OVERWEGEN
Consument-EG
Jaarlijks ongeveer
115 botsingen
'INTERVENTIEPRIJZEN
MOETEN FORS OMLAAG'
PZC/<
'wij vinden die kruising
helemaal niet gevaarlijk
ZATERDAG 31 DECEMBER 1983
Door Harry Kuiperi
ijna om de drie dagen is het een keer raak.
Dan knalt, op een van de 3.700
13spoorwegovergangen in dit land, een trein tegen een weggebruiker en vrijwel zonder
uitzondering zijn de gevolgen verschrikkelijk. Geschreeuw en gegil, een ontzettende klap,
rondvliegende brokstukken en gruis, bloedstollende onthutsing bij wie het ziet gebeuren,
stilte. Per jaar gemiddeld 115 „botsingen tussen treinen en weggebruikers op bpenbare
overwegen in reizigerslijnen", zoals het heet in de koele statistieken van NS.
Begin december reed bij Hattem een
trein tegen een auto. waarna zelfs de
trein ontspoorde en in het talud be
landde. De autobestuurder kwam om
het leven, twee inzittenden van de
trein raakten gewond. Ontsporingen
na een botsing op een overweg zijn al
heel zeldzaam.
Maar op die overweg was het in nog
geen twee jaar de tweede keer. In
januari vorig jaar ontspoorde er ook
een trein na een botsing met een auto,
Toen kwam alleen de bestuurder van
de auto om het leven. Slechts de
railing van de IJsselbrug verhinderde
dat de trein omlaag dook in de uiter
waard.
In de omgeving van Zwolle zijn in de
afgelopen weken nogal wat ongeluk
ken op overwegen voorgevallen. Is dat
toeval? „Ja", zegt J. van der Ham van
de afdeling verkeerskruisingen bij NS,
„dat is echt toeval". Lage zonnestand
en mist, factoren die in najaar en
winter nog wel eens willen bijdragen
tot een ongeluk op een overweg, heb
ben in geen van die gevallen een rol
gespeeld. „De overweg bij Hattem is
ook niet een bijzonder gevaarlijke",
zegt Van der Ham. „Eigenlijk springt
geen enkele overweg in Nederland
eruit als een extra gevaarlijke".
Verraderlijk
Maar verraderlijk zijn spoorwegover
gangen stuk voor stuk. Terwijl op de
kruisende verkeersweg auto's, brom
mers, fietsers, af en aan rijden, het
verkeer er constant in beweging is, is
de spoorweg stil. Roerloos liggen de
spoorstaven te blikkeren in de zon.
Een trein is in geen velden of wegen te
bekennen.
In dan opeens is hij er wel. Een stalen
nassa die met scherp geraas voortijlt,
100 tot 300 ton zwaar. 120 tot 140 km
per uur snel. Die geen centimeter
opzij kan en meer dan een kilometer
nodig heeft om tot stilstand te komen.
Het zou de indruk wekken alsof spoor
wegovergangen (zoals de beheerder
van de weg ze noemt) of overwegen
(waar NS van spreken) zonder enige
beveiliging in het landschap liggen.
Van de bijna 2.4P0 overwegen in open
bare wegen zijn er slechts elf zonder
enige aanduiding en bij 500 andere
staan alleen zgn. 'andreaskruisen'.
Alle andere zijn op een of andere
manier beveiligd met hele of halve
bomen, lichten, bellen, zigzag- of kla
phekken, of door een man met rode
vlag of lamp. Daarnaast zijn er 1.350
spoorwegkruisingen met particuliere
wegen - veelal van een boer die aan
weerszijden van de spoorweg land
heeft liggen.
In een wat ruwere verdeling beschou
wen NS ruim 800 overwegen beveiligd
met een automatische knipperlicht
installatie (aki), 700 met automati
sche halve overwegbomen (ahob), en
iets meer dan 100 met hand- of mecha
nisch bediende spoorbomen. Het gaat
hier om openbare overwegen, waarbij
er eind 1982 nog rond 250 onbeveiligd
waren. Deze laatste categorie is in het
vorige decennium sterk verminderd.
