PROZA KORT wolkers favoriet van dis, van der vegt, moonen en herzberg jan cremer DE HUNNEN het leven als eenmansguerrilla (1) PZC/ weekendkrant 20 De in 1946 te Bergen geboren Adriaan van Dis geniet zijn grootste bekendheid als televisiepresentator bij de VPRO. Hij is daar exponent van de Nieuwe Keurigheid: onberispelijke verschijning, hoffelijke manieren, beschaafde spraak, alles zelfs op de grens ;van geaffecteerdheid. Een zegen voor die kijkers welke slobberkleren, ongeliktheid en /Amsterdams of ander plat meer dan beu zijn, en die bestaan er blijkbaar heel wat, gezien Van Dis' welverdiende succes. Hij heeft echter meer pijlen op zijn boog. Hij is redacteur van ;NRC/Handelsblad, en als zodanig voor de lezers daarvan als auteur geen onbekende. Hij is kenner van het Zuidafrikaans en een Indisch jongetje waarbij veel bra- illustraties van Charlotte Mutsaers vertaalde het werk van Breyten Brey- me noodzakelijkerwijs verondersteld wegblijven. ;tenbach. Samen met Tilly Hermans wordt wel een heel geprononceerd Adnaan van Dis Nathan Sid. 64 pag stelde hij het fraaie lees- en kijkboek anti-heldje. Er valt voor zijn grdhg Meulenhoff. Amsterdam •'Het Land der Letteren' samen. En nu drillende vader geen enkele eer aan te speelt hij een nieuwe troef uit: hij behalen. Op school kan hij niet best yn riant •debuteert met 'Nathan Sid', een uit- mee, vriendjes moet hij omkopen met gebreide en bewerkte versie van een drop, thuis zit hij onder de plak van de Wie Propria Cares leest kent de co- reeks vertellingen over een jongetje drie zussen, zijn allergische kwalen lumn van A. Moonen, een schrijver die enkele jaren geleden in NRC/ brengen velerlei ongemakken mee. die in ons land, dat ook anno 1984 nog Handelsblad zijn verschenen. Vrien- Hij is het liefst bij zijn moeder in de barst van schijnheilige fatsoensrak- den van uitgeverij Meulenhoff kregen keuken. kers, door vele critici genegeerd met nieuwjaar het boekje als voor wordt omdat de onderwerpen waar- proef. binnenkort is het ook in de over hij schrijft en de manier waarop handel. BIkTiKMY/I 1 hij dat doet blijkbaar te gewaagd Het bevat de losjes samengeregen worden gevonden, jeugdherinneringen van Nathan Sid Aan de kwaliteit van Moonens schrij- (omkenngsnaam), die ergens hoog in Dit alles zou snel tot een verhaal vol venj, aan zijn stijl kan het toch onmo- Noord-Holland in een duinstreek op- sentimentaliteit en zelfbeklag kunnen gelijk liggen: hij schrijft prachtig, soe- groeit in een Indisch repatriantenge- voeren, maar door een merkwaardige, pel. vol vondsten, hij is bijzonder zin. Nathan is weliswaar in Indie verstandelijke aanpak heeft Adriaan geestig en hij heeft een vlijmend kri- gèmaakt' maar hij werd pas in Hol- van Dis iedere sentimentaliteit weten tisch inzicht. Hij heeft echter in de land geboren. Hij is in alle opzichten te vermijden Hij vertelt zijn herinne- erotiek een voorkeur die kennelijk een buitenbeentje. Zijn moeder heeft ringen niet alleen in de derde persoon, nog steeds taboe is in welopgevoede dne dochters uit een eerste huwelijk, maar ook met de nodige afstand, hij kringen, hij houdt van 'de anale va- haar man werd neergeschoten. Door heeft van het jongetje dat hij was een riant' en is daarbij ook nog van alle omstandigheden is ze niet wettelijk 'geval' gemaakt dat hij met liefdevolle markten thuis. En zoals pakweg