GEHEIM Hst «m JE' DAGBOEK EEN TREURIGE AFDRONK HEi. martinus nijhoff delft TV-PORTRET nieuwe verhalen van levi weemoedt hans warren en andré gide ZATERDAG 15 OKTOBER 1983 PZC/ weekendkrant EéAmmHi i ByiV HBH -r JBÊW i iMx iHm 1' y jMtl ml l|Mi Ik. K rafl Hans Warren hoeft zich niet te beklagen over de ontvangst van zijn 'Geheim dagboek'. Zoals men weet is in 1981 ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag bij Bert Bakker het eerste deel verschenen en sindsdien zorgt deze uitgever elk jaar voor een nieuw deel. De kritiek heeft Warren vergeleken met dagboekschrijvers als Samuel Pepys en Paul Léautaud en voor zulke voorgangers hoef je je niet te generen. Of deze auteurs hem inderdaad tot voorbeeld hebben gediend, waag ik te betwijfelen: deze eerste drie delen strekken zich uit over de jaren 1942-1951 en toen was Léautauds dagboek nog niet in boekvorm verschenen. Warren tekent hierbij aan: .,Ik beaam de het, maar ging er verder niet op in. Ik zat Gide en mezelf te verraden". Het is een navrant tafereeltje, de longe Hollandse dichter, compleet overrompeld door het fanatisme van iemand die blijkbaar goed op de hoog te is i inderdaad had Gide een buiten echtelijke dochter Cathérine, enkele jaren jonger dan Hans Warren' Hij weet niet wat hij moet antwoorden. Wat Isabelle Rivière op Gide tegen had, dat had zij evengoed hèm kun nen verwijten, als zij hem beter had gekend. Pepys lijkt mij evenmin een voorbeeld voor Warren. Weliswaar is dit nog altijd een zeer leesbaar dagboek schrijver, maar iets van artistieke belangstelling bespeurt men in zijn notities nauwelijks en dit is wat bij Warren vooral opvalt: hij is een kunst zinnige, zeg maar gerust kunstlieven de jongeman, 'een estheet' zoals hij het zelf uitdrukt. Nee, als we op zoek gaan naar een geestelijke leidsman, dan duikt al spoedig een heel andere naam op: André Gide. Deze schrijver stond in de na-oorlogse jaren op het hoogte punt van zijn roem. In 1947 had hij de Nobelprijs gekregen en wat voor Ne- ADVERTENTIE 35e oude kunst en antiekbeurs museum het prinsenhof speciale tentoonstelling poppen van Oranje derland misschien meer zegt, hij was bij ons in de jaren '30 geïntroduceerd door E. du Perron en H. Marsman Zijn belangrijkste boeken, zoals 'Si le gram ne meurt. en 'Les faux-mon- nayeurs', waren voor de literair geïn teresseerde jongeren uit die tijd ver plichte lectuur. Wie zijn Gide niet kende, telde in het gesprek eenvoudig niet mee en dat gold met name ook voor zijn 'Journal dat dikke deel van meer dan 1300 pagina's dundruk in de Pléiade-reeks. Natuurlijk kende Hans Warren zijn Gide. „Hij is zelfs een beetje mijn voorbeeld", schrijft hij in dit nieuwe deel en we zijn al zozeer gewend aan zijn stijl dat wij 'een beetje' onmiddel lijk vertalen in 'voor een aanzienlijk deel'. Het opmerkelijke is dat Gide in dezelfde passage op nogal pijnlijke wijze wordt verloochend. Hoe is dat mogelijk? In september 1950 is Hans Warren naar Zuid-Frankrijk gereisd, waar hij logeert bij Isabelle Rivière. de zuster van een andere schrijver die hij be wondert: de in 1914 gesneuvelde Alain Foumier. Isgbelle blijkt een streng katholieke dame te zijn, die een hevi ge afkeer heeft van (de homosexuele en van huis uit protestantse) Gide. ..Zij acht Gide een groot gevaar, een werktuig van Satan. (Hij schijnt dat zelf ergens geschreven te hebben i Maar met ontegenzeggelijk grote ta lenten die hij in dienst van de Boze misbruikt" Zij vervolgt: „Ik heb Gide geruime tijd intiem gekend. Hij is de grootste egoist die ik ooit heb ontmoet Niets wil hij zich ontzeggen, zelfs met het huwelijk, waarvoor hij volkomen on geschikt is Die hoogstaande vrouw, die zielsveel