CHRISTUS IN ANTWERPEN het korte schildersleven van james sidney ensor de man van oostende les xx PZC/ weekendkrant 21 De man van smarten <1891) énenveertig volle jaren blijft het schilderij voor de mensheid verborgen. Dan pas 1929 laat James Ensor 'De intrede van Christus in Brussel' uit zijn atelier halen. Het etersgrote doek wordt tentoongesteld in het Paleis voor Schone Kunsten op de Brusselse ont des Arts en het verwekt te midden van de 796 andere werken van de meester alsnog Aan alle voorwaarden voor het verkrijgen van die opschudding is, langer dan éénenveertig jaar, ruimschoots voldaan. Men kent Ensor als een eigenzinnig figuur in de wereld der Ukunsten, een 'verstokte eenzaat' zoals men dat in Vlaanderen zegt. Ensor staat voor ion-conformistisch, voor felle spot, voor het eigen gezicht dat de lijntjes naar een soms iittere satire moeilijk kan ontberen. lad deze Ensor het niet gewaagd in it land van koning-keizer-generaal faterloo's hoogsteigen Napoleon aan et biljart te conterfeiten? Had hij let voortdurend Pietje de Dood ge speeld en de geraamten massaal laten ankelen op het Carnaval der Gees ten? Had hij niet de spot gedreven net de Gendarmes, de salons der lurgers. vrije en onvrije metselaars? iet hij de heilige maagd niet in ersoon ten op afroepi aan zich ver- thijnen en had hij zich niet nog in 591 met 'De man van Smarten' on mogelijk gemaakt bij het godvrezend feel der geplaagde natie? Hen zal er grif .ja" op gezegd hebben, ram- dat dan in de wetenschap dat de aüm Ensor óók stond voor de groot- a schilder die Vlaanderen en overig BHgenland sinds de barok hebben ïjortgebracht. spektakel De bezwaren die tegen hem worden ingebracht zijn, tijd en land meegere- lend, tot op enige hoogte te begrijpen b goed als te vatten valt dat de (lechtige inwijding van de Brusselse Kunstberg slechts via het werk van Ensor kan geschieden. De sensatie is er niet minder om. Men laat voor het doek en ziet Christus, aet een gouden stralenkrans omge- fn, op een ezel met extra-lange oren Irussel binnenrijden. Hij zit midden aeen optocht van het soort waar men d het zuiden weet van heeft: een kakelbonte stoet vol prelaten, opge tuigde generaals, fanfares, boerenkop- jen, prollen, narren en zotskoppen. 3ier stroomt door de straten, overal vlaggen en banieren. Christus rijdt onder een vuurrood spandoek met 'Vive la Sociale' erop en op het podium van de sallimbanken wach ten de dorpsgekken met hun poster 'Vive Jésus, roi de Bruxelles Eeri blijde intrede? Wie het ziet denkt aan zeven dagen feest bij zeer goed weer, maar de zeven kwade dagen komen als de reactie de keel schor schreeuwt. Christus, koning van Brussel om streken? Spotternij! Men heeft dan nog niet gezien dat Ensor zichzelf op de ezel heeft gezet om zo de dag van zijn leven mee te maken. Ensor Superstar. Ziet. de we reld loopt er voor uit. De man die eens gesmaad werd en geen enkel aan stootgevend schilderijtje aan de sa lons kwijt kon, wordt nu ingehaald als -een koning, met zang en dans en grote staatsie. Het was Ensors mooiste en meest gekoesterde manier om wraak te ne men op een niet bepaald welwillende wereld. Dat die wereld hem intussen danig te pakken heeft gekregen is vers twee van 's levens litanie. Op het moment van de eerste tentoonstel ling is Ensor al letterlijk lang en breed één van de bonzen geworden die vroeger op een stevige veeg kon den rekenen. Het rozet van de Leopoldsorde ver huist al jaren mee van knoopsgat naar knoopsgat. Emile Verhaeren heeft eer ingelegd met zijn monografie, het gaat 'retrospectieven' regenen en - dus - wordt aan de dag van heden, laat staan die van morgen, nauwelijks gewerkt Vlak voor het Brussels spek takelstuk verheft de Alpenjager Al- bert. koning aller Belgen, Ensor in de adelstand. De nieuwe baron kiest een wapen, woont de onthulling van zijn standbeeld in Oostende bij en wordt even