984 De lezingen zijn verschillend. Hel is ook lang geleden en herinne ringen, zeker aan barre tijden, verva gen snel. Zelfs de min of meer officië le annalen geven geen eenduidig uit sluitsel. Wie stippelde een looproute uit door het Sloegebied? Deden de geallieerden dat zelf aan de hand van luchtfoto's? Zorgde het Bevelandse verzet voor het aandragen van gege vens? Bracht een combinatie van luchtfoto's en plaatselijke bekend heid uitkomst? Was het een kwestie van puur geluk! Feit is in elk geval - en daarover bestaat eensgezindheid - dat de verovering van de Sloedam op de Duitsers in het najaar van 1944 stromen bloed, zweet en tranen heeft gekost. Feit is óók dat een verrassen de manoeuvre het pleit uileindelijk in het voordeel van de geallieerde troepen beslechtte: een nachtelijke tocht over de onherbergzame schor ren en door de ondiepe kreekgedeel- ten van het Zuid-Sloe. De Sloedam in de jaren veertig. Een '.'smalle strook land tussen Walcheren en Zuid-Beveland. Ongeveer 1,2 kilo meter lang en aan de bovenkant ruim 40 meter breed. Ruim 6 meter boven NAP. Over de dam een verkeersweg met fietspaden erlangs en de spoorlijn Goes-Middelburg. Aan weerszijden 'liet Sloe. Veel schorren, ondiepe kre ken 'en enkele - vooral bij hoog water - diepere stroomgeulen. In 1940 ont moetten de Duitsers er veel tegen stand van Franse troepen. Met die wetenschap in het achterhoofd, zorg den ze voor sterke verdedigingswer ken voorzien van zware bewapening, Dat merkten de geallieerden, toen ze .,31 oktober 1944 in het kader van operatie Vitality (de verovering van Zuid-Beveland) de enge Sloedam wil den oversteken. De Duitsers gaven de toegang tot Walcheren niet zonder slag of stoot vrij. Aan de strijd om de Sloedam namen in de eerste plaats troepen van de vijfde Canadese infanteriebrigade deel: Royal Highland Regiment, Cal gary Highlanders, Régiment de Mai- sonneuve. Later kregen ze steun en werden ze grotendeels afgelost door Schotse troepen van de 52nd. Low land Mountain Division: Glasgow Highlanders, Royal Scots Fuseliers, Scottish Rifles. De Duitsers zetten onderdelen van het 1019e infanterïe- regiment in. Dag na dag konden deze soldaten de opmars van de geallieerden weer staan. Pas op 2 november werden wat wankele, geïsoleerde posities aan de Walcherse kant van de Sloedam door Canadezen en Engelsen veroverd. Een vuist kon niet gemaakt worden. De Duitsers ondernamen zelfs een tegen aanval. Operatie Vitality zat muur vast en daardoor liep ook operatie Infatuate (verovering van Walcheren) gevaar. De commandant van de 52nd. Lowland Mountain Division bracht uitkomst. Generaal E. Hakewill Smith gaf opdracht het Sloe zuidelijk van dc dam, ter hoogte van het haven tje van Nieuwdorp, over te steken. Verkenners hadden met behulp van wit lint een route uitgezet. In de nacht van 2 op 3 november werd de over steek gewaagd. Weliswaar nog altijd geen sinecure, maar er kon - vooral dank zij het verrassingselement - uit eindelijk contact worden gemaakt met de geallieerden in hun benarde posities op de Sloedam. Op 4 novem ber was operatie Vitality voltooid. De geallieerden op mars naar Middel burg. Voor de provinciehoofdstad brak, dankzij een portie Engelse bluf poker waarvoor de sterke Duitse strijdmacht week, op 6 november de bevrijding aan. Generaal Hakewill Smith heeft de eer van het doorwaden van het Sloe altijd aan zichzelf (en zijn stad) gehouden. Sterk vergrote luchtfoto's brachten hem tot de beslissing het Zuid-Sloe te voet te laten passeren. Ook dr. L. de Jong is daar in zijn 'Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede We reldoorlog' van uitgegaan, evenals R. Thompson in zijn 'De 85 dagen, de slag om de Schelde' Het is H. van Lith die in zijn 'De Bevrijding van Walche ren' gewag maakt van de inbreng van het Zeeuwse verzet, met name bij de voorbereidingen van de overtocht door het Sloe. Verzetsman Pieter Kloosterman uit Nisse, na de bevrij ding chef-staf van de Orde Dienst op Zuid-Beveland, weet