Eind 1971 waren er in het Nederlandse
spoorwegnet nog zo'n 640 onbeveilig
de openbare overwegen.
Het moet aan de gelijktijdige stijging
van overwegen met halve bomen
ahobs, 440 in 1971) worden toege
schreven dat het aantal ongelukken
in diezelfde periode '.Tij constant is
gebleven. Het varieert van 97 in 1975
en 102 in 1982, tot 132 in 1971 en 149 in
een gewogen gemiddelde van
115 per jaar. Dit jaar zijn er tot en met
september 80 ongelukken op overwe
gen gebeurd, iets minder dan in de
vier jaren daarvoor.
Toch komen bij die 115 botsingen per
jaar 52 mensen om het leven en vallen
44 gewonden. De cijfers staan in geen
verhouding tot de aantallen doden die
bij vliegtuigongelukken, in de stad of
in de weekeinden op de weg vallen,
maar ze zijn er niet minder triest om.
Want botsingen met treinen zijn vrij
wel zonder uitzondering zo gemakke
lijk te vermijden.
nog achter het stuur moeten kna
pen".
Waar NS'ers. en dan vooral de machi
nisten zich de meeste zorg om maken
zijn de mensen die de waarschuwin
gen van knipperlichten, rinkelbellen
en neergedaalde halve bomen nege
ren om als vermetele Italianen net
voor de trein langs de overkant te
halen. Hun angst dat het bij elke
volgende overweg kan gebeuren, en
de schrik wanneer zij het zien brengt
dagelijks talrifke machinisten in grote
vertwijfeling want soms haalt de
vermetele of achteloze passant de
overkant net niet. En dan is het voor
de machinist maar afwachten wat er
van hem overblijft.
De chauffeur van een vrachtwagen
met grint die in 1949 bij Meppel wel
naar links keek en in de verte een
stoomtrein zag naderen maar niet
naar rechts, zag niet de dieseltrein die
in volle vaart in aantocht was. Bij de
botsing die volgde werd een van de
twee machinisten beide benen afge
rukt. Enkele dagen later overleed hij.
„Dat snééd me door mijn ziel",i-
verklaarde de toenmalige NS-presi-
dent Den Hollander veel later, op
grond waarvan hij besloot dat bij
meuwe treinen de machinist „achter
uit en een stukje omhoog" moest.
De eerstvolgende treinen die NS lie
ten bouwen waren de 'hondekoppen',
de tegenwoordige intercity-treinstel
len. Maar bij de blauwe engelen die
rood zijn zit de machinist nog altijd
vlak achter de dunne wand die hem
scheidt van de vrachtwagen waar hij
op knalt.
NS houden er rekening mee dat weg
gebruikers er niet van houden lang
voor een overweg te wachten waarop
„pas in de verte" een trein nadert
Uitgaande van de snelheid van de
trein, beginnen 25 seconden voordat
de trein de overweg passeert de rode
lichten te knipperen en gaat de bel
rinkelen. Vijf seconden later gaan de
bomen omlaag. Dat duurt twaalf se
conden. Als de bomen helemaal ge
strekt zijn, duurt het nog maar acht
seconden voordat de kop van de trein
de overweg passeert en toch is het
voor sommigen te lang.
Geen schade
„NS lijden er geen schade aan", ver
klaart Van der Ham op de vraag wat
al die botsingen NS per jaar wel
kosten. De enige die schade lijdt is de
passagier. Hij komt later op zijn
bestemming aan. Maar wij verhalen
alle kosten op de weggebruiker de
huur van autobussen, het herstel van
de baan, de reparatiekosten v,an de
trein, verplegingskosten, alles".
Want op hoofdspoorwegen en lokaal
spoorwegen heeft de trein altijd voor
rang op alle andere verkeer. Wie bij
een overweg niet uitkijkt, de rode
lichten passeert of de halve bomen
omzijlt zit voor de rechter altijd fout
als hij de rechtbank haalt NS
hebben nog twee soorten spoorwegen
tramwegen en raccordementen Op
die twee gelden dezelfde voorrangsre-
gels als bij trams waarbij elke
fietser, autorijder en handkarduwer
mag bedenken dat trams verdomd
hard botsen en treinen nog harder.
