sowjet-unie gaat steeds minder op 1984 lijken PZC/ weekendkrant ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1983 19 In de PZC van gisteren vrijdag besteedde onze Londense cor respondent Henk Dam al uitvoe rig aandacht aan de schrijver van het boek '1984'. George Or well: Vandaag een tweede bij drage. nu van de hand van prof. Karei van het Reve Dr. K. van het Reve (62) was tot voor kort hoogleraar in de Slavi sche letteren aan de Rijksuni versiteit van Leiden, een functie die hij vanaf 1957 bekleed heeft. Hij onderbrak zijn werk aan de universiteit gedurende 1967 en 1968 om zich als correspondent van het dagblad Het Parool in Moskou te kunnen vestigen. Van het Reve vertaalde verscheidene literaire werken uit het Russisch in het Nederlands Voor zijn ver taalwerk ontving hij in 1978 de Nijhoff-prijs Zijn kritiek op de Sowjetmaatschappij en het com munisme uitte Van het Reve in talrijke artikelen en boeken, zo als 'Rusland voor beginners'. 'Het geloof der kameraden'Met twee potten pindakaas naar Moskou' en 'Lenin heeft echt bestaan' In 1982 tverd hij voor zijn literaire werk onderschei den met de P C. Hooftprijs. Het boek „1984" van George Orwell geldt zo'n beetje als dè beschrijving van een totalitaire staat, en meer in het bijzonder van een communistische totalitaire staat. Maar als je Orwells artikelen en brieven leest, en de herinnering van mensen die hem gekend hebben, dan treft het hoe weinig hij eigenlijk van dat soort staten geweten heeft. Hij schrijft veel over „fascism", maar als hij het over de gruwelen van het fascisme heeft, noemt hij gummiknup pels en wonderolie. Hoe het wérkelijk onder de Duitse bezetting was wist Orwell niet. Hij wilde het, geloof ik, ook niet zo erg weten, want hij had zo zijn eigen ideeën, en daar hield hij nogal stug aan vast. Na afloop van de Tweede Wereldoorlog heeft hij nog vijf jaar geleefd, maar over de uitroeiing van de Europese joden schrijft hij nauwelijks. Ook van Rusland heeft hij niet veel Wat hij weer heel goed gezien heeft is geweten. Wat hij weet komt nog voor de dagelijks van de daken ge- het grootste deel uit Engelstalige schreeuwde dankbaarheid van het volk. Officieel is het in een socialis tisch land zo. dat de bevolking „geluk- bepaalde stukjes communistische kig" is. en vervuld van dankbaarheid ïerkelijkheid gezien die anderen niet jegens partij en regering. In Stalins Stalins politieke politie In 1953 is hij onder geheimzinnige omstandighe den door zijn eigen partijgenoten ver moord. Daarna verdween hij uit de Russische geschiedenis. Omdat er over de Beringstraat niet zo erg veel - te vertellen was had men dat tref- hebben gezien. Enkele dingen heeft tijd schreven alle schoolkinderen brie- woord vergroot door toevoeging van M. ™ife ie hom gen stel foto's, waarop ook weer wei nig te zien was, omdat die Berings traat nu eenmaal grotendeels uit wa ter bestaat. In 1948 kocht ik in een Moskous antiquariaat een zesdelige uitgave van Pocsjkin. Uit iedere titelpagina was de naam van een der redacteuren weggekrabd. Pas jaren later kwam ik erachter wie die redacteur geweest was. Hoe effectief dat systeem is merkte ik in 19G8. verleden hij zelfs „voorzien", zodat je hem een ven aan Stalin, waarin ze hem be- profeet zou kunnen noemen. dankten voor hun „gelukkige jeugd". Om maar eens iets te noemen: de haat ik heb nergens gevonden dat Orwell mmjd tussen communistische staten van die officiële, dankbaarheid wist. was in 1948 iets nieuws, iets waar Hij heeft het geraden, aiemand over dacht. Je had natuur lijk de afvallige, verketterde Tito, maar die zag men toch meer als een uitzondering dan als een regel. Men Opmerkelijk is ook de manier waar- eettJ geloofde toen algemeen in een „com- op hij het „veranderen van hel verle- uwst mumstisch blok", in het „wereldcom- den" beschrijft. Hij doet dat ener- uteuj munisme". en men zag niet in dat zijds heel bizar en onreéel (zijn