tach- getrouwd met de vader van haar aandacht en met een zekre verwonde- tig jaar geleden alle critici een preuts zoontje Nathan Vader Sid is een zeer ring observeert Soms vertelt hij van- inktpotje openschroefden als ze over strenge Indische man met een ex- uit het perspectief van het kind, soms Jacob Israël de Haan zouden moeten treem rechtse ouderwetse instelling totaal niet. en hij doorvlecht het re- schrijven (en dan, maar zwegen) zo en een ernstige hartkwaal. Het gezin laas met merkwaardige gedichtjes die zwijgt men nu bij* voorkeur over A. heeft het niet breed en is behept met vrijwel altijd vanuit het heden, al- Moonen. Want wie wel eens over de al de eigenaardigheden van Indisch- thans een veel later, zijn geschreven, anale variant schrijft, ook al doet hij gasten: het eten, de dagelijkse handel als terugblikken. Ook het taalgebruik dat nog zo grappig, briljant en ontroe- en wandel, de familie, de theosofie, van Van Dis is apart. Speels, gedach-rend, deugt niet als schrijver, dat is hang naar natuurgeneeswijzen, ge- tespringerig op het slordige af soms, duidelijk. Gelukkig denkt Propria Cu- bedsgenezen en dergelijke. maar wel tekenend. Door de economi- res er anders over en gelukkig dacht Nathan zit daar een beetje vreemd sche, zeer suggestieve verteltrant ook uitgeverij Nova Zembla er anders tussen. Niet alleen zijn de ouders al wordt er toch heei wat in dit dunne over. Die gaf een prachtig, dooi Joost tamelijk 'oud'; hij is een echte nako- boekje aangesneden, zodat men na Veerkamp verlucht boekje uit met mer met veel halfzusters, hij heeft ook .lezing de indruk heeft het ventje Na- anale variaties twaalf van de vijf- èe'n totaal ander gestel dan de rest, than en de familie Sid al aardig te tien hoofdstukjes hebben eerder in PC Rij is voor allerlei dingen allergisch, kennen. En wel zó dat je graag meer gestaan. Ik zou zeggen: haast u, want hij verbrandt in de zon in plaats van over hun wel en wee zou ervaren, er zijn maar een paar honderd exem- bruin te worden, kortom hij is voor Alleen mogen dan wat mij betreft de plaren van in de handel A Moonen De anale variant, tekeningen Joost Veerkamp f24,50 Bibliofiel, m flu weel gebonden met een originele tekening van Veerkamp 350 - Nova Zembla S de Landastraat 6S, 6814 DJ Arnhem, tel. 085- 433036 storm Eind 1982 debuteerde Jan van der Vegt, die een hele reeks letterkundige studies op zijn naam heeft, met een korte historische, grotendeels in Ier land spelende roman 'Een roemloos einde'. Dat boek viel op door de uitstekende documentatie, zorgvul dige opbouw, sympathieke vertel trant. Thans verscheen 'Storm' een novelle die op een Schots eiland is gesitueerd, Scarpa Het verhaal speelt beurte lings in het heden en tien jaar geleden, althans in ieder géval in de verbeel ding van de hoofdpersoon. Jacobus Abels Abels is thans een eind in de vijftig, een wat duffe boekhouder die bij zijn zuster inwoont, in Amsterdam. Hij is vroeger getrouwd geweest, maar van die vrouw af. Iets trekt hem naar eilanden in het westen, een merk waardige zwerfdrift die zijn boekhou- dersbloed dan opeens aan het stro men brengt. Zo was hij tien jaar geleden op Scarpa geweest, een eiland dat toen al ontvolkt raakte: lege dorp jes. geen jeugd meer. haast geen toe risten Hij had er één dag een Austra lisch meisje ontmoet, Jenny, een vrij moedig. met te peilen