cornelis oreel
HET VERTREK VAN
EEN PRAKTIJKMAN
OPTIEBEURS
niet 'altijdprijs'
PZC/ weekendkrant
-1ATERDAG 3 DECEMBER 1983
1 r
17
De eerste typering is natuurlijk on
juist. de tweede maar ten dele cor
rect. Niettemin mag de optiebeurs,
gevestigd in het gebouw van de
Amsterdamse Koopmansbeurs, zich
in een explosief groeiende belang
stelling verheugen Werden twee
jaar terug dagelijks gemiddeld vier
duizend contracten afgesloten, van
daag de dag zijn dat er tienduizend
méér. Onlangs werd het driemiljoen-
ste optiecontract binnen één jaar
genoteerd, de zoveelste mijlpaal in
het bedrijf waar Engels de voertaal
en oud-minister van verkeer en wa
terstaat Westerterp directeur is.
Waar komt die toenemende belang
stelling vandaan' Wat zijn precies
opties en wat kunnen beleggers er
meer mee doen dan wanneer ze
„gewoon" aandelen, obligaties of
goudstaven kopen als belegging?
Het begrip „optie" is niet onbekend
in de handel Doorgaans betekent
het „voorkeursrecht" bij aankoop
van goederen. De optiehandel op de
Europese Optiebeurs kent twee
soorten opties. Naast de optie die
het recht, van koop in zich bergt,
bestaat er de optie die de bezitter
het recht geeft om „onderliggende
waarden" (dat zijn. behalve effecten,
goud. zilver en valutai te vérkopen
In beide gevallen kent de optie een
vastliggende looptijd (van maxi
maal 3. 6 of 9 maanden) en stelt de
optiebeurs bij uitgifte de prijs vast
die bij uitoefening van het optie-
recht voor de onderliggende waar
den moet worden betaald, dan wel
wordt ontvangen. Die prijs wordt
dan ook „uitoefenprijs" genoemd.
Hoe werkt dat nu in de praktijk?
Belegger Jansen, die geen brood ziet
in onroerend goed of de aardappel-
termijnmarkt. kan via effectenma
kelaars op de Effectenbeurs aande
len kopen Daarmee kan hij. als de
koersen oplopen, goed verdienen.
Daartegenover kan deze belegging
hem. als de koersen in elkaar zak
ken. een forse hap duiten kosten.
opties
Het alternatief is niet de aandelen
zélf. maar opties kopen. Jansen, die
in elk geval z'n zinnen heeft gezet
op aandelen in de automobielfa
briek Content, koopt via de „floor
broker" (de optiemakelaari eén
„caH"-optie „Content-juli-150"m
Deze formule betekent dat Jansen
tot en met de derde vrijdag van juli
bij degene die hem de optie heeft
verkocht, honderd aandelen Con
tent kan kopen voor f 150 per stuk.
Eén optie staat namelijk altijd voor
honderd aandelen. De aandelen
koers van Content op de Effecten
beurs staat op 155 op het moment
van Jansens aankoop. Dal houdt in
dat zijn optie in elk geval al f 5
waard is per aandeel.
Hij kan terstond van zijn kooprecht
geruik maken en zijn stukjes direct
op de beurs verkopen met een winst
van f 5. Die vijf gulden wordt de
intrinsieke waarde van de optie ge
noemd. Daarbovenop ligt nog een
stukje „tijdswaarde" Hoe langer de
resterende looptijd van een optie,
hoe groter ln principe de kans dat
deze meer waard wordt. Voor die
kans zijn beleggers bereid een prijs
te betalen. Die prijs komt in de
handel tot stand en hangt af van de
verwachtingen die de handelaars en
de beleggers 'in wier opdracht zij
handelen, koesteren
Als Jansen, zeg, f 7 voor zijn optie
heeft betaald, en de Content-koers
ter beurze vliegt naar f 160, dan
wordt zijn optie méér waard. Ge
steld dat hij z'n optie dan voor f 12
per aandeel kan verkopen, dan ver
dient Jansen (provisie voor de „floor
broker" even buiten beschouwing
gelaten) f 500, ofwel ruim 70 procent
van zijn begin-investering. Had Jan
sen aandelen gekocht -op 155 en
verkocht op 160, dan had de man
óók f 500 verdiend, maar nu slechts
3,2 procent van zijn begin-investe
ring.
De andere kant van de medaille
wordt gevormd door een dalende
koers. Als die koers onder de 150
duikt, heeft het voor Jansen geen zin
om van zijn recht gebruik te maken.