hele goede betrekkingen tussen twee van boek is eigenlijk een jongensfantasie, elkaar onafhankelijke communisti- geschreven door iemand die niet sche staten eigenlijk niet mogelijk weet hoe het in de wereld toegaat) zijn. Er moet één instantie zijn die de met een ..memory hole", waarin je wijsheid in pacht heeft, en die instan- een stukje papier dat „verouderd" is *.le moet öf in Moskou, öf in Peking kunt laten vallen, en met een heel zetelen. Dat de ware interpretatie van ministerie, waarin dagelijks de ge- het marxisme gedeeltelijk in Moskou schiedenis herschreven wordt, waar- en gedeeltelijk in Peking te vinden bij personen die geacht worden nooit 1 zijn, dat kan niet. te hebben bestaan verwijderd wor- Orwell zag dat in 1948 in: in zijn boek den uit alle kranten en boeken waar- heb je drie supermachten, alle drie in ze voorkomen. Niettemin gebeur- iarlkaturen van de Sowjet-Ume of de den en gebeuren dat soort dingen, zij Chinése Volksrepubliek, en twee van hel veel primitiever, in Rusland, die landen zijn altijd in oorlog met het Ik werkte als bibliothecaris op het derde land. De bondgenootschappen Oost-Europa-instituut van de Am sterdamse universiteit, toen daar in oorlogen doet 1953 deel 21 binnenkwam van de Onveil trouwens twee interessante Grote Sowjet-Encyclopaedie. In dat uitspraken: hij vermoedde in 1945. dat deel lagen een paar losse pagina's, de atoombom tot een evenwicht tus- bijna geheel gewijd aan de Berings- leiden traat. Er was een gebruiksaanwijzing en een derde wereldoorlog zou verhin- bij. uit deel 5 van de GSE moesten we deren. Die voorspelling is tot nu toe „met een schaar of scheermes" de uitgekomen. Ten tweede beschrijft hij pagina's 21 tot en met 24 uitsnijden en ln „1984" een soort oorlog waarin door deze pagina's vervangen. De uit maar af en toe echt gevochten wordt, te snijden pagina's bleken voor een zoals de tegenwoordige oorlog tussen belangrijk deel gewijd te zijn aan een Iran en Irak. of zoals in onze geschie- groot trefwoord „Beria". Lavrenti Be- ria 0899-1953) was de laatste chef van rerschuiven steeds. Op het gebied dents dc Tachtigjarige Oorlog. Mis- ,schien zal dat soort oorlogen mode raken. de Ik zat in een Moskouse bioscoop en keek naar een zeer slechte verfilming karei van het reve van „Anna Karenina". en een paar rijen verder zat. Molotov. Deze man was van 1917 tot 1957 een van de kopstukken van de sowjetstaat ge weest. Van 1925 tot 1957 was hij lid van het Politburo, van 1939 tot. 1949 en van 1953 tot 1956 minister van buitenlandse zaken. Zijn portret moet in alle formaten en in miljoenen exem plaren over het land verspreid ge weest zijn. Honderden collectieve boerderijen, scholen, fabrieken, stra ten moeten zijn naam hebben gedra gen. De oude stad Perm is in 1940 naar hem vernoemd. Maar in 1957 was hij weggejaagd en geworden tot een „un person" in Orwelliaanse zin. In werkelijkheid bestond hij nog wel ik zag hem duidelijk zitten maar officieel had hij nooit bestaan. Zijn naam en portret waren verdwenen uit kranten, boeken en tijdschriften, alles wat naar hem genoemd was werd bliksemsnel naar iemand anders ge noemd, en nu, tien jaar later, zat Molotov in een Moskouse bioscoop en bijna niemand herkende hem. „Nie mand herkent hem", hoorde ik bij het uitgaan van de bioscoop een vrouw tegen een andere vrouw zeggen Had hij in een Nederlandse bioscoop geze ten, dan zou hij door meer mensen herkend zijn, want in het Westen wordt Molotov als een belangrijke politieke persoonlijkheid beschouwd en zijn portret staat van tijd tot tijd in de krant, of je ziet hem op het scherm Maar in mijn Kleine Sowjet-Encyclo paedie (deel 6. 