sowjet-unie gaat steeds
minder op 1984 lijken
PZC/ weekendkrant
ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1983
19
In de PZC van gisteren vrijdag
besteedde onze Londense cor
respondent Henk Dam al uitvoe
rig aandacht aan de schrijver
van het boek '1984'. George Or
well: Vandaag een tweede bij
drage. nu van de hand van prof.
Karei van het Reve
Dr. K. van het Reve (62) was tot
voor kort hoogleraar in de Slavi
sche letteren aan de Rijksuni
versiteit van Leiden, een functie
die hij vanaf 1957 bekleed heeft.
Hij onderbrak zijn werk aan de
universiteit gedurende 1967 en
1968 om zich als correspondent
van het dagblad Het Parool in
Moskou te kunnen vestigen. Van
het Reve vertaalde verscheidene
literaire werken uit het Russisch
in het Nederlands Voor zijn ver
taalwerk ontving hij in 1978 de
Nijhoff-prijs Zijn kritiek op de
Sowjetmaatschappij en het com
munisme uitte Van het Reve in
talrijke artikelen en boeken, zo
als 'Rusland voor beginners'.
'Het geloof der kameraden'Met
twee potten pindakaas naar
Moskou' en 'Lenin heeft echt
bestaan' In 1982 tverd hij voor
zijn literaire werk onderschei
den met de P C. Hooftprijs.
Het boek „1984" van George Orwell geldt zo'n beetje als dè beschrijving van een totalitaire
staat, en meer in het bijzonder van een communistische totalitaire staat. Maar als je
Orwells artikelen en brieven leest, en de herinnering van mensen die hem gekend hebben,
dan treft het hoe weinig hij eigenlijk van dat soort staten geweten heeft. Hij schrijft veel over
„fascism", maar als hij het over de gruwelen van het fascisme heeft, noemt hij gummiknup
pels en wonderolie. Hoe het wérkelijk onder de Duitse bezetting was wist Orwell niet. Hij
wilde het, geloof ik, ook niet zo erg weten, want hij had zo zijn eigen ideeën, en daar hield hij
nogal stug aan vast. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog heeft hij nog vijf jaar geleefd,
maar over de uitroeiing van de Europese joden schrijft hij nauwelijks.
Ook van Rusland heeft hij niet veel Wat hij weer heel goed gezien heeft is
geweten. Wat hij weet komt nog voor de dagelijks van de daken ge-
het grootste deel uit Engelstalige schreeuwde dankbaarheid van het
volk. Officieel is het in een socialis
tisch land zo. dat de bevolking „geluk-
bepaalde stukjes communistische kig" is. en vervuld van dankbaarheid
ïerkelijkheid gezien die anderen niet jegens partij en regering. In Stalins
Stalins politieke politie In 1953 is hij
onder geheimzinnige omstandighe
den door zijn eigen partijgenoten ver
moord. Daarna verdween hij uit de
Russische geschiedenis. Omdat er
over de Beringstraat niet zo erg veel
- te vertellen was had men dat tref-
hebben gezien. Enkele dingen heeft tijd schreven alle schoolkinderen brie- woord vergroot door toevoeging van
M. ™ife ie hom gen stel foto's, waarop ook weer wei
nig te zien was, omdat die Berings
traat nu eenmaal grotendeels uit wa
ter bestaat.
In 1948 kocht ik in een Moskous
antiquariaat een zesdelige uitgave
van Pocsjkin. Uit iedere titelpagina
was de naam van een der redacteuren
weggekrabd. Pas jaren later kwam ik
erachter wie die redacteur geweest
was. Hoe effectief dat systeem is
merkte ik in 19G8.
verleden
hij zelfs „voorzien", zodat je hem een ven aan Stalin, waarin ze hem be-
profeet zou kunnen noemen. dankten voor hun „gelukkige jeugd".