schepseltje Ze hadden in hel enige hotelkamers naast elkaar, maar hoe gemakkelijk en vrijgevochten Jenny zich ook ge droeg, en hoe graag Abels het anders had gewild bij de kamerdeur had ze beslist afscheid genomen en nooit had hij meer iets van haar gehoord. Het was in september geweest Tien jaar later, in een iets meer gevor derd seizoen, steekt het verlangen terug te keren naar Scarpa opeens de kop op, en Abels vertrekt op slag, tot grote verbazing van zijn werkgever. Het eiland blijkt nog verder ontvolkt, het hotel sterk vervallen. Abels zoekt alle plaatsen op waar hij met Jenny geweest is, vindt zelfs een voorwerp terug dat zij eens in de hand neeft gehouden in een verlaten huis. Er steekt een storm op die maakt dat de veerboot niet komen kan, dagen achtereen met. Zo blijft hij vijf dagen op het eiland vastgehouden; het komt tot een grote confrontatie met zich zelf. het eiland en enkele van de bewoners daar. Dit alles is zeer over tuigend neergezet, maar het slot, tra gisch naar Van der Vegt suggereert, bevalt me minder. Ik zou het subtieler gevonden hebben wanneer Jacobus Abels teruggevaren was met de veer boot. Jan van der Vegt Storm 64 pag Nijgh <6 Van Dttrnar. s-Gravenhage. f 19.50. In 19l>4 publiceerde de toen zeventig jarige Abel J. Herzberg een boek 'Brieven aan mijn kleinzoon'. In die brieven, die eigenlijk in vertrou welijke toon gestelde herinneringen waren, kan men o.a. lezen: „Wij had den afgesproken dat ik hem ide klein zoon) over mijn grootvader vertellen zou en over mijn ouders en in het algemeen over de tijd toen ik nog jong wasEn inderdaad tekent Herzberg m die brieven uitvoerig de grootvader van vaders zijde, een Rus die, toen Abel een jaar of veertien was. naar Amsterdam kwam (dus omstreeks 1907i. Na zijn gymnasiumtijd bezocht hij die grootvader in Estland. Die grootvader nam een belangrijke plaats in in 'Brieven aan mijn klein zoon' Het was een heel mooi. intiem boek met familiegeschiedems en jood se emigrantengeschiedenis Nu. twintig jaar later (Herzberg is 17 september 1983 negentig geworden) heeft hij een soort tegenhanger ge schreven.' 'Brieven aan mijn grootva der'. Aangenomen moet worden dat deze brieven gericht zijn aan de groot vader van moeders zijde, want uit de eerste brief, 'De erfgenaam' kan men afleiden dat de man al 85 jaar dood is; Abel was vijf toen hij stierf en kon nog niet schrijven. Deze brieven balanceren op de hache lijke grens tussen levenswijs en naïef. Aan de kant van de naieveteit staan overwegingen dat de brieven grootva der wel niet zullen bereiken, „Ik bezit immers niet eens je adres en als ik het wel bezat, waar haal ik dan een post- Adriaan van Dis bode vandaan die de weg weet. of een geldige postzegel?" Herzberg conclu deert tenslotte dat dit boekje slechts mijmeringen bevat: „In wezen schrijf ik aan mijzelf' In de hoofdstukjes 'Noachose', 'Religie en godsdienst' en 'Izaak-complex' komen gelukkig heel wat relevantere zaken aan de orde. Vanuit zijn uitzonderlijke positie (als joods overlevende uit de kampen die zo'n zeer hoge leeftijd bereikt) over peinst Herzberg nogmaals het men senleven, het jodendom, de geschiede nis. Met grote wijsheid, en in parabels, draagt hij zijn gedachten uit. Tenslot te vraagt hij zijn grootvader 'even bij God aan te lopen' om te vragen of de mensheid niet behoed kan worden voor een derde wereldoorlog. God