OLIE
OP DE
KUST
de remedie van
rijkswaterstaat
gevolgen
en
opsporing
PZC/ weekendkrant 23
Het is een bekend beeld. Men kent het van foto's, of uit eigen waarneming: dikke
plakkaten olie, aangespoeld op de kust. Recreanten worden door middel van waarschu
wingsborden op veilige afstand gehouden, want olie is een smerige substantie. Besmeurde
vogels gaan weerloos ten onder, met man en macht is men dagen bezig stranden, platen,
slikken en schorren te reinigen.
In de nog betrekkelijk korte geschiedenis van de bestrijding van olievervuiling staan de
ontwikkelingen niet stil. Er komen steeds geavanceerder methoden om verontreinigingen op
zee effectief en vooral snel op te ruimen. Snelheid is belangrijk, want zodra olie uit een schip
stroomt is de eerste prioriteit: voorkomen dat de massa de stranden bereikt.
Een instantie die zich intensief bezig
houdt met de bestrijding van olie
verontreiniging is Rijkswaterstaat.
De directie Zeeland, verantwoordelijk
voor het wel en wee van de Zeeuwse
binnenwateren, heeft niet alleen de
beschikking over een aantal patrouil
leboten waarvan de gezagvoerders
verbaliserend kunnen optreden tegen
vervuilers in het kader van de Wet
Verontreiniging Oppervlaktewateren
- maar maakt ook regelmatig in een
gehuurd vliegtuigje vluchten boven
de vaarroutes om eventuele vervuilers
op heterdaad te kunnen betrappen.
Alle moderne bestrijdingsmethoden
ten spijt zullen ongelukken met olie
wel nooit écht uitgebannen kunnen
worden, want tegen één ding kunnen
zelfs de meest verfijnde en nieuwste
technieken niet op: de kracht der
elementen. Ondanks alle moeite kun
nen opruimingsacties de mist in gaan
bij woelige zee, en is niet juist in die
omstandigheden de kans op een olie
ramp groter dan op een windstille
dag?
Olieramp of niet, Rijkswaterstaat is in
ieder geval uitgerust met bestrijdings
middelen die onmiddellijk kunnen
worden uitgezet. Er zijn 'skimmers',
'veegarmen', 'sproeiarmen' en 'olie-
schermen', om er een aantal te noe
men.
De sproeiarmen zijn bedoeld om olie
te dispergeren (uiteen te drijven). Be
vestigd aan weerszijden van het
Rijkswaterstaat-schip 'Remedie'
spuiten de armen in geval van oliever
vuiling een met water vermengde che
mische stof op de olielaag die de olie
opsplitst in kleine druppels die wor
den opgenomen in het water. Hele
maal verdwijnen doet de olie dus niet
en dat is niet al te goed voor het leven
in zee. Rijkswaterstaat geeft daarom
de voorkeur aan mechanische bestrij
ding. De veegarmen zijn daar een
voorbeeld van: twee langwerpige con
structies die onder een hoek van
zestig graden ten opzichte van de
vaarrichting aan beide zijden naast
het bestrijdingsschip worden voortge
sleept. Zo wordt de olie verzameld en
door een pomp naar binnen gezogen
en naar een opslagtank geperst.
Vooral in stil water worden de skim
mer en het oliescherm aangewend. De
skimmer roomt met behulp van draai
ende schijven de olie af. die vervol
gens in een enorme rubberen zak
verdwijnt. Het scherm is een kunst
stof 'omheining' van grote lengte die,
gedeeltelijk onder water, om een olie-
laag heen wordt gelegd om verdere
verspreiding te voorkomen. Het
scherm kan niet in stromend water
worden gebruikt omdat bij een te
hoge stroomsnelheid de olie er onder
uit glipt.
Rijkswaterstaat gaat regelmatig met
behulp van een boot of vliegtuig op
zoek naar olievervuilers op het water.
Met de 'Dullaert', 'D. G. Harmsen',
'Remedie', 'Hedinzee' en de 'Ame'
kunnen de Zeeuwse binnenwateren
varend worden afgetast. Dit is overi
gens niet de enige taak van de Rijks-
waterstaat-schepen. Ze hebben in
hoofdzaak een controlerende taak: er
wordt onder meer toegezien op bag-
gerwerken, zandwinningen, peilingen
en op de visserij.