Sterker nog: als hy niet snel zijn
henk schol
optie verkoopt, dan is hij al zijn geld
kwijt. „Altijd prijs" gaat dus niet op.
Jansens collega-belegger Pieterse
prijst zich nu in het gelukkige bezit
van enige „put -opties Content-juli-
155. Die geven hem het recht om tot
en met de derde vrijdag van juli
aandelen Content aan de schrijver
van de opties te verkopen tegen de
gegarandeerde prijs van f 155 per
stuk.
Pieterse ziet de waarde van zijn
opties die dagelijks tot uitdruk
king komt in de optiekoers toene
men. naarmate de Content-koers
verder onder de 155 zakt. Zo blijkt
dat op de Optiebeurs ook in tijden
van dalende effectenkoersen geld te
verdienen valt middels de put-op-
ties Put-opties worden daarnaast
bijvoorbeeld door bezitters van aan
delen gehanteerd om eventueel ver
lies ten gevolge van snel inzakkende
koersen te beperken. Die gebruiken
de „put" als verzekering tegen ver
keerd inzicht
Jansen en Pieterse laten maar een
greep zien uit de talloze manoeuvres
die met opties te maken zijn. al dan
met in combinatie met bezit van
aandelen, obligaties, goud. zilver of
dollars
Op de optiebeurs wordt van de
belegger meer nog, zo lijkt het.
dan op de Effectenbeurs actie
verwacht Niet alleen omdat opties
een eindig leven bezitten, ook omdat
meer marktpartijen elkaar dagelijks
beconcurreren. Komt op de Effec
tenbeurs de koers tot stand via één
of hooguit enkele hoofdrolspelers in
het spel: de hoeklieden, op de optie
beurs heerst meer de sfeer van een
echte markt. De argeloze bezoeker
itaat wel eens vreemd te kijken,
wanneer hij plotseling tussen een
groepje keuriggeklede dames en he
ren verzeild raakt dat elkaar in het
Engels korte mededelingen toe
schreeuwt. Op tijd toehappen, maar
ook weten te wachten, is ook hier
het parool, zoals bij alle handel.
Behalve de „floor brokers" rennen er
ook „market makers" rond. hande
laren die in beginsel alleen voor
eigen risico handelen, en zoals
hun naam al doet vermoeden de
rol van aanjager vervullen. Omdat
de „market maker" zo goed als geen
provisie verdient (slechts in enkele
gevallen mag hij voor klanten optre
den), moet hij zijn winst uit de
marge tussen aankoop- en verkoop
prijzen halen Dat is dikwijls een
dubbeltjeskwestie, dus moet hij veel
contracten zien af te sluiten.
actie
Op de Optiebeurs worden inmid
dels opties „calls" en „puts"
kortheidshalve genoemd verhan
deld op dertien Nederlandse (maar
internationaal verhandelde) aande
lenfondsen, een vijftal Westduitse,
één Belgisch fonds, enkele Neder
landse staatsobligaties en goud, zil
ver en dollars. Voorts bestaat er de
„index-optie" die de belegger geen
windeieren hoeft te leggen, wan
neer hij ontwikkelingen in het alge
mene beursklimaat goed voorvoelt.
Vijf Westduitse en een Belgisch
fonds kan geen groot succes worden
genoemd voor de Europese Optie
beurs die als enige zelfstandig opere
rende optiebeurs in West-Europa te
boek staat. Hoe komt dat? Directeur
Tjerk Westerterp ,Het ls tussen
effectenbeurzen in verschillende lan
den niet anders dan tussen twee
regeringen. Ieder wil z'n eigen tuin
tje. liefst met een groot hek erom
heen'
Ieder z'n eigen optiebeursje dus.
Meestal zijn dat hoekjes in bestaan
de effectenbeurzen waar wat met
opties of ook wel premie-affaires
wordt gehannest Niet erg duidelijk,
weinig internationale afspraken
over reglementen, kortom op het
eerste gezicht onaantrekkelijk voor
de belegger.
Westerterp laat zich evenwel niet uit
het veld slaan door de weinig toe
schietelijke reacties uit andere Eu
ropese landen om meer fondsen tot
de Amsterdamse optiehandel toe te
laten. „We gaan in de komende tijd
gewoon meer internationale prQduk-
ten brengen' is zijn antwoord
Vooral valuta-opties komen hier
voor in aanmerking. Nu beperkt die
handel zich tot de dollar-gulden-
optie Er zijn evenwel meer goed
verhandelbare munten m de wereld.