daar alles van. Maar ook Joost Moerdijk uit Nieuw dorp en Jan Capello uit 's-Heeren- hoek, leden van de illegale Geuzen, werpen zich op als ontdekkers van de alternatieve Sloe-route. Kloosterman (91) begon eind 1940 met de vorming van verzetskernen op Zuid-Beveland. Hij baseerde zich daarbij op de organisatie van de Communistische Partij Nederland: kleine cellen, die onafhankelijk van elkaar opereerden. Door zijn functie bij de prijsbeheersing kon Klooster man (die vanwege repressailles voor de bevolking gewapende acties en sabotage schuwde) vrij door heel Zeeland reizen. Al in 1942 ging hij, met collega en oud-rijksveldwachter M. van Schaik uit Goes, een kijkje nemen bij de Sloedam. Kloosterman: „De Sloedam bestond slechts uit een spoorlijn en een slechte weg. Rond om schorren en kreken. We zijn vanaf Nieuwdorp naar de Bijlevcldpolder aan de Walcherse kant gegaan, om te kijken of je over de slikken kon. Die lagen erg hoog en stonden meestal alleen bij springtij onder water. Op de slikken werkten twee mensen van het waterschap. Ze vertelden dat je over de schorren heen kon. Ik heb de informatie niet meteen via mijn con tactman ome Henk Vermeulen uit Breda doorgegeven, maar gedacht: dat komt misschien later nog wel van pas". Dat bleek eind 1944 bij de aanval op de Sloedam. Kloosterman herinnert zich dat hij op 30 oktober door een militaire ordonnans in Nisse werd opgehaald. Om 09.00 uur zat hij bij de geallieerden die in de hofstede Blok een stafkwartier hadden ingericht. De verzetsman stelde de Canadezen in kennis van de route over de schorren. „Ik heb ze ook gezegd dat de Sloedam nooit te nemen was. Later heb ik dat tegenover de Schotten herhaald. Ik zei tegen een majoor: het is onzin het toch te proberen. Ze gingen toch en ze hebben de helft van een compagnie verloren. Je kon tegen die Schotten zeggen wat je wou Het hielp niets", aldus Kloosterman. Hij maakt duide lijk, aan de hand van een ha 40 jaar moeiteloos geproduceerde schets op de achterkant van een enveloppe, dat het traject door het Zuid-Sloe niet door toedoen van het verzet is uitge stippeld. "Ik had zelf een andere route in het hoofd. Van het haventje in Nieuwdorp naar een hut van schaap herders en zo naar de Bijleveldhoeve. De geallieerden kozen voor een wat zuidelijker route". In hun lezing schetsen Moerdijk (63) en Capello (63) een ietwat ander beeld. Aanvankelijk waren ze via een con tactman in Yerseke lid van de op militaire leest geschoeide Geuzenor- ganisatie (Moerdijk: „Ik heb in Goes achter een schutting de eed afge legd".) Afbreuk doen aan de bezetters was hun uitgangspunt, maar daar kwam onder meer door gebrek aan ervaring niet zoveel van terecht. „Doordat we er niet op ingesteld waren, zijn er veel fouten gemaakt", erkent Moerdijk ruiterlijk. „Het ont brak aan organisatorische en. vooral technische kennis". Hij vertelt op een gegeven moment in contact te zijn gekomen met Kloosterman. „Die zat in de molen van Nisse. Ik legde uit hoe onze groep in elkaar zat. We spraken af dat wij als militaire groep partiza- nenwerk zouden doen. Er kwamen verschillende opdrachten door. Onder meer wapens van de Duitsers zien te bemachtigen. Dat is ons gelukt ook". opdrachten Eén van dc opdrachten, zo beweert Moerdijk, was na de invasie van juni 1944 het zoeken van een alternatieve route door het Sloegebied. „Ik had er niet zoveel zin in. Het Sloegebied werd goed bewaakt door de Duitsers. Diverse stellingen en 4 boten in de haven. Maar het was nu eenmaal een opdracht en ik wist ongeveer de plaats waar bij laag' water over te steken was". Hij wilde aanvankelijk 's nachts op pad, maar Capello - enigszins driest uitgevallen - had een ander idee. Die zette op klaarlichte dag en onder ogen van de Duitsers onder de mom van een weddenschap een zwempartij op touw. „Het was najaar, koud en het regende. De Duit sers vonden het prachtig. We kregen later zelfs tabak en schnaps van ze. Intussen wisten we waar het water De huidige Sloedam met