van hem hield en die steeds maagd is gebleven, heeft tot het uiterste voor de buitenwereld ver borgen gehouden wat Gide deed. zelfs in haar huis En Gide. die zijn levens wandel van de daken schreeuwde' Je weet dat Gide later een dochter heeft gekregen bij een vrouw die op een jongen leek". parijs Dit deel van het 'Geheim dagboek'. dat de jaren 1949-1951 omvat, begint niet bijster interessant met een vriendje Florus en een gezamenlijke reis naar Zwitserland, maar dat be tert snel als de schrijver bij kennis- hans van straten sen een Schots meisje ontmoet, een studente met literaire belangstelling, die hem heftig boeit. Dat wordt na tuurlijk een vreemde relatie, de dich ter met een passie voor mooie jon gens die opeens valt voor een intel lectuele vrouw (we denken aan Gide en zijn nicht Emmanuelel). En hoe wel zij na enige tijd de vriendschap beëindigt, blijven zij elkaar schrij ven en ontmoeten. Van bijzonder belang wordt de reis van september 1950 De notities uit Parijs behoren tot het beste uil dit boek. Hij heeft geen moeite met zeer uiteenlopende mensen in contact te komen en weet daar boeiend over te vertellen. Ook het verblijf in het zuiden, de logeerpartij bij Isabelle, de kennisma king met haar zoon die monnik is in een Benedictijner klooster, het is alles uitstekend genoteerd. Zozeer wordt hij ingekapseld in dit milieu dat hij, een met-gelovige van protestantse af komst, zowaar bij de mis zit mee te bidden. Wat moeten we daar nu weer van denken9 Stond hij op het punt be keerd te worden, net als een van zijn andere literaire goden, Maurice Sachs? „Madame Rivière is van een grote goedheid. Ze is zo zuiver en zo puur (of probeert dat te zijn) dat ik me aldoor een bedrieger voel. Zij zou een goede invloed op me kunnen hebben, lijkt me". moeder Het jaar 1951 wordt overschaduwd door het sterven van zijn moeder aan kanker. Een vrouw die nog goed gezond leek, maakt een razendsnel verval door. Het is alsof daarmee een emd komt aan zijn leven als keurige burgerheer, werkzaam op een secretarie. Hij zegt zijn baan op en vertrekt, opnieuw naar Parijs, waar hij intussen het onderwereldje van de Algerijnse hoe- rejongens in de buurt van Place Pigal- le heeft ontdekt. De politie waarschuwt hem: „Die Ara bieren zijn verschrikkelijk, voor een kleinigheid, kggt" Steken ze u over hoop en roven ze uw geld" Maar hij is gefascineerd door zijn nieuwe vrien den. De estheet lijkt in de goot te belanden, maar nee. hij handhaaft zich Net als André Gide In september 1951 krijgt hij een uit nodiging om voortaan een wekelijkse literaire kroniek te schrijven voor de Provinciale Zeeuwse Courant en dat is een belangrijk moment: vandaag, 32 jaar later, is hij nog steeds de kroniekschrijver van deze krant. Toch onderneemt hij nog stappen om burgemeester te worden in Borssele. Hij wordt ontvangen bij de commissa ris van de Koningin. De Casembroot die hem, uiterst vriendelijk en hoffe lijk, zonder 'nee' te zeggen toch duide lijk weet te maken dat zijn kansen niet sterk staan. Zo eindigt dit derde deel van 'Geheim dagboek en ik kan alleen maar herha len wat ik bij het vorige deel ook al heb gezegd: jammer dat we nu'weer een jaar moeten wachten op het vol gende deel. Ik ben een tikje afgunstig op de lezer-van-later, die deze boeken achter elkaar kan verslinden. Hans Warren. Geheim dagboek 1949- 1951 Uitgeverij Bert Bakkerf29.50. 