Om maar eens iets te noemen: de haat ik heb nergens gevonden dat Orwell
mmjd tussen communistische staten van die officiële, dankbaarheid wist.
was in 1948 iets nieuws, iets waar Hij heeft het geraden,
aiemand over dacht. Je had natuur
lijk de afvallige, verketterde Tito,
maar die zag men toch meer als een
uitzondering dan als een regel. Men Opmerkelijk is ook de manier waar-
eettJ geloofde toen algemeen in een „com- op hij het „veranderen van hel verle-
uwst mumstisch blok", in het „wereldcom- den" beschrijft. Hij doet dat ener-
uteuj munisme". en men zag niet in dat zijds heel bizar en onreéel (zijn hele
goede betrekkingen tussen twee van boek is eigenlijk een jongensfantasie,
elkaar onafhankelijke communisti- geschreven door iemand die niet
sche staten eigenlijk niet mogelijk weet hoe het in de wereld toegaat)
zijn. Er moet één instantie zijn die de met een ..memory hole", waarin je
wijsheid in pacht heeft, en die instan- een stukje papier dat „verouderd" is
*.le moet öf in Moskou, öf in Peking kunt laten vallen, en met een heel
zetelen. Dat de ware interpretatie van ministerie, waarin dagelijks de ge-
het marxisme gedeeltelijk in Moskou schiedenis herschreven wordt, waar-
en gedeeltelijk in Peking te vinden bij personen die geacht worden nooit
1 zijn, dat kan niet. te hebben bestaan verwijderd wor-
Orwell zag dat in 1948 in: in zijn boek den uit alle kranten en boeken waar-
heb je drie supermachten, alle drie in ze voorkomen. Niettemin gebeur-
iarlkaturen van de Sowjet-Ume of de den en gebeuren dat soort dingen, zij
Chinése Volksrepubliek, en twee van hel veel primitiever, in Rusland,
die landen zijn altijd in oorlog met het Ik werkte als bibliothecaris op het
derde land. De bondgenootschappen Oost-Europa-instituut van de Am
sterdamse universiteit, toen daar in
oorlogen doet 1953 deel 21 binnenkwam van de
Onveil trouwens twee interessante Grote Sowjet-Encyclopaedie. In dat
uitspraken: hij vermoedde in 1945. dat deel lagen een paar losse pagina's,
de atoombom tot een evenwicht tus- bijna geheel gewijd aan de Berings-
leiden traat. Er was een gebruiksaanwijzing
en een derde wereldoorlog zou verhin- bij. uit deel 5 van de GSE moesten we
deren. Die voorspelling is tot nu toe „met een schaar of scheermes" de
uitgekomen. Ten tweede beschrijft hij pagina's 21 tot en met 24 uitsnijden en
ln „1984" een soort oorlog waarin door deze pagina's vervangen. De uit
maar af en toe echt gevochten wordt, te snijden pagina's bleken voor een
zoals de tegenwoordige oorlog tussen belangrijk deel gewijd te zijn aan een
Iran en Irak. of zoals in onze geschie- groot trefwoord „Beria". Lavrenti Be-
ria 0899-1953) was de laatste chef van
rerschuiven steeds.
Op het gebied
dents dc Tachtigjarige Oorlog. Mis-
,schien zal dat soort oorlogen
mode raken.
