U VIII U tti
gastlessen
regels op een
goudschaaltje
INWIJDING IN DE
DAGBLADWERELD
Een krant maken voor het individuele kind. Een krant, die
in de manier van berichtgeven het kind volstrekt in zijn
waarde laat. De formule die de redactie van de PZC-
jeugdkrant 'De Krullebak' al vanaf het begin, drie jaar
geleden, hanteert, lijkt breed. De praktijk leert anders. Ieder
thema, ieder berichtje moet steeds weer aan het uitgangspunt
worden getoetst. Met als belangrijkste oorzaak een grenze-
loos enthousiasme, komen de redactieleden nog weieens in de
verleiding om van het 'redactie-statuut' af te wijken. Voort-
durende bewaking van de uitgangspunten levert toch iedere
maand weer een doordachte kinderkrant op, waarvan het
concept elders in Nederland wordt nagevolgd.
iHet idee voor 'De Krullebak' werd
indertijd ingegeven door commerciële
•overwegingen op de langere termijn:
/.Kinderen van nu zijn de lezers van de
^toekomst". Om het jongere publiek
•vertrouwd te maken met de krant
;ieek een extra periodieke uitgave een
^verantwoorde investering. De redac
tie, die wat betreft de invulling van de
luitgangspunten de vrije hand kreeg.
;kon zich hierin uitstekend vinden al
I vertaalde zij het begrip 'investeren' op
;een geheel eigen, ideële manier. De
•zeven onderwijskundigen, die de
^redactie van 'De Krullebak' bevolken,
beogen ook als ze voor de klas staan.
•bij te dragen tot de mondigheid van
!de leerlingen. „Mondige burgers zijn
•goed geïnformeerde mensen. Als kin
deren al jong leren goed met informa
tie en media om te springen, kunnen
ze daar later hun voordeel mee doen".
Zo bleek 'De Krullebak', weliswaar
'geschreven voor het kind als individu
erg goed bruikbaar op scholen. Scho
len bestellen samen maandelijks in
totaal 7200 exemplaren voor behande
ling in de klas.
Een optimale bruikbaarheid op scho
len is niet de aanleiding geweest voor
"het feit dat juist onderwijzers de kin
derkrant schrijven. .Misschien wel
het gevolg", zegt Anneke van den
Doel. Zij coördineert de uitgave van
uit een onderwijskundige en journa
listieke achtergrond. „Onderwijzers
staan dicht bij de kinderen. Zij weten
wat er leeft, kunnen nuances aange
ven, het is hun werk. We werken ook
uitsluitend met mensen die voor de
klas staan, hoe veel werkloze onder
wijzers er ook mogen zijn en hoeveel
werk die ook zouden kunnen verzet-
paalde dingen tot in de finesses we
ten. Ik doe dat dan ook. steeds op
nieuw", vertelt Leen.
De leden van 'De Krullebak'-redactie
zijn het er wel over eens dat de
journalistieke normen voor een kin
derkrant anders liggen dan voor een
gewone krant. Aanvankelijk werden
de vergaderingen bijgewoond door
PZC-redactieleden, mensen die ge
wend waren snel en degelijk een krant
voor volwassenen in elkaar te zetten.
Dat werkte niet. 'De Krullebak'-
redactie kwam met karrevrachten
ideeén. die allemaal aandacht ver
dienden. De uitwerking stuitte dan bij
de journalisten op bezwaren omdat
dingen werden weggelaten om andere
aspecten te kunnen uitdiepen. Dag
bladjournalisten zijn niet zo gewend
om voor één bepaalde doelgroep te
schrijven en voelen het als onvolledig
als niet ieder aspect evenveel wordt
uitgesponnen.
Als enige journalist is Willem Ver-
stuijf, overgebleven. Hij voert de eind
redactie voor 'De Krullebak' en de
onderwijzers beschouwen zijn inbreng
mieke v.d. jagt
ten.
