NEDERLANDSE EXPORT
Bolkestein: groei is
groter dan vernacht
MS MI HOT
QOtMAKEN.
Kritische weerbaarheid binnen de kerk
Schuld en boete
VRIJDAG 23 DECEMBER 1983
ADVERTENTIEI
iDoor Marien van den Bos)
T\e Nederlandse export groeit blijkens de vervolgnota Exportbeleid dit jaar niet vier, zoals
■^eerder de verwachting was, maar vijf procent. Opvallend is volgens staatssecretaris Frits
Bolkestein van exportbevordering vooral de groei in de sector chemische produkten die
samenhangt met de aantrekkende conjunctuur bij onze klanten. Ook de groeiende import ziet
mr. Bolkestein trouwens als een verheugend teken. Die duidt op nieuwe bedrijvigheid in de
particuliere sector in Nederland.
Die nieuwe cijfers, „dat is toch niet staatssecretaris die zich in het buiten- echter al over een herstel van de
gering", roept Bolkestein uit. „En dat land minister mag noemen. koopkracht als belangrijkste eis wan-
vindt toch een belangrijke oorzaak in - Het succes van de Nederlandse neer eind volgend jaar het sociaal
het in de hand houden van de arbeids- export is vooral te danken aan de contract afloopt. Dan kan het export-
kosten. En de kapitaalkosten natuur- loonmatiging in de bedrijven, zo zegt succes wel eens kortstondig blijken te
lijk", aldus de enige Nederlandse u in uw nota. Vakbondsleiders praten zijn.
„Loonmatiging is Inderdaad buiten
gewoon belangrijk voor de Nederland
se uitvoer. Ik weet ook wel dat loon
matiging binnenlands politiek ge
sproken enorme consequenties heeft,
luistert u maai- naar Albert Hein en
meneer Dreesmann, Maar vanuit mijn
gezichtspunt beschouwd, vanuit de
exportpolitiek, is loonmatiging uiter
mate belangrijk. Uit dat oogpunt zeg
ik ook tegen meneer Visser (voorzitter
Industriebond FNV - red.):, laten we
nog een tijdje doorgaan, we moeten
onze concurrentiepositie terugwin-
„Ik heb deze passage vooral in de nota
opgenomen vanwege de discussie dat
loonmatiging toch niet zou helpen
omdat daarmee de waarde van de
gulden stijgt en je zodoende je eigen
loonmatiging weer ondermijnt. Daar
van heb ik het tegendeel proberen aan
te tonen".
- De grootste aandacht wordt in de
exportnota gevraagd voor de eigen
Europese markt. Het aandeel dat we
hebben behouden en zo mogelijk aan
vullen met exporten naar gebieden
waar we slecht vertegenwoordigd
zijn. Maar wat zijn de laatste ontwik
kelingen. in Frankrijk bijvoorbeeld,
met handelsbeschermende. protectio
nistische maatregelen9
„Het is duidelijk dat er gevaar dreigt,
eveneens is duidelijk dat die eenwor
ding van de Europese markt verre van
ideaal is. Het is ook duidelijk dat her
en der protectionistische maatregelen
Vanwege het ongerief tijdens
de akties bij NS, lieten wij twee
weken geleden weten dat we iets
wilden goedmaken.
Maar het kan zijn dat het u
even ontschoten is hoe wij dat
dachten te doen Vandaar dit ge
heugensteuntje.
Op woensdag 28 en donder
dag 29 december krijgt u liefst
50% korting op enkele reizen en
40% op dagretours. Dus een uit
stekende gelegenheid om een
flinke treinreis te maken.
Want des te meer profiteert
u ervan. Ook de verschillende
abonnementkopers herinneren
we nog even aan de tijdelijke
gratis verlenging van hun abon
nement.
Mocht u het allemaal nog
eens precies willen nalezen,
neem dan bij een NS-loket de
speciale folder mee.
Veel reisplezier, ook in 1984.
