CENTRUMPARTIJ
Een moeilijke dialoog over de waarheidswaar
Rijnzoutverdrag eindelijl
in het Frans parlement
Stemmen ter bestrijding nemen toe
VRIJDAG 7 OKTOBER 1983
PZC/opinie en achtergrond
(Door Gys Korevaan
De gemeenteraadsverkiezingen in Almere zijn het keerpunt geworden. De grote partijen
lieten tot op dat moment de Centrumpartij zoveel mogelijk 'rechts' liggen. Zij negeerden
de nieuwkomer in de Tweede Kamer, terwijl op straat ook al zo weinig mogelijk werd
gereageerd.
Dat lijkt nu definitief voorbij. De partijen lijken een wedloop te zijn aangegaan. De inzet: wie
is het felst in de afwijzing van de Centrumpartij. VVD-partijleider Jan Kamminga begon.
D'66 volgde al snel met een oproep
aan iedereen om samen tegen de CP
op te treden Max van den Berg
iPvdA-partijvoorzitteri kondigde za
terdag op de PvdA-partijraad aan. dat
hij alle ..democratische partijen" een
brief zou sturen met een zelfde oproep
als de Democraten eerder deden.
Intussen zit drs Hans Janmaat voor
de racistische Centrumpartij in de
Tweede Kamer. Hy heeft het nog
steeds niet zover kunnen brengen, dat
hij door zijn collega-parlementarièrs
serieus wordt genomen. Ondanks her
haalde provocaties aan het adres van
CDA en PvdA is hem nog geen enkele
keer het woord ontnomen. Het bleef
bij vermaningen van kamervoorzitter
Dick Dolman, die bepaalde woorden
en zinnen uit de Handelingen van de
Kamer liet schrappen.
Misschien droomt Janmaat er wel
eens van ook een soort martelaar voor
zijn partij te worden, maar die kans is
bijzonder klein. De andere partijen in
de Kamer zwijgen hem zoveel moge
lijk dood en negeren hem in de verga
derzaal en in de wandelgangen.
Zelfs zijn plaats in de groene bankjes
moest met zorg gekozen worden. Nie
mand wilde naast hem zitten. Ten
slotte koos de dagelijkse leiding van
de Kamer voor een plaats in de ka
merbankjes naast die van voorzitter
Dolman.. Zo heeft Janmaat een bank
voor zich, omdat zijn eigenlijke buur
man in de voorzittersstoel zit.
Die tactiek van de partijen tegenover
de Centrumpartij we doen net of hij
niet bestaat, dan gaat het vanzelf over
is geen succes geweest. In de opi
niepeilingen staat Janmaats partij
steevast op winst, maar de partijen
reageerden daar niet op. Tot Almere.
ambtenarenverbod moeten echter in
het kader van die tijd geplaatst wor
den. In Duitsland was Hitier aan de
macht en Mussolini zwaaide al een
aantal jaren de scepter over Italië. De
vele Duitse vluchtelingen die ons land
binnenkwamen ondanks de restric
ties van de regering verspreidden
de verhalen over terreur.
De linkse partijen liepen in de strijd
tegen de NSB voorop. Het waren
immers vooral hun politieke vrienden
die in Duitsland meedogenloos wer
den bestreden. Niemand wilde dat
Nederland dezelfde weg als Duitsland
op zou gaan en men bestreed uit alle
macht de NSB.
Korte tijd ging het de beweging voor
de wind. In 1935 behaalde de partij bij
de provinciale verkiezingen landelijk
gezien 8 procent van de stemmen. Bij
de Kamerverkiezingen van 1937 bleek
de wind gedraaid. Nu haalde de NSB
nog slechts vier procent van de stem
men en verwierf vier zetels.
Boerenpartij
Crisisjaren
Bij de oproepen die nu van nagenoeg
alle partijen te horen zijn. wordt te
pas en te onpas gewaarschuwd voor
een herhaling van de gebeurtenissen
tijdens de grote crisis in jaren '30.