En als je de munt kunt verhandelen,
dan zijn ook de opties erop aan de
man te brengen
In Nederland lijkt de optiebeurs
zich. na een trage start, het vertrou
wen van beleggers verworven te
hebben. Westerterp „In dit land
bestaat nu eenmaal de traditie om
eerst de kat uit de boom te kijken
We hebben driejaar nodig gehad om
het grote publiek te bereiken. Die
voorlichtingscampagne begint nu te
werken"
Ook het aangename beursklimaat
van het laatste jaar speelt een rol in
de groeiende belangstelling voor
opties. Feit blijft dat de optiehan
del. waarbij de belegger actief moet
opereren, een groeiende tak van
sport is, ook voor mensen met een
kleinere beurs.
De Optiebeurs een schreeuwerige markt.
A ls hij er aan terugdenkt, krult een aarzelend glimlachje z'n mondhoeken flauwtjes
kef\,omhoog. De tweede helft van de jaren dertig, ongekende drukte in de haven van
gissingen als gevolg van een grote staking in de Antwerpse haven. Ze kwamen tientallen
ri%nden te kort in het Vlissingse havengebied, om de overstelpende hoeveelheid werk aan te
va!unnen. Want wat liep er in die tijd aan personeel rond bij de NV Haven: een boekhouder, een
erifuwadoorsbaas met een stuk of drie technische mensen, een havenmeester en dat was het
™4el zo'n beetje. „Dus toen die staking uitbrak, hebben ze alle loslopende honden van de straat
n Joeten oppikken. En die waren er genoeg natuurlijk - crisistijd. Ze hadden ook een
rlefclefoonjongen nodig. Nou, ik zat nog voor m'n eindexamen, maar m'n schooldirecteur zei:
n<
eem dat knulletje maar, die haalt zijn examen toch wel".
zeffe moeten er naar streven van dit
,n issingse havenbedrijf een handels-
/eli iven van enige importantie te ma-
,an n. zodat we verbindingen krijgen
2n'fet de verschillende werelddelen. De
ogelijkheden daartoe liggen er zon-
ermeer Cornelis Oreel zei dat ruim
èrtig jaar later (juni 1968) op de dag
Bt hij benoemd werd tot directeur
rdein de NV Haven van Vlissingen
ireel kreeg gelijk, wist die mogelijk-
èden ook uit te buiten. Tot in het
euiiidden van de jaren zestig was Vlis-
Ingen een kleine, vrij onbeduidende
fe.fven. In twintig jaar tijd zou Vlissin-
tofn uitgroeien tot een haven van veel
leer dan regionale betekenis,
iniftaat je over de NV Haven, dan
raat je over Oreel", zei Vlissings
iirgemeester Th. J. Westerhout toen
anljornelis in 1978 benoemd werd tot
iel [dder in de Orde van Oranje Nassau.
In er zullen er weinigen zijn die het
ifsflrven ontkennen: Cornelis Oreel
eeft een zeer belangrijk aandeel
lerfhad in de ontwikkeling van de
van Vlissingen.
derde verdieping, eind van de gang
klapdeuren door. Uitzicht op het
issingse Stadhuisplein. Op zijn bu-
|au het manuscript van het jubi-
ïmboek dat volgend jaar ter gele-
[wènheid van het vijftigjarig bestaan
inde NV Haven zal verschijnen. Een
inboek, dat verhaalt over de geschiede-
iriejlsvan een bedrijf dat anno 1983 het
merendeel van de kaden en terreinen
jijp de binnen- en buitenhavens van
Flissingen in erfpacht heeft. In 1934
neapgericht. Toen nog een stuwadoors-
igeifedrijf met nog geen tien personeels-
vajden ln dienst. Nu een NV met een
amponeelsbestand van - inclusief en-
vaafle dochterondernemingen - rond de
n Jerhondcrd werknemers. En de mo-
lenplljkheden om nog verder uit te
rniioeien zijn nog lang niet uitgeput.
;ev^ornelis Oreel zal vanaf de zijlijn
te Roeten toezien of die optimistische
irwifogrioses inderdaad gerealiseerd zul-
jarjn worden. Want met ingang van 1
(nuari 1984 legt hij zijn directeurs-
jnctie neer. Oreel gaat met pensioen.