voelt daar niet zoveel voor, Herzberg krijgt, via grootvader de volgende boodschap: „Ik. God. laat de regen neerdalen op de aarde als de aarde dorst heeft en als zij het in de winter koud krijgt, zend ik haar een deken van sneeuw. Maar wat mij nu gevraagd wordt, gaat mij te ver. Geen mensenhand kan regen of sneeuw maken, laat staan een zondvloed ivaarbij de heel de mensheid op een enkele familie na wordt uitgeroeid. Maar zij kan iets beters. Ik heb de mensen alles gege ven ival zij nodig hebben om met elkaar in vrede en vriendschap te leven. Ook ben ik kwistig genoeg geweest in het verdelen van de kennis en de talenten waarmee zij al mijn gaven gebruiken kunnen. Evenmin ontbreekt het hun aan wetten die hun handelingen moeten bepalen. Hierme de acht ik mijn taak volbracht. Wat nu nog moet worden verricht, dient aan de mensen zelf te ivorden overge laten. Zo hoort de orde tussen ons te zijn. Het woord, en meer dan het woord, de daad is aan hen". Hij eindigt: „Dank. grootvader, voor deze godde- lijlce boodschap. Ik, een ongelovige, zal haar overbrengen. Hetgeen hierbij geschiedt" Abel J. Herzberg: Brieven aan mijn groot vader. Qucrido, Amsterdam, 42 pag. f 15,-. Nederlands geliefdste, althans meest gelezen, schrijver is mogen we een Ni po-onderzoek van december 1983 geloven Jan Wolkers. Hij wordt op enige afstand ge volgd door twee auteurs uil de minder literair geacte hoek: de schrijfster van vele familiero mans Annie Oosterbroek-Dut- schun en Toon Kortooms, be schrijver van lief en leed in Klotpecl. Zij komen er net iets beter af dan W. F. Hermans. Het opinie-onderzoek werd gehou den op 6 en 7 december van het vorig jaar in de vorm van een 'a-selecte-steekproef van 898 per sonen van 18 jaar en ouder Aan deze over heel Nederland verspreide personen legde het Ni- po de volgende vraag voor: „Van welke Nedderlandse schrij ver of schrijfster leest u het liefst boeken?" Méér dan de helft van alle onder vraagden (55 procent) kon geen enkele auteur opnoemen. Onder de mensen die op hun 14e jaar of eerder van school kwamen is dat 'geen antwoord'-cijfer: 70 Onder degenen die tot hun 22ste of later studeerden 40 V, Onder allen die wel hun favoriete schrijver konden noemen zijn dit de meest genoemde (percentages van hen die geantwoord hebben): Jan Wolkers 10, Annie Oosterbroek 6. Toon Kortooms 6. W. F. Hermans 5, Simon Carmiggelt 4. Jos van Manen-Pieters 4. Harry Mulisch 3.5, Maarten 't Hart 3.5 Onder de vrouwen winnen Ooster broek en Van Manen 'het Van Wolkers. Wolkers. Hermans en Mulisch zijn (in deze volgorde) het meest ge noemd door jongeren. Kortooms en Oosterbroek veel door ouderen. Carmiggelt wordt door jong én oud genoemd. Hervormde en gereformeerde on dervraagden noemen Oosterbroek en Van Manen meer dan enige andere auteur. Zij scoren ook hoog bij CDA-stemmers. Wolkers krijgt de meeste stemmen bij PvdA- en VVD-kiezers. Het Nipo-onderzoek kwam twee weken na het verschijnen van Wolkers' nieuwe roman 'Gifsla'. Het verschijnen van de eerste drie delen van Jan Cremers romancyclus 'Dc Hunnen' is bepaald een bijzondere gebeurtenis in onze letteren. Cremer werd direct toen zijn eerste boek 'Ik, Jan Cremer' nu twintig jaar geleden het licht zag een fenomeen. Dat boek vol spanning, avontuur en sex bracht hem internationaal succes, maar ook diepe verguizing. Hij was écn van de eerste