ingepolderde schorren, waar nauwelijks meer her inneringen zijn aan de in 1944 gevoer de felle strijd. tot de knieën kwam en waar dus goed over te steken was. Daar hebben we een schets van gemaakt en die is naar Kloosterman gegaan. Het duurde nog drie weken voordat de geallieerden kwamen", meldt Moerdijk onder bijval van Capello. Hij voegt eraan toe later in aanwezigheid van Kloosterman op de stafkaart van de geallieerde commandant de over steekplaats nog eens te hebben aan gewezen. Moerdijk vindt dat de doortastend heid van Capello de opmars van de geallieerden heeft bespoedigd. Hij is erover teleurgesteld dat diens bijdra ge onvoldoende gewaardeerd werd. „Er is me gezegd: als een paard een wedstrijd wint. dan krijgt het geen medaille. Die gaat niet eens naar de jockey, maar naar de eigenaar. Zo is het hier ook". Capello gaat niet prat op zijn daden. „Ik heb er 35 jaar geleden één keer over gesproken. Ik kon in aanmerking komen voor het mobilisatiekruis. Daarvoor vulde ik papieren in. Ik kreeg over de post een kruis toegestuurd, onder rembours. De kosten waren 3,80 gulden. Toen heb ik gezegd: voor mij hoeft het niet meer". Moerdijk en Capello hebben na de oorlog nooit meer met Kloosterman contact opgenomen. Militaire jaren in Nederlands-Indie waren daar onder meer debet aan. Jammer, want daar door zullen er verschillende lezingen blijven. Kloosterman, na de bevrij ding kapitein in het leger, geeft toe tijdens de bezetting contact te heb ben gehad met Moerdijk over verzets activiteiten. „Maar hij heeft van mij: nooit opdrachten gehad. Het was een beetje een raar stel De voormalige verzetsman houdt het erop dat in de turbulente jaren niet iedereen zicht had op wat precies plaats greep. Hij zelfheeft zijn rol zo nauwkeurig moge lijk op schrift gesteld. De bevoegdheid om over dat dossier te oordelen, wil Kloosterman in handen leggen van de commissaris van de koningin. Op 4 november 1944 - de strijd om Walcheren was nog in alle hevigheid aan de gang - bevrijdden de geallieerden Noord-Beveland. Dat gebeurde zonder noemenswaardige militaire problemen. Het eiland was strategisch van veel minder belang dat Walcheren en Zuid-Beveland. Daar waren troepenmacht en verdediging dan ook naar. Het blad 'Vrije Stemmen uit de Ganzestad' meldde - nog helemaal in de lijn van een illegaal blad - dat Noord-Beveland door de Canadezen bezet was. Wel een bezetting van een gans andere aard dan de 4 voorgaande jaren. De Noordbevelandse bevolking kon feest gaan vieren. De oorlogsperiode - die overigens in het algemeen niet al te zwaar was gevallen - was voorbij. Maar lang niet iedereen op het eiland haalde opgelucht adem en zette een streep onder de narigheid. V.'Voor ons begon met de bevrijding de dagen van de hoeve weggeweest. De niet te onderscheiden. De Duitse mili- -ellende eigenlijk pas', herinnert het granaten konden we horen afschieten tairen - toch al onbekend met de echtpaar Cor de Regt (70) en Nel de en dan hadden we net nog op tijd grillen van de Oosterschelde - maak- Regt-Verhulst (67) zich. 'Wij kwamen geweesl om in de kelder te duiken. De ten direct een grove fout - de basis in de vuurlinie te liggen. De Moffen hoeve zelf is niet getroffen: er zaten voor het mislukken van hun raid. Ze waren wel weg van het eiland, maar ze wat gaten in de kozijnen en trechters kwamen op grote afstand van de gingen ons vanaf Schouwen beschie- in de groentetuin. De granaten waren uitwateringssluis aan wal. Op mars ten'. Het echtpaar woonde op hun afzwaaiers, want de Duitsers mikten naar Colijnsplaat stuitte de zwaar boerderij aan de Colijnsplaatse West- op de batterij bij het dorp. Het was bepakte en gezakte troep van onge- Zeedijk, samen met het gezin van neef een rottijd. Op nieuwjaarsdag 1945 veer 30 militairen op de hoeven van de Kees en de familie M. Neerhout. eva- cuées uit Zierikzee (oude bekenden, ik met de kinderen uit het De Regts aan de West-Zeedijk. Daar verkeerde iedereen in diepe rust. Invallen van de Duitsers waren nog een onbekend verschijnsel. 