Juist daarom willen ze nu een harde
aanpak van de Centrumpartij.
Deze houding doet denken aan de
reacties die de Nationaal Socialisti
sche Beweging van ir. Anton Mussert
vanaf de oprichting in 1931 opriep.
Ook hij moest rekening houden met
een krachtig verweer van de politieke
partijen en de samenleving.
„Er vormde zich een nieuwe politieke
kracht, die een beroep deed op de
gevoelens van agressieve ontevreden
heid die bij velen leefde", zo beschrijft
prof. L. de Jong in zijn levenswerk
'Het Koninkrijk der Nederlanden in
de Tweede Wereldoorlog' de NSB De
woorden kunnen zo worden gebruikt
voor de Centrumpartij, die evenzeer
profiteert van die onvrede zoals dat
eerder de Boerenpartij lukte.
De weerstand in de samenleiyng
navenant aan de snelle groei die de
beweging m de begiiyaren doormaak
te. De NSB'ers moesten het ontgelden
tijdens straatgevechten. De straatver
kopers van het weekblad Volk en
Vaderland waren geliefkoosde subjec
ten voor de mensen die NSB'ers te lijf
wilden gaan. Ook in gesprekken in de
kring van bekenden en tijdens het
werk werd op NSB'ers druk uitgeoe
fend.
Verboden
De overheid trad al snel op. Nadat
eerder het lidmaatschap van ex-
treem-linkse partijen voor ambtena
ren verboden was verklaard, werd
dit uitgebreid tot het lidmaatschap
van de NSB. Zo verloor 'leider' Anton
Mussert zijn baan als ingenieur bij de
provincie Utrecht. De partij zorgde
verder voor het salaris van Mussert.
De stemming tegen de NSB en het
Na de wereldoorlog had Nederland
het een decennium te druk met de
wederopbouw om zich over vreemde,
nieuwe partijen druk te maken. Maar
al gauw kreeg de kiezer weer de kans
op dergelijke splinterpartijen te
stemmen.
Sommige daarvan hadden duidelijk
het karakter van protest-partijen. Zo
richtte boer Koekoek uit onvrede met
de gevestigde poütiek, die geen aan
dacht zou hebben voor boer en mid
denstander. zijn Boerenpartij op. De
ze kreeg echter ook veel stemmen van
mensen die het bij de „echte" politiek
niet meer zagen zitten
Bij verkiezingen in 1963 haalde deze
partij dne zetels. Daarna steeg de
aanhang snel, maar interne ruzie over
de deelname van oud-NSB'ers brak de
partij op. In 1967 haalde Koekoek
zeven zetels. Na een nieuwe ruzie
vier kamerleden vormden een eigen
fractie die zij Binding Rechts noem
den verdween de Boerenpartij lang
zaam uit beeld.
De Boerenpartij werkte nog het meest
op de lachspieren en is daarom nooit
serieus bestreden Zij is nooit als een
gevaar voor de democratie gezien.
Misschien had dat wel te maken met
het gevoel voor show en humor van
Koekoek.
Over het algemeen maken splinter
partijen in Nederland nauwelijks een
kans tot méér uit te groeien. Vooral
nieuwkomelingen hebben het moei
lijk. Alleen DS'70. PPR en D'66 die
aan het eind van de jaren '60 opkwa
men en sindsdien aan diverse kabi
netten hebben deelgenomen boek
ten betere resultaten, maar konden
uiteindelijk hun successen niet hand
haven.
Zwe\'ende kiezer
De opkomst en neergang van derge
lijke partijen bewijst dat er steeds
een aanzienlijke groep zwevende kie
zers is. mensen die niet weten waar
op zij zullen stemmen en die hun
keuze aan de hand van actuele onder
werpen en problemen bepalen. Het is
deze groep die vatbaar is voor zich
als 'nieuw' aandienende partijen.