Het is volgens Anneke van den Doel
belangrijk om voeling te houden met
de kinderen: „Hun interesses liggen
net even anders, over dezelfde onder
werpen willen ze heel andere dingen
weten dan volwassenen".
als zeer waardevol. De verhalen, die al
door en door aan de uitgangspunten
zijn getoetst, worden door hem nog
eens goed op de journalistieke waarde
bekeken. „Op- en aanmerkingen, die
Willem maakt, zijn voor ons altijd
leerzaam", vinöt Ineke Timmerman,
die met dc constructie zoals die nu is,
erg tevreden kan zijn.
aanbod
dóór vragen
Lëen van Duivendijk kan dat wel
beamen. „Als ik een interview maak
"vóór 'De Krullebak' met een volwas
sene, word ik altijd een beetje aange
keken met een blik van 'wat zeur je
'tóch'. Kinderen krijgen ook altijd
•met zulk soort reacties te maken
want ze vragen dóór, ze willen be-
■De redactie van De Krullebak met
.van links naar rechts. Willem Ver-
stuyfJan Smeekens, Mieke Lemmens
Leen vati Duivendijk en Anneke van
,den Doelzittend v.l.n.r.: Ineke Tim
merman. Sylvia Scheers en Marina
van den Boogaard.
Die enorme ideeënstroom heeft in het
verleden nog weieens tot oponthoud
en besluiteloosheid geleid. Wilden de
Krullebakvergaderingen niet uitlo
pen tot diep in de nacht, dan moest
dat toch in ieder geval worden inge
damd. Nu kiest de redactie iedere
maand een thema. De voorpagina
blijft voor actuele zaken beschik
baar, maar de rubrieken en de rest
van de krant krijgen als het ware één
noemer. Dan nog mag ieder redactie
lid maar vijf ideeën opperen die dan
weer door heel de groep worden
besproken.
Jan Smeekens heeft er de meeste
moeite mee Zijn lijst met ideeën is
altijd de langste. Als iedereen zijn vijf
mogelijkheden heeft genoemd, mag
Jan de rest van zijn bladje nog ople
zen. „Ik zou in m'n eentje dat hele
krantje wel kunnen volschrijven met
alle dingen die ik zinnig vind en waard
om te weten", beklemtoont Jan Smee
kens. Het ruimteprobleem is. net als
bij een 'echte' krant het grootste.
Ieder redactielid krijgt voor zijn eigen
rubriek of stukje een klein beetje
ruimte toebedeeld. Als wordt overeen
gekomen dat een bepaalde rubriek er
voortaan in moet, dan gaat dat ten
koste van de regels. Daar wordt het
hardste om gevochten. Aan de andere
kant bieden redactielieden, als ze
eens twee of drie regels 'overhebben'
genereus een ander aan.
reacties
Van de prietpratige kinderhoekjes,
die traditioneel wel in kranten ver
scheen, heeft de Zeeuwse kinderkrant
niets weg. Wel is het gegeven van de
ingezonden brieven overgenomen uit
de typische kinderlectuur. De behoef
te om zich te reageren op de geboden
informatie blijkt bij kinderen even
sterk te leven als bij volwassenen.
Opvallend is dat juist deze, op het
individu gerichte, rubriek veel in klas-
severband wordt opgepakt. Een klas
in Koudekerke zorgt al vanaf het
allereerste nummer voor een stapel
brieven, waaruit blijkt dat thema en
actuele zaken in 'de Krullebak' klassi
kaal zijn uitgediept.
concurrentie
Hoezeer 'De Krullebak' een op zich
zelf staand blad is. blijkt wel uit de
'concurrentiegevoelens' van dc redac
tieleden. Ze vinden het allemaal schit
terend als iets eerder in 'De Krullebak
staat dan in de PZC. Dat geldt ook
voor Sylvia Scheers en Marina van
den Boogaart, die allebei rubrieken
verzorgen waarvoor in de gewone
krant geen plaats is. Sylvia zorgt voor
de rubriek 'Kind in het nieuws', wa;
in kinderen die met wat voor prestatie
dan ook de krant hebben gehaald,
apart nog eens aan het woord komen.