Dat laatste ondervond een Haagse
tram, in juli '82, die van rechts werd
aangereden door een goederentrein
die als vracht een nieuwe tram ver
voerde. Die op de trein kwam kersvers
van de tabriek in Belgie. Alleen de
aangereden tram werd fors bescha
digd Van der Ham „Na de botsing
werd de ene tram afgeladen en de
aangereden tram werd opgeladen. Hij
kon zo terug naar de fabriek om te
worden gerepareerd"
De 52 Nederlanders die volgend jaar
op overwegen de dood zullen vinden
en de 44 die er ernstig gewond raken
hoeven intussen met te rekenen op
grote inspanning van gemeentebestu
ren en Tweede-Kamerleden, in pogin
gen het aantal ongelukken op overwe
gen te verminderen. Tweede-Kamer
leden van allé fracties hebben bij het
debat over de begroting van verkeer
en waterstaat uiterst misprijzend
staatssecretaris Scherpenhuizen ge
kraakt voor zijn nalatigheid de Ka
mer een inmiddels wel uitgebracht
nationaal plan voor de verkeersveilig
heid te presenteren. Maar zelf laten zij
ook zaken liggen.
Een overwegen-kwestie die in 1981 in
de Tweede Kamer is aangekaart, is
sindsdien onbesproken gebleven. Ook
nadat de vaste Tweede-kamercom
missie van verkeer en waterstaat me
dio november 1982. tijdens een werk
bezoek aan NS. nog eens afzonderlijk
op de overwegen-problematiek werd
gewezen en in een speciaal vervaar
digde brochure „Allerlei bottlenecks"
genaamd, de gegevens mee naar huis
kreeg.
Zichtveld
In het voorschrift uit 1875 dat op
overwegen vrij zicht moet zijn van 20
bij 500 nieter zou een wijziging aan
gebracht moeten worden, die erop
neerkomt dat het zichtveld wordt
verkleind tot 11 bij 500 meter. De
verkleining is een aanpassing aan de
realiteit automatische knipper
lichten bestonden in 187,5 nog niet.
En voorzover er geen beveiliging is, is
aanpassing evenzeer nodig Want in
dat vrije gebied mag wel worden
gezaaid Eén euvel is dat autorijders
tegenwoordig veel lager boven de weg
zitten dan de koetsiers in 187T Het
tweede euvel is dat nogal wat grond
bezitters tegenwoordig ma is verbou
wen en dat groeit een stuk hoger
dan groente.
In 1981 heeft de Tweede Kamer zich
over dit merkwaardig lijkende aspect
gebogen en heeft vervolgens de toen
malige minister (Tuijnman) een reeks
vragen gesteld Van der Ham: „Op 15
juli '81 heeft verkeer en waterstaat
ons gevraagd hoe die zaken in elkaar
zaten. Dat gaf nogal wat graafwerk in
de historie en pas in april en juli 1982
heb ik antwoord gegeven. Maar sinds
dien heb ik er mets meer van gehoord.
„Blijkbaar heeft verkeer en water
staat de kamerleden nog altijd geen
antwoord gegeven" en hebben de
kamerleden er niet om gevraagd.
Bij gemeentebesturen is het weinig
anders. Overwegen worden vervangen
door vrije kruisingen zoals tunnels en
bruggen, maar uitsluitend omdat er
op spoor- en rijweg te veel verkeer is,
als vervanging van veelvuldig onge
mak te moeten wachten voor gesloten
spoorbomen. Ongelukken op overwe
gen, zelfs veelvuldige ongelukken, zijn
nimmer aanleiding geweest om een
overweg te vervangen door een vrije
kruising.