14 okt.t/m 2 nov. 1983 10.00 (zo. 13.00) -17.00 uur di.en do. 19.00 - 22.00 uur Zijn pseudoniem (hij heet in werkelijkheid I. van Wijk. 1948). de titels van zijn verhalenbundels 'Bedroefd maar dankbaar' (1980), 'Een treurige afdronk' (1983) en van zijn poèzieverzamclbundels 'Van harte beterschap' met als ondertitel 'kleine trilogie der treurigheid' en als delen Geduldig lijden. Geen bloemen en Zand erover (1982) ze wijzen allemaal in dezelfde richting: met Lévi Weemoedt verwijlen we aan de zwartste kant van het bestaan. Hij is of spéélt de geboren kniesoor die in een rozige baby al de tandeloze oude man ziet, in de bloesemknop de verrotte vrucht, die bij het prille ontluiken van een liefdesgevoel Xantippe al aan het bit voelt trekken, die onder een heilwens een vervloeking op de loer voelt liggen. Kortom, de man die weet dat elke roos omringd is door doornen, dat elke honingbij zijn angel en alles zijn onherroepelijk verval en einde voor zich heeft en in zich draagt. En die daarvan vertelt op een manier, zo sterk humoristisch, dat je soms niet verder komt met je lectuur omdat lachtranen de regels voor je ogen dooreen doen lopen. Dat is de paradox. Weemoedt voert die overal door. wélk onderwerp hij ook bij de kop grijpt, en dat zijn er vele. Zijn nieuwe bundel 'Een treurige afdronk' is heel gevarieerd: korte, column-achtige stukjes, meer uitgewerkte vertellingen, reisbeschrijvingen en novelle, herinne ringen. een toneelstukje Alles vol spot. genadeloze kritiek, humor, maar toch vaak ook geladen met drift, verontwaardiging, of getemperd door wee moed. gevoeligheid, poezie. Dat alles vaak dooreen, in één stukje. Bij een schrijver als Weemoedt gaat men klaar zitten om te lachen. Waar blijft hij nu met zijn grappen, zijn hekeling, zijn zelfspot. Hij moet echter ook wel eens wat anders kwijt in zijn werk. En dat is in wezen zijn kracht: opeens voelt men dan onder de grol een dubbele bodem, ziet men in de grijnslach een kramp van echte pijn: het is niet altijd een lolletje en het kost wel eens moeite dat te verber gen. Juist op de momenten dat dit niet helemaal lukt. valt men in een gat en komt tot bezinning: de nar heeft de waarheid gesproken, maar omdat hij zijn zottenpak aangetrokken heeft mag dat en staan we niet volkomen voor schut, kunnen we meesmui lend meelachen: hel was maar een grap Het is geen grap. Lees dat buitengewoon geestige maar vernietigende 'Duur klootjesvolk', pagina 29. waarin leraren van middelbare scholen ongenadig op de hak worden genomen. Dat Weemoedt niet door hen is gelyncht bewijst de kracht van zijn bonte clownspak Alhoe wel Ik had er wel eens bij willen zijn toen de reacties loskwamen' Toevallig is leraar Weemoedtterccht gekomen in een demonstratie van allemaal leraren. Het was zeker mijn bedoeling niet dat ik bij dit ondenvijs-gekrakeel aanwezig zou zijn. temeer niet omdat de woede zich vooral op het salarisbeleid richtte, want met lonen en prijzen houd ik mij niet op omdat ik met grote stelligheid geloof dal een mens zijn beloning pas ver na dit leven wegsleept, in een rijk waar naast vele andere verschillen ook het verschil tussen Eerste-, Tweede en Derde-Graads leraren zal zijn opgeheven 291 Nee, Weemoedt was per ongeluk m een bus gestapt toen hij al zijn collega's daarin zag verdwijnen, in de verwachting dat het een excursie betrof, de natuur in. hu had al een paar bomen aan zich voorbij zien schieten. „Doch een uurtje later stond ik in plaats van op een bloeiende heide in een soortement veehal ingeklemd tussen vijfduizend dampende regenjassen die le hoop waren gelopen tegen een dreigende salariskor ting. Ik hoorde zouteloze rijmpjes door de hal weerklinken, afgewisseld door laffe, op de zelfmoord- spieren werkende woordgrappen Dezelfde mensen die ik zo vaak had horen kankeren op het ontbreken van ook maar enige creativiteit bij de leerlingen hesen hier het ene neerslachtige spandoek na het andere. Zelden heb ik mij zo beschaamd in mijn leven! Volwassen