de
Ik zat in een Moskouse bioscoop en
keek naar een zeer slechte verfilming
karei van het reve
van „Anna Karenina". en een paar
rijen verder zat. Molotov. Deze man
was van 1917 tot 1957 een van de
kopstukken van de sowjetstaat ge
weest. Van 1925 tot 1957 was hij lid
van het Politburo, van 1939 tot. 1949
en van 1953 tot 1956 minister van
buitenlandse zaken. Zijn portret moet
in alle formaten en in miljoenen exem
plaren over het land verspreid ge
weest zijn. Honderden collectieve
boerderijen, scholen, fabrieken, stra
ten moeten zijn naam hebben gedra
gen. De oude stad Perm is in 1940 naar
hem vernoemd. Maar in 1957 was hij
weggejaagd en geworden tot een „un
person" in Orwelliaanse zin. In
werkelijkheid bestond hij nog wel
ik zag hem duidelijk zitten maar
officieel had hij nooit bestaan. Zijn
naam en portret waren verdwenen uit
kranten, boeken en tijdschriften, alles
wat naar hem genoemd was werd
bliksemsnel naar iemand anders ge
noemd, en nu, tien jaar later, zat
Molotov in een Moskouse bioscoop en
bijna niemand herkende hem. „Nie
mand herkent hem", hoorde ik bij het
uitgaan van de bioscoop een vrouw
tegen een andere vrouw zeggen Had
hij in een Nederlandse bioscoop geze
ten, dan zou hij door meer mensen
herkend zijn, want in het Westen
wordt Molotov als een belangrijke
politieke persoonlijkheid beschouwd
en zijn portret staat van tijd tot tijd in
de krant, of je ziet hem op het scherm
Maar in mijn Kleine Sowjet-Encyclo
paedie (deel 6. 1959) komt geen tref
woord Molotov voor
Overigens bewijst juist die encyclope
die dat de Sowjet-werkelijkheid ach
terblijft bij het beeld dat Orwell geeft:
er staat namelijk wel een trefwoord
„Perm" in, en daarin kun je lezen dat
die stad van 1940 tot 1957 ..Molotov'
heette. Dat is helemaal in strijd met
Orwell bij hem zou iedere aanwijzing
dat die stad ooit anders dan Perm
geheten heeft zijn vernietigd.
Een goed voorbeeld van een Russi
sche. ..unperson" is overigens mijn
broer, de bekende schrijver Gerard
Reve. Van 1962 tot 1975 verscheen in
Moskou, in acht delen, de „Korte
Literaire Encyclopaedic", en in 1978
kwam er een aanvullend deel 9 bij In
die negen delen heben veel Neder
landse schrijvers een trefwoord Tejn
de Fris, Chjoego Klaoes, Charn Moe-
lisj, W. F. Chermans. Alfred Kosman.
en vele anderen, maar Gerard ont
breekt
details
Soms zijn het kleine sowjet-details
die je bij Orwell vindt. Zo staat
ergens in zijn boek dat de aanspreek
vorm „mevrouw" (Mrs.) bewaard ge
bleven is, hoewel men elkaar eigen
lijk officieel met „kameraad" aan
spreekt. Welnu, in Moskou heb ik
vaak winkelmeisjes horen aanspre
ken met „juffrouw" (barysjnja) hoe
wel dat een vóór-revolutionaire, bur
gerlijke aanspreekvorm is. Of neem
het bespioneren van ouders door hun
kinderen. In „198R" staat dat deze
activiteit door de overheid wordt
aangeprezen. Wat Orwell denkelijk
niet geweten heeft is, dat er tot op
deze dag in Rusland een soort kinder-
iconomie
Een van de dingen die Orwell op
{eniale wijze heeft ingezien is ook,
d>t schaarste aan consumptiegoede-
een wezenlijke trek is van een
socialistische economie, en niet, zo
als velen in zijn tijd dachten, een
overgangsverschijnsel, de nasleep
van revolutie, burgeroorlog, blokka
de. Het opmerkelijke daarbij is, dat
Orwell zelf een overtuigd voorstan-
an een socialistisch economisch
stelsel was, dat wil zeggen van een
stelsel waarbij kopen met het oog
merk om te verkopen strafbaar is. Hij
?eeft zelf overigens in zijn boek een
voorbeeld van iemand die enerzijds
wn voorstander is van de socialisti-
economie en zeer geestdriftig
over de grote successen van die eco-
oomie (het voortdurende trompetge
schal over die successen geeft Orwell
sccr juist weer) en tegelijk aan een
collega vraagt of die soms aan
scheermesjes weet te komen.