1959) komt geen tref woord Molotov voor Overigens bewijst juist die encyclope die dat de Sowjet-werkelijkheid ach terblijft bij het beeld dat Orwell geeft: er staat namelijk wel een trefwoord „Perm" in, en daarin kun je lezen dat die stad van 1940 tot 1957 ..Molotov' heette. Dat is helemaal in strijd met Orwell bij hem zou iedere aanwijzing dat die stad ooit anders dan Perm geheten heeft zijn vernietigd. Een goed voorbeeld van een Russi sche. ..unperson" is overigens mijn broer, de bekende schrijver Gerard Reve. Van 1962 tot 1975 verscheen in Moskou, in acht delen, de „Korte Literaire Encyclopaedic", en in 1978 kwam er een aanvullend deel 9 bij In die negen delen heben veel Neder landse schrijvers een trefwoord Tejn de Fris, Chjoego Klaoes, Charn Moe- lisj, W. F. Chermans. Alfred Kosman. en vele anderen, maar Gerard ont breekt details Soms zijn het kleine sowjet-details die je bij Orwell vindt. Zo staat ergens in zijn boek dat de aanspreek vorm „mevrouw" (Mrs.) bewaard ge bleven is, hoewel men elkaar eigen lijk officieel met „kameraad" aan spreekt. Welnu, in Moskou heb ik vaak winkelmeisjes horen aanspre ken met „juffrouw" (barysjnja) hoe wel dat een vóór-revolutionaire, bur gerlijke aanspreekvorm is. Of neem het bespioneren van ouders door hun kinderen. In „198R" staat dat deze activiteit door de overheid wordt aangeprezen. Wat Orwell denkelijk niet geweten heeft is, dat er tot op deze dag in Rusland een soort kinder- iconomie Een van de dingen die Orwell op {eniale wijze heeft ingezien is ook, d>t schaarste aan consumptiegoede- een wezenlijke trek is van een socialistische economie, en niet, zo als velen in zijn tijd dachten, een overgangsverschijnsel, de nasleep van revolutie, burgeroorlog, blokka de. Het opmerkelijke daarbij is, dat Orwell zelf een overtuigd voorstan- an een socialistisch economisch stelsel was, dat wil zeggen van een stelsel waarbij kopen met het oog merk om te verkopen strafbaar is. Hij ?eeft zelf overigens in zijn boek een voorbeeld van iemand die enerzijds wn voorstander is van de socialisti- economie en zeer geestdriftig over de grote successen van die eco- oomie (het voortdurende trompetge schal over die successen geeft Orwell sccr juist weer) en tegelijk aan een collega vraagt of die soms aan scheermesjes weet te komen. Dat dit soort dingen in „1984" niet op tthte kennis, maar op een soort in stinct teruggaat, merk je als je de ?oederenschaarste in „1984" nader oektjkt. Het distributiesysteem lijkt 'eel meer op dat van Engeland in 1948 dan op dat van Rusland in 1945: in kapitalistische landen is het namelijk de gewoonte om bij schaarste een zo ?oot mogelijk assortiment van goe deren te distribueren. In Nederland *aren in de oorlog en nog jaren daama niet alleen brood en aardap- maar ook thee. koffie, vlees, ®elk, eieren, textiel, suiker, boter, 'et, tabak, scheerzeep „op de bon". In realistische landen is men niet zo Jinzinnig, Allereerste levensbehoef ten, waarvan de afwezigheid tot hon- «ersnood zou leiden, gaan op de bon. Voor de rest verhoogt men eenvoudig de prijzen Toen ik met een gezel schap Nederlanders in 1948 in Moskou tas. bleek datje daar zonder bon rijst jonkopen, die in Nederland nog op de d°n was. Sommigen van ons gezel schap kochten een pondje En toch 5asin 1948, denk ik zo, de consumptie rijst per hoofd der bevolking in "Werland hoger dan in Rusland. In •1984" heeft Orwell het over een cho colade-rantsoen. Dat kan niet. .I#*-' V heilige vereerd wordt, Pavlik Moro- zov genaamd, wiens heldendom hier in beslaat dat hij zijn vader en moe der bij de politieke politie heeft aangegeven, waarna hij door dc boe ren van zijn dorp is doodgeslagen. Of neem het geval van de fictieve biografie Orwells hoofdpersoon, Winston Smith, werkt op het ministe rie waar men de geschiedenis her schrijft. Winston komt op het idee om een bepaald stukje geschiedenis te illustreren met de heldendaden van een man die nooit bestaan heeft, maar door Winston wordt bedacht, een ze kere Ogilvy. Dat doet denken aan het China van Mao. waar veel ophef werd gemaakt van de heldendaden van een bepaalde jongeman. Lei Feng, die altijd klaarstond om de gemeenschap te dienen