personen die zulke spandoeken bedachten moesten de regering danken dat zij niet naar Siberie verbannen werden vóór de verf ge droogd was" Weemoedt vroeg zich af wat ze dagelijks wel pres teerden dat ze hier zo'n keel durfden opzetten. Hij kon er niet opkomen. ..Want leraren aan het Nederlandse middelbare onderwijs vormen voor het overgrote deel een grauw en neerdrukkend volkje waaraan uiterlijk noch innerlijk ook maar iets te bespeuren valt van het comfortabele salans dat aan deze volvette muizen van de geest wordt uitgekeerd Aan hchaamsver- fraaiing gaat dat lerarenloon in ieder geval duidelijk niet op. want de kledij van de Eerste-Graders varieert van het klassieke tweedjasje Lot iets dal de bedoeling heeft een moderne gezindheid uit te stra len: een uiterst slap aftreksel van het bij de leerlin gen afgekeken fenomeen 'spijkerpak', een lubberend Wibra-kostuum, waaronder doorgaans een neer slachtig blauw koltruitje gedragen wordt Gadver damme! Je zal er maar vanuit een keiharde bank de godganselijke dag tegenaan moeten kijken Zo gaat de spot verder: aan boeken gaat het grote hans warren LETTERKUNDIGE KRONIEK geld ook al met op. behalve de Elseviers Belasting- gids wordt er mets aangeschaft en over iets anders wordt er ook niet gepraat tijdens de pauzes en de vergaderingen. „Ik voelde mij nog het minst ongelukkig aan een tafeltje waar enkele collega-docenten een heel jaar lang de voordelen uit de doeken deden van een Volvo boven een Saab En dit alles aan de hand van de meest minuscule details. Ze brachten zelfs kleine onderdelen mee naar school" 130/311. Dit leraarschap wordt uitgeoefend in Vlaardin- gen, dat blijkbaar ook niet het Mekka van de geest is. Het aantal schimpscheuten op het stadje is groot. In een ander schoolverhaal. 'Pijpje Krijt gaat in de contramine' lezen we onder andere: „De bodem ivaar het noodschooltje op rustte was ouder dan welke plek ook in Nederland. Het was prehistorische grond. Haaks op de rijweg waarlangs de houten lokaaltjes waren opgetrokken bevond zich in oeroude tijden een kreek en aan de boorden van die kreek hebben mensen of mens-achtigen de sporen nagelaten van een beschaving die in de archeologie bekend staat als de 'Vlaardingen Cultuur' Het waren de eerste en de laatste resten van beschaving uit dit plaatsje dat sedertdien slechts hanng en luchtverontreiniging heeft voortgebracht'' Een al even gezonde en grondige afschuw heeft Weemoedt van alles wat uit Amerika komt. Hel duidelijkét komt dat lot uitdrukking in het stukje 'Het heil van over In totaal telt het boek negentien korte en langere stukken, veelal in de eerste persoon enkelvoud geschreven, maar die 'ik' is lang niet dezelfde in alle verhalen. Wel is er kennelijk een aantal verhalen waarin de ik-figuur en zijn (tweede) vrouw Karin hoofdpersoon zijn. die enigszins samenhangen. Die verhalen gaan goeddeels over huishoudelijke troebelen en vakantiegenot, bijvoorbeeld tijdens een gedenkwaardige vaartocht op het Canal du Midi in een boot die meer wegheeft van een te water geraakte RSV-wagen. Verder zijn er prachtige studentenverhalen. als 'De ondergang van de Santa Fe' en pure stukjes vertel kunst als 'De sage van de Vliegende Vlaardmger'. De titelgever, overigens net als in de vorige bundel 'Bedroefd maar dankbaar' beslist met het, meest geslaagde stuk, geeft een dolle parodie op een wijnproeverij. De ik-figuur. die in zijn onschuld alle glazen leegdrinkt en nog eens een extra rondje uit alle flessen neemt om 'te winnen' eindigt stomdron ken naast de spuwbak en kraait dan vertederd" .Ach, hebben jullie poesjes!''" Kostelijk zijn ook dc, stellig gechargeerde, maar daarom niet minder ware