RODE PRINS VERTOONT
ZICH AAN ZIJN VOLK
DE UITGANG IN JERUZALEM VOLBRACHT
Sihanoek droomt van
democratisch Cambodja
solidariteit met de lijdenden te gaan door regelrecht
af te stevenen op glorie en erkenning (Mattheüs4,l-
11). Hij weerstaat deze verleiding. Dan maakt in de
lezing van de volgende zondag (Mattheüs 17.1-9) de
barre woestijn toch plaats voor de heerlijkheid op de
berg in een kortstondige ontmoeting met Mozes en
Elia, de 'Wet en Profeten', het boek van Israel. Als in
een visioen ziet hij zijn weg in het licht van wat zijn
volk in vroeger tijd aangaande Gods bedoelingen
vernam. Wie iets weet van bijbelse samenhangen
gaat bij deze lezingen een verband vermoeden tussen
de woestijn waarin en de berg waarop Jezus wordt
gevoerd èn de woestijn waarin zijn volk Israël terecht
komt op vlucht uit Egypte en de berg Sinaï waar het
de regels ontvangt waarin God hen de weg wijst naar
het land der belofte. Een verband van lijden en
uitzicht waarin Jezus zijn eigen levensweg zag
uitgetekend
Het uitdrijven van de boze geesten, anders gezegd de
strijd tegen demonen, het gevecht met de machten,
daarmee zien we de Heer bezig in het Evangelie voor
de derde zondag der veertigdagentijd (Lucas 11,14-
28) Het verhaal is vol van de spanningen en
onduidelijkheden die voor mensen altijd met macht
en machten verbonden zijn. Je roept ze zelf op maar
daarna keren ze zich tegen je en overal waar ze zich
doen gelden zaaien ze verdeeldheid Temidden daar
van gaat het Jezus juist niet om macht maar om
bevrijding, om het tot hun recht (en dus terecht!)
brengen van mensen. De zondag daarna volgt het
verhaal hoe vijfduizend mensen gespijzigd worden
door het breken en delen van vijf broden en twee
vissen (Johannes 6.1-15). Waar wordt gedééld hoeft
niemand honger te hjden. De demonie van 't mense
lijk hebben en grijpen houdt geen stand tegen de
geloofservaring dat je ontvangt wat je behoeft. En
wie bijbelse samenhangen kent moet hierbij wel
denken aan het manna in de woestijn, het voedsel uit
de hemel waarmee dagelijks Israël verzadigd wordt:
juist waar de machten zich vernietigend doen gelden
mag Israël leven, al is 't dan bij de dag. En in dat alles
ziet Jezus zijn levensweg uitgetekend.
Dan komen de laatste twee zondagen in de veertigd
agentijd. In het Evangehe voor de eerste (Johannes
8,46-59) gaat het weer over de demonie, nu in de
allerbedreigendste zin: Jezus zelf wordt voor een
bezetene gehouden omdat hij in de leugens der
mensen de duivel aanwijst en zich beroept op de God
der waarheid wiens woorden ten leven zijn. Nog
nimmer was het conflict zo direct als hier, maar er
zijn situaties in het leven waarin men dat niet uit de
weg mag gaan. Waar men zich echter niet anders van
deze rabbi af weet te maken dan door alles om te
keren en uitgerekend hem voor de duivel te houden,
daar worden de diepten van ons bestaan zichtbaar.
Maar als in een gelijkenis en dat gebeurt dan in het
Evangelie van de Palmzondag (Johannes 12,12-24)
wordt voor een ogenblik ook de overwinning zicht
baar: over palmtakken en klederen, door omstanders
op de weg gelegd, houdt de Heer intocht in zijn stad
Jeruzalem. Bijna cynisch tegen de achtergrond van
het verwijt van bezetenheid, zal nu toch al is 't maar
voor dit moment duidelijk zijn dat het doel wórdt
bereikt: de stad van de vrede. Zoals de tocht van
Israël uiteindelijk uitkwam in het land der belofte.