Kenmerkend voor deze tijd is dat
delen van deze kiezers voor het eerst
sinds de Boerenpartij sterk trekt naar
extreem-rechts. De tijden zijn er naar:
een inzakkende economie, hoge werk
loosheid, slechte woonomstandighe
den in het centrum van de grote
steden en de aanwezigheid van vele
buitenlanders in juist die wijken.
In dat 'gat' is de Centrumpartij geval
len. De traditionele partijen hebben
de problemen van de mensen in de
achterbuurten van de steden en de
werklozen verwaarloosd. De mensen
daar voelden zich door de politiek in
de steek gelaten. De Centrumpartij
was er als de kippen bij om een
eenvoudig antwoord op de problemen
te geven. De buitenlanders eruit en
Nederland is uit de problemen Blijk
baar in deze tijd een aansprekende
leuze.
De politieke partijen zitten er nogal
mee in hun maag. Het eerste jaar werd
de tactiek van het doodzwijgen toege
past. Dat blijkt niet te werken. De
aanhang van de partij stijgt nog
steeds
De kleine linkse partijen PSP. CPN en
PPR hebben altijd de Centrumpartij
actief willen bestrijden, zowel binnen
als buiten het parlement Daartoe
zien zij extra reden na de verkiezings
winst van de CP.
Wakker
Maar intussen zijn ook de grote par
tijen wakker geschud. De nieuwe
houding bleek volgens Schelto Patijn
(PvdA) voor het eerst dit voorjaar.
Janmaat hield weer eens een tirade
tegen buitenlanders, die tot Neder
lander genaturaliseerd willen wor
den. Daarbij putte hij uit de dossiers,
die het departement van justitie aan
T, feiT' f../I""
Demonstratie in Almere tegen de komst van de Centrumpartij in de
gemeenteraad.
de Kamer zendt. Achter de groene
gordijnen luisterden de leden van de
kamercommissie voor de naturalisa
ties. Janmaat liegt, was het algemene
gevoelen van de kamerleden.
Bij de eerstvolgende gelegenheid nam
Ineke Haas-Berger (PvdA) namens de
kamercommissie het woord. Zij be
streed de zienswijze van Janmaat en
stelde diens leugenachtige praktijken
aan de kaak „Op dat punt zullen wij
weinig last meer van Janmaat heb
ben Overigens hebben we hélemaal
weinig last van hem in het parlement,
omdat hij bijna nooit het woord
voert", aldus Patijn
In de toekomst zal de PvdA geen
confrontatie met de Centrumpartij
zoeken, maar ook zullen debatten met
Janmaat niet langer uit de weg ge
gaan worden. Vooral wanneer de Cen
trumpartij feiten verdraait en mis
bruikt voor propaganda moet in de
Kamer worden opgetreden. „Niet in
paniek, maar röstig en zakelijk de
argumenten van Janmaat bestrij
den", vertolkt Patijn de mening van
meer dan alleen zijn partij.
Ook CDA en WD vinden dat het
doodzwijgen van de Centrumpartij
niet meer genoeg is. Binnen, maar
vooral buiten de Kamer, moet het
fenomeen bestreden worden. In de
Tweede Kamer zullen alle partijen
zich agressiever tegenover de Cen
trumpartij opstellen. Het optreden
tegen misdragingen in de Tweede
Kamer kan gevoeglijk aan kamer
voorzitter Dolman overgelaten wor
den.
Het accent van de actie tegen de
Centrumpartij moet liggen bij de poli
tieke partijen, menen Patijn en VVD-
partijvoorzltter Kamminga. Bij de
kiezers langs gaan en hen erop wijzen
dat ze met de Centrumpartij echt op
de verkeerde weg zijn. De klachten
van de „wanhopigen in de samenle
ving, die aan alle kanten vast zitten",
zijn misschien wel terecht, maar de
Centrumpartij biedt daarvoor geen
enkele oplossing, aldus Patijn. Dat wil
hij de kiezers duidelijk maken
De politieke partijen moeten weer
meer aandacht hebben voor de pro
blemen aan de onderkant van de
samenleving. Daarmee worden de
wortels van de Centrumpartij aange
vallen. de enige manier om het ver
schijnsel effectief te bestrijden, aldus
de grote partijen.