Een van de voorbeelden daarvan is
Amsterdam-Sloterdijk. waar op een
zaterdagmiddag in 1956 een vracht
wagen door een trein naar Haarlem
werd gegrepen. De massa verwrin
gend staal verpletterde compleet het
wachthuis naast de overweg. Er vielen
twee doden. Maar nu, 27 jaar later, is
op Sloterdijk nog bijna dezelfde krui
sing als toen. Halve overwegbomen in
plaats van hele: een vrije kruising is
inmiddels overbodig geworden.
Van der Ham: „In de afgelopen
twaalf jaar zijn op geen enkele over
weg in Nederland meer dan acht
ernstige ongelukken gebeurd. Die
ene. met acht, is de kruising in Bilt-
hoven. Maar teen ik er met het ge
meentebestuur van Bilthoven een
keer over sprak, zeiden zij: „Wij
vinden die kruising helemaal niet
gevaarlijk".
Ruim zicht
Al sinds de Spoorwegwet van 1875
geldt dat op een kruising van een
openbare weg met een spoorweg zeer
ruim zicht op de spoorweg moet zijn,
zodat de weggebruiker als het niet
mist altijd kan zien of er een trein
aankomt. Op 20 meter vanuit het hart
van de kruising moet de weggebrui
ker links en rechts een zicht van 500
meter op de spoorbaan hebben.
Theoretisch is er dan eigenlijk niets
meer aan de hand. Wie incidenteel een
overweg passeert, kijkt meestal wel
uit voor hij oversteekt. Meestal, maar
met altijd. Uit reconstructie van het
ongeluk bij Hattem bleek dat de
87-jarige autobestuurder een „stil
staande" auto passeerde en vervol
gens via het open gedeelte van de half
afgesloten overweg de spoorbaan op
reed. Van der Ham: „Ik begrijp niet
dat mensen die 87 jaar oud worden
(Door José Smilsi
Achter het bureau onder de zolderbalken van een oud,
maar sjiek Haags pand zit een lankmoedig en gedul
dig man, de heer Hilkens, vertegenwoordiger van de
Nederlandse consument in de EG-wereld. Bijna op de toon
van vader die zijn kinderen over de bol aait en zegt: „Ik
had het je toch gezegd", verwijt hij de EG-leiding dat ze de
huidige problemen al jaren geleden hadden kunnen
voorzien.
„Wij hebben ze als consumentenor- ment wordt beschermd tegen hoge
ganisaties, tien. vijftien jaar geleden prijzen door schaarste en de boer
in ieder geval al gewaarschuwd.
Toen was er nog financiéle ruimte
om er ook wat aan te doen. Nu het staat trouwens buiten kijf dat zo'n
zo ver is dat er geen geld is. ontkom beleid alleen maar kan slagen in
je niet aan de noodzaak de land- Europees verband. Het baart hem
bouwproblemen aan te pakken" De zorgen dat het overleg tussen de
sociale gevolgen voor de individuele landen over de noodzakelijke bezui-
boeren zijn volgens Hilkens emsti- nigmgen op het landbouwbeleid in
ger dan wanneer de EG eerder naar de EG zo moeizaam gaat. „Het
consumentenorganisaties had overleg in Europees verband is ver- Interventieprijs
koopt de melk op tegen de hoge
richtprijs en verkoopt ze met be
hulp van exportsubsidies (met ver
lies dus» buiten de EG
Hilkens acht dat prijzensysteem in
essentie aanvaardbaar. „Het pro
bleem is alleen dat de richtprijs
langzamerhand van een schatting
van de werkelijke vrije marktprijs
is verworden tot een politiek be
paalde prijs. Onder druk van enke
le lidstaten is die prijs elk jaar
verhoogd, soms met tien, vijftien
procent tegelijk."
De minimumgarantieprijs voor de
boeren steeg gelijk mee Hilkens
„Een veehouder kon jarenlang ver
zekerd zijn van steeds stijgende
melkprijzen Wat is makkelijker
dan in die zekerheid van stijgende
prijzen te investeren in grotere pro-
duktiebedrijven."
worden tot een louter financiële
Hilkens is directeur van de Consu- rekensom. Het enige wat de lidsta
ten bezighoudt is wat brengen we
in en wat halen we er voor onszelf
niet meer dan een klem bureautje weer uit. De vraag zou veel meer
(twee staffunctionarissen en twee moeten zijn. ben je politiek bereid
secretariaatsmedewerkers) dat, be- een grote gemeenschappelijke
taald door de Nederlandse Consu- markt te vormen. Als we er niet in
inenten Bond en Konsumenten slagen Europa verder voort te blij-
Kontakt. hun belangen in Europees ven stuwen, dan vrees ik dat men
terugvalt op nationalistische belan
gen en dan zal protectionisme in de
verband moet behartigen.