schrijvers in ons land die in zijn werk onverbloemde erotiek presenteerde en een diepe afkeer van de burgerlijke moraal aan den dag legde. In bepaalde kringen werd hem dit niet in dank afgenomen. Omstreden werd ook de betekenis van zijn werk. Mocht dit wel literatuur heten? Onder de critici waren er maar weinigen die het boek serieus namen Inderdaad gepolijste fijnzinnige literatuur kan men 'Ik. Jan Cremer' niet noemen. Maar het is zeer de vraag of voor een schelmenroman als dat boek literair raffinement een vereiste moet zijn Wrevel wekte ook het handig inspelen op de commercie. n Onverbiddelijke Bestseller' was al meteen op het omslag van de eerste druk te lezen. De schrijver roerde ook op allerlei manieren luidruchtig de trom voor zichzelf. Ook 'De Hunnen" zou een Onverbiddelijke Bestseller kunnen worden: een grootscheeps opgezette campagne moet daar voor zorgen De uitgeverij kondigt het aan als 'het kolossaalste werk ooit op de Nederlandse boeken markt verschenen' Op de flap heet het dat Cremer hier 'de totale afrekening met de tweede wereldoor log' brengt. Zeker is dat wie zich door dit alles laat verlokken, niet teleurgesteld zal worden. Sex en geweld worden zo slim gedoseerd dat niemand zich zal vervelen. Maar het werk biedt ook genoeg aan hen die meer dan leesvoer zoeken. Het schrijven van dikke boeken is plotseling bijna een rage geworden onder Nederlndse auteurs. Nog maar onlangs vroeg ik aandacht voor omvangrijke werken als Jeroen Brouwers' 'De laatste deur' en Van der Heijdens 'De tandeloze lijd', boeken die evenwel niet écht de moeite waard waren. Zeker niet voor een lezer die ook het rendement van een boek in ogenschouw houdt. Cremer schreef het iijvigste werk van allemaal, maar zijn ruim vijf tienhonderd pagina's blijven boeien. Uiteraard is ook Cremers boek breed opgezet Hier en daar is dat tot in details te merken Zoals bijvoorbeeld de onweersbui, tijdens welke de ik figuur wordt verwerkt, beschreven is op bladzij 43-44 in dertig regels waar ook twee regels hadden vol staan Zoals bijvoorbeeld op bladzij 65-67 waar een al te uitgesponnen exposé wordt gegeven over Ensche de. de stad waar 'De Hunnen' zich voornamelijk afspreelt Dergelijke gevoelens bevangen je met al te vaak De grote omvang was hier al met al een noodzaak. Jan Cremer werd geboren in 1940 te Enschede. In zijn boeken lijken veel biografische gegevens aanwijsbaar. 'De Hunnen' doet zich ook voor als een autobiografie. Maar door hel verhaal is heel wat mythe gevlochten. Ook in 'Ik, Jan Cremer' vulde veel fantasie de werkelijkheid aan. De Cremer die er de hoofdpersoon in is, kan een geïdealiseerd alter ego van de werkelijke Cremer genoemd worden. Hij publiceerde nog een aantal boeken (onder meer een vervolg op zijn eersteling) waarin hij zijn avontuur lijk realisme trouw bleef. Die boeken evenaardden niet het succes van zijn debuut. Dat succes is - als je op de door Cremer zelf verstrekte gegevens af mag gaan tenminste - nog steeds overweldigend. Het boek werd veelvuldig vertaald en er zouden meer dan 12 miljoen exemplaren over de hele wereld zijn verkocht. Het respect dat literair Nederland Cremer toedraagt is met dit succes bijna omgekeerd evenredig. Heel wat felle aanvallen zijn op zijn werk en persoon gedaan, onder meer door Jeroen Brouwers in zijn 'Kladboek' Hij deelt hem in 'bij de horde zeventiger- jaren-auteurs