'En de bevrijding van Noord-Beveland. Irenebrigade was op Noord-Beveland maakte duidelijk hoe kwetsbaar het gekomen, waardoor we wat meer ver dorp en moest in een sloot duiken, die tijdens de watersnoodramp van toen opeens een schietpartij begon'. 1953 nog eens een beroep op de De Een gebeurtenis enkele weken na de een onbekend verschijnsel. 'En de Tlegts deden). De hoeve lag vlak ach ter de zeewering. Niet alleen de be schietingen, tussen de Duitsers in eiland in feite nog was. De Duitsers trouwen hadden gekregen. We dach- Haamstede en de gealieerden in Co- ondernamen vanaf Schouwen-Duive- ten dat we goed bewaakt zouden lijnsplaat, zorgden voor een druk op land een expeditie, met de bedoeling worden', vertelt Cor de Regt. 'De hele 'Het dagelijks leven, óók de bijna tast- (zo bleek achteraf) de uitwaterings- noordkust van Noord-Beveland was 'bare nabijheid van de Duitsers deed sluis bij Colijnsplaat de lucht in te onbewaakt en dat leek nergens op. dat, 'We konden de patrouilleboten laten vliegen, waardoor de grote Oud- Schouwen-Duiveland was niet be- van de Duitsers op de Oosterschelde Noord-Bevelandpolder onder water vrijd, dus de vijand zat dichtbij. Dat horen varen', zegt De Regt. beschieting De groep mensen achter de West- i komen te staan. Ook moest de hebben we dan ook gemerkt'. Midden hervormde kerk in het dorp worden in de nacht werd op ramen en deur van de woning van het echtpaar De Regt geklopt. Een onbekende stem riep in het Engels dat de deur open opgeblazen, nadat daarin de manne lijke bevolking zou zijn samengedre ven. Voorzien van een grote hoeveel- Zecdijk zat tussen twee vuren. Nel de held springstof landden de Duitsers gemaakt moest worden. De aanvang Regt: 'De eerste maanden werden we op 25 november 1944 per boot op de van een angstig avontuur, niet dagelijks beschoten. De laatste kust \7an Noord-Beveland. Het was Boer De Regt - zijn vrouw was pas periode vóór de bevrijding van mei voor het aanbreken van de dag en bevalen en lag in het kraambed - 1945 was het echt erg. We zijn nog 14 pikdonker; herkenningspunten waren ging open doen. 'Ik werd meteen bedreigd met een pistool. Dan denk je even: wat gaat er gebeuren. Ik moest mede naar buiten; er was verder niks te zien. Ik had wel door dat het geen Engelsman was die had aangeklopt. Dal kon ik merken aan het geluid van zijn laarzen. Het was het typische geluid van Duitse spijkerlaarzen. Ik moest mee de schuur in. Hij wilde een paard en wagen hebben. Er stond een wagentje, geladen met bieten blad. Dat moest ik lossen. Ik ben daar zeker een kwartier mee bezig ge weesl. Toen moesten de mendeuren open en na een fluisignaal kwamen er een massa militaire opduiken. Een paard hadden ze niet meer nodig; ze sleepten de wagen zelf de dijk op. Ik ging nog een eind mee, maar werd teruggestuurd. Je bent jong en je staat dan nog niet stil bij de gevaren, die besef je pas achteraf. Je doet de dingen automatisch'. Achter een betonnen Muraltmuurtje op de dijk bleef De Regt nog even luisteren. Het was stil weer en hij kon goed horen dat er allerlei spullen op de wagen geladen werden, waarna de troep richting dorp trok. Inmiddels was evacuée Neerhout ook naar bui ten gekomen. Het was zijn wagen die in het donker verdween en hij wilde er achteraan. 'We hebben even overlegd en besloten dat Neerhout op de fiets via een omweg naar het dorp zou gaan. Hij kon de Duitsers dan ontwij ken. Ze hadden trouwens bij de boer derij niemand op wacht gezet, ook niet zo handig, maar wel in ons voor deel', aldus De Regt. Neerhout kon ongehinderd het dorp bereiken. Vrij wel tegelijkertijd arriveerde daar ook M Fortuin, knecht van Kees de Regt. Hij was als gebruikelijk in alle vroegte naar de boerderij aan de West-Zeedijk vertrokken, om de dieren te verzor gen. Al fietsende stuitte Fortuin op de groep Duitsers en dwars over het land kwam hij terug in Colijnsplaat. Neerhout en Fortuin sloegen alarm bij de manschappen van de