Die opdracht op een effectieve ma
nier uitvoeren, valt niet mee vol- handel hoogtij
gens Hilkens. Gebrek aan man
kracht maakt het gevecht tegen het
logge bureaucratische lichaam in
Brussel en Straatsburg bijna hope- In essentie blijkt Hilkens ook wel
loos. Bovendien is de invloed van de voorstander van het zuivelbeleid,
Prijzenbeleid
gewone consument slechts gewaar
borgd in een vrij machteloze advies
raad aan de Europese Commissie
(het dagelijks bestuur) en een verte
genwoordiging in de Europese ver
sie van de Nederlandse Sociaal Eco
nomische Raad.
Hilkens zegt dat er de laatste tijd
ook al kost dat de gemeenschap
miljarden guldens. Het prijzenbe
leid van de EG is gebaseerd op twee
begrippen, de richtprijs en de inter
ventieprijs. De richtprijs is een fic
tief bedrag, een schatting van de
vrije marktprijs. Op basis van die
fictieve marktprijs wordt een ho
meer besef is bij de tOD van de EG demprijs vastgesteld, de intervi
dat de consument een eigen belang tiepnjs. Die interventieprijs ligt
kan hebben bij het totale beleid.
Niettemin zal hij tijdens het ge
sprek een enkele maal duidelijk
maken dat zijns inziens in Brussel
nolxaltijd beter geluisterd wordt
naar en meer rekening wordt gehou
den met de belangen van de handel
en grote kapitalistische boerenlob-
by
Zuivellobby
Het is die machtige zuivellobby.
niet in het minst vanuit Nederland
die met het belang van de boer voor
ogen. altijd heeft geijverd voor de
afgeschermde hoge produktie af
geschermd tegen de concurrentie
op de vrije wereldmarkt en dus
ook heeft gezorgd voor een redelijk
hoog prijspeil voor zuivelprodukten
dat uiteindelijk aan de consument
is doorberekend. Immers, in een
volledig vrije markt zouden de enor
me zuiveloverschotten van nu al
lang hebben geleid tot een forse
prijsval van bijvoorbeeld echte bo
ter.
Hilkens is echter de laatste die zal
pleiten voor zo'n vrije marktpoli-
tiek. „Landbouw wordt door de
natuur bepaald. Er kunnen over
schotten zijn en schaarste. In tijden
van schaarste zal de prijs enorm
stijgen zoals hijvoorbeeld enkele
jaren geleden met de aardappels
gebeurde. In tijden van overschot
ten zakt de prijs voor de boer".
Hilkens ziet het liefst een gezamen
lijk prijsbeleid waarin de consu-
steeds ongeveer 8 procent onder de
geschatte marktprijs
Een boer die zijn melk niet tegen de
normale prijs kwijt kan op de over
voerde markt, kan als de prijs zakt
tot onder de interventieprijs zijn
melk aan de EG aanbieden. De EG
verkoopt die overschotten vervol
gens buiten EG-landen. De prijs op
de wereldmarkt is veel lager dan
binnen de EG is vastgesteld. De EG
De heer Hilkens, vertegenwoordi
ger van de consument in EG
Wat op korte termijn moet gebeu
ren om weer een redelijk evenwicht
tussen vraag en aanbod te krijgen,
.is volgens de consumentenorgani
saties het drastisch omlaag brengen
van de interventieprijzen die de
boer van de EG krijgt.