Via de rubriek kunnen verschillende
takken van sport en de meest uiteen
lopende hobby's vanuit een kinderlij
ke invalshoek worden belicht. Het
gedicht van Marina is in de verte te
vergelijken met het hoofdartikel in de
grote krant. Omdat daarin plaats is
voor commentaar en een persoonlijke
benadering van het thema, kunnen de
lezers er wat meer gevoelsmatig mee
aan de gang.
Maandelijks vier halve pagina's is
niet veel. Een geroutineerd journa
list kan desnoods binnen een dag wel
voor zo'n portie tekst zorgen. 'De
Krullebak'-redactie doet er langer
over. Twee avonden vergaderen en
dan de artikelen maken. Toch hebben
de onderwijzers er graag hun vrije
tijd voor over. Als Jan Smeekens met
een plan komt waarin de kinderen
zelf de gelegenheid zouden krijgen de
krant te schrijven, reageert de hele
redactie verontwaardigd. „Kostbare
ruimte, waarom we altijd vechten,
zomaar weggeven". Mieke Lemmens
verwoordt de gevoelens van de hele
club. Iedere vierkante centimeter is
ze dierbaar. De regels worden op een
goudschaaltje gewogen.
De voortdurende bescherming van de
uitgangspunten en de belangen v
de jonge lezers blijkt bijzonder bij
volwassenen aan te slaan. Hoewel de
redactie geen rekening houdt met de
vaders en moeders is ze wel trots op
het grote bereik. Met de extra oplage
van 7200 verslaat 'De Krullebak' im
mers de PZC.
-ZATERDAG 17 MAART 1984
PZC/ krant in de klas
Anneke van den Doel brengt de krant in de klas.
De jeugdjoumalistiek mag dan de
laatste jaren flink aan terrein
hebben gewonnen, de krant blijft
een aangelegenheid voor de 'groten'.
Toch blijkt de behoefte bij kinderen
en onderwijsgevenden aan de be
handeling van de 'echte' krant in de
klas, groot. Veel scholen passen op
eigen houtje de krant in hun lessen
in. Anneke van den Doel, die voor de
PZC op Zeeuwse scholen uit de
doeken doet hoe zo'n krant dagelijks
tot stand komt, kan de vraag naar
haar gastlessen maar nauwelijks bij
benen. In de gecombineerde vierde
en vijfde klas van de openbare lage
re school 'De Kirreweie' in Haamste
de woonden we zo'n gastles bij. Met
de leerlingen van de vijfde en zesde
klas van de Jan Ligthartschool in
Goes praatten we over nieuws en de
benadering in de krant.
Gewapend met koffers, tassen, een
projector en ander zwaar materiaal,
reist Anneke van den Doel de scho
len af. Om haar betoog aanschouwe
lijk te maken zeult ze van alle
produktiefasen, die een krant door
maakt voor hij van de persen rolt,
voorbeelden mee. Een onderwijzer
en twee sterke zesdeklassers komen
eraan te pas om haar lesmateriaal
van de auto naar de klas te brengen.
De uitstalling sorteert meteen effect.
Als de leerlingen de klas binnenko
men is de nieuwsgierigheid gewekt.
Ze willen best eens weten waarvoor
dat alles dient. Meester D. Vos
maakt van de gelegenheid gebruik
om zijn klas eens van een andere
kant te bekijken. In de loop van de
les maakt hij de indruk er ook het
één en ander van op te steken.
identiteit
Anneke begint, wijs geworden door
een jarenlange onderwijservaring,
met het meest abstracte deel van
haar betoog: de pluriformiteit van
de pers. Vrij gemakkelijk somt de
klas het hele rijtje landelijke dag
bladen op en wat er op regionaal
gebied te koop is, ook aan nieuws-
en advertentiebladen, schudden ze
net zo snel uit hun mouw. „De
identiteit van een krant, vertelt
Anneke, wordt voor een groot deel
bepaald door de keuze uit het
nieuwsaanbod. Wat vind je belang
rijk en wat minder!"
