DELTAWERKEN MENSENWERK RSV vletschipper generaal pardon lijkt onontkoombaar PZC/weekendkrant Even later tut een kraan de bak op het Tot de taak van Sanders en Verweert het een jaar of zeven geleden met dek van de Galgenplaat. De schiper hoort het om de hulpschepenvloot zo minder gevaren mensen hadden moe- wuift de man die de stenen op het optimaal mogelijk in te zetten. Tot ten zien te rooien, want toen hadden en jaar geleden had ieder onderdeel de Nederlandse baggerbedrijven nog •an het werk aan de pijlerdam zijn veel werk in het buitenlandOp de straks weer wegbrengen. Zorg maar eigen slepers en personeelsvletten. hulpschepen varen in totaal ongeveer dat ze dat bakje op komen halen". Zo Daar zaten wat nadelen aan. Wan- 250 mensen. In dit aantal zijn alle wordt 't geregeld. De Nooijer vaart neer bijvoorbeeld het Carjan-bedrijf ploegen meegerekend. Sommige sche- naar de steiger in de Noordlandhaven. (Cardium en Jan Heijmans) een extra pen zijn vol-continue in bedrijf. Dat Terwijl hij vastmaakt stopt er een sleepboot nodig had, dan werd die wil zeggen dat er vier bemanningen auto om de bak met stenen mee te vlot ingehuurd, zonder dat eerst voor zijn. waarvan er steeds maar één •erd bekeken of elders in de mon- aan boord is. Sanders en Verweert ZATERDAG 24 MAART 1984 29 Lente op de Oosterschelde. Over het gladde water glijdt het hefschip Ostrea terug naar het bouwdok nadat in de Schaar de twaalfde pijler is neergezet. In de Roompot bereiden de Cardium en de Jan Heijmans het afrollen van weer een funderingsmat voor. De zuil water die de mattenlegger daarbij uitbraakt glinstert in de zon. Schipper Leen de Nooijer van de vlet Galgenplaat praat via de mobiloonfoon met de radiokamer van de Cardium. Er moet iemand van boord worden gehaald. Die man heeft een zware bak met stenen bij zich, luidt de mededeling. „Hij moet toch niet verdronken worden?", vraagt De Nooijer quasi verontrust. nemen. De bestuurder kijkt bedenke lijk. „Daar waag ik mijn auto niet din& van de Oosterschelde wellicht verwachten niet dat na de bouwvak- 1"~J:-4 Br— vakantie - dan is als alles verder goed verloopt het leggen van de funde- aan". zegt hij nadat hij het gewicht zo n schip kon worden gemist. Daar van de stenen heeft geschat. Met u~' J"" vallen al deze boten nu onder één vereende krachten tillen De Nooijer beheer. Dat betekent administratief ringsmatten achter de rug - veel vlet- ..._t i1.ten en siepers naar hun eigenaars en de man de bak op de steiger. De we' vee' werk, maar is uiteindelijk eigenaar van de niet voor stenenver- toch goedkoper. Rijkswaterstaat let voer geschikte automobiel oppert dat ooh wat dat betreft op de kleintjes, hij er misschien maar het best aan doet om de vracht in een paar keer te vervoeren. De Nooijer laat duidelijk blijken dat die stenen niet langer zijn probleem zijn. Met een bemoedigend ,Laat maar staan joh, niemand gaat er mee aan de haal", stapt hij weer tan boord. De Galgenplaat is een van de vele rinus antonisse en ben jansen kunnen worden teruggestuurd. Dan komt het plaatsen van verkeersko- kers, schuiven en dorpelbalken en daarna het aanbrengen van de zware keien voor de toplaag van de stenen drempel op gang. Deze onderdelen van het werk vereisen ook weer de nodige hulpschepen. Het blijkt alles bij elkaar dan ook om hpkpnd aardig bedrag te gaan: het r~ De Arnemuidenaar De Nooijer (61) kan lezen en schrijven met de Gal- Itleine en grotere sleepboten en vlet- rend houden van al die slepers en »n die ervoor zorgen dat de grote vletten kost op jaarbasis 26 miljoen werkschepen hun taak kunnen uit- gulden. Overigens is ook bij het een- genplaat. Hij kent het schip dan ook voeren. Ze verslepen bakken, wisselen tralc beheer overeind