Geïsoleerd
Met deze tactiek hopen de politieke
partijen zich te ontdoen van de Cen
trumpartij. Omdat het zwaartepunt
van de actie buiten het parlement
ligt, zal er in het kamergebouw zelf
weinig veranderen. Janmaat blijft
geisoleerd in de Kamer, waar tussen
de debatten door CPN'ers wel vrolijk
keuvelen met hun tegenpolen van de
VVD,
Maar de Centrumpartij is meer dan
alleen een modeverschijnsel. Zij stoelt
op een duidelijk aanwezig gevoel van
onmacht bij de bevolking. Grote de
len van de bevolking hebben de afge
lopen jaren het gevoel gekregen dat
'de politiek' voor hun dagelijkse sores
(bijvoorbeeld de vele buitenlanders in
juist hun wijken) geen oog heeft ge
had.
Dat maakt bestrijding van de Cen
trumpartij door de burgers des te
belangrijker. Dat gebeurde ook bij de
NSB. Er is nog een overeenkomst
tussen NSB en Centrumpartij. De
Nederlandse nationaal socialisten zijn
nooit verder gekomen dan vier ivan
de honderd) zetels m de Tweede Ka
mer. De kracht van de beweging lag
vooral op straat, waar ook het ont
staan van de NSB zich afspeeldeOok
de Centrumpartij is zo ontstaan.
Voor zover de geschiedenis een les
kan zijn voor de toekomst, toont zij
één ding De nieuwigheid van dergelij
ke partijen is er vrij snel af en dan
keren de zwevende kiezers terug naar
het oude vertrouwde (of naar weer iets
anders). De traditionele stromingen in
de politiek hebben het niet voor niets
al een eeuw in Nederland uitgehou
den.
Glastuinbouw ondervindt veel hinder van verzilting van het Rijnwater.
xTLan de lijdensweg van het Rijnzoutverdrag komt vandaag mogelijk een
eind als het Franse parlement, de Nationale Vergadering, besluit zijn fiat
te geven aan ondertekening van het zgn. Verdrag van Bonn. Daarmee kan,
zeven jaar nadat de Rijnoeverstaten (Frankrijk, West-Duitsland, Zwitser
land en Nederland) het eens werden over de verdragstekst, een begin
worden gemaakt met beperking van de zoutlozingen van de Franse
kalimijnen in de Elzas.
De Franse minister van buitenland
se zaken, Claude Cheysson, zal in
eigen persoon het voorstel tot ratifi
catie komen verdedigen. Het kabinet
van eerste-minister Mauroy had de
afgelopen weken al het nodige voor
werk gedaan, want er bestaan in het
Franse parlement grote bezwaren
tegen de ratificatie, vooral van de
zijde van afgevaardigden uit de El
zas. Dat is ook de reden waarom
sinds 1976 geen Franse regering het
aandurfde met het Verdrag van
Bonn naar het parlement te stappen
Maar ditmaal lijkt de weg geëffend
voor een soepele parlementaire be
handeling. Weliswaar zal de opposi
tie tegenstemmen en is de houding
van de communistische coalitiepart
ner onzeker, maar in het ongunstig
ste geval onthouden de parlementa
riërs van de PC zich van stemming
en zal de ratificatie worden doorge
voerd dank zij de absolute meerder
heid van de socialistische fractie in
de Assemblée.