stemmen uit de kerken
De samenhang van deze weken van Jezus' lijden,
wat is zij anders dan dit: dat Jezus de weg van zijn
volk ging, de uittocht, de exodus uit de slavernij
van Egypte en de lange weg door de woestijn met
alle demonie ook daar. Dai is dan ook de betekenis
van het dubbelzinnige woord van Lucas 9,31 waar
staat dat Mozes en Elia met Jezus spraken over zijn
uitgang die hij te Jeruzalem zou volbrengen. Als de
Willibrordvertaling die 'uitgang' weergeeft met
'heengaan' haalt ze die diepzinnigheid er juist uit:
want zijn heengaan, zijn sterven dus is gelijk zijn
exodus, z'n uittocht uit de slavernij waarmee
demonische machten mensen tiranniseren; zoals
zijn volk Israël uittrok uit de willekeursmachl van
de farao in Egypte.
Binnen die samenhang wisselen op deze zondagen
steeds de thema's: de demonie èn het uitzicht op
bevrijding, het ene schijnt het andere op te roepen.
Tot in de week voor Pasen de demonie zich om Jezus
sluit en het duister het laatste woord krijgt. Want zo
pleegt het in de wereld te gaan als mensen pogen de
Sinds ruim een week beseft het sterk westers georien-
teerde Thailand weer eens dat het omgeven is door
mm of meer vijandige burenwaarvan er één een
regelrechte bedreiging vormt. Vietnamese troepen, die
sinds januari 1979 het aangrenzende Cambodja bezet
ten maar er nog steeds niet in zijn geslaagd het verzet
van de Rode Khmer-guerrilla te breken, drongen
vorige week door op Thais grondgebied, op jacht naar
vluchtende Khmer-eenheden. Ze dreven met hun offen
sief niet alleen nog eens enkele tienduizenden vluchte
lingen uit Cambodja naar het toch al zwaar door het
ballingenprobleem belaste Thailand, maar raakten
tevens in gevecht met het Thaise leger.
Reinier van de Loo, op bezoek in Thailand, bezocht hel
strijdgebied en ontmoette op Cambodjaans grondge
bied. onder de hoede van Khmer-vrijheidsstrijders,
president Norodom Sihanoek van de democratische
Cambodjaanse verzetscoalitie.
VRIJDAG 13 APRIL 1984
dode letter. Iedere gevangen Vietna
mees zit geblinddoekt, gekneveld met
scherpe koorden die diepe, bloedende
wonden maken, in de smorende zon
op een stukje van bijtende bosmieren
vergeven grond van 70 bij 70 cm,
manshoog prikkeldraad rondom. Als
hij van slaap zou omvallen hangt hij
in de vlijmscherpe stekels.
Pol Pot
Terug naar Sihanoek. een paar hon
derd kilometer ten zuiden van het
Thais-Vietnamese strijdgewoel. In
tussen hebben zich twee andere gro
ten uit het Cambodja van weleer bij
ons gevoegd. Het zijn de voormalige,
herhaaldelijk wereldnieuws maken
de politici Kieu Samphan en leng
Sary. Ze bekleden in Sihanoeks coali
tie opnieuw hoge functies.
- Iedereen heeft het steeds maar over
die schrikbarende Pol Pot, maar geen
mens krijgt hem ooit te zien. Leeft hij
eigenlijk nog wel of houden de Rode
Khmer slechts een mythe in stand?
Sihanoek. die amper redenen heeft
Pot tot zijn vrienden te rekenen, om
dat ook hij familieleden verloor onder
diens wrede gesel, antwoordt ontwij
kend: „Ze hebben hem begin januari
ergens diep in Cambodja ontmoet".
Hij laat in het midden wie 'ze' zijn.
Kieu Samphan: „Zijn soldaten zeggen
dat hij de verzetsacties tegen de Viet-
namezen zelf leidt". Het meest wan-
trouwig-makende antwoord komt van
de grijzende minister van gezondheid,
Tjoean Tjoeën, toch een excellentie
die het kan weten: „Ik ben niet be
voegd op deze vraag een antwoord te
geven".