Profiteer komende woensdag
en donderdag van voordelige
enkeltjes en retourtjes.
de kop op steken... Wij moeten ons
daar met man en macht tegen verzet
ten, ook oppassen dat we niet het
slechte voorbeeld geven, dus dat onze
eigen lei schoon blijft"
„Maar. het is binnen Europa veel
minder dramatisch dan men op het
eerste oog. althans wat mij betreft,
zou zeggen. Er is nog steeds een grote
mate van vrijhandel, al zijn we nog
slechts halverwege. Neem bijvoor
beeld het feit dat één en dezelfde auto
in het Verenigd Koninkrijk het dub
bele kost van wat hij in België kost.
Het is absoluut noodzakelijk dat we
een homogene thuismarkt hebben,
met 300 miljoen consumenten of
daaromtrent, omdat alleen dan de
Europese producenten in staat zijn
die hele markt te bevoorraden vanuit
één punt, zodat de schaalvoordelen
kunnen worden bereikt die nodig zijn
om het hoofd te kunnen bieden aan
de Japanse en Amerikaanse concur
renten".
Initiatief in KS
- Vanwaar die enorme nadruk op -
naast het behouden van de Europese
markten - terrein winnen op de Ame
rikaanse markt. Terwijl Europa an
derzijds blijft hameren op het omlaag
brengen van de rente en de koers van
de dollar in de VS. hetgeen de export
toch niet ten goede komt
„Daar zit ook iets onwerkelijks, iets
onwaarachtigs in in de kritiek die we
soms hebben op de Amerikanen. Het
is buiten kijf dat de Amerikaanse
rente onze rente opdrijft, met alle
negatieve gevolgen voor de investe-
rlngslu'st in Nederland. Maar dat is
één effect",
„Een tweede is: die hoge rente is een
van de oorzaken van de hoge dollar.
Die hoge dollar veroorzaakt een
enorm tekort op de Amerikaanse lo
pende rekening, goederenbalans, een
aanzuigende werking op de export
van de rest van de wereld, waaronder
die van Nederland".
„De Nederlandse export naar Ameri
ka is veertig procent meer in de eerste
maanden van dit jaar dan in de zelfde
Staatssecretaris Bolkestein
periode van het vorige jaar. En dat
grote tekort op de Amerikaanse goe
derenbalans is een even zo grote im
puls voor de economische ontwikke
ling van de rest van de wereld. Dus we
moeten de Amerikanen er verschrik
kelijk dankbaar voor zijn. En ik denk,
en dat is mijn eigen idee. dat die
dollar nog wel een tijdje sterk blijft.
Hoe sterk is sterk - dat weet ik niet.
Maar wij willen altijd alles!"
- Maar wat wilt u?
„Nou, ik zou niet graag voor de taak
staan om dat uit te rekenen wat voor
ons gunstiger is. een hoge of een lage
dollarkoers. Dat kunnen misschien de
mensen van het Centraal Plan Bu
reau. Ik ben niet in staat om de
negatieve en de positieve effecten
tegen elkaar af te zetten..."
- Zou het niet beter zijn in de export
bevordering de nadruk te leggen op
de uitvoer naar de nieuwe industrie
landen, in plaats van de VS?
„Tja, de nieuwe industrielanden,
maar wat zijn dat. Japan, maai' dat
heeft een heel eigen problematiek.
Verder is dat Zuid-Korea (we exporte
ren voor 30 miljoen), dat is Hongkong
(535 miljoen), Singapore (2 miljard),
Taiwan (55 miljoen). En verder wat
'halve' nieuwe industrielanden als
Maleisië en Thailand".
„Dus als ik rond kijk, dan zie ik wel
hier en daar belangrijke landen: Golf
staten die veel geld hebben. Koeweit,
de Emiraten, Irak - nu in moeilijkhe
den door de oorlog - maar met veel
landbouwpotentieel en veel olie, Co
lombia dat in Latijns-Amerika econo
misch er nog relatief goed voorstaat
en m de. toekomst natuurlijk weer
Brazilië, Mexico. Ik wil daar niet
laatdunkend over doen, maar het is
niet te vergelijken met de Noordame-
rikaanse markt".
„Bovendien moeten we onderscheid
maken tussen het feit of er in een land
een snel groeiende economie is of dat
er sprake is van een snel groeiende
Nederlandse export. Als u zegt. de
Thaise economie groeit met 8 procent
en die van Duitsland met 2 procent,
dus waarom kijken we niet naar Thai
land, dan zeg ik: Duitsland heeft een
veel groter aantal inwoners en in de
tweede plaats betekent de grotere
groei van de Thaise economie niet dat
onze export meer hoeft te groeien dan
die naar Duitsland".