Dat dit soort dingen in „1984" niet op
tthte kennis, maar op een soort in
stinct teruggaat, merk je als je de
?oederenschaarste in „1984" nader
oektjkt. Het distributiesysteem lijkt
'eel meer op dat van Engeland in 1948
dan op dat van Rusland in 1945: in
kapitalistische landen is het namelijk
de gewoonte om bij schaarste een zo
?oot mogelijk assortiment van goe
deren te distribueren. In Nederland
*aren in de oorlog en nog jaren
daama niet alleen brood en aardap-
maar ook thee. koffie, vlees,
®elk, eieren, textiel, suiker, boter,
'et, tabak, scheerzeep „op de bon". In
realistische landen is men niet zo
Jinzinnig, Allereerste levensbehoef
ten, waarvan de afwezigheid tot hon-
«ersnood zou leiden, gaan op de bon.
Voor de rest verhoogt men eenvoudig
de prijzen Toen ik met een gezel
schap Nederlanders in 1948 in Moskou
tas. bleek datje daar zonder bon rijst
jonkopen, die in Nederland nog op de
d°n was. Sommigen van ons gezel
schap kochten een pondje En toch
5asin 1948, denk ik zo, de consumptie
rijst per hoofd der bevolking in
"Werland hoger dan in Rusland. In
•1984" heeft Orwell het over een cho
colade-rantsoen. Dat kan niet.
.I#*-' V
heilige vereerd wordt, Pavlik Moro-
zov genaamd, wiens heldendom hier
in beslaat dat hij zijn vader en moe
der bij de politieke politie heeft
aangegeven, waarna hij door dc boe
ren van zijn dorp is doodgeslagen.
Of neem het geval van de fictieve
biografie Orwells hoofdpersoon,
Winston Smith, werkt op het ministe
rie waar men de geschiedenis her
schrijft. Winston komt op het idee om
een bepaald stukje geschiedenis te
illustreren met de heldendaden van
een man die nooit bestaan heeft, maar
door Winston wordt bedacht, een ze
kere Ogilvy. Dat doet denken aan het
China van Mao. waar veel ophef werd
gemaakt van de heldendaden van een
bepaalde jongeman. Lei Feng, die
altijd klaarstond om de gemeenschap
te dienen en bijvoorbeeld „heimelijk
de was deed voor zijn kameraden"
Het idiote daarbij was. dat in heel
China foto's werden tentoongesteld
waarop je hem bezig zag met die
heimelijk was. Terwijl toch iemand
die heimelijk goed doet dat onmoge
lijk kan doen in de aanwezigheid van
persfotografen. Dat verheerlijken van
gebeurtenissen die nooit hebben
plaatsgevonden is echt iets voor Or
well.
Hij zou, denk ik. ook zeer in zijn
nopjes geweest zijn met het zwemmen
van Mao volgens officiële Chinese
bekendmakingen Peking Review, 12
augustus 1966. bladzijde 17) heeft
voorzitter Mao, zwemmend in de
Jangtse Kiang (moderne spelling.
Yang zi jiang), m 65 minuten een
afstand van 15 kilometer afgelegd,
waarmee hij, op 73-jarige leeftijd, alle
olympische records geslagen heeft,
zelfs als we drie tot vijf kilometer per
uur van zijn snelheid aftrekken we
gens de stroom want hij zwom
stroomafwaarts. Dit natuurlijk vol
strekt uit de lucht gegrepen bericht
werd niet alleen geloofd door miljoe
nen Chinezen (ik schrijf dal nu wel
maar ik weet eigenlijk niet of ze het
geloofden), maar ook ien hier heb ik
meer zekerheid) door tal van Mao-
sympathisanten in het Westen, waar
onder enige duizenden Nederlanders.
We hadden zelfs een echte professor
W. F. Wertheim (hij is nu met pen
sioen), die Map voor een geniaal
zwemmer hield en daar steeds artike
len over schreef.