gebleven dat door en door. Al bijna twaalf jaar ploegen af, vervoeren uiteenlopende de hulpschepen zoveel mogelijk op staat hij aan het roer. De Galgenplaat is het eigendom van de combinatie Oosterschelde in Kats, de aannemer die de Zeelandbrug heeft gebouwd. Het schip is speciaal voor het perso- neelsvervoer tijdens de constructie van de brug aangeschaft. De Nooijer heeft er eerste een jaar mee bij de wachten en verlaatsen ankerdraden, een vaste plaats blijven ingezet. San- De meetvletten van rijkswaterstaat ders: „Dat biedt duidelijke voorde buiten beschouwing gelaten zijn dat len. De bemanning van een sleepboot veertig a vijftig schepen, met een die steeds stand-by ligt bij de Ostrea motorvermogen dat uiteenloopt van en Macoma weet precies wat er ge- tot 3.000 pk. Aan het hoofd van beurt tijdens het plaatsen v deze - gehuurde - vloot staan J. San- pijler. Leg je daar nu een ander schip ders en K. Verweert, de eerste voor met een andere bemanning neer, dan bouw van dc Brouwersdam gevaren rijkswaterstaat en de tweede voor de krijg je te maken met mogelijke en nu stuurt hij de vlet al ruim tien aanpassingsproblemen" aannemerscombinatie Dosbouw. Vol gens Verweert is het niet ongebruike- dat iemand die de verantwoorde lijkheid heeft over de inzet van zoveel met het feit dat de stormvloedkering jaar door de monding van de Ooster- Verweert prijst zichzelf en daarmee schelde. Hij kent het gebied inmid- Oosterscheldeproject gelukkig dels dan ook als zijn broekzak. Trou- 0 wens al lang voor dat er aan een schepen zich in een uniformjasje met in een economisch minder gunstige dichte dam of een stormvloedkering vier gouden banden op de mouwen tijd wordt uitgevoerd. „Een voordeli- werd gebouwd, was de zeearm voor steekt. Bij de bouw van de storm- ge bijkomstigheid daarvan is dat we De Nooijer al bekend terrein. Hij is vloedkering, zo verklaart hij het ont- nu over het algemeen uitstekende jarenlang visser geweest. Deze oude breken van galon op zijn kleding, zou mensen op de slepers en vletten heb- stiel kan hij nog steeds niet verloo- dat niet kunnen. Verveert: „We zijn ben zitten. Vakmensen, die weinig chenen, met gewend om in een systeem van brokken maken. Natuurlijk gaat rangen en standen met elkaar om te wel eens wat mis, maar ik vind dat we boord. Zelf wil De Nooijer daar niet want op een rustig moment zet hij nog wel eens een netje over gaan. Ik zou me rot schamen als ik daar toch niet over mogen klagen", ro'n jasje aan zou moeten". meent hij. „Ik stel n veel over vertellen, maar iedereen die hem kent - en dat zijn er door de lange tijd die hij bij de Oosterschel- dewerken vaart veel - weet dat hij af en toe een visje verschalkt. De Nooijer maakt lange dagen. Hij draait twaalf-urendiensten. De ene week overdag, de andere week 's nachts. Wanneer hij dagdienst heeft, vertrekt hij 's morgens om kwart over vier uit Arnemuiden. En 's avonds om kwart over zeven is hij dan weer thuis. „Ach, dat was ik in de visserij ook gewend: lange dagen en veel van huis", zegt hij. De Nooijer beschouwt zichzelf als een taxichauffeur op het water. „Alleen hoef ik niet bang te zijn een klap op mijn kop of een mes tussen m'n ribben te krijgen, want ik heb nooit geld bij me". Vooral bij het wisselen van de ploegen 's morgens en 's avonds om half zes hebben de personeelsvletten het druk. Maar ook buiten die spitsuren stuurt de mobilo foon de schepen voortdurend ergens heen. De Nooijer: "Het is steeds hollen of stil staan. Eindelijk denk je eens even te kunnen zitten om wat te eten of een krant te lezen en dan word je weer opgetrommeld. Je kunt niet zeg gen ik kom er over een half uurtje wel aan. De mensen moeten zo snel moge lijk worden vervoerd. Als ik dan net zit te