Dood of levend, Pol Pot met zijn Rode
Khmer blijft het voornaamste strui
kelblok voor ieder die een oplossing
voor Cambodja zoekt. De Vietname-
zen gebruiken zijn beestachtig verle
den als excuus voor hun „menslie
vende" aanwezigheid en elke nieuwe
actie van de Khmers versterkt hun
argumenten, dat natuurlijk maar een
deel van de waarheid dekt: Hanoi wil
Cambodja gewoon als wingewest
voor zijn eigen door dertig jaar oor
log uitgebeende nationale economie
behouden.
En voor de democratische coalitie is
hij een sta-in-de-weg van jewelste:
zonder zijn leger is de coalitie machte
loos en met Pot als vuurrode partner
krijgt Sihanoek nooit zijn westers-
getinte droom van de grond.
De Chinese Hsinhua-reporter komt er
ook niet uit: zijn land moet de
vreemdste snuiters omarmen omdat
het nu eenmaal boven alles de pest
heeft aan de Vietnamezen. Dus helpt
Peking iedereen die tegen Hanoi en
zijn Russische vrienden is: de „kapita
list" Sihanoek en de Rode Khmer met
hun gehate verleden, de 200.000 Cam
bodjaanse vluchtelingen in Thailand,
het zeer westerse Thailand zelf en -
pe:
Prins Norodom Sihanoek keert terv, pr
in Thailand na een bezoek aan Pi Va
king. Rechts achter hem partijleidt da
Kieu Samphan.
Sihanoek krijgt een warm welkom
van zijn verzetsstrijders.
notabene - de ondergrondse Thais zu
communistische partij. ve
Geen eenheid
In deze politiek-ideologische mailt ne
molen zegt Sihanoek doodleuk in eci di'
poging de niet-bestaande eenheii ze
binnen zijn coalitie vorm te gevet ve
„Pol Pot weet dat hij niet zonde zij
China en niet zonder ons kan. Hj w<
weet ook dat zijn politieke rol ii m
uitgespeeld. Daarom heeft hij Kit; ke
Samphan als partijleider aanvaart ril
en houdt zichzelf alleen nog mti
vechten bezig. De Rode Khmer zej ïj
gen nu trouwens niet langer dat u
communistisch zijn, maar national»
tisch. Omdat ze beseffen dat eet
nieuw exclusief Khmer-bewind ii n£
Cambodja onmiddellijk alle stem e"
van China en van de ASEAN-landet ce
zou verliezen". n(
- U zou Pot het liefst laten elimineren Bl
„Ik ben niet uit op de vernietiging vai G
Pot of de Rode Khmer. De man is noj n(
niet eens veroordeeld door een volks "1
rechtbank. Maar ik ben geen suppo:
ter van hem, en hij niet van mij. Hi,
meesmuilt om mijn privé-zwembad it
Peking en de Franse 'haute cuisine bi
waarvan ik in Pyongyang (Noord
Korea) geniet. Maar toevallig hebbei
ze wel mij en niet hem gekozen al' Zl
staatshoofd van vrij Cambodja". 8'
Behalve China en Joegoslavië heef
nog niemand officiële diplomatiek) Vl
betrekkingen met Sihanoeks club
aangeknoopt. Daar komt vandaag li 1
de oerwoudvesting van Phum Thamei 1
verandering in. Want er is daar noj
een bezoeker: de ambassadeur van
Maleisië maakt van Sihanoeks visit!
aan eigen volk gebruik om ter plekki 1
zijn geloofsbrieven aan te bieden. Dli
van Senegal zou ook komen, mam
laat het om onopgehelderde redener
afweten.
De Khmer-soldaten staan opnieuw
zonder een spier van hun getaand?
gelaat te vertrekken, uren in de hitte
om dit glorieuze moment voor eer.
regering zonder land ceremoniële
glans te verlenen.
En daar in Phum Thamei. in dal
stukje vrij Cambodja, wappert hooj
tussen de groene palmen en lianen
rode vlag met de drie gele pagodes.