Het is een mistige namiddag. Aan
boord van de Arne bevinden zich ing
A. R. van der Lee, hoofd van de
dienstkring Vlissingen van Rijkswa
terstaat, coördinator vaartuigen van
dezelfde dienstkring G. W. van Schel
len, schipper M. P. de Kam en machi
nist G. D. Murre. Omdat men door de
dikke mistwolken bijna niets kan
zien wordt uitsluitend op radar geva
ren. De 'Arne' is een pittig, nieuw en
hypermodern uitgerust patrouille-
bootje dat een maximumsnelheid
kan halen van zo'n 38 kilometer per
uur.
jan dirk van scheijen
We vertrekken die middag vanuit de
Vlissingse Buitenhaven richting Sloe-
haven, het tochtje voert ons langs de
Schone Waardin, een zandbank waar
in vroeger tijd volgens de legende een
bevallige jongedame met zwier een
herberg beheerde. Zij dreef een ca-
fé'tje op de plek die naar haar is
genoemd.
Voordat we de Buitenhaven verlaten,
wordt eerst een staaltje getoond van
de mogelijkheden van het tot bestrij
dingsschip omgebouwde olietanker-
tje 'Remedie'.
De sproeiarmen worden in werking
gesteld, maar spuiten in plaats van de
gebruikelijke combinatie van chemi
sche stoffen en water nu uiteraard
slechts water. Het is een ingenieus
systeem. Het water daalt als een fijne
regen neer uit verschillende uitsparin
gen in de sproeiarmen. Men toont de
grote blauwe vaten met de chemica
liën die in een klein ruim zijn opgesla
gen. De heer Van der Lee wijst er met
nadruk op dat deze methode van
oliebestrijdmg niet tot de favoriete
van rijkswaterstaat behoort aange
zien het leven onder water erdoor
aangetast kan worden.
De heer Van der Lee toont kleurenfo
to's van proeven met rijkswater-
staat-outillage voor oliebestrijding.
Zo'n boot ziet er altijd anders uit dan
men zich vantevoren voorstelt. Het is
binnen behaaglijk, comfortabel bij
na.
Via de marifoon klinkt een aaneen
schakeling van gesprekken, in het
Nederlands en Engels, tussen schepen
en de wal. Om de haverklap wordt
meegedeeld hoe de weerssituatie op
de Westerschelde is, deze vaarweg van
wereldbetekenis. En een gevaarlijke
waterweg.
Na het tochtje laat de heer Van der
Lee in het rijkswaterstaatdépót aan
de Prins Hendrikweg in Vlissingen het
oliescherm zien, dat bedoeld is oliela-
gen 'vast te houden'. Opgerold in
grote pakketten ligt het daar oranje te
glanzen. Het scherm bestaat uit een
groot aantal kleinere delen die aan
elkaar worden gehecht met metalen
strippen. Van der Lee beaamt desge
vraagd dat het een enorm karwei is
om dat scherm te vervoeren en uit te
leggen. Met de skimmer, die overigens
niet in het magazijn ligt. is dat anders.
Oliebestrijding is een gevecht tegen
de tijd.
In de Vlissingse Binnenhaven bekij
ken wij met Van der Lee een veegarm.
De arm is geleend van de directie
Noordzee van rijkswaterstaat, maar
binnenkort zal ook de directie Zee
land er zelf een aantal aanschaffen.
Dergelijke veegarmen bevinden zich
ook permanent aan boord van de
sleephopperzuiger 'Cosmos' een bag
gerschip dat in gevallen van grote
olierampen door Rijkswaterstaat kan
worden gehuurd om te dienen als
super-bestrijdingsschip, compleet
met helikopterdek en een rampencen
trum met alle nodige communicatie
middelen. Ook de 'Smal Agt' van
rijkswaterstaat (directie Noordzee) is
uitgerust met de veegarmen.
pVTERDAG 21 APRIL 1984
Olie op zee heeft vooral scha
delijke effecten voor vogels
en het leven in zee. Regelmatig
worden door olie omgekomen
vogels op de stranden aange
troffen. Zodra de dieren in aan
raking komen met de stof plak
ken de veren aan elkaar. De
vogels kunnen niet nauwelijks
meer blijven drijven, de isole
rende werking van de veren
wordt aangetast. Doordat de vo
gels niet meer kunnen vliegen
om voedsel op te zoeken verhon
geren ze. Uitputting, verdrin
kingen kou, alsmede vergifti
ging door naar binnen gekregen
olie treffen de dieren.
Plankton komt direct met een
drijvende olievlek in aanraking.
Het raakt vergiftigd of verstikt
Het zonlicht dringt met meer
door de olielaag heen, waardoor
plantaardig plankton geen voed
sel meer kan aanmaken. Het
heeft hiervoor immers de zon
nodig Gevolg ook het dierlijke
plankton krijgt geen voedsel
meer en tenslotte worden ook de
grotere zeedieren het slachtoffer,
van een voedseltekort.
stranden
Wat gebeurt er als, ondanks alle
middelen die rijkswaterstaat en
andere instanties ter beschik
king staan, tóch olie op de stran
den terecht komt? Allereerst
brengt het heel wat ongemak
met zich mee voor de recreant.