„We kunnen onze export naar Duits
land met een procent vergroten, dan
hebben wij 550 miljoen gulden ex
port erbij. Dat kan volgend jaar
gebeuren. Dan hebben we er meer
export' bij dan onze totale uitvoer
naar Canada. Twee Taiwans hebben
we er dan bij".
Taiwan
- Nu we het over China hebben, hoe
beoordeelt u de exportmogelijkheden
naar de Volksrepubliek.
Bolkestein: „Ik ben altijd sceptisch
geweest over die gouden bergen in
China. Ik heb daar ook wel artikelen
over geschreven, in januari 1979 ge
loof ik. het hoogtepunt van de eerste
'China-boom' en daar zijn we toch in
teleurgesteld. De Japanners hebben
er hun vingers aan gebrand. Ik ben er
sceptisch over: als iedere Chinees elke
maand een zeepje kocht was Unilever
'boven jan'. Die verhalen kloppen
natuurlijk niet".
„China is zeer in zichzelf gekeerd, zeer
autarkisch, ze gaan zo door op die weg
en willen alleen maar kopen wat ze
zelf nodig hebben, technologie enz. Ik
zie geen grote doorbraak. Dat neemt
niet weg dat we daar voor de land
bouw, op agro-industrieel terrein en
op het gebied van de waterhuishou
ding erg veel kunnen doen".
- Kunt u enige afweging maken, Chi-
na-Taiwan.
„Nee".
/edereen heeft het, bij nadere be
schouwing, altijd al geweten. Ie
dereen weet altijd wel een moment
aan te duiden waarop zij - of hij
openlijk twijfels heeft geuit over de
pijlerdam in de monding van de
Oosterschelde. En de meesten krij
gen. met terugwerkende kracht,
hun gelijk thuisbezorgd via de Alge
mene Rekenkamer,
ledereen kan er. om het eigen gewe
ten te sussen, z'n voordeel mee
doen. De voorstanders van een
dichte Oosterschelde, die destijds
het getij tegen hadden, zowel als de
voorstanders van een geheel open
Oosterschelde, die slechts de al be
staande dijken 'rondom' wilden ver
hogen.
En vreemd genoeg geldt dit ook
voor de aanhangers van het, pijler-
dam-compromis. De Rekenkamer
heeft immers niet aangetoond dal
het project financieel uit de hand
loopt -al wordt die suggestie ge
wekt- noch dat het technisch niet
uitvoerbaar is. Er is enkel en alleen
-hoewel dat op zich al erg genoeg is-
bewezen dat parlement en kabinet
zichzelf in'76 voor de gek hebben
gehouden, en dat, in dezelfde geest,
de Kamer vervolgens niet volledig
is ingelicht over de juiste gang van
zaken op financieel gebied.
De Rekenkamer stelt dat, als de
Tweede Kamer niet de ogen geslo
ten had voor de loetenschap dat het
project bij aanvang al duurder zou
uitpakken dan de Tweede Kamer
zélf als maximum had aangegeven,
de Oosterschelde met een beroep op
de zogenaamde 'ontbindende voor
waardenalsnog zijn afgesloten met
een gewone dam. Dat is echter een
misvatting.
Zelfs indien men gewoon gezien had
wat lussen de regels verstopt was
en had vastgesteld dat de ontbin
dende voorwaarde qua geld zou zijn
overschreden, dan nog was dat ex
tra geld er ook wel gekomen. Want
ivat in '74 gold -de angst voor een
kabinetscrisis- gold ook tivee jaar
later nog. En sterker, in de loop der
tijd was Rijkswaterstaat enthou
siast geworden voor dit grensver
leggende project, en dat is ook een
factor die meegeteld mag worden.
Ongetwijfeld, een parlementair de
bat was uiterst moeizaam verlopen
indien er méér geld op tafel zou zijn
gekomen. Heeft men in die weten
schap de zaak dus maar gelaten
voor wat hij was?
Tpr is vanaf het moment dat de
JI4 conclusies van de Rekenkamer
bekend werden een storm van heili
ge verontwaardiging ontstaan. Dat
lijkt veel te beloven voor een Ka
merdebat in de loop van '84 met het
Rekenkamerrapport als ageni
punt. Maar zal dat ook zo u;
ken?