De nepvlag van het nepregime in
Phnom Penh voert hetzelfde dun
doek, maar met vijf pagodes erop,
Het echte verschil tussen beidt
Campbodja's is echter 200.000 maal
groter. Net zoveel als er Vietnamese
soldaten zijn. Die er zelfs niet voor
terugschrikken in hun strijd tegen de
Khmers het grondgebied van Thai
land te schenden, dat grote, sterke,
maar van Vietnamezen-angst door
drenkte laatste pro-westerse bol
werk in dit verder 'socialistische'
deel van Azië, dat vroeger Indochina
heette.
Overmorgen is het palmzondag, de laatste zondag
in de lijdenstijd. Vanaf mijn kinderjaren be
waar ik daaraan een dubbele herinnering. Het was
en is nog steeds de dag waarop in de kerk jonge
mensen belijdenis des geloofs afleggen. En het was
en is ook nog steeds de dag waarop 's middags
urenlang over de radio de Mattheüspassion
weerklonk, wat ook al luisterde je niet aan één
stuk de sfeer van die dag bepaalde.
Bij het verband tussen de palmzondag enerzijds en
het belijdenis doen en de passiemuziek anderzijds
kan je een vraagteken plaatsen Het Evangelie voor
deze zondag vertelt hoe Jezus zittend op een ezel en
bejubeld door de menigte intrekt in Jeruzalem. Wie
dat al te vlot wil betrekken op mensen die belijdenis
doen. moet bedenken dat ze daar in Jeruzalem al een
paar dagen later 'kruisigt hem!' riepen, dezèlfde
mensen. Geen prettige gedachte voor wie daar
temidden van de gemeente hun 'hoogtijdag' beleven.
Het belijdenis doen op palmzondag is. weinigzeg
gend verband, in zwang gekomen om deelname
mogelijk te maken aan de gebruikelijk geworden
avondmaalsviering op de Goede Vrijdag daarna.
De passiemuziek op de palmzondag lijkt beter te
passen En ik geef toe: ook mij spreekt ze nog steeds
bijzonder aan Toch vraag ik me af in hoeverre ze met
de dramatisering van Jezus' lijden bijdraagt tot het
verstaan daarvan. Rukt de traditie van een jaarlijkse
uitvoering de passie niet gemakkelijk uit het ver
band waarin Christus zijn lijden beleefd moet heb
ben? Dat lijden kan toch niet zo op zichzelf gestaan
hebben: alleen in een bredere samenhang zal er
immers iets van te verstaan zijn.
traditie
De traditie der kerk lijkt me met z'n rooster van
Evangelielezingen voor de zondagen in de veertigd
agentijd voor Pasen een duidelijker en meerzeggend
verband aan te geven. Elk van deze zondagen kreeg
daarin een eigen karakter en met elkander vertonen
ze een samenhang waarin de betekenis van het
lijden en de opstanding van de Heer oplicht.
Het begint, veertig dagen voor het feest, met de
verzoeking van Jezus door de duivel in de woestijn:
verzocht om niet de weg van het lijden en dus van
maenten tot zwijgen te brengen en iets van vrede
zichtbaar te maken. De weg van het lijden loopt op
de dood uit. Tenzij deze dood niet als lot maar als
óffer gezien kan worden en daarmee een verzoenende
betekenis krijgt: verzoenend tussen mensen (in elk
geval hier en daar) en ten diepste verzoenend tussen
hen en God. Verzoenend en daarmee zinvol. Waar
door het ook dan. als het op de dood uitloopt, nóg
waar is en geloofd mag worden: dat het laatste woord
aan God is en daarmee aan een even onverwacht als
onmogelijk opstaan ten leven. Dat is de betekenis
van Israèls Pascha-viering: pesach als doorgang door
de dood heen. Dat ook vierde Christus' kerk de
eeuwen door in de Paasnacht: als zij die de Heer
wilden volgen belëden door in de doop onder te gaan
en daaruit op te staan en als zij daarop in de
'maaltijd der dankzegging' zijn 'uitgang' te Jerzuza-
lem. zijn sterven als verzoening en bevrijding vierden
om daarin ook zelf te delen.
ervaring
Als zo het leven, lijden en opstaan van Jezus mogen
worden verstaan, dan bevinden christenen zich in
de nabijheid van Israël. Aangrijpend is dat door de
joodse theoloog Pinchas Lapide duidelijk gemaakt
in zijn boekje 'Opstanding, een joodse geloofserva
ring'. Als zoon van zijn volk moet hij wel de liederen
die bij de Paschaviering worden gezongen (Psalm
113-118) betrekken op het duister en leed van Israël
door de eeuwen heen. Het moet gewaagd in dat
verband te zingen: „Ik zal niet sterven maar leven
en de daden van de Heer vertellen!" Exodus en
woestijntocht zijn voor Israël steeds doorgegaan en
opnieuw begonnen.