die zich bezig houden met het genre jongensboek voor grote mensen'. Dit op grond van Cremers in 1978 verschenen 'Logboek'. W F Her mans wijdde aan hetzelfde boek een bechouwing in 'Klaas kwam niet' Onder meer schrijft hij ironisch over Cremers buitenlandse successen. „Wat Jan Cremer betreft, kan ik het volgende melden. In 1967 heb ik van zijn wereldschokkende debuut Ik Jan Cremer. toen kort geleden uitgekomen in het Engels, één exemplaar aangetroffen in de grootste boekhandel van New York, eentje in een porno-winkeltje ADULTS ONLY) te Los Angeles, eentje in een uitverkoop te Londen en, wat meer zegt, twee jaar geleden nog vond ik er een in het krantenstalletje van het vliegveld Athene.!...) Geen enkele Jan die dit evenaart". Het is duidelijk dat Cremer met 'De Hunnen' als literair schrijver serieus genomen wil worden. Daar heeft hij ook recht op. Weliswaar is hij geen man van ideèen maar van avonturen. Weliswaar is hij geen man van fraaie literaire structuren maar een man die rechttoe- rechtaan vertelt. Echter: literair vernuft (dat zo vaak tot academisch proza leidt) is geen noodzakelijke voorwaarde om tot literatuur te komen. Dat bewijst Jan Cremer hier. Het komt bij hem allemaal min of meer recht uit het hart. Hij schrijft met veel vaart en vormgeving is allerminst zijn eerste zorg. Zeven jaar, volgens een andere bron elf jaar, werkte hij aan de drie delen van deze cyclus die sinds gisteren (24 februari) in de boekhandel liggen Hier en daar lijkt het alsof hij al te koortsachtig te werk is gegaan Niet eens meer de zaak heeft overgelezen. Daar zijn verschillende aanwijzingen voor Op pag. 57 "Zelfgeschreven recepten, heilige recepten met de geheimen van de Oosteuropese keuken, door Ma- tuszka jarenlang opgeschreven en verzameld. Uit kranten en tijdschriften geknipt en voorzien van haar aantekeningen". Zelfgeschreven recepten van een Hongaarse groot moeder die uit de krant zijn geknipt? Een al even merkwaardig stijlbloempje op pagina 774: "Tante Koba had ondertussen haar bustehouder naar omlaag getrokken en tilde een voor een haar zware borsten uit haar laag uitgesneden japon". Hoeveel borsten zou Tante Koba wel niet hebben? Soms vergeet hij snel wat hij geschreven heeft. Op bladzijde 665 heet het: "De eerste kraaien begonnen hun ochtendgesprek". Op bladzijde 666 lezen we over deze morgen: "De vogels hadden de stad verlaten Zelfs de kraaien, die altijd rond het lijkenhuis postten, zwegen in de vroege ochtend". Dit soort aanmerkingen raken bij een enigszins woest te werk gaand auteur als Cremer natuurlijk niet de essentie van zijn boek Drie delen telt 'De Hunnen' nu. Er zullen, zo wordt beweerd, nog meer delen volgen. Die eerste delen heten simpelweg 'Oorlog'. 'Bevrijding' en 'Vrede'. De paginering en de nummering van de fragmenten loopt door. Men mag de drie boeken dus als een eenheid beschouwen. De precies duizend scènes waaruit het boek is opgebouwd zijn betrekkelijk kort. Hoofdpersoon Cremer van dezelfde leeftijd als schrijver Cremer en hans warren LEÜERKUNDIGE KRONIEK ook in veel meer opzichten zijn dubbelganger, is in het grootste deel van het boek zo jong dat hij nooit zijn eigen herinnering als bron gebruikt kan hebben. Weliswaar is hij een uitermate vroegrijp kereltje, maar hij kan de meeste feiten die hij hier meldt alleen indirect vernomen hebben. Historisch