en bijvoorbeeld „heimelijk de was deed voor zijn kameraden" Het idiote daarbij was. dat in heel China foto's werden tentoongesteld waarop je hem bezig zag met die heimelijk was. Terwijl toch iemand die heimelijk goed doet dat onmoge lijk kan doen in de aanwezigheid van persfotografen. Dat verheerlijken van gebeurtenissen die nooit hebben plaatsgevonden is echt iets voor Or well. Hij zou, denk ik. ook zeer in zijn nopjes geweest zijn met het zwemmen van Mao volgens officiële Chinese bekendmakingen Peking Review, 12 augustus 1966. bladzijde 17) heeft voorzitter Mao, zwemmend in de Jangtse Kiang (moderne spelling. Yang zi jiang), m 65 minuten een afstand van 15 kilometer afgelegd, waarmee hij, op 73-jarige leeftijd, alle olympische records geslagen heeft, zelfs als we drie tot vijf kilometer per uur van zijn snelheid aftrekken we gens de stroom want hij zwom stroomafwaarts. Dit natuurlijk vol strekt uit de lucht gegrepen bericht werd niet alleen geloofd door miljoe nen Chinezen (ik schrijf dal nu wel maar ik weet eigenlijk niet of ze het geloofden), maar ook ien hier heb ik meer zekerheid) door tal van Mao- sympathisanten in het Westen, waar onder enige duizenden Nederlanders. We hadden zelfs een echte professor W. F. Wertheim (hij is nu met pen sioen), die Map voor een geniaal zwemmer hield en daar steeds artike len over schreef. Een van de treffendste passages in „1984" is die. waarin Winston Smith in een klein hokje zit te werken, en naast hem in net zo'n hokje werkt een klein vrouwtje met zandkleurig haar. en dat vrouwtje doet niets anders dan het uit oude jaargangen van kranten verwij deren van de namen van mensen die doodgemaakt zijn en nu geacht wor den nooit te hebben bestaan. In zeke re zin. zegt Orwell, was dit een passen de bezigheid voor haar, want haar eigen man was enige jaren geleden ook doodgemaakt. Die passage roept onmiddellijk Rusland op tussen zeg 1937 en 1956 heel wat weduwen van terechtgestelden kwamen in die tijd aan de kost door werken in de propa gandamachine van het regime dat hun echtgenoot ter dood had ge bracht. Het doet ook denken aan Alexander Tvardovski. wiens vader is omgekomen bij de „collectivisatie' (ook zo n Orwell-woord) van de land bouw. en die daama een beroemd .dichter werd. vooral omdat hil verzen schreef waarin die collectivisatie lulde werd toegejuicht beeld 'Ais ÜMBft -,vi' -. Het huis Bamhill op het Hebriden-eiland Jura. Hier schreef George Orwell in totaal isolement zijn boek 1984. Zo staat in „1984" een aantal Russi sche zaken heel aardig beschreven. Maar daarmee hebben we eigenlijk nog geen antwoord op de vraag: geeft „1984" een juist, een enigszins volle dig, enigszins redelijk beeld van bij voorbeeld Rusland in 1948 of 1984? Het antwoord op die vraag moet luiden: nee. eigenlijk niet. Of nog beter: nee. eigenlijk helemaal niet. De staat die Orwell in „1984" be schrijft is onbestaanbaar. Het is. zei ik al. een soort jongensboek, een kost schoolnachtmerrie, een omgekeerde utopie. Er staan allerlei dingen in die in een totalitaire staat in de 20e eeuw nu juist niet voorkomen. Orwell laat bijvoorbeeld de grote verrader en vij and des volks Goldstein iedere dag op het televisiescherm verschijnen, gal spuwend en lasterend over de be staande orde. Zoiets is ondenkbaar Iedere dictator weet dat je kalm aan moet doen met de naam en het por tret van je vijand Je was wel gek als je hem iedere dag aan het volk vertoon de Verder laat Orwell de regering propaganda bedrijven met \yreedhe- den. begaan niet dóór. maar tégen de vijand. Dat is ook volstrekt in strijd met de werkelijkheid De regerings- propaganda in totalitaire staten legt juist voortdurend de nadruk op de braafheid van de eigen partijOm ook eens een voorspelling te doen. geen enkele sowjethistoricus zal het in 1984 wagen ook maar de mogelijkheid te overwegen dat ooit een sowjetgranaat op een Fins, Duits, Afghaans „woon