Lapide besluit met te spreken over de gemeenschap
pelijke hoop van joden en christenen: een hoop ik
citeer die uit het vertrouwen 'naar boven toe' de
moed 'naar voren toe' put; een moed die aan het
sterven voorbijziet, naar een voortbestaan dat de
dood zijn prikkel ontneemt en daardoor ons leven
een zin geeft die niet kan vergaan noch ontbinden;
een hoop die kracht schenkt om zich onvoorwaarde
lijk uit te leveren aan de God 'die dood en doet
herleven'! Deuteronomium 32,39) en 'zijn rechtvaar
digen niet verlaat' (Psalm 37,25).
hemel vonden dat Vietnam hem ver
dreef.
'Door Reinier van de Looi
In smetteloos groene jungle-uniformen. Rode Ster op de pet, splinternieuwe CKC-geweren
aan de voet, alles „Made in China", staan een paar honderd Rode Khmer-soldaten in het Praten en vechten
gelid. De westerse bezoeker, die zojuist na een nachtelijke rit vanuit Bangkok de grensrivier
overstak, een paar kilometer ten zuiden van de Thaise stad Aranyaprateth, wordt met stukjes
Zwitserse kaas, bananen en papaya plus een professioneel cameraspervuur van de
Khmer-propagandadienst begroet. Welkom in Democratisch Cambodja.
De Vietnamese bezetter van dit
straatarme land is er ondanks zjjn
reeks militaire successen - van Dien
Bien Phoe. waar de Fransen in 1954
klop kregen, tot de wereldschokkende
afgang van een half miljoen Amerika
nen - nog steeds niet in geslaagd de
fanatieke vechters van de Rode
Khmer geheel uit te schakelen.
De grimmige, amper 1.60 meter grote
en door Hanoi's aartsvqand Peking
gesteunde guerrillastrijders van ex-
president Pol Pot beheersen langs de
gehele Thais-Cambodjaanse grens
grote junglegebieden. Elke dag op
nieuw dringen ze diep door in de
Cambodjaanse provincies Battam-
bang, Slem Reap en Kompong Som,
waar ze de Vietnamese bezetters en
hun marionetten van Heng Samrin,
die aan het handje van Hanoi in de
hoofdstad Phnom Penh zogenaamd
regeert, zware slagen toedienen.
Ze blijven daar in „bevrijd gebied",
urenlang in de zon bij 43 graden
Celsius in het gelid staan, totdat prins
Sihanoek in een glanzende zwarte
Mercedes vanuit Thais gebied de
grens naar zijn eigen land, waar hij al
jaren niet meer woont, oversteekt.
Later staat hij ons te woord. Eindelijk
beschut onder een afdak van palmbla
deren, gelaafd met vers kokosnoten
sap en cola, maar intussen gaarge-
stoofd en als een kreeft zo rood,
krijgen we ln het bijzijn van een
Chinese reporter van het Pekingse
Volksdagblad, die permanent is ge
stationeerd in dit minuscule stukje
vrij Camodja, van de prins te horen
hoe de kansen van zijn coalitie ervoor
staan. Niet best, al beweert de driftig
gebarende en stampvoetende prins
met overslaande stem anders. Voor
dat een bezorgde prinses Monique
hem uit de discussie wegtroont -
„mijn man is pas erg ziek gweest" -
vertelt hij ons in afwisseld vloeiend
Frans en Engels dat zijn coalitie welis
waar uit overenigbare grootheden be
staat, maar niettemin de heilige wil
heeft Heng Samrin uit Phnom Penh
en de Vietnamese bezetters uit heel
Cambodja te verdrijven.