Irenebrigade, die prinsheerlijk in de hotels Zeelan- dia en de Patrijs lagen te slapen. De Regt: 'Ze hadden grote moeite met de militairen ervan te overtuigen dat het ernst was. Neerhout moest, ongewa pend, met de soldaten mee om de weg te wijzen. Ter hoogte van de sluis kwamen de twee groepen elkaar te gen. Ze begonnen met lichtkogels te schieten. Neerhout zei later tegen me dat hij erg bang was en wel een gat in de dijk had willen kruipen'. De scher mutseling noopte de Duitsers tot te rugtrekken. Het was laag water ge worden en daardoor onmogelijk lluks met de boot weg te varen. In de buurt van de hoeve aan de West-Zeedijk groeven ze zich in. Volgens boer De Regt waren de schuttersputten (op enkele plaatsen in de dijk van de Wanteskuip nog te zien in snel tempo gegraven. belegering De manschappen van de Irenebriga de, natuurlijk intussen van de ernst van de situatie doorgedrongen, bele gerden de Duitsers. Die hadden zich van de eerste schrik (de Irenebrigade was immers verondersteld slapende te zijn) hersteld en zaten in de dijk in een goede stelling. Bij de schermutse lingen werd de commandant van de Nederlandse militairen, luitenant L. Havelaar, door een kogel van een Duitse scherpschutter gedood (hij was de enige die bij dc actie om het leven kwam). Artilleriesteun van een bij Nieuwland opgesteld gcalieerde batterij, zorgde voor overgaven van de Duitsers. 'Voordat het schieten begon, zeiden ze tegen ons dal we in de kelder moesten. Het speelde zich ook boven ons hoofd af. Ze mikten gelukkig goed. Het eerste schot was bovenop de kruin van de dijk. Na enkele schoten gaven de Duitsers zich over', weet De Regt. De krijgsge vangen werden naar Middelburg overgebracht. Uit de verhoren bleken hun plannen, terwijl ook de zo moei zaam meegesjouwde springstof boek delen sprak. Het echtpaar De Regt beklemtoont dat voor hen met de gevangenneming van de Duitsers de kous niet af was. 'Na die affaire kwam voor ons pas goed de angst. We wisten toen wat er kon gebeuren. Vooral 's-nachts was het angstig. We hebben om bewaking gevraagd en de Irenebrigade is ook gekomen. We waren vooral beducht voor represaillemaatregelen, als straf voor het feit dat wij de actie verijdeld hadden. De Duitsers zijn ook terugge weest; maar landden weer verkeerd. Ze kwamen, in februari 1945, bij Kats terecht. Daar hebben ze per ongeluk P. Zuidweg meegenomen. Die is later wee vrijgelaten. Dat gebeuren maakte ons extra ongerust'. Zonder verdere kleerscheuren haalden de bewoners van de hoeve aan de West-Zeedijk de capitulatie van mei 1945. Zelfs de wagen van Neerhout keerde onbe schadigd terug. Foto: Het gemaal de Vliete bij CoZijns- plaat, de plaats waar de Duitsers irJ 1944 een groot deel van Noord-Bevel land onder water wilden zetten. zij er de geallieerden van. dat ei Duitsers op Noord-Beveland waren aangekomen die - wat later bleek - de bedoeling hadden om de sluis op te blazen', luidde de officiële omschrij ving. Besloten werd een lijst te laten rondgaan, waarop de ingelanden voor een bedrag konden tekenen. In hoe verre het tweetal daar goed mee weg is gekomen, valt moeilijk te achterha len. Ze lieten in de loop van 1946 weten nog altijd geen geld gezien te hebben en dijkgraaf M. van Arenthals schreef dat toe aan de geldsanering, En voor zover hij dat zich 40 jaar later herinneren kan, hebben Neerhout en Fortuin toch nog een bedrag ontvan gen. In elk geval duidt een gedenk plaat aan de muur van de hervormde kerk in Colijnsplaat op de actie. Bo ven de plaat is de helm van de gesneuvelde luitenant Havelaar be vestigd. rinus antonisse vreugde In de algemene vergadering van het waterschap Oud- en Nieuw-Noord- Beveland overheerste later de vreug de over het optreden van Neerhout en Fortuin. Men wilde een huldeblijk voor het tweetal, vanwege de ver diensten aan het waterschap bewe- 'Met gevaar voor hun leven en met inzet van alle krachten verwittingden

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1984 | | pagina 40