eten? O, een viser heeft zijn bord zo leeg". Behalve de jaarlijkse grote beurt on derhoudt De Nooijer de Galgenplaat zelf. Het pronkstuk in de stuurhut is het kompas, waarvan de smettelos glimmende koperen behuizing een zeer regelmatige poetsbeurt verraadt. De schipper klopt er liefdevol op: „Da's nog eens spulletje. Je hebt hier in de monding van de Oosterschelde met al die bakken en vaartuigen natuurlijk ook radar nodig en een echolood. Maar daar hoeft maar één zekeringetje in kapot te gaan en zo'n apparaat is waardeloos. Dit kompas, dat blijft tenminste altijd werken" Over vervroegd uittreden wil De Nooijer niets horen. Hij heeft het nog veel te goed naar zijn zin achter het stuurwiel om daar zelfs maar over te denken. „Dat veel anderen wel met de VUT gaan moeten ze zelf maar weten. Ik ben iedereen niet". Vooral in de zomer is het vindt De Nooijer een waar genoegen om met de vlet over de Oosterschelde te varen. Maar als het mooi weer is, heeft hij het ook drukker. „Dan willen ineens meer mensen het water op. Van die mooi- weer-vaarders. Mensen die je 's win ters nooit ziet. Dan blijven ze zeker liever lekker warm achter hun bu reau". Foto: Wim Riemens De RSV-enquètecommissie hoort de heer De Block (links) Het lijkt onontkoombaar dat over het ontstaan van het Rijn-Schelde- Verolmeconcern in 1971 een generaal pardon zal moeten worden uitgesproken. Na een week van openbare verhoren door de parlementaire enquêtecommissie RSV is al wel duidelijk geworden dat een groot aantal fouten is gemaakt. In elk geval zijn tal van zaken gigantisch onderschat. Vraag mag zijn wie er geen boter op zijn hoofd heeft. zij van hen geen opdrachten meer zouden ontvangen. Verolme reageer de furieus met de oprichting van Verolme Elektra. haat en nijd De ondervragingen voltrekken zich tot dusver overigens in een zeer gezapige sfeer. Dat doet overigens niets af aan de voortreffelijke manier waarop commissievoorzitter Van Dijk zich op zijn taak heeft voorbe reid Geen detail ontgaat hem. Na elk antwoord op een vraag, is er geen moment van aarzeling voor een vól gende vraag. De rest van de commissie zat er deze week nogal wat gelaten bij. Joekes (van de WD) is na Van Dijk de scherpste in zijn vragen. Tazelaar (van de PvdA) heeft de ondankbare taak de plaats in te nemen van Marcel van Dam. Die was immers beschouwd als de smaakmaker van de enquêtecommissie, gezien zijn speciale ondervragingstechniek die het ook zo goed deed in het televisie programma 'De achterkant van het gelijk'. Van Dam heeft de afgelopen week gedwongen thuis moeten zitten. Een ontsteking aan zijn linkeroog verhin derde hem de zittingen bij te wonen. Maandag hoopt hij er overigens weer bij te zijn. Ontevreden is hij in elk geval niet over de gang van zaken van de eerste week van de openbare enquête. Voorzitter Van Dijk, met wie hij in de voorbereiding al een prima samenwerking heeft gehad, doet het ook volgens hem uitste kend. Maar wat zij ook te vertellen zullen hebben, duidelijk is nu al dat het RSV-concem nooit tot stand had mogen komen. Het zal echter uiterst moeilijk zijn een schuldige- aan te wijzen. Op talloze niveaus zijn zo niet fouten clan toch onverantwoorde in schattingen gemaakt. Telkens ech ter houdt ook de voorzitter van de enquêtecommissie zichzelf en ande ren voor dat conclusies niet mogen worden getrokken vanuit de weten schap waarover men in 1984 be schikt Wat dat betreft heeft hij gelijk. Aan de orde zijn zaken die zich afspeel- jan harren klein jaar De parlementaire-enquètecomissie is al een klein jaar met de gang van zaken met betrekking tot het RSV- concem bezig. Ze is er tot dusver nogal gesloten over geweest. Het is daardoor niet duidelijk of zij in de openbare hoorzittingen