Bovendien is het een flinke scha
depost voor de gemeente waar
aan het betreffende stuk strand
toebehoort. De opruimingswerk
zaamheden moeten door die ge
meente zelf worden betaald. Al
leen als men de olielozer weet
te achterhalen kunnen de kosten
worden verhaald.
Olieverontreinigingen op zee
kunnen in uiteenlopende vor
men aanspoelen op de kust.
maar bij grote verontreinigingen
spoelt over het algemeen zoge
naamde chocolate mousse aan.
een taaie, kleverige, chocola
dekleurige massa die zeer moei
lijk te behandelen is. Deze mous
se kan tot tachtig procent opge
sloten water bevatten en wordt
ook wel water-in-olie-emulsie ge
noemd.
Tests hebben aangetoond dat
het tegenwoordig goed mogelijk
is om van het strand afkomstige
olie ter plekke te verbranden,
met een 'oil mud burner', maar
dit gaat wel met een zekere mate
van luchtverontreiniging ge
paard. Er zijn zelfs al methoden
ontwikkeld om bij opruimings
werkzaamheden op het strand
schoon zand dat onvermijde
lijk bij het verzamelen van de
vervuiling in grote hoeveelheden
wordt meegenomen van het
met olie verontreinigde zand te
scheiden en vervolgens door
middel van een zogenaamde
thermo-spoelinstallatie de olie
van het zand te scheiden.
Belangrijk bij het bestrijden
van olievervuilingen is het op
sporen en liever nog op
heterdaad betrappen van de da
ders. Het zijn vooral de kleine
lozingen die nauwelijks worden
opgemerkt die tesamen grote
schade kunnen aanrichten. Het
gebeurt regelmatig dat schepen
's nachts en bij slecht weer 'de
sluis naar zee' even openzetten
in de veronderstelling dat dit
toch niet wordt opgemerkt. Het
gaat dan vooral om lozingen
van afgewerkte machinekame-
rolièn en ladingrestanten die
overboord worden gezet.
apparatuur
Sinds vorig jaar beschikt rijks
waterstaat over speciale oliede-
tectie-apparatuur die in een ver
kenningsvliegtuigje is geïnstal
leerd en in staat is nu ook in het
donker en bij mist vanuit de
lucht olieverontreiniging in het
water waar te nemen. Het vlieg
tuig met de speciale instrumen
ten stelt rijkswaterstaat in staat
om jaarlijks driehonderd dagen
en nachten olieverkennings
vluchten boven de Noordzee en
de Ooster- en Westerschelde uit
te voeren. Vroeger geschiedde
dat veel minder frequent én met
hel blote oog Maai ook met deze
nieuwe apparatuur aan boord
van de vliegende speurneus'
blijft rijkswaterstaat van het
toeval afhankelijk. Het instru
mentarium kan in één keer veer
tig vierkante kilometer overzien.
(Voorheen was dat tien vierkan
te kilometer.) De apparatuur
kan ook de concentraties van
olielagen in een vlek bepalen.
Het vliegtuig kan bestrijdings-
schepen naar de dikste lagen
dirigeren waardoor bij het
schoonmaken het grootste ren
dement wordt behaald.
Voorkoming van olievervuiling
heeft ook te maken met de aan
wezigheid van voldoende plaat
sen, op zee of aan de wal, waar
bijvoorbeeld oliewater kan wor
den opgevangen. En daar ont
breekt het nog wel eens aan.
Een mogelijkheid om afgewerk
te olie op te vangen vormen de
Haven Ontvangst Installaties
(HOI's). Schepen kunnen daar
tegen betaling van een bepaald
bedrag hun olie kwijt. Een an
dere oplossing zou zijn de aan
wezigheid van verzamelvaar-
tuigen in open zee waarin olie
kan worden overgeheveld. Door
het ontbreken van harde inter
nationale afspraken met betrek
king tot de veiligheidseisen in
de havens ontbreekt het nogal
eens aan deze voorzieningen.
foto'sloim riemens)
In 1982 deed zich op de Westerschelde een aanvaring voor waarbij de
Belgische tanker 'Benetank' honderden tonnen stookolie verloor. Met
harken, schoppen, kruiwagens, bulldozers en kraanschepen werd
dagenlang gewerkt aan het schoonmaken van oevers en platen in de
Westerschelde waaronder zeldzame broedgebieden van vogels
waar olie was terechtgekomen. De Westerschelde is kioetsbaar. In een-
dergelijk getijgebied zet olie zich zeer snel op de buitendijkse oevers en
platen af. Iedere actie van de kant van Rijkswaterstaat moet daarom
nog veel sneller zijn dan bij olievervuiling op zee. De eerste 24 tot 48 uur
zijn de belangrijkste Hoe paraat is waterstaat? En. wat zijn de
middelen?