Het probleem is dat het beleid'j
de achtereenvolgende minisii
van verkeer en waterstaat Were
terp en Tuijnman nu er teruggéü
wordt niet door de beugel blijkt 1
kunnen. Maar wat moet je c:
mee? Ze zijn al weg, dus tot aflreci
kunnen ze niet worden gedwona
En mevrouw Smit-Kroes wéet-j
tuurlijk van niets.
Bovendien, wat moet de Kamerri ft
de periode-Westerterp? Het m:
zijn minst hypocriet zijn wanmn
nu met enig parlementair geni
wordt teruggekeken. Western 1
heeft weliswaar met de cijfers
goocheld, maar de Tweede Kan
applaudiseerde gul toen het kon
uit de hoge hoed werd getow
hoewel men gezien had hoe ftp 11
er even te voren had ingefromè R
Tijdens het bewind-Tuijnman v. fl
de Kamer iets minder te verwijt'. B
hoewel men ook toen niet voldm
heeft opgelet. Deze week eet
werd al duidelijk dat de verschüt
de fracties Tuijnman niet te re
zullen vallen. Dat heeft te mah
met de psychologie van de ex-ma
ter. Algemeen wordt erkend da:
een uiterst zwakke bewindso
was, maar meteen wordt daan 11
toegevoegd dat hij toch zo buiten) II
woon aardig is en de materie arm
doende heeft beheerst. Vrij dg p,
meen is men er van overtuigd i jj
Tuijnman geen kwade genius
geweest die stelselmatig informi
heeft achtergehouden, maar eerce t,
een man die niet al te veel n
slecht nieuws wenste te wordtn) 1
confronteerd en zich verstopte cê a
ter het idee dat het later allm
weer goed zou komen.
Er is wel sprake van schuld, n
of er veel aan boetedoening 1
worden gedaan?
~D?st de vraag of de Kamer:
Lvdoende géequipeerd is oit
regering te controleren. In vnji) j
mene termen gesteld is dai
woord eenvoudig: neen. Eda
moetje de gang van zaken rond i
Oosterscheldeproject aangrim 15
als het beivijs voor die stellingB
gaat wat moeilijk als cok is vast} :i
steld datje eigen gedrag allerrn
brandschoon is. jj
Daarmee zijn de grenzen gm jj,
De Rekenkamer zal bedankt it
den voor het zeer gedegen werk 6
is verricht, er zullen enige ka
harde woorden vallen, en men i
uiteindelijk overgaan tot de ei ;iJ
van de dag. q
En de Rekenkamer ruim voldoet R
werk overhouden.
Begin november van dit jaar heeft een groep van
ongeveer veertig vooraanstaande katholieken
met een rapport, genaamd 'Getuigen van dc Geest
die in ons leeft', geprobeerd de aandacht van al
diegenen te trekken die zich op een of andere
manier (nog) met de katholieke kerk verbonden
voelen. De groep wordt aangeduid met de naam
Mariënburggroep en wordt ook wel als een groep
van verontruste katholieken betiteld.
Beide begrippen vragen om wat uitleg. De naam
Marienburg heeft te maken met het klooster Mariën-
burg in Den Bosch, waar deze groep sinds 1981
regelmatig vergaderde. Aanvankelijk ging het om
twee verschillende groeperingen: enerzijds een groep
van dekens uit de verschillende bisdommen, ander
zijds een groep uit de katholieke intelligentia rond
prof dr Goddijn, godsdienstsocioloog aan de theolo
gische faculteit in Tilburg In een later stadium zijn
deze twee groepen gaan samenwerken onder de
naam Mariënburggroep.