nu veel hoort wat ze nog niet wist. Voor de buitenwereld wordt het echter wel evident dat het RSV-concern nooit had mogen ontstaan. Pas in een volgende fase van de parlementaire enquête zal blijken wat er nog meer aan fouten is ge maakt. maar de afgelopen week zul len menigeen al de haren te berge zijn gerezen bij het vernemen van wat er allemaal is vooraf gegaan aan de totstandkoming van het RSV- concem. Van Dijk blijft daarbij overigens ui terst correct. Een kleine week voor dat de openbare verhoren begonnen, legde hij er de nadruk op dat de mensen die voor de commissie moes ten verschijnen, zouden worden ge hoord als getuigen en als deskundi gen Als mensen dus die de commis sie zouden kunnen helpen bij het reconstrueren van wat uiteindelijk tot de rampzalige ondergang van het concern heeft bijgedragen Zo worden ze in de verhoren ook behandeld. Ze staan zeer duidelijk niet in de 'verdachtenbank'. In voor gesprekken is dat trouwens al voor bereid, Alleen de voormalige presi dent-commissaris van de Rijn-Schel- de-combinatie, De Vries, viel wat uit de toon. De commissie was duidelijk knorrig over zijn nonchalante hou ding. Dat verbaasde overigens me mand. Oud-minister Langman. ook als getuige gehoord, had zich ook al zeer laatdunkend over De Vnes uit gelaten. den in de tweede helft van de jaren zestig. Jaren van een groeiende eco nomie, waarin fouten niet dadelijk werden afgestraft. Niet voor niets werd deze week opgemerkt dat Ver olme een typisch voorbeeld was van een bedrijf dat groot kon worden dank zij een groeiende economie. Verolme haalde succes na succes. Maar het gebeurde altijd met ge leend geld Dat was meteen de zwak te van zijn bedrijf. Financiële rek zat er daardoor niet in. Dus ook geen financiële buffer als er iets mis zou gaan. Sommigen zagen die proble men De Nationale Investerings Bank waarschuwde ervoor. De toen malige minister van economische zaken De Block - hoe zwak ook beschouwd als bewindsman - vrees de er de nadelige gevolgen van. Toch volgde men Verolme een tijd lang. De NIB ging ondanks alle be denkingen mee. De Block zei ten slotte ook met nee toen zijn direc teur-generaal voor de industrie hem een ontwerp van een brief ter teke ning voorlegde waarmee hij de over name van de ND SM in Amsterdam als voorwaarde stelde voor een kre dietgarantie aan Verolme. Verolme was het water toen overi- wie heeft et- geen boter op zijn sleutelfiguren De parlementaire-enquctccommis- sie ontvangt de komende weck nog tien sleutelfiguren uit de aanlooppe riode tot het ontstaan van het RSV- concem. Donderdag zijn de voorma lige minister van economische za ken Nelissen en zijn directeur-gene raal voor het industriebeleid Mol- kenboer aan de beurt. Zij waren de verantwoordelijken bij de fusie van Rijn-Schelde (in hoofdzaak de RDM met Wilton-Fijenoord en 'De Schel de') met Verolmes Verenigde Scheepswerven. gens tot de lippen gestegen. Al te voortvarend had hij zich in nesten gestoken waar hij zonder hulp van buitenaf niet meer uit kon komen. Zo had hij opdrachten tot de bouw van supertankers afgesloten waarvoor hij de bouwcapaciteit nog niet eens had. Vandaar dat hij vreselijke haast had met. de bouw van een mammoet dok in de Botlek, waarvoor hij echter steun van de overheid nodig had. Aan de andere kant probeerden de traditionele scheepswerven de onor thodoxe Verolme van aiie kanten een hak te zetten. Ineens hadden ook zij een plan voor een super-dok, al bestond daar niet veel meer van dan een eerste idee-schets. Al eerder trouwens probeerden zij Verolme dwars te zitten. In het verkrijgen van opdrachten voor de Nederlandse ma rine werd Verolme gedwarsboomd. Een van de getuigen tekende de sfeer deze week heel duidelijk: nadat Ver