In de hoogste klassen van de Goese
Jan Ligthartschool zijn de meningen
daarover verdeeld. De algemene op
vatting lijkt dat nieuws altijd be
langrijk is. „Anders was het geen
nieuws".
Bij een meer persoonlijke benade
ring wordt het verschil aanzienlijk.
De één wil meer sport de ander meer
strips Toch wordt al snel geconclu
deerd dat strips weinig nieuws be
vatten en dat sport voor de liefheb
bers belangrijk kan zijn maar voor
niet-sportieven volstrekt oninteres
sant.
De leerlingen vinden wel degelijk
dat er nieuws is, dat speciaal voor
kinderen van gewicht is. Politiek,
oorlog, de plaatsing van kemraket-
ten. de meerderheid vindt dat het
hen toch wel erg aangaat: „Wij moe
ten er later mee leven als er nu
beslissingen voor jaren worden ge
nomen".
Ze zouden graag zien dat kranten
hun berichtgeving minder moeilijk
zouden maken. Moeilijke woorden,
weinig uitleg over de achtergronden
en ellenlange stukken, nodigen met
zo erg tot lezen uit. vinden ze. Eén
meisje merkt op dat volwassenen
daar ook wel wat aan zouden heb
ben: "Volgens mij. snappen die er
ook helemaal niets van".
Ze baseert dat op het feit dat de
meeste ouders harder lopen voor het
jeugdjournaal dan voor het NOS-
journaal. Alle kinderen in de klas
kijken naar het jeugdjournaal. Ze
vinden het allemaal duidelijk maar
niet altijd even interessant. Eén
verwoede sporter wil ook daar meer
voetbal en hardlopen zien. Een deel
van de meisjes reageert fel. Met een
gezicht van 'O, wat zijn mannen
toch stom' leggen ze uit dat voor hen
het belang in de toekomst ligt. „We
moeten zorgen dat we niet met een
hoop ellende zitten als we groot zijn.
Dan moet je op z'n minst nu begin
nen met erover te leren". De sportie-
veling wordt verder bejegend alsof
hij vrijwel zeker deel zal uitmaken
van de verwachte ellende.
hoe en waarom
„Wat voor ons nieuws is, is dat
misschien niet voor mensen in New
York en andersom", vertelt Anneke
van den Doel. Belangrijke dingen
worden verzameld door de persbu
reaus zoals in Nederland het ANP.
Uit de veelheid van berichten en
verhalen kiezen de kranten wat zij
belangrijk vinden. „Daarmee be
paalt de krant zijn identiteit en aan
de hand daarvan kiezen de mensen
het dagblad wat hen het meeste
aanstaat". Om uit te leggen waar
het belang van regionaal nieuws
ligt en hoe de één daar wel gevoel
voor heeft en de ander niet, geeft
Anneke een voorbeeld, dat de kin
deren wel aanspreekt. „Als jullie
hier op het schoolplein een enorm
gat gaan graven dan vindt de één
dat nieuws en loopt de ander er
zomaar voorbij". Sommige leerlin
gen staan al in de startblokken om
de daad bij het woord te voegen.
Hen wordt uitgelegd dat een kuil
graven pas echt nieuws is wanneer
het een reden heeft, een achter
grond. „Journalisten in heel de we
reld constateren de feiten en zoeken
naar de achtergronden". Je kunt de
krant dus ook gebruiken om iets
duidelijk te maken. Je maakt
nieuws, door middel van een actie,
en in de krant verschijnt het hele
verhaal met het hoe en waarom
erbij.