herinneringen, verwerkt in 'Biecht': de radeloosheid en verveling van een dromerig kind dat speelgoed opgedrongen krijgt dat op geen enkele manier op zijn fantasie werkt: „Op mijn vijfde jaar kreeg ik een blokkendoos van mijn vader Het cadeau bracht mij een week lang in opperste radeloosheid, het haalde mij volkomen uil mijn nietsdoen. Al die blokken, steentjes, bté en boogjes wal moest ik ermee? Een paar dagen» ik in vertwijfeling om die wanhoopsdoos heeri draaien terwijl een springvloed van tranen o}i kokosmat gutste Toen besloot ik voor het eenti mtjn leven eens flink le wezen. Ik stond vroeg pakte alles wat los en vast zat uit de doos en het aan elkaar met oersterke lijm die nooit mtc» ging Boven het wanstaltige bouwseltje hing ik» bord met daarop in beverige lange hanepoten Jfs Huiz. Ziezo. Dat zat erop. Ik kon van nu af aanW rustig niets doen De volgende dag al werd ik door mijn vader in gepeins gestoord. Waar is je blokkendoos?".^ hij gemelijk. „Die is af', zei ik. .Af'Hoe bedoel je, af?" f ..Ik heb er een huis van gebouwd", legde ik uil L „Nou. dan ga je er nu een brug van bouwen, oft* kasteel of een brandweerkazernesprak mifiH der geïrriteerd. Nog nooit had ik een volwassen kerel zoiets kratfr rums horen zeggen. „Dat kan niet", zei ik geduldig, „het is al een ha s il718i s: De vader onderneemt nóg een poging, deze keer®1 een enorme legpuzzel. Als die na een weekóok»* helemaal vastgeplakt zit, geeft hij het op, zodat® a jonge Weemoedt zich weer met hart en ziel wijden aan zijn 'enige en echte hobby mpe® afgewisseld door dagdromen'. Humoristen van dit gehalte zijn zeldzaam. BijC K vorige gelegenheid noemde ik de namen van Cf P miggeit en Piet Paaltjens: ergens in die richtingv de literaire windroos moet men Weemoedt zotW Verder vergelijken heeft geen zin, de verschil!" zijn te groot. Hem bedreigt een gevaar, dat is ook merkbaü^ zijn poezie: het vervallen in herhalingen. 9'" mogelijk inherent aan het genre, waarin snfh* formule wordt gehanteerd. Levi Weemoedt' 'Een treurige afdronk' iverhalen). f 18,90, Bert Bakker, Amsterdam Dertig jaar geleden overleed een van Nederlands grootste dichters de toch wel oranjegezinde Nijbij Martinus Nijhoff. Nijhoff, dichter-criticus-prozaist. was een zeer de uitgesproken communists veelzijdige, dikwijls onbegrepen figuur die nog steeds tot de meestgelezen Theun de Vries", dichters behoort. De NCRV zendt tweede kerstdag een portret uil van deze dichter, dat wordt geregisseerd door Jelle van Doornik. In dit programma Wülch6r€H staat vooral centraal de band die Nijhoff met zijn moeder had en die hem tot inspiratiebron was voor vele van zijn gedichten en vooral zijn bijbelse De buitenopnamen voor dit j spelen. gramma werden vorige i i- maakt op Walcheren, waar Nd Voor het programma heeft Van hot! van dichtbij hebben meege- in 1929 onder de duinen bii f! Doornik, als regisseur werkzaam maakt heeft Van Doornik «ich eigen- Valkcnisse een klein landi, voor de afdeling drama, jeugd- en hjk geen afgerond beeld kunnen bouwen. Hij noemde het de 'Villa Antolaj naar zijn vrouw Antoinette Wind onder de naam A.H. Nijhoff befa heid kreeg als schrijfster van- der meer het boek 'Twee ma kunstzaken van de NCRV. zo veel vormen van wie de méns Nijhoff nu mogelijk gesproken met mensen die eigenlijk was. de dichter zelf hebben gekend, „per- ,.Ik heb zelden een programma ge- soonlijke getuigen" noemt hij hen: maakt dat ik zó moeilijk vond, om- Nijhoffs zuster Hester Schuurman- dat je geen grip op hem kunt krijgen. Nijhoff, de kunsthistorica Victorine Nijhoff was eigenlijk een vat vol Hefting, zoon Wouter Stéfan Nijhoff. tegenstrijdigheden, ook in zijn poe- T de actrice Georgette Hagendoorn zie Hij heeft heel mooie maar ook Valkemsse, dat met wie Nijhoff de laatste maanden heel leluke dingen geschreven!