Ook de benaming 'verontruste katholieken' moet
goed verstaan worden. Het woord 'verontrust' is een
wat besmet begrip geworden. Men denkt daarbij al
heel gemakkelijk aan wat behoudende groeperingen,
bijvoorbeeld in het CDA of in de kerk. De leden van
de Mariënburggroep zullen zichzelf waarschijnlijk
liever willen betitelen als mensen, die zich erg
betrokken voelen bij de Nederlandse katholieke
kerk, echter onvrede hebben met de situatie, waarin
deze kerk terecht is gekomen en nu. als zoveelstepo'
ging misschien, wat suggesties willen doen om een
einde te maken aan de onvruchtbare polarisatie
binnen deze kerk en willen proberen het vastgelopen
beleid van de bisschoppen weer op een ander spoor
te zetten, Als er sprake is van oppositie, dan gaat het
in ieder geval om loyale oppositie.
men eerder de indruk dat het hier gaat om een
analyse van de huidige verhoudingen en spannin
gen binnen de kerk. Op een heldere en rustige
manier worden in vier hoofdstukjes de belangrijk
ste verschijnselen opgesomd. In de eerste plaats
wordt gewezen op de overheersende rol, die Rome
in de Nederlandse kerk speelt.
Terwijl het Tweede Vaticaans concilie juist de deur
opende naar dialoog en gezamenlijke verantwoorde
lijkheid, hetgeen met name in de Nederlandse kerk
gerealiseerd werd door de oprichting van het Pasto
raal Concilie van de Nederlandse kerkprovincie en
andere overlegorganen, waardoor op verschillende
niveaus een structuur tot stand kwam, waarinnen
deze dialoog ook werkelijk kon plaatsvinden, moet
nu worden vastgesteld dat deze constructie in feite
door het beleid van Rome, vooral door het benoemin
genbeleid van de bisschoppen, is gedesavoueerd,
hetgeen veel goedwillende mensen flink heeft gefru
streerd.
Toch valt in dit rapport geen enkel geluid te
beluisteren dat zou willen pleiten voor een los-van-
Rome-beweging. Men erkent graag de speciale posi
tie die de kerk van Rome binnen de wereldkerk
bekleedt. Dit betekent echter niet dat er geen ruimte
zou zijn voor de eigen identiteit van de plaatselijke
kerk. Om dat mogelijk te maken, moet die plaatselij
ke kerk echter over het nodige initiatief en de eigen
vormgeving kunnen beschikken. Dat vraagt van
Rome uiteraard ook wat vertrouwen in de plaatselij
ke kerk en juist op dat punt is er momenteel
duidelijk sprake van een vertrouwenscrisis.
Het getuigt niet van overredingskracht, wanneer een
bestuurder zich voortdurend op zijn gezag meent te
moeten beroepen. Dat heeft dan weer tot gevolg dat
bepaalde dingen niet meer bespreekbaar zijn, zoals
het verbod om na een echtscheiding opnieuw in de
kerk te trouwen, het weren van vrouwen uit de
kerkelijke ambten, een veranderde oovatting over
sexualiteit, waardoor ook andere relatievormen om
kerkelijke erkenning vragen, de plaats van de homo
fielen binnen de kerk, de gezinsplanning etcetera.
Het is niet langer aanvaardbaar dat de kerkelijke
leiding zich hiervan afmaakt met een beroep op het
geloof. De bisschoppen eisen daarmee het monopolie
van het geloof voor zichzelf op en dat wordt door
mondige gelovigen, die ervan overtuigd zijn dat
Gods Geest in héél de kerk werkzaam is. niet langer
aanvaard- Want, zo kun je vragen, hoe weten die
kerkelijke leiders dat allemaal zo precies? Het doet
stemmen uit de kerken
Gezagsargument
Initiatief
Wanneer men dit rapport zorgvuldig leest, krijgt
Een tweede verwijt dat in dit rapport wordt
gemaakt, heeft vooral betrekking op de manier
waarop de kerkelijke gezagsdragers in de Neder
landse kerk hun beleid trachten te verdedigen.
een beetje denken aan een opmerking die onlangs in
de Tweede Kamer door de fractie van de SGP werd
gemaakt naar aanleiding van de mislukking van de
EG-top in Athene. Dat deze ontmoeting tot een
mislukking moest leiden, was volgens de SGP-fractie
duidelijk wie op zondag vergaderd, kan erop reke
nen dat God onmiddellijk straft, Het aantal christe
nen dat voor een dergelijke benaderingswijze nog
gevoelig is, neemt snel af!
Oecumene
Het siert de Mariënburggroep dat ze ook aandacht
besteedt aan de verhouding van de katholieke kerk
tegenover de andere christelijke kerken in Neder
land. Er wordt en ik denk terecht, de vraag gesteld
of er bij de leiding van de katholieke kerk wel een
oprechte belangstelling voor dc oecumene bestaat.