De prins voert het bewind over zijn
eigen Sihanoekisten en de eveneens
niet-communistische bevrijdingsbe
weging van coalitie-premier Son
Sann, die beiden over slechts geringe
militaire hulp beschikken. Die komt
vrijwel volledig van de derde „poot"
Droom
Zij vormen de gewapende arm en de
enige daadwerkelijke machtsfactor in
de coalitie. Zonder deze troepen blijft
Sihanoeks hoop op een terugkeer
naar Phnom Penh een schone droom.
Het vervelende voor hem is echter dat
deze Khmer-troepen communistisch
zijn, terwijl Sihanoek een Vrij Cam
bodja voor ogen staat naar westers
parlementair-democratisch model, en
nauwe banden met de zes landen van
de niet-comunistische ASEAN-groep
(de Zuidoostaziatische Gemeenschap
van Thailand, Maleisie, Singapore,
Broenei, Indonesië en de Filippijnen).
- Dat lukt u nooit zolang Pol Pot nog
aan het hoofd staat van zijn Khmer-
leger.
„Pol Pot weet dat vele Cambodjanen
hem haten om zijn verleden. Honderd
duizenden landgenoten vonden de
dood tijdens zijn schrikbewind van
1975-1978. De bergen botten en sche
dels die over het hele land werden
gevonden wekten afgrijzen in de hele
wereld. Zo erg, dat sommige landen
het toen eigenlijk een zegen van de
Helaas zijn de Vietnamezen echter
gebleven en proberen ze Cambodja nu
net als Laos om te toveren tot een
provincie van Hanoi. Behalve zo'n
kleine 200.000 soldaten hebben ze nu
ook een half miljoen Vietnamese im
migranten overgeplant. Dat doe je
niet als je van plan bent je binnenkort
terug te trekken. Hanoi's minister van
buitenlandse zaken Nguyen Co Thach
heeft mooi praten. Tijdens zijn recen
te propagandatoer door Zuidoost-
Aziè en Australië zei hij met een brede
grijns dat Vietnam best tot onderhan
delen bereid was.
Dat is typisch Vietnamees. Praten
over vrede en intussen vechten",
sprekend voorbeeld: toen Thach vo
rige week Bangkok bezocht, zei hij in
wat voor hem het hol van de leeuw is,
op vragen over zijn elders geuite
bereidheid tot onderhandelen over
Cambodja: „Neemt u mij niet kwa
lijk, ik heb een zere keel", en hulde
zich vervolgens in zwijgen. Nog geen
drie dagen na zijn zinlose visite,
vielen Hanois troepen de Thaise pro
vincie Si Sa Ket binnen via de berg
pas van Phra Palai, dichtbij het drie
landenpunt tussen Thailand, Cam
bodja en Laos.
Hoewel dit soort grensoverschrijdin
gen niet nieuw is. was de ernst van de
„invasie" dit keer toch zodanig, dat
Bangkok woedende protesten de we
reld inzond en bezorgde reacties ver
wierf tot vanuit Washington.
In Bangkok gaat het krioelende dage
lijks leven overigens door - de Thais
beroemen zich erop nog nimmer door
een ander land bezet te zijn geweest
en bovendien hebben ze nu een super
modern en goedgetraind leger dat de
Vietnamezen, naar het schijnt, voorlo
pig wel van nieuwe invasie-avonturen
kan afhouden.
Niettemin. De Vietnamezen bezetten
nu. een week later, nog altijd twee
strategische heuvels, verloren 40 sol
daten, en zijn nu al dagen in artillerie
gevechten met de Thaise troepen van
opperbevelhebber Arthit Kamlang-ek
gewikkeld, waarbij ook vijf Thais het
leven lieten.
Hanoi ontkent botweg. Terwijl de
Thais ons twee uitgeschakelde Russi
sche T-54-tanks laten zien, die de
Vietnamezen in hun jacht op Khmer-
troepen op Thais grondgebied achter-
■lieten, beweert de Vietnamese rege
ring simpelweg dat de grens ter plaat
se niet duidelijk is afgebakend, dat de
inval door Bangkok verzonnen is en
dat haar troepen vluchtende Khmers
achterna zaten.