ïijdag 9 december neemt hij officieel
ifccheid. En daarmee vertrekt een
lan die het Vlissingse havenbedrijf
et zo goed kent als een scheepskat
et vooronder: telefoonjongen, steno-
pist, chef expeditie, chef stuwa-
lorsafdeling, chef technische dienst,
ocuratiehouder, waarnemenddirec-
tot in 1968 zijn benoeming tot
recteur volgde. Niet altijd even soe-
Itjes in de omgang. Denk alleen
niaar aan het conflict dat in 1981
issen de directie en ondernemings-
ad ontstond; de hele or stapte en
oc op uit onvrede met het directio-
il d ile beleid. Strubbelingen genoeg:
et rumoer rond Snoeijers. de proble-
ïen rond de stuwadoorsbedrijven
n Testerschelde. SVO en SBS. En te-
urtnslagen zijn hem niet bespaard ge
geven: het vertrek van de container-
t- fcdrfjven IFF Europa BV en Seaw-
JiJlel Nederland NV uit Vlissingen-
Ibjist betekende in 1982 een gevoelig
20Qerlies van het containervervoer in de
e^4ven. Maar wat overheerst is een
1 ^voel van voldoening. Oreel roert in
rt Jn koffie. „Ik denk", zegt hij, „dat ik
ro% allemaal wel zal missen
door het kostenpakket (haven- en
stuwadoorskosten) zo laag mogelijk
zien te houden. Met nadruk: „Daar
moet door iedereen aan gewerkt wor
den. Ook door de overheid, de lokale
en de regionale overheid. Maar of die
overheid in de toekomst bereid zal
zijn daar een steentje aan bij te dra
gen, daar ben ik eerlijk gezegd niet zo
optimistisch over. Ik verwacht niet
dat de overheid zal staan te dringen
om die kosten naar beneden te bren
gen. Zij heeft het ook moeilijk natuur-
hjk"
Staat tegenover dat Vlissingen ge
noeg voordelen heeft te bieden ten
opzichte van Rotterdam, Amster
dam, en Antwerpen. De gunstige lig
ging aan de Westerschelde bijvoor
beeld. „We hebben voor een zeeschip
een veel kortere weg. Als een schip
naar Antwerpen moet, is dat bijna
vierentwintig uur extra kwijt. Een
ander voordeel dat we hebben: we
zijn een kleinere haven, die heel
modern geoutilleerd is. We hebben
personeel dat voor een groot deel uit
w. j. van dam
de regio komt en zich daardoor meer
verbonden voelt met een bedrijf dan
bijvoorbeeld een havenarbeider in
een grote haven. Daardoor zijn wij in
staat veel meer service te bieden en
dat resulteert er vaak in dat we
goedkoper kunnen werken. En dat is
een positief punt waar we veel het
pad mee op gaan".
En paar weken geleden heeft mededi
recteur W. J. van Tatenhove van de
NV Haven tijdens een inleiding voor
de Kamer van Koophandel en Fabrie
ken voor Midden- en Noord-Zeeland
gezegd, dat een groei van de Vlis
singse haven alleen dan kan doorzet
ten, indien de infrastructurele voor
zieningen optimaal zijn. „Wat we na
tuurlijk missen", zegt Oreel, „is dat
we vanuit Vlissingen niet met een
duwbakkenkonvooi de Rijn op kun
nen. Je kunt er het Kanaal door
Walcheren niet mee door. Dus je kunt
je konvooi pas vormen als je buiten
Kats bent. Als er nou eens een verbin
ding gemaakt zou kunnen worden
waardoor dat wel mogelijk werd. dan
zouden we voor een heel groot lading
pakket in een betere positie komen te
zitten. Als je gewoon op de kaart kijkt.
Je zou een doorsteek moeten krijgen
vanuit het Sloegebied naar het Veerse
Meer en een grotere sluis bij Kats.
Theorethisch is dat wel te doen, denk
ik Maar ik ben me er echt wel van
bewust, dat het zowel praktisch als
financieel een heleboel problemen
geeft. Maar zolang die verbinding er
niet is. valt er een deel van onze
mogelijkheden wee"
ro-ro-voorzieningen
Een uitbreiding van de kademuren
en van de roll-on-roll-off-voorzienin-
gen; ook dat staat op het verlanglijst
je van de directie van de NV Haven
van Vlissingen. Wat dat laatste be
treft, die wensen zullen mogelijk al
op korte termijn verwezenlijkt wor
den. De NV Haven heeft vergevorder
de plannen voor een tweede ro-ro in
het Sloegebied. Die plannen zijn al
min of meer afgerond. En, zegt Oreel,
het ziet er wel naar uit dat daar in de
loop van het volgend jaar een tweede
ro-ro gebouwd zal worden. Kosten:
ongeveer vijf miljoen gulden.
Een dergelijke investering is ook ge
moeid met de plannen een tweede
ro-ro aan te leggen voor de Olau-line.