Wat er aan oecumenische activiteiten gebeurt, speelt
zich in feite aan de basis af. Waarschijnlijk zullen de
protestanten, om de term nog maar eens te gebrui
ken, zich terecht afvragen of zij in hun bereidheid tot
toenadering niet sterk overvraagd worden. De af
standelijke houding van de leiding in de katholieke
kerk moet bij velen van hen (en ook van veel
enthousiaste katholieken) de indruk wekken dat het
allemaal niet meer zo nodig hoeft.
Tenslotte wordt gewezen op de grote leegloop van de
kerk. Het zou onjuist zijn met opgeheven vinger te
wijzen in de richting van de jongeren Een kerk die
geen echte boodschap heeft, mag er ook niet op
rekenen dat er naar haar geluisterd wordt of dat met
name jonge mensen zich tot haar voelen aangetrok
ken. Er wordt niet alleen geconstateerd dat de
vergrijzing in de kerk zeer groot is. vooral onder de
pastores, maai' ook dat de kerkelijke leiding op dit
punt lijdelijk blijft toezien. Veel jonge krachten, zoals
pastorale werkers en werksters worden veroordeeld
tot een werkkring in de marge omwille van de
handhaving van een ambtsopvatting, die niet op
theologische maai' voornamelijk kerkjuridische op
vattingen gebaseerd is. Het is ook juist deze ambts
opvatting, die op het ogenblik nog de belangrijkste
hinderpaal vormt in de toenadering van de kerken in
Nederland.
Defaitisme
Al met al kun je van het rapport Mariënburg niet
zeggen dat het een opruiend geschrift is. Deze groep
'verontruste' katholieken heeft ook beslist niet de
bedoeling met deze oproep aan de katholieken van
Nederland de barricaden op te gaan. Zij beseffen
heel goed dat zij niet iets ondernemen dat als een
bom zou kunnen inslaan, integendeel.
Bij monde van enkele leden van de groep wordt
uitdrukkelijk gezegd dat er al meer van dit soort
initiatieven zijn geweest. Wel is het een
„maar als we weinig reacties krijgen, dan moeten
zeggen dat we het wel gehad hebben". Het klinkt
nogal defaitistisch. Je kunt je niet aan de indrut
onttrekken dat zij zich al op voorhand gewonnen
geven, zelf kennelijk ook niet in de haalbaarheid van
hun initiatief geloven.
Ik denk ook dat daar alle reden voor is. Om te
beginnen hebben de katholieken nooit geleerd ce
leiding in de kerk kritisch te volgen. Aanhankelijk
heid aan Rome werd als een grote en misschien ze!'-1
typisch Nederlandse deugd beschouwd. Dat had tot
gevolg dat deze slaafse volgzaamheid zich eveneens
uitstrekte tot het eigen kerkelijk gezag. Bovendien*
er tot nu toe ook geen structuur binnen de katholie
ke kerk. waarin deze oppositie, misschien vriendeS-
ker aangeduid als kritische weerbaarheid, gekanair
seerd zou kunnen worden.
In de afzonderlijke parochies zullen weinig pastore
gevonden worden die de moed hebben, zo ze al ce
mening zijn toegedaan dat het om een goede zaat
gaat, naar mogelijkheden te zoeken deze kritische
geluiden te bundelen. Bovendien zullen juist dif
katholieken, die de gedachten van de Manenburi-
groep onderschrijven, over het algemeen niet meer
via de plaatselijke geloofsgemeenschap worden be
reikt. Ik vrees dat de nood in de Nederlands
katholieke kerk nog niet hoog genoeg gestegen isoJ.
mensen zover te krijgen dat ze op persoonlijke titel
willen reageren. Toch zou het een gezonde zaakdjn
Vandaar dat ik hieronder nog eens het adres W
meld. waar zowel de tekst verkrijgbaar is als ookci
reacties verzameld worden. Niemand, die de kerk
nog echt ter harte gaat, zou het rapport Mariènbe?
alleen maar voor kennisgeving moegen aannemen
dr G. H, Buij
Postadres: Groep Marienburg, Dillenburg 29G,
HR Doorwerth.