Het is niet zo dat de socialistische
afgevaardigden geen problemen zien
..in het Verdrag van Bonn. Maar het is
de uitdrukkelijke politieke wil van
de regering om de ongelukkige poli
tieke erfenis uit het tijdperk Giscard
d'Estaing te aanvaarden en op het
diplomatieke vlak met Nederland in
het reine te komen.
De kwestie van het Rijnzoutverdrag
wordt sinds een aantal maanden op
het hoogste politieke niveau in Pa
rijs behandeld. Het is nauwelijks een
geheim dat er van het Elysée instruc
ties zijn uitgegaan naar de regering
om de ratificatie op korte termyn
door het parlement te slepen. De
persoonlijke vriendschap tussen pre
sident Francois Miterrand en de hui
dige Franse ambassadeur in Den
Haag. Claude Kemoularia, zouden
daaraan niet vreemd zijn. De ambas
sadeur lijk: de opvatting te huldigen
dat het Rijnzout de betrekkingen
tussen Nederland en Frankrijk ver
galt en dat dit nadelige gevolgen
heeft voor de positie van de Franse
export naar de Lage Landen.
In politiek Den Haag wordt het
evenwel aan de „zorgvuldig opge
bouwde Nederlandse druk" toege
schreven. dat de Fransen na zeven
jaar trameren eindelijk hun handte
kening willen gaan zetten. Die druk,
zo meldt een welingelichte ambtelij
ke zegsman, bestond niet alleen uit
politieke pressie van regeringszijde,
maar ook uit de vele perspublikaties
en het voor de rechter slepen van de
kalimijnen door een stichting Rein-
water.
Of de Westlandse tuinders er nu echt
veel wijzer van worden? Zij immers
klagen al jarenlang steen en been
over het verzilte Rijnwater, en door
strikte naleving van het verdrag zou
het zoutpercentage van het Rijnwa
ter pas in 1988 met rond 20 procent
kunnen dalen. Tegen die tijd. zo
zeggen milieu-activisten, zijn de ka
limijnen vrijwel uitgeput en heeft
het verdrag geen zin meer.
Maar in politiek Den Haag is men zo
pessimistisch niet. De Nederlandse
regering, zo wordt beklemtoond, ziet
in de nu ophanden zijnde Franse
ondertekening een „doorbraak" in
de stryd tegen verzilting van het
Rijnwater Het verdrag richt zich
weliswaar op het terugdringen van
de zoutlozingen in de Elzas. maar in
een later stadium dienen ook de
andere „verzilters" van de Rijn, voor
al de Westdultse industrieën, te wor
den aangepakt. Dat voornemen al
thans is in de verdragstekst vastge
legd, maar er zullen nieuwe onder
handelingen in de Internationale
Rijncommissie nodig zijn om daar
overeenstemming over te bereiken.
Het verdrag behelst dne fasen. In de
eerste, die twee maanden na de
ratificatie in moet gaan en in totaal
anderhalfjaar mag duren, moeten de
zoutlozingen in de Elzas met 20 kg
per seconde worden terugge-
bracht.'Rn de tweede fase, waarvoor
twee jaar is uitgetrokken, moet een
vermindering met 60 kg zijn bereikt.
De kalimijnen lozen nu 130 kg zout
per sec. en nemen daarmee bijna de
helft van het totale aantal zoutlozin
gen (300 kg per sec.) voor hun reke
ning.
Over de derde fase. het aanpakken
van de overige vervuilers, is in de
verdragstekst nog niets vastgelegd.
In tegenstelling tot de kalimijnen,
één grote vervuiler die het zout in
vaste vorm loost, storten talrijke,
ko
mi
voornamelijk Westduitse bediiÈ11
hun zoutafval in opgeloste voiivo
het Rijnwater. Door het indamp*—
effect is dan veel moeilijker vJ
steilen welk bedrijf precies vooi
ke mate van vervuiling zorgt (en
de bestrijding ervan moet opd
en).