Zo hebben de kinderen van de Jan
Ligthartschool het nog niet beke
ken. De krant gebruiken voor je
eigen doeleinden kan met een inge
zonden brief of een advertentie maar
een actie, dat lijkt moeilijker. Toch
is een groot deel van de leerlingen
meegeweest naar Den Haag om te
gen de kernraketten te demonstre
ren. Als ze even doordenken, zijn ze
erachter. Zonder kranten, radio en
televisie, hadden de demonstranten
alleen elkaar duidelijk kunnen ma
ken hoe ze erover dachten. De men
sen die thuisgebleven waren hadden
er niets van geweten.
Vreemd genoeg vmden de leerlingen
het deel van Annekes betoog dat
handelt over nieuws het minst spec
taculair. Ze weet de aandacht vast
te houden met tastbare voorbeelden
van ANP-berichten, telexberichten
van enkele meters.
De curiosa, die nodig zijn om een
offsetdrukplaat te maken vinden
gretig aftrek. Ingetekende pagina's
en nette vellen met alle berichten en
foto's erop geplakt. „We maken van
ieder bericht een sticker en ook van
alle foto's". Van het woord sticker
wordt de klas nog eens extra wak
ker. Anneke belooft dat er voor ieder
na afloop van de les een mapje is
met onder meer zo'n typische stic
ker.
drukwerk
Aan een geïmproviseerde waslijn
worden exemplaren gehangen van
de produktiefasen in de plaat-
vervaardiging. Dc paginagrote ne
gatieven wekken verwondering.
Anneke gooit er nog een korte uit
leg over het principe van de foto
grafie tegenaan. Het moeilijkste is
het verhaal over de offsetplaat. De
leerlingen laten zich met de term
stempelen niet om de tuin leiden,
want ze zien geen reliëf. „Op wat
?el
gedrukt moet worden komt inkt, op
de rest water, andersom kan niet", leu
lagt Anneke uit. "Een soort
roept een leerling en dat komt er
heel dicht bij. Ze snappen het alle-
maal snel genoeg. Dat blijkt wel uit ja
de vraag waarom die plaat dan niet
in spiegelbeeld wordt gemaakt, dat
is toch normaal bij drukwerk.
Die vraag brengt de gastdocente op 'Üt
de drukpers en dat is precies waar zen""
wezen wil. Met de plaat druk je op
een rubberen rol en die drukt het K
uiteindelijk opjpapier, dat in onge
looflijk grote rollen wordt aange
voerd. Vooral die grote rollen wek
ken ontzag. Elf kilometer, van hier, 1
Haamstede, naar het Pitgat. „Mocht
je ooit zo'n rol tegenkomen, probeer u
'm dan niet tegen te houden", advi- 10
seert Anneke en ze schetst een te
kenfilmbeeld van een platgerold jon- )ag
getje. Drukker is ook al een gevaar- -|J'£
lijk vak", concluderen de kinderen r"
Maar Anneke is nog lang niet uitge ra
praat over de eigenaardigheden van
het kranten maken. Wat te denken jje
van bijvoorbeeld de mannen die de
zaak moeten repareren als het pa- p
pier ergens onderweg in de drukpers
scheurt. „Die gooien gewoon hun J
pak weg".
Aan het einde van de les krijgt elke |en
leerling een mapje met onder meer:e I
een stuk negatief en een stuk offset- p€l
plaat. Er wordt meteen gepuzzeld.
In nog geen vijf minuten hebben dep1
kinderen een paar pagina's bij
kaar. Van al Annekes toehoorden
lijkt meester Vos nog het
enthousiast. Of ze eens met de
klas naar de drukpers mogen komen
kijken? Dat kan voorlopig nog
Anneke van den Doel noteert
wensen in haar agenda. Het zit
weer op. De belangstelling is in
geval gewekt.
De sterke zesdeklassers staan
dringen om de projector en de
rige bagage naar de auto te
.gen. In Haamstede is de krant ii
klas geweest. „Ik hoop dat er
van blijft hangen",, zegt
van den Doel als ze bepakt
bezakt wegrijdt. „Want dat is
slot de bedoeling!".