olme opdracht had verkregen tot het verbouwen van het vliegdekschip Karei Doorman tot Minas Gerais (voor Argentinië) lieten de andere werven in het Waterweggebied we ten dat toeleveringsbedrijven die met Verolme zouden meewerken, er rekening mee moesten houden dat Maar niet alleen Verolme werd als tegenstander beschouwd. Meer dan eens was er deze week sprake van de haat en nijd die er onder de scheeps bouwers langs de Waterweg be stond. Het is, achteraf gezien, eigen lijk verbijsterend hoe in die sfeer de toenmalige commissie-Keyzer aan bevelingen kon doen dat de Neder landse scheepsbouw moest gaan sa menwerken. Internationaal gezien was daar alle reden toe. Japan was in opkomst met zijn toen nog lage lonen, andere landen (met name Frankrijk) waren geduchte concurrenten omdat zij door allerhand subsidies hun eigen scheepsbouwindustrie probeerden op ie vijzelen. Samenwerking onder de Nederlandse werven zou moeten leiden tot efficiënter bedrijven, dus lagere kosten en als gevolg daarvan concurrerender prijzen. Keyzer stelde deze samenwerking voor als voorwaarde voor een voort zetting van de rente-subsidie waar toe de regering inmiddels was over gegaan. Fusies kwamen inderdaad tot stand. Zo gingen de Rotterdamse Droogdok Maatschappij iRDMi en de Koninklijke Maatschappij 'De Schelde' in elkaar op. Maar een samenwerking was het niet; ze ble ven als bedrijven naast elkaar werken. Toen Wilton-Fijenoord erbij kwam, werd het niet beter: er be stond, binnen concern-verband, zelfs een felle concurrentie tussen Wilton- Fijenoord en De Schelde. Oud-mimster De Block zei deze week niet zo maar dat men in die sfeer in feite zat te wachten op het moment dat Verolme kapot zou gaan. Maar dezelfde De Block bevestigde ook nog eens de bepaald niet florissante financiële positie waarin de RDM verkeerde op het moment dat zij samen ging met De Schelde: slechte rendementen, veel achterstallig on derhoud. En ondertussen floreerden de financien van Verolme ook niet. Toch werd in de achterkamer (lees: luxueuze diner-inrichtingen als het Haagse restaurant Royal en het Voorschotense kasteel Duivenvoor de) een fusie van Rijn-Schelde en Verolme beklonken De komende week zal duidelijk worden wat daar precies achter heeft gezeten. Comelis Verolme was er in elk geval met bij, maar het gesprek ging ook buiten de mannen om die (mede op aandrang van de regering) een spe ciale functie vervulden in de scheepsbouwwereld. Biesheuvel en Langman, voorzitter respectievelijk directeur van het College voor de Nederlandse Scheepsbouw en van de Stichting Nederlandse Scheepsbouw Industrie. Langman en Biesheuvel hadden een zelfstandig voortbestaan van Verol mes bedrijven bepleit, zonder Verol me in een directeursfunctie overi gens. Het zou geld kosten en De Block vreesde daarin niet te kunnen voorzien. Een beslissing nam hij ove rigens niet meer omdat hij (om ande re redenen overigens) aftrad als mi nister. Het beleid ging na hem rigoureus om: Rijn-Schelde en Verolme moes ten en zouden samen. Er moest wor den samengewerkt De politiek eiste het. zei De Vries deze week PvdA- woordvoerder Nederhorst had trou wens al eerder visioenen ten toon gespreid: een gefuseerde Nederland se scheepsbouwindustrie, samenwer kend met de staalfabriek die Hoogo vens op de Maasvlakte zou neerzet ten. 'Big is beautiful' (groot is mooi). De euforie van die tijd. Ogem was er ook een voorbeeld van. Grotere een heden, grotere commerciële, finan ciële en technische kracht. Men ver gat. zeker in RSV, echter kennelijk ook de interne eenheid. Binnen de Rijn-Schelde-poot van het nieuwe concern bestond die in elk geval nog niet toen RSV werd gesticht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1984 | | pagina 29