Wreedheden
Is dat al een vat vol tegenstrijdige
verklaringen, boekdelen spreken de
Vietnamese krijgsgevangenen die
Thaise militairen ons tonen. Vraag
het Amerikanen, die hun makkers
destijds in valkuilen vol vlijmscherpe
bamboespiezen zagen storten: een
Aziatische oorlog is wreed. Zo ook
hier. Conventies van Genève ten be
hoeve van krijgsgevangenen zijn een
Coalitie
De prins, ooit leider van heel Camod
ja, beweegt zich al jaren in gezelschap
van' zijn beeldschone vrouw Monique
tussen zijn ballingschap-residenties
in Peking en Noord-Korea. Sinds deze
61-jarige, emotionele compromis-poli
ticus echter is gekozen tot president
van de anti-Vietnamese en anti-Sam-
rin-coalitie van het door de Verenigde
Naties erkende Democratische .Cam
bodja. moet hij zich natuurlijk af en
toe ook aan zijn eigen volk laten zien.
Dat gebeurt deze ochtend.
Ontroerende omhelzingen van hoog
bejaarde vrouwtjes, strak gedirigeerd
handgeklap van fleurig geklede kin
deren en muziek die voor ongeoefende
westerse oren monoton en onver
staanbaar gejengel is.
En de Rode Khmer-vechtjassen staan
nog steeds stram. Hun groene, slob
berige uniformen zijn intussen door
weekt. Het zweet gutst van de lijven.
Tot overmaat van ramp volgt, ter
wijl ver weg in de jungle doffe scho
ten knallen, een minuten durend
maar uren lijkend welkomstgebed
van onbeweeglijke Boeddhistische
monniken in hun oranjekleurige ge
waden. Waarna Sihanoek aan een
speech begint in wat vermoedelijk
met zijn 82 klinkers en medeklinkers
de moeilijkste taal ter wereld is.
verzoening
Waar mensen op de palmzondag de Heer belijden en
op deze zelfde dag de passiemuziek weerklinkt, daar
mag dat in dat verband geschieden. En we kunnen
slechts hopen dat het in déze samenhang gehoord
wordt door mensen die in deze wereld aan de
demonie ten gronde gaan. Zoals om slechts die te
noemen zij wier namen door de synode van de
hervormde kerk op een kleine lijst aan de kerkera-
den zijn toegezonden, opdat zij in de gevangenis in
Oost of West waar zij om hun geweten zijn opgeslo
ten door een paasgroet van mensen in Nederland
worden opgebeurd. En mogelijk bevestigd in het
vertrouwen dat God, die de rechtvaardigen niet
verlaat, sterker is dan de demonen en mensen doet
opstaan ten leven. Zo palmzondag en Pasen vieren
is dienst aan de verzoening.
En hoe problematisch ze ook kunnen klinken, ook de
woorden die hij daarna zegt moeten worden doorge
geven: „Als men diep in de ziel van het huidige
restant van Israël zou kunnen kijken, om te peilen
hoe dat zijn eigen identiteit ziet. dan zou men
hoogstwaarschijnlijk tot de conclusie komen dat
Auschwitz en de stichting van de joodse staat in
dezelfde geestelijke verhouding tot elkaar staan als
Goede Vrijdag en Paaszondag in de harten van
gelovige christenen. Tussen kruis en opstanding
gaapt dezelfde afgrond als tussen het massale Golgo
tha uit de Hitlertijd en de nationale verrijzenis in het
jaar 1948". Let wel. hij vergelijkt niet de Goede
Vrijdag met de holocaust noch Pasen met de stich
ting van de joodse staat, het punt van vergelijking is
de kloof tussen Goede Vrijdag en Pasen enerzijds en
tussen de holocaust en de stichting van de joodse
staat anderzijds. De kloof tussen demonie en leven.
De kloof waardoor Israël altijd weer heengetrokken
is en waar ook de zoon van dit volk, Jezus van
Nazareth doorheen trok. telkens weer in zijn leven en
voor wie daarop vertrouwt tenslotte ook toen hij
het offer van zijn leven bracht. En uit» de dood
opstond.