Een van de treffendste passages in
„1984" is die. waarin Winston Smith in
een klein hokje zit te werken, en naast
hem in net zo'n hokje werkt een klein
vrouwtje met zandkleurig haar. en dat
vrouwtje doet niets anders dan het uit
oude jaargangen van kranten verwij
deren van de namen van mensen die
doodgemaakt zijn en nu geacht wor
den nooit te hebben bestaan. In zeke
re zin. zegt Orwell, was dit een passen
de bezigheid voor haar, want haar
eigen man was enige jaren geleden
ook doodgemaakt. Die passage roept
onmiddellijk Rusland op tussen zeg
1937 en 1956 heel wat weduwen van
terechtgestelden kwamen in die tijd
aan de kost door werken in de propa
gandamachine van het regime dat
hun echtgenoot ter dood had ge
bracht. Het doet ook denken aan
Alexander Tvardovski. wiens vader is
omgekomen bij de „collectivisatie'
(ook zo n Orwell-woord) van de land
bouw. en die daama een beroemd
.dichter werd. vooral omdat hil verzen
schreef waarin die collectivisatie lulde
werd toegejuicht
beeld
'Ais ÜMBft -,vi' -.
Het huis Bamhill op het Hebriden-eiland Jura. Hier schreef George Orwell in totaal isolement zijn boek 1984.
Zo staat in „1984" een aantal Russi
sche zaken heel aardig beschreven.
Maar daarmee hebben we eigenlijk
nog geen antwoord op de vraag: geeft
„1984" een juist, een enigszins volle
dig, enigszins redelijk beeld van bij
voorbeeld Rusland in 1948 of 1984?
Het antwoord op die vraag moet
luiden: nee. eigenlijk niet. Of nog
beter: nee. eigenlijk helemaal niet.
De staat die Orwell in „1984" be
schrijft is onbestaanbaar. Het is. zei ik
al. een soort jongensboek, een kost
schoolnachtmerrie, een omgekeerde
utopie. Er staan allerlei dingen in die
in een totalitaire staat in de 20e eeuw
nu juist niet voorkomen. Orwell laat
bijvoorbeeld de grote verrader en vij
and des volks Goldstein iedere dag op
het televisiescherm verschijnen, gal
spuwend en lasterend over de be
staande orde. Zoiets is ondenkbaar
Iedere dictator weet dat je kalm aan
moet doen met de naam en het por
tret van je vijand Je was wel gek als je
hem iedere dag aan het volk vertoon
de Verder laat Orwell de regering
propaganda bedrijven met \yreedhe-
den. begaan niet dóór. maar tégen de
vijand. Dat is ook volstrekt in strijd
met de werkelijkheid De regerings-
propaganda in totalitaire staten legt
juist voortdurend de nadruk op de
braafheid van de eigen partijOm ook
eens een voorspelling te doen. geen
enkele sowjethistoricus zal het in 1984
wagen ook maar de mogelijkheid te
overwegen dat ooit een sowjetgranaat
op een Fins, Duits, Afghaans „woon
huis" gevallen is.
Of neem de door Orwell beschreven
isolatie van .Oceania" van het bui
tenland de burgers van Oceania we
ten niets van wat zich buiten de
landsgrenzen afspeelt. Een zo grote
isolatie komt in werkelijkheid, geloof
ik, niet voor. Het is waar. natuurlijk,
en het lijkt op „1984". dat de Chinese
pers, radio en televisie de Amerikaan
se maanlandingen eenvoudig verzwe
gen heeft collega Wertheim, die ik
daareven al noemde, zag daar een
uiterst vooruitstrevend stukje volks
voorlichting en emancipatie in en
het is ook waar. dat een burger van de
Sowjet-Ume zich niet op enig buiten
lands blad kan abonneren, en geen
boeken uit Nederland kan bestellen
als hij neerlandicus is En als een
Leidse student uit Moskou een brief
aan zijn moeder stuurt, is die brief
soms veertien dagen onderweg. Maar
daar staat tegenover, dat heel Rus
land naar westerse radiostations luis
tert, dat er veel telefoonverkeer met
het buitenland is. dat er vrij veel
westerse boeken in het Russisch ver
taald worden, en dat er zelfs af en toe
groepen Russische toeristen onder
toezicht van beproefde begeleiders
het Westen bezoeken.
jargon
Allerlei stukken van de door Orwell
beschreven samenleving ontbreken
trouwens geheel of gedeeltelijk. We
weten niet hoe het in Oceania is met
scholen, universiteiten, kerken, mu
sea, schilderijen, fietsen, auto's,
orkesten. vliegtuigen. schepen.