Overigens zijn nog steeds
..technische details" niet opp
vastgesteld moet nog worden
neer de fasen precies moeten ii
en op welke plaats de kalim
hun zout gaan lozen. Aanvai
was daarvoor Rheiningue in
zas aangewezen. Maar daar*
kwam de plaatselijke bevolki
het geweer, terwijl ook fabrilu
van bronwater vreesden dat
produkt door zoutinjecties li
bodem een zilte smaak zou ko
krijgen. j
Vanweghet hevige verzet i ijl
Elzas i waar de noodlijdende kt 11
nen de enige grote industriële)
gever zijm besloot de Franse
ring tot het instellen van een ins
tionale commissie van deskunc
Die wees Chalampé, aan de 1
Duitse grens, aan. Maar vanl
duitse zijde stuitte dit op gree
zwaren, omdat werd gevreesd
zoutinjecties een bedreiging zo
kunnen vormen voor de drinkt
voorziening in de deelstaat Bi
Wuerttemberg. Ap
De kwestie is uiteindelijk opg
door de briefwisseling hierover
de Franse regering tot onderdet
het verdrag te verklaren. J.
wordt daarin de mogelijkheid:
den alsnog een andere plaats w
zoutinjecties vast te stellen. Dzi y|
echter pas gebeuren na overleg
nen de Internationale RijncoriBF
sie en als onomstotelijk vas: ag<
dat de zoutinjecties geen gevaar Oo
het milieu van de buurstaten ktfBr
opleveren. aa
nu
Overigens is een opmerkelijke L
van het verdrag dat het (ook r
Europese recht verankerde) pir
van de vervuiler betaalt is la
ten Het verdrag behelst een ve qi:
sleutel, waarbij Nederland 34,?*^
rijk en Duitsland 30 en Zwitseii) frg
procent van de kosten voor
rekening nemen. De Nederland)
lastingbetaler levert derhalvt (je
bijdrage aan de bestrijding va:
vulling die door een Frans bed da
veroorzaakt. op
In 1976 heeft de Nederlandse Tê;
ring als „eenzijdige stap" o:
inwerkingtreding van het verdr
versnellen al ruim 20 miljoen?
aan Parijs overgemaakt
1!
Wie durft te zeggen, wie kan zeggen dat hij met
uitsluiting van anderen de waarheid kent, over
de waarheid beschikt? Is een mens die dit beweert
niet mateloos arrogant? Tegenover andersdenken
den en andersgelovenden moet zo iemand onver
draagzaam zijn, op het onuitstaanbare af. In toene
mende mate stellen aanhangers van niet-christelij-
ke godsdiensten aan christenen de vraag w aar zij de
pretentie dat zij over de waarheid beschikken
vandaan halen. De vraag wordt steeds indringender
in een tijd waarin de ontmoetingen op kleine en op
grote'schaal in omvang en in intensiteit toenemen.
Afstanden lijken verdwenen; de massamedia infor
meren ons dagelijks over leven, denken en geloven
van mensen aan de andere kant van de wereld. Niet
vaak maken zij de indruk dat zij zitten te wachten
op ónze waarheid.
Het onderwerp is niet nieuw Eigenlijk is het zo oud
als het christendom. De christelijke kerk heeft er in
de loop van de eeuwen nooit twijfel over laten
bestaan: niet alle godsdiensten zijn gelijk Als het
standpunt anders zou hebben geluid zou er van
zending en missie geen sprake zijn geweest: je gaat
'blinde heidenen' niet bekéren als je van mening bent
dat hun religie een variatie is op je eigen religie, dat
er sprake is van principieel gelijkwaardige religies.