huis" gevallen is. Of neem de door Orwell beschreven isolatie van .Oceania" van het bui tenland de burgers van Oceania we ten niets van wat zich buiten de landsgrenzen afspeelt. Een zo grote isolatie komt in werkelijkheid, geloof ik, niet voor. Het is waar. natuurlijk, en het lijkt op „1984". dat de Chinese pers, radio en televisie de Amerikaan se maanlandingen eenvoudig verzwe gen heeft collega Wertheim, die ik daareven al noemde, zag daar een uiterst vooruitstrevend stukje volks voorlichting en emancipatie in en het is ook waar. dat een burger van de Sowjet-Ume zich niet op enig buiten lands blad kan abonneren, en geen boeken uit Nederland kan bestellen als hij neerlandicus is En als een Leidse student uit Moskou een brief aan zijn moeder stuurt, is die brief soms veertien dagen onderweg. Maar daar staat tegenover, dat heel Rus land naar westerse radiostations luis tert, dat er veel telefoonverkeer met het buitenland is. dat er vrij veel westerse boeken in het Russisch ver taald worden, en dat er zelfs af en toe groepen Russische toeristen onder toezicht van beproefde begeleiders het Westen bezoeken. jargon Allerlei stukken van de door Orwell beschreven samenleving ontbreken trouwens geheel of gedeeltelijk. We weten niet hoe het in Oceania is met scholen, universiteiten, kerken, mu sea, schilderijen, fietsen, auto's, orkesten. vliegtuigen. schepen. Wordt er bijvoorbeeld wel eens ka mermuziek uit de barok gespeeld? Ook het befaamde „Newspeak" lijkt nergens op. Het is een jargon, dat enigszins op journalistiek en departe mentaal jargon üjkt. met allerlei af kortingen, mede ontleend aan het soort telegrammen dat redacteuren vroeger aan hun correspondenten stuurden, waarin „uw essay over het onderwerp „God is dood. leve Zim babwe"' hebben wij tot op heden niet ontvangen" afgekort wordt tot „thinkpiece godzimb unreceived". Dat jargon heeft niets te maken met de propagandataal van totalitaire re gimes. Die taal is juist heel uitgebreid, heel deftig, en zonder afkortingen en familiariteiten. Stalin. Hitler. Castro, Mao worden beslist geen „grote broer" of B.B. of zoiets genoemd, maar „Fuhrer des deutschen Volkes" „el Lider", „onze grote roerganger en voorzitter Mao" en „de grote leider der volkeren, het grootste genie der mensheid, kameraad I. V Stalin". Er is nog iets waai' Orwell een geheel verkeerd beeld van geeft. Hij heeft opgemerkt dat onder zo'n regime de mensen ertoe gebracht worden absur de dingen te geloven: dat de politie chef Beria in Engelse dienst was. dat de zin „de kwantiteit slaat om in de kwaliteit" iets betekent, dat Mao op 73-jarige leeftijd alle olympische zwemrecords gebroken heeft, dat Marx de „wetten der maatschappelij ke ontwikkeling' ontdekt heeft, dat de joden van alles de schuld krijgen, dat de zionisten aan alles schuldig zijn, dat de multinationals van alles de schuld krijgen, dat het communis me de mensheid gelukkig zal maken, etc. etc Dat is allemaal onzin natuur lijk. En je kunt dan de beeldspraak gebruiken dat in dat soort landen de mensen ertoe gebracht worden te ge loven dat twee keer twee vijf is, dat oorlog vrede en slavernij vrijheid is. Dat kun je allemaal zeggen als je zo'n land bekijkt Maar Orwell laat de regering van dat land dat zelf zeggen. Overal hangen leuzen zoals „war is peace!!" of ..freedom is slavery!" en als Winston Smith gearresteerd wordt, dwingt men hem om ..vijf' te zeggen als iemand vier vingers opsteekt. Dat is helemaal in strijd met de totalitaire werkelijkheid der 20e eeuw En ten slotte: Orwell schreef in 1948 over een denkbeeldig Engeland van 1984. Dat denkbeeldige Engeland lijkt hier en daar treffend op de Sowjet-unie en op de Chinese Volks republiek, en waarschijnlijk nog meer op landen als Albanië of Noord- Korea. Maar waar Orwell verbaasd over zou zijn: naarmate de Sowjet- l'nie het „echte" jaar 1984 nadert, verwijdert het zich van Orwells boek. ln 1984 lijkt