„Daar kunnen we niet aan ontko
men Die pnjs moet vijftien tot
twintig procent omlaag in vier tot
vijf jaar tijd" Hilkens erkent dat
dat een grote financiële klap bete
kent voor de Nederlandse veehou
ders „Als wij dit zeggen, verwijt
men ons asociaal te zijn. Ik ben het
met dat verwijt niet eens. Wij zeg
gen dat in zo'n proces de kleinere
boeren beschermd moeten worden.
Het zijn altijd de grote bedrijven
geweest die het meest hebben ge
profileerd van de EG-subsidies en
prijzen. Die grote bedrijven moeten
nu ook maar het meest inleveren"
Hilkens wijst erop dat binnen de
EG nu al een speciale steunregeling
bestaat voor boeren die in extreme
omstandigheden werken. ..Die rege
ling heet populair de bergboerenre-
geling Die kun je uitbreiden en
algemeen toepasbaar verklaren
voor zwakke, kleinere bedrijven".
Op lange termijn ziet Hilkens het
liefst een prijsbeleid dat een pro
duktie op redelijk niveau voor rede
lijke prijzen garandeert „Zo'n sys
teem moet de consument bescher
men voor al te hoge prijzen en de
boer voor te lage prijzen"
K waliteit
Heeft Hilkens ook een uitwerking
voor die gedachte? Jawel
Ik denk voor de lange termijn aan
een systeem zoals dat nu bij groente
wordt toegepast. Bij de veiling van
groente wordt een heffing op alle
produkten gelegd. Als er overschot
ten zijn. draaien die door. De kwe
ker krijgt een vergoeding uit het
fonds van de veiling, betaald uit de
heffingen. De kweker zal, als hij
vaak doordraait, wel op wat anders
overstappen, want de vergoeding
ligt onder zijn kostprijs. Het voor
deel van zo'n heffingsysteem is dat
de landbouw financieel helemaal
zijn eigen boontjes dopt".
Het nadeel voor de consument kan
zijn dat de prijs voor zijn pakje
boter en liter melk dankzij die
heffing toch weer hoger uitkomt.
„De prijs" bezweert Hilkens, „is
voor de consument niet het enige
belang. Redelijke aanvoer en een
goede kwaliteit zijn net zo belang
rijk. Aan die kwaliteit schort het
nu nogal eens".
Piel Blokland, voorzitter van de Christelijke Boeren- en
vaststelling van de landbouwprijzen
Jarenlang eindigde het rituele geruzie en gebekvecht
J tussen Europolitici over de landbouw, de vangst
quota in de visserij en de financiële bijdragen van elke
lidstaat uiteindelijk in een akkoord Dwarsliggers
konden afgekocht worden.
Nu het geld op is. de EG zelf steeds meer kost. de
boterberg blijft groeien en de melkplas uitdijt, nu ook
de weerzin bij burgers tegen de individuele spil- en
geldzucht van sommige Europarlementariërs toe
neemt. nu is dat traditionele 'eind goed al goed' lang
niet zeker meer.
Het topoverleg lussen de regeringsleiders in Athene
onlangs is mislukt. Als gevolg daarvan worden belang
rijke beslissingen noodgedwongen uitgesteld, Er had
bijvoorbeeld bezuinigd moeten worden op het land
bouwbeleid. maar maatregelen om dat uit te werken.
Tuinders Bond West-Nederland, wacht met spanning op
zijn niet aanvaard. De financiële bijdrage van elke
lidstaat aan het geheel is nu onzeker.
Wat de problemen gecompliceerder maakt, was eervol
gens het besluit van het Europarlement de begroting
voor 1984 met vijf miljard gulden te korten. Op die
manier dwingt het parlement de EG toch te bezuinigen,
ook al kon over de manier waarop in Athene geen
overeenstemming worden bereikt De Europese Com
missie, het 'dagelijks bestuur' van de EG, besloot
vervolgens voorlopig alle EG-betalingen in de land
bouw uil te stellen. Een landbouwer kan zijn overschot
ten wel verkopen aan de EG tegen garantieprijzen
maar hij zal nu minstens vijf tot zes maanden moeten
wachten op zijn geld. In die tijd hoopt de Commissie
met meer definitieve oplossingen te komen.