Je kunt dan ook niet spreken van ongeloof, hoog
stens van een wat andere manier van geloven. Waar
we elkaar vinden is in het geloof aan een hogere
macht die de een god noemt en de ander een andere
naam geeft, maar die in elk geval boven ons uitstijgt,
troost biedt en bescherming voor een klein mens
tegenover onbekende machten
Deze opvatting, aangeduid als een oeverloos relati
visme, doet in ernstige mate tekort aan de werkelijk
heid in verleden en heden. Zij neemt in feite de
aanhangers van andere godsdiensten niet serieus
Toch wordt nog dikwijls als het einde van alle
wijsheid verkondigd: ieder moet op zijn manier maar
zalig zien te worden of nog erger alle godsdien
sten zijn één pot nat. Met zo'n redenering wordt elk
zoeken naar de waarheid een van de meest
menselijke activiteiten en behoeften bij voorbaat
afgekapt.
Waar het in dit artikel om gaat is de vraag of het
christendom de pretentie van de 'ware godsdienst'
mag voeren, of er gesproken mag worden van iets als
een meerwaarde in vergelijking met andere wereld
godsdiensten zoals het jodendom en de islam.
Aanmatiging
Hoe scherp en fel de vragen op een gegeven ogenblik
worden geformuleerd en hoe mensen tot in het diepst
van hun wezen bij de waarheidsvraag betrokken zijn
toont een discussie die in juli van dit jaar in
Hervormd Nederland is gevoerd tussen professor dr
J. Verkuijl. emeritus hoogleraar in de zendingsweten-
schappen aan de VU en Dick Houwaart. die in de
Tweede Wereldoorlog als Joods jongetje bij christe
nen ondergedoken en gedoopt, zich jaren daarna
scherp bewust geworden is van zijn Jood-zijn en daar
voortdurend in woord en geschrift blijk van geeft
Verkuijl had volgens Houwaart opgeroepen Joden te
gaan bekéren tot het christendom en die oproep
betitelde Houwaart als 'anti-Judaïstisch, misschien
wel anti-semitisch'.
Voor zijn-opvatting had Houwaart ook een aankno
pingspunt gevonden in Verkuijls boek 'Inleiding in
de nieuwe zendingswetenschap'. Daann had hij
onder andere geschreven dat christenen niet mogen
vergeten dat de imago van Christus door de
christ41ijke geschiedenis zó bezoedeld is voor de
ogen van de Joden dat een Jood hem niet in zijn
eigenlijke gedaante ziet. Dat nu noemde Houwaart
een pijnlijke aanmatiging „Hoe komt u er bij dat wij
Jezus niet In zijn legenlijke gedaante zien? Wij zien
hem in een andere gedaante dan u wenst. Maar
waarom kan dat niet de juiste zijn?" En hij besloot
zijn artikel als volgt; „Staak uw zending onder de
Joden. Roep anderen daartoe ook niet op. Zending is
een vorm van anti-Judaïsme. Ik voel het als een
bedreiging. Zoals anti-semitisme mij bedreigt".
Dwang demonisch
Professor Verkuijl antwoordde onder andere dat bij
de communicatie van het evangelie elke vorm van
dwang demonisch is. maar ook dat liefdevol en
geduldig wederzijds getuigenis een onnalaatbare
roeping is: Joden en christenen bewijzen elkaar geen
dienst als ze de dieptste verschillen tussen hen
ontwijken of camoufleren. Christenen hebben niet
stemmen uit de kerken
alleen de roeping tot luisteren, maar ook de taak
vragen te stellen, bijvoorbeeld over het paaslam,
over de betekenis van het ritueel van de zondebok,
over de boodschap van Jesaja 53 Ze hebben boven
dien de roeping de boodschap van en over Jezus aan
de orde te stellen, de boodschap van de gekomen en
van de komende Christus, aldus professor Verkuijl
Zo'n discussie blijft onbevredigend. Ten diepste
ontmoet men elkaar niet. Ik denk dat we ook niet
moeten proberen op de één of andere manier op
dezelfde lijn te komen. Bij de gereleveerde discussie
heeft drs .1. Slomp, predikant in algemene dienst
van de gereformeerde kerken om voorlichting te
geven over de ontmoeting met moslims in de
samenleving, enkele behartenswaardige opmerkin
gen gemaakt: christenen moeten in hun contacten
met Joden de bekeringsintentie laten varen. Wel
blijft het gesprek nodig, en het van elkaar leren; de
rest moeten we aan God overlaten. Het lijkt een
dooddoener, maar ik denk dat we er niet meer van
kunnen zeggen.