°°p ®,ro e !o:j van zijn leven gehuwd was. de schrij- „Ook uit zijn poezie was hij eigenlijk jetterKunaig centnsi vers Theun de Vries en Mies Bou- niet te kennen. Ik zal een voorbeeld volgens meun de vries-real huys. geven dat Theun de Vries, een heel Muiderknng kan wedijveren i' Waarom een programma rond Marti- goede vriend van Nijhoff, mij gaf. Hij ook ge®pr? °Pgeno™n nus Nijhoff? was in gezelschap van de dichter en zoon Stefan Nijhoff die als fotos Jelle van Doornik: „De reden is perkte onder de naam stqfi eigenlijk een beetje banaal, maar Storm, heeft rechtstreeks te maken met het beleid binnen de NCRV. Door de NCRV wordt altijd een beetje wan- jan dirk van scheijen De NCRV verbindt dit schrijven) tret, aan de uitzending van Mjii kerstspel dat naar de wem m dichter geheel door amatem. hopig getracht iets aan kunst te traentte na lezmg van een van zijn doen. Men wéét dat dit soort pro- verzen het gedicht te verklaren. woraen gespeeta. gramma's moeilijk verkoopbaar is. Toen hij daar mee klaar was vroeg men wéét dat de kijkdlchtheidscij- Uil aan Nijhoff: Begrijp ik het zó l.u.rkuniifhj fers laag zun; als er dan toch een goed? en Nijhoff antwoordde glim- voor de NRC essays, het eerste dtei kunstprogramma wordt gemaakt lachend „Het zou bést zo kunnen ecn prozawerk 'Luctor ei Emtrp. vraagt men zich in de eerste plaats zijn" Het zou best zo kunnen zijn, je dichten, spelen en vertalingen. Hij af: wat vindt de achterban interes- weet nooit zeker of het zo is. Aan de redacteur van De Gids en mede-opn- sant? In het geval van Martinus andere kant hield Nijhoff ervan een van het tijdschrift Maatstaf. Nog mé Nijhoff kun je spreken van een ook beetje mysterieus te zijn. denk ik". verscheen een heruitgave i» dm voor NCRV-mensen boeiende figuur „Hij was verder een man van grote d* A,j Zijn werk bevat immers veel christe- tolerantie, een heel liberaal den- van de Utrechtse universiteit onfe lijke elementen, hoewel hij duidelijk kend mens. Dat moge alleen al blij- ding van prof. J. J. Overstegen geen protestants-christelijk dichter ken uit de grote vriendschap tussen momenteel aan een wetenschappd was" Jelle van Doornik maakte des- uitgave die ook niet eerder gcpublki tijds voor de NCRV-televisie een zeer Wouter Stéfan Nijhoff werk van NijhofT zal bevatten), goed ontvangen portret van de dich ter Achterberg. „Achterberg was ook typisch zo'n dichter die de NCRV- achterban aansprak, ook omdat hij van christelijke huize was" bastaardvloek Van Doornik benadrukt dat het re kening houden met de achterban bij het maken van dit soort program ma's iets heel anders is dan het naar de mond praten van hel eigen pu bliek. „Ik kan me herinneren dat in dat Achterberg-programma een zin werd voorgelezen uit een gedicht dat de man had geschreven in een psychiatrische inrichting. Daar kwam een bastaardvloek in voor maar dat gaf geen enkel probleem. Dat konden we gewoon uitzenden". Gezien de reacties op eerdere pro gramma's die Van Doornik regisseer de mag worden aangenomen dat de kijkdichtheidscijfers voor het Nij- hoff-programma op tweede kerstdag hoog zullen zijn. Het begeleidend boekje met teksten dat destijds werd uitgegeven in verband met de Ach terberg-uitzending is in enorme aan tallen aangevraagd en van de uitge ver van Achterberg vernam Van Doornik dat er zich daags na de uitzending een enorme hausse voor deed in de vraag naar de Verzamelde Werken van de dichter. moeilijk Ondanks alle ontmoetingen met al die 'persoonlijke getuigen' die Nij-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 18