Rusland minder op „1984" dan in 1948. Voor poézie in vertaling bestaat meestal slechts een klein pu bliek. Toch verschijnt steeds weer het een en ander op dit gebied. Soms kan dat tot aangename ont dekkingen leiden. Maar vaak blij ken de vertaalde dichters net zo weinig interessant als allerlei fi guren van de tweede garnituur uit eigen land. Je krijgt dan veelal een ongunstige, mogelijk verkeer de indruk van de gehele literatuur waartoe zo'n dichter behoort. Stel: er is een ver land. waar nog nooit iets van de Nederlandse lite ratuur is doorgedrongen. Eindelijk vertaalt iemand er wat Nederland se poezie. laten we zeggen een bundel van Hans van de Waarsen- burg Gegarandeerd dat in dat denkbeeldige land nooit iemand nog behoefte zal voelen aan meer letterkunde uit Nederland. Helaas gaat het in de praktijk zo nogal eens toe. Via wat er vertaald wordt, moet men in het buitenland wel een heel merkwaardig beeld krijgen van onze literatuur. Ongetwijfeld krijgen wij op onze beurt door wat er in ons land aan vertalingen verschijnt ook een scheefgetrokken beeld van andere literaturen. Vertalers zouden hun verantwoordelijkheid in deze wat serieuzer moeten nemen Wat zij uitkiezen om te vertalen is van grote invloed op het beeld dat lezers krijgen van een bepaalde literatuur Maar ook hier is de praktijk niet altijd even plezierig. Wel een zeer merkwaardige in druk van de Amerikaanse poézie op dit moment krijgt men zo door een selectie uit de verzen van Jerome Rothenberg onder de titel 'Gedichten voor het spel van de stilte' <128 pagMasereelfonds Genti Jan H. Mysjkin en Annemarie Na gel zorgden voor de vertaling. Pe ter Nijmeijer schreef een nawoord Rothenberg werd geboren in 1931 Hij beween invloeden te hebben ondergaan van de Noordameri- kaanse Indianen» van de Oosteuro- pese joden en van de Japanse boeddhisten. Men maakt er gewag van dat deze poézie het zo goed doet als ze voorgelezen wordt Maar ja, dichtkunst is nu eenmaal niet een soort muziek Er valt dus weinig vergoelijkends te zeggen over deze Rothenberg. die het moet hebben van regels die inmid dels al erg ouderwets klinken als Mijn oog barst, de groene/pulp siddert uit de oogkas Valt op het trottoir" '20) Zelfs de beste voor dracht zal niet kunnen verhullen dat het hier om wartaal gaat. Engagement is een andere vrijbrief om slechte poézie te schrijven die dan toch heel goed gevonden moet worden. Dat ziet men bij een Zweedse dichter waarvan ook werk vertaald werd. Het gaat om Göran Sonnevi; van hem kwam uit in een weergave van Lisette Keustermans en Leo Wilders het bundeltje 'Het Onmogelijke' (72 pag; Masereelfonds. Gent). Sonne- vi's succes in zijn vaderland begon met de publikatie van gedichten als 'Over de oorlog in Vietnam' en 'Amerika's weerzinwekkende oor log'. Een proefje: ..NadienJwas ik een ander, stukge slagen. uitgerekt, verpletterd on der de zuigerslagen der oneindig heden Een deel van de onzichtba re materie" (42i Deze Sonnevi: 'dicht' er maar op los. zonder zich er één ogenblik om te bekommeren of wat hij op schrijft ook nog iets betekent. Geen aanwinst dus. Met het volgende boekje komen wc in wat hogere regionen. Het gaat trouwens eerder om een aar digheidje. dan om belangrijke poOzie. Octavio Paz en Charles Tomlin- son schreven samen een aantal sonnetten. Om de beurt een strofe Een en ander verliep via een brief wisseling. Beide dichters schreven in hun eigen taal Het bundeltje werd in Mexico uitgegeven onder de titel Air Born/Hyos del Aire. Een leuk verlengstuk is nu dat ook in samenwerking Peter Nijmeijer en Laurens Vancrevel voor een Nederlandse vertaling 'Kinderen van de lucht' zorgden. (Met oor spronkelijke tekst. 40 pag.; 19,50. Meulenhoff. Amsterdam i Zo'n dichterlijke coöperatie leidt haast vanzelfsprekend tot maakwerk. Dat is ook hier het geval, maar ln zijn soort is het verdienstelijk werk.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 19