klopt het boek redelijk. Met soms nauwelijks verholen trots laat Cremer zien dat hij zich terdege gedocu menteerd heeft Hij komt. zelfs met een voetnoot om duidelijk te maken dat zijn verhalen over de zware bombardementen op bezet Enschede geen fantasie zijn. De grote Jan bepaalt soms al te nadrukkelijk de denkbeelden van de kleine Jan. Dat leidt tot tegen strijdigheden Al op uitermate jeugdige leeftijd is hij in alle geheimen van de erotiek ingewijd Wanneer hij vier jaar is. is sex een obsessie voor hem geworden Op andere gebieden denkt hij juist heel naïef. Een scène waarin op gruwelijke wijze een varken geslacht wordt, brengt hem tot deze overweging „Nu unst ik wat dat woord oorlog' betekende. Oorlog was varkens doodmaken" '490:. Autobiografie of niet. dit 'De Hunnen"5 Jawel. Niet alles zal waar zijn. heel wat scènes lijken fiks aangezet, overdreven. Maar ook die kleine en grotere mythes zetten kracht bij aan wat de essentie van Cremers visie op het bestaan is geworden. Zijn devies formuleert hij aan het slot van 'Vrede' aldus: "Het leven is een eenmansguerrilla'. (1535). De waarheid van dat schokkende gezegde wordt in wat er aan voorafgaat volop aannemelijk gemaakt. Inderdaad: het leven zoals Cremer dat zijn lezer voorspiegelt is een jungle, dc" medemensen zijn concurrenten die bestreden moeten worden. In de normale toestand, als er voor iedereen genoeg te eten is, merk je daar niet veel van. Onder bijzondere omstandigheden gaan de vriendelijke maskers ineens af, wordt er letterlijk gevochten om een beetje voedsel, lijdt de zwakke gebrek. We zien in Cremers boek hoe mensen ieder eergevoel, ieder respect voor zichzelf en voor de ander volkomen kunnen verliezen. Zoals in 'De Hunnen' de toestand gedurende de hongerwinter is. zo kan volgens Cre mer op ieder moment de toestand worden De toestand van ieder voor zich. Wanneer geallieerde vliegtuigen neerstorten komen de rovers van alle kanten. Van de kreten van de zwaargewonde piloot trekken ze zich niets aan. Ze beginnen hem dadelijk de kleren van het lijf te scheuren en stelen alles uit het toestel wat van hun gading is. Alle mensen lijken zich op het standpunt te stellen dat het leven een oorlog van allen tegen allen is. een strijd waarin niets ongeoorloofd is, een strijd waarin je alle principes aan de kant mag zetten. De titel 'De Hunnen' laat zich op verschillende manier verklaren. Het slaat op het oosterse volk dat eeuwen geleden onder Attila in Europa als de gesel gods werd geschouwd. Het slaat op een groep mensen uit Hongarije die als gastarbeiders werden ingeschakeld in de textielindustrie van Twente. Het slaat ook nog op een wreed slag soldaten uit Hongarije afkomstig die in de tweede wereldoorlog vochten. In elk geval wordt kleine Jan Cremer ook tot de Hunnen gerekend. Gedurende het grootste deel van het boek woont hij alleen met zijn Hongaarse moeder. Dat zij vreemdelingen zijn, 'vromden' zoals ze in Twente met veel achterdocht zeggen, maakt hun positie nog moeilijker. De Jan Cremer uit dit boek ziet Hongarije als zijn vaderland. Van de echte Jan Cremer kennen we ook zijn liefde voor Honga rije een paar jaar geleden verbond hij zijn naam nog aan een literaire reeks 'Hongaars Archief. In 'Oorlog' schetst Cremer zijn afkomst als volgt. Zijn vader was een smid in Enschede. De man noemde zich zelf graag de ontdekkingsreiziger. Hij