Wereldraad
De verhouding tussen Jodendom en christendom
heeft een heel eigen karakter. Maar er zijn méér
wereldgodsdiensten tussen welke gesprekken nood
zakelijk zijn (en die in toenemende mate ook worden
gevoerd).
Een overzicht van de stand van zaken wat betreft de
dialoog tussen de in de Wereldraad van Kerken
gebundelde kerken en andersgelovenden en anders
denkenden heeft professor dr D C. Mulder gegeven
in het boekje 'Gerechtigheid, eenheid en vrede', naar
aanleiding van de agenda van de Wereldraadbijeen
komst in Vancouver afgelopen zomer Professor
Mulder herinnert eraan dat de impuls tot die dialoog
is uitgegaan van de vierde assemblee van de Wereld
raad te Uppsala m 1968 Drie jaar later is de afdeling
voor dialoog opgericht In 1974 waren er in Colombo
gesprekken met hindoes, ooeanisten. Joden en mos
lims. In 1975 gaf de Wereldraad met enige moeite
'groen licht' voor voortzetting van het werk het
verslag van de gesprekken uit 1974 had veel kritiek
uitgelokt.
Brandpunten
Professor Mulder zelf groot voorstander van de
dialoog zegt onder andere dat er van twee
brandpunten kan worden gesproken. Aan de ene
kant (thema van Vancouver) dat Jezus Christus het
leven van de wereld is, aan de andere kant dat het
gaat om het leven voor de wereld. Wetend bijvoor
beeld dat het overgrote deel van de armen buiten
kerk en christenheid valt is het aldus professor
Mulder eenvoudig onmogelijk als christenen'
der elkaar over de grote noden van vandaag
spreken. „We geven ons dan over aan de illusie
ongegronde pretentie alsof wij christenen alleen
noden aan kunnen dan wel van ons alleen
oplossing of vermindering ervan afhangt. Hoogs»
kunnen wij hier een bijdrage leveren, maar sanx
werking met anderen is bitter nodig"
Nu zullen sommigen zeggen dat de 'waarheidsvm
toch bezwaarlijk kan worden beantwoord vanuite
feitelijke situatie, hoe verschikkelijk die ook m»
zijn. Misschien is het goed er aan te hemneren ds:
christelijke kring heel lang de opvatting werd geb
digd: alleen wat aan de armen wordt gedaan:
liefde tot Jezus is échte hulp. wat andersdenkend
doen is natuurlijk toe te juichen, maar het kan ia
nooit halen bij wat gebeurt uit christelijke bewogi
heid.
Het ernstig nemen van de dialoog kan christen
eraan ontdekken dat alle arrogantie en zelfverheffi
maar beter snel kunnen worden afgelegd. Maar cc
hiermee is zelfs het voorlaatste woord bepaald
gezegd Een uiterst moeilijke vraag betreft bijv»
beeld de verhouding tussen dialoog en getuigd
Zijn die twee met elkaar in overeenstemming
brengen'' Getuigenis kan een gesprek voortijdig-
een einde brengen. Dat zal het geval zijn als art
menten gaan ontbreken en terug wordt gevallen:
stellingen die voor verdere discussie geen ente
ruimte over laten. Maar getuigenis kan ook
zijn, namelijk uiting geven in volstrekte erkenrë
van de beweegredenen van de ander aan watci
ten diepste bezig houdt, welke de wortels zijn
ons geloven. Dat kan voor de dialoog een waardew
le bijdrage betekenen.
J. J. TeK