Wordt er bijvoorbeeld wel eens ka
mermuziek uit de barok gespeeld?
Ook het befaamde „Newspeak" lijkt
nergens op. Het is een jargon, dat
enigszins op journalistiek en departe
mentaal jargon üjkt. met allerlei af
kortingen, mede ontleend aan het
soort telegrammen dat redacteuren
vroeger aan hun correspondenten
stuurden, waarin „uw essay over het
onderwerp „God is dood. leve Zim
babwe"' hebben wij tot op heden niet
ontvangen" afgekort wordt tot
„thinkpiece godzimb unreceived".
Dat jargon heeft niets te maken met
de propagandataal van totalitaire re
gimes. Die taal is juist heel uitgebreid,
heel deftig, en zonder afkortingen en
familiariteiten. Stalin. Hitler. Castro,
Mao worden beslist geen „grote
broer" of B.B. of zoiets genoemd,
maar „Fuhrer des deutschen Volkes"
„el Lider", „onze grote roerganger en
voorzitter Mao" en „de grote leider
der volkeren, het grootste genie der
mensheid, kameraad I. V Stalin".
Er is nog iets waai' Orwell een geheel
verkeerd beeld van geeft. Hij heeft
opgemerkt dat onder zo'n regime de
mensen ertoe gebracht worden absur
de dingen te geloven: dat de politie
chef Beria in Engelse dienst was. dat
de zin „de kwantiteit slaat om in de
kwaliteit" iets betekent, dat Mao op
73-jarige leeftijd alle olympische
zwemrecords gebroken heeft, dat
Marx de „wetten der maatschappelij
ke ontwikkeling' ontdekt heeft, dat
de joden van alles de schuld krijgen,
dat de zionisten aan alles schuldig
zijn, dat de multinationals van alles
de schuld krijgen, dat het communis
me de mensheid gelukkig zal maken,
etc. etc Dat is allemaal onzin natuur
lijk. En je kunt dan de beeldspraak
gebruiken dat in dat soort landen de
mensen ertoe gebracht worden te ge
loven dat twee keer twee vijf is, dat
oorlog vrede en slavernij vrijheid is.
Dat kun je allemaal zeggen als je zo'n
land bekijkt Maar Orwell laat de
regering van dat land dat zelf zeggen.
Overal hangen leuzen zoals „war is
peace!!" of ..freedom is slavery!" en als
Winston Smith gearresteerd wordt,
dwingt men hem om ..vijf' te zeggen
als iemand vier vingers opsteekt. Dat
is helemaal in strijd met de totalitaire
werkelijkheid der 20e eeuw
En ten slotte: Orwell schreef in 1948
over een denkbeeldig Engeland van
1984. Dat denkbeeldige Engeland
lijkt hier en daar treffend op de
Sowjet-unie en op de Chinese Volks
republiek, en waarschijnlijk nog
meer op landen als Albanië of Noord-
Korea. Maar waar Orwell verbaasd
over zou zijn: naarmate de Sowjet-
l'nie het „echte" jaar 1984 nadert,
verwijdert het zich van Orwells
boek. ln 1984 lijkt Rusland minder op
„1984" dan in 1948.
Voor poézie in vertaling bestaat
meestal slechts een klein pu
bliek. Toch verschijnt steeds weer
het een en ander op dit gebied.
Soms kan dat tot aangename ont
dekkingen leiden. Maar vaak blij
ken de vertaalde dichters net zo
weinig interessant als allerlei fi
guren van de tweede garnituur uit
eigen land. Je krijgt dan veelal
een ongunstige, mogelijk verkeer
de indruk van de gehele literatuur
waartoe zo'n dichter behoort.