maakte grote reizen waarover hij artikelen schreef. Zo kwam déze Cremer ook in Hongarije terecht, waar hij de aantrekkelijke Rodina Szomorkay ontmoet. Hij vraagt haar ten huwelijk en zij stemt toe. Ze trouwen in 1939 te Enschede, de huwelijkreis voert hen naar Hongarije, waar tijdens een onweersbui een kind verwekt wordt. Rodina, afkomstig uit de we reldstad Boedapest, heeft grote moeilijkheden om aan het leven in een Nederlandse provinciestad te wennen. De oude Cremer aanbidt zij echter, ook al kan hij. eenmaal getrouwd zijnde, de lust tot reizen niet bedwingen. Hij is een figuur die nimmer tot schipperen bereid is. Aan zijn haat tegen alles wat nationaal-socialistisch is geeft hij de vrije loop. Op 20 april wordt Jan Cremer geboren - zowel in de werkelijkheid als in het boek. Niet zomaar een dag: het is eveneens de dag dat de verjaardag van de Fuhrer wordt gevierd. De oorlog breekt kort nadien uit. In Nederland wordt al spoedig op grote schaal gecollaboreerd, een verschijnsel dat in dit boek zeer wordt gelaakt. De 'ontdekkingsreiziger' wordt als een verdacht persoon beschouwd. In 1942 tuigen mannen van de W A. hem af. Hij herstelt niet meer van zijn verwondingen en overlijdt. De Hongaarse weduwe moet het pu alleen met haar zoontje zien te redden, onder moeilijke omstandigheden. Geld is er niet meer. Niemand biedt steun Aangetrouwde familieleden proberen het kind van haar op te eisen. Later doen officiële instanties pogingen in dezelfde richting. Maar de moeder wil zelf zorgen voor de opvoeding, ze slaagt daar ook in, al wordt Jan wel een bijzonder eigengereid ventje. De moeder tracht het kleine gezin een beetje in Hongaarse stijl te laten leven. Een tocht terug naar Boedapest mislukt evenwel. Tijdens de oorlog worden de contacten met Hongarije steeds beperkter. Als er berichten komen zijn het steeds vaker droeve berichten. Verraden door nationaal-socialistisch gezinde buren worden moeder en zoon ook nog een poosje gevangen gezet. Na vrijlating blijkt hun huis door deze zelfde lieden geplunderd te zijn. Als de bevrijding echter nadert, houden deze buurtgenoten de Nederlandse driekleur weer klaar en wordt de buitenlandse vrouw opnieuw het slachtoffer van hun optreden. Jans moeder wordt in 1943 huishoudster bij een boer op het Twentse platteland. Het past in het mytische karakter van 'De Hunnen' dat deze boer nu precies de weerzinwekkendste, gemeenste en gierig ste man is die zich laat denken. Zo gaat het in dit boek steeds: alle ellende die zich zou kunnen voordoen doet zich ook voor. Het leven op het platteland dat grensgebied is bovendien wordt in schrille kleuren geschilderd. De Duitsers worden steeds lastiger, de bevolking is wantrouwend, de ondergrondse laat zijn macht gelden, verder oefenen de rijke grondeigenaren een ware terreur uit. Daarmee is het verhaal nog lang niet uit. Vandaar dat volgende week in deze rubriek de bespreking van dit inderdaad omvangrijkste boek sinds tijden in Nederland verschenen wordt voortgezet. Weer een boek over de oorlog, verzucht men wellicht voor men in 'De Hunnen' gaat lezen. Ja. weer een boek over de oorlog, maar een waarin alles van een geheel andere kant bezien wordt. Jan Cremer De Hunnen Dne delen in cassette. 1536 pag. f 75,- De Bezige Bij. Amsterdam Jan Wolkers

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1984 | | pagina 20