Mogelijk kan daar zelfs nog dit jaar
mee begonnen worden. Dat is afhan
kelijk van de snelheid waarmee de
benodigde vergunningen loskomen.
„Als we niet teveel problemen ont
moeten met het verkrijgen van ver
gunningen, zouden we bij wijze van
spreken vandaag nog de opdracht
willen geven".
Als het gaat over de uitbreiding van
de kaderuimten: „We hebben het ha
venschap al twee jaar geleden de hint
gegeven dat het tijd wordt dat er een
kade-uitbreiding komt Het is natuur
lijk een kwestie van de kip en het ei je
kunt nooit garanderen dat het vol
komt - aan de andere kant. als je de
faciliteiten niet hebt. zul je moeilijk
nieuwe klanten kunnen aantrekken.
En ik vind dat er nu wat moet gebeu
ren. Je moet niet vergeten: als nu de
beslissing genomen zou worden om
tot uitbreiding over te gaan. dan zitje
al in 1986 voordat het zover is"
ongunstiger
Het Havenschap Vlissingen - de
naam is gevallen. De grondprijs- en
erfpachtscanonpolitiek van het Ha
venschap Vlissingen is door de direc
tie van de NV Haven al enkele malen
bekritiseerd. De financiële voor
waarden die het havenschap oplegt
aan kopers en erfpachters van haven
terreinen zouden een stuk ongunsti
ger zijn dan in concurrerende havens
het geval is. „We hebben er wel
begrip voor dat ze het zo spelen", zegt
Oreel, „want uiteindelijk zullen ze
toch op de een of andere manier aan
hun centen moeten komen. Maar het
is zeker geen pre voor een snelle groei
van het havengebeuren. Hoe goedko
per we dit gebied kunnen houden,
hoe meer kansen we maken ergens
doorheen te boren".
Om nog even bij het havenschap te
blijven - in het verleden zijn er wel
eens stemmen op gegaan om te ko
men tot een fusie tussen de beide
Zeeuwse havenschappen (Vlissingen
en Terneuzen). In de zomer van, dit
jaar nog hebben de havenschapsbe
stuurders de voor- en nadelen van een
eventuele fusie nog eens naast elkaai
gelegd. De conclusie was eensluidend:
de nadelen zijn groter dan de voorde
len, een fusie is ongewenst.
„Ik denk", zegt ook Oreel. „dat het
niet verstandig zou zijn om te probe
ren tot een samenwerkingsvorm te
komen tussen twee havens die elkaar
in wezen kunnen beconcurreren. Let
wel ik zeg niet dat er veel concurren
tie is op dit moment - we sparen
mekaar wat. Maar het is natuurlijk
niet denkbeeldig, dat er situaties zul
len ontstaan waarbij de twee havens
naar een zelfde ladingpakket zitten te
vissen. En daarom geloof ik dat het
toch wel heel moeilijk zou worden om
met elkaar samen te werken in één
havenschap".
Foto: Ruben Oreel
langs is een rapport van de advies-
dssie bedrijfsleven van het Ha-
:hap Vlissingen verschenen over
toekomstige ontwikkeling van het
üngse havengebied. Daarin wordt
vnj spectaculaire groei voorspeld,
lts aan een aantal voorwaarden vol-
wordt. Uit dat rapport blijkt dat
wat betreft de handels- en trans-
inctie de komende tien jaar een
mag worden verwacht van jaar-
12.000.000 ton behandelde lading.
)t rapport is grotendeels door Oreel
:hreven. „Ik sta daar nog steeds
iter. Die raming is misschien zelfs
Uén beetje aan de lage kant" Oreel is
'i eerste die het zal toegeven: het
i ipport stoelt niet op werkelijke stu-
ul!les. „Het is de visie van een praktïjk-
anjan die zegt: dit en dit en dat soort
l 'togen. daar zie ik groeimogelijkhe-
voor. Maar dat komt niet vanzelf
ot stand, daar moet wel aan getrok-
zulfen worden". Zegt dan dat de haven
is «n Vlissingen niet alleen veel plus-
t viaar ook een paar minpunten kent.
it er alles gedaan moet worden om
minpunten uit te gummen. Zoals
afstand van Vlissingen naar het
iterland. dat ook door concurreren-
havens wordt bewerkt, is groter
vanuit Rotterdam. Antwerpen of
'iterdam. En dat kan Vlissingen
ien het kostenaspect dat daarmee
lenhangt) voor potentiële klanten
ider aantrekkelijk maken. Dus wat
e-4toet er gebeuren: Vlissingen moet die
Sak langere afstand compenseren