Stel: er is een ver land. waar nog
nooit iets van de Nederlandse lite
ratuur is doorgedrongen. Eindelijk
vertaalt iemand er wat Nederland
se poezie. laten we zeggen een
bundel van Hans van de Waarsen-
burg Gegarandeerd dat in dat
denkbeeldige land nooit iemand
nog behoefte zal voelen aan meer
letterkunde uit Nederland. Helaas
gaat het in de praktijk zo nogal
eens toe. Via wat er vertaald
wordt, moet men in het buitenland
wel een heel merkwaardig beeld
krijgen van onze literatuur.
Ongetwijfeld krijgen wij op onze
beurt door wat er in ons land aan
vertalingen verschijnt ook een
scheefgetrokken beeld van andere
literaturen. Vertalers zouden hun
verantwoordelijkheid in deze wat
serieuzer moeten nemen Wat zij
uitkiezen om te vertalen is van
grote invloed op het beeld dat
lezers krijgen van een bepaalde
literatuur Maar ook hier is de
praktijk niet altijd even plezierig.
Wel een zeer merkwaardige in
druk van de Amerikaanse poézie
op dit moment krijgt men zo door
een selectie uit de verzen van
Jerome Rothenberg onder de titel
'Gedichten voor het spel van de
stilte' <128 pagMasereelfonds
Genti
Jan H. Mysjkin en Annemarie Na
gel zorgden voor de vertaling. Pe
ter Nijmeijer schreef een nawoord
Rothenberg werd geboren in 1931
Hij beween invloeden te hebben
ondergaan van de Noordameri-
kaanse Indianen» van de Oosteuro-
pese joden en van de Japanse
boeddhisten. Men maakt er gewag
van dat deze poézie het zo goed
doet als ze voorgelezen wordt
Maar ja, dichtkunst is nu eenmaal
niet een soort muziek Er valt dus
weinig vergoelijkends te zeggen
over deze Rothenberg. die het
moet hebben van regels die inmid
dels al erg ouderwets klinken als
Mijn oog barst, de groene/pulp
siddert uit de oogkas Valt op het
trottoir" '20) Zelfs de beste voor
dracht zal niet kunnen verhullen
dat het hier om wartaal gaat.
Engagement is een andere vrijbrief
om slechte poézie te schrijven die
dan toch heel goed gevonden moet
worden. Dat ziet men bij een
Zweedse dichter waarvan ook
werk vertaald werd. Het gaat om
Göran Sonnevi; van hem kwam
uit in een weergave van Lisette
Keustermans en Leo Wilders het
bundeltje 'Het Onmogelijke' (72
pag; Masereelfonds. Gent). Sonne-
vi's succes in zijn vaderland begon
met de publikatie van gedichten
als 'Over de oorlog in Vietnam' en
'Amerika's weerzinwekkende oor
log'. Een proefje:
..NadienJwas ik een ander, stukge
slagen. uitgerekt, verpletterd on
der de zuigerslagen der oneindig
heden Een deel van de onzichtba
re materie" (42i
Deze Sonnevi: 'dicht' er maar op
los. zonder zich er één ogenblik om
te bekommeren of wat hij op
schrijft ook nog iets betekent.
Geen aanwinst dus.
Met het volgende boekje komen
wc in wat hogere regionen. Het
gaat trouwens eerder om een aar
digheidje. dan om belangrijke
poOzie.
Octavio Paz en Charles Tomlin-
son schreven samen een aantal
sonnetten. Om de beurt een strofe
Een en ander verliep via een brief
wisseling. Beide dichters schreven
in hun eigen taal Het bundeltje
werd in Mexico uitgegeven onder
de titel Air Born/Hyos del Aire.
Een leuk verlengstuk is nu dat ook
in samenwerking Peter Nijmeijer
en Laurens Vancrevel voor een
Nederlandse vertaling 'Kinderen
van de lucht' zorgden. (Met oor
spronkelijke tekst. 40 pag.; 19,50.
Meulenhoff. Amsterdam i Zo'n
dichterlijke coöperatie leidt haast
vanzelfsprekend tot maakwerk.
Dat is ook hier het geval, maar ln
zijn soort is het verdienstelijk
werk.