later 1933 wat plechtstatig uitgeroepen tot de 'Prins der schil ders'. Het zijn wat feiten uit een lever dat maar enkele tientallen jaren een schildersleven was. James Sidney Ensor, in I860 in Oos tende geboren, heeft het naar dui delijk zal zijn niet gemakkelijk gehad in een land en een tijd waarin de gestrengheid van conventies tus sen droom en daad met recht tot de praktische bezwaren gerekend mocht worden. De belangrijkste ja ren liggen in de tijd dat hij schilde rend en om zich heen maaiend die bezwaren ook vóelde en niet geheel ten-onrechte in verweer kwam tegen een burgerdom dat hem, Ensor de bevlogen schilder, tot mikpunt had gemaakt. De officiële salons wisten geen raad met het werk van deze man dat geheel buiten de gangbare produktie lag. Hij werd geweigerd, buitengesloten. Het talent bewees evenwel bij voortduring zichzelf en zo waren er ten leste in het chicaneren bedreven geesten voor no dig om Ensor buiten de poorten te kunnen houden. Als er weer eens een tentoonstelling is van "Les XX", schrijft hij. „Ik weet van mets en ik wacht, ongerust en andré oosthoek onzeker, geprikkeld en argwanend, zoals de draak van Fessine, opge jaagd in de1 bossen van Micomence, met zijn staart vol gal. zijn bokspoten, zijn verscheurd hart vol vreemd ve nijn. duwend, schijtend, boerend, veestend, pissend, brullend met ver schrikkelijke kreten" Die explosieve geladenheid mist men bij de oudere Ensor die zich braaf en trots laat fotograferen in Oostende en Brussel en zijn naam opsiert met de titel die een. met bestaand, baronaat veronderstelt. Ze hebben hem dan toch te pakken gekregen, is de conclu sie die blijft Want, na alle officiële erkenning en eerbetoon is er weinig meer gebeurd dat- ook maar flauw herinnert aan de Ensor die met kracht op het thema 'Un Giorno di Regno" kon componeren Een burleske? Een symfonie0 schitterend Men kan het benoemen in Antwerpen waar het Museum voor Schone Kun sten. dat ook in zijn gewone doen veel mooie middagen waard is, een rond uit schitterende keuze uit het werk van Ensor presenteert. Christus in Antwerpen, koning van de vlakte, van de polders, van de aanrol lende golven, koning van het spel van transvertieten, van alle aureolen, de dansende skeletten, koning van de maskerades: Ensor de gekruisigde. De inrichters van deze expositie heb ben niet de gemakkelijkste en dank baarste weg gekozen door zich uit sluitend te bepalen bij het werk met geniale kanten. Ook de prille opkomst en het droeve verval tot krachteloosheid worden ge toond en dat maakt de tentoonstel ling te waardevoller. Bovendien geldt dat Ensor óók in zijn nadagen Belgiè's grootste kunstenaar was en dat mag wat zeggen als men becijfert dat na zijn top rond de eeuwwisseling is het een eind bekeken België m de greep komt van de boerenborstel die het Vlaams Expressionisme dicteert De maskers en de dood <1897) en jarenlang de illusie in stand houdt dat regionale helden óók wereldher vormers kunnen zijn. visie De sterkste jaren van Ensor liggen tussen 1880 en 1900. tussen zijn twin tigste en veertigste. In die twee de cennia helpt hij België aan een Ge zicht binnen de zich dan uiterst ex plosief ontwikkelende moderne kunst. Hij maakte een nieuwe, eigen wereld, schildert al dat vertrouwd was in een fantasmagorie van kleu ren die de voorstelling ondergeschikt durft te maken aan de krachten die binnen het schilderij de dienst uit maken. Pijn en angst gaan er hand in hand met uitbarstingen van dolle vreugde en plezier. Maar, wordt het lachen niet tot grijn zen? Zien we niet dat de spiegel die Ensor het knollenvolk voorhoudt geen lachspiegel is? De geluiden wor den schril, schreeuwend naar een blauwe hemel vol zon. Wordt daar nog slechts gelachen om tranen te doen breken0 Visie, juist, én atmosfeer Kan dat alles zo kort duren? De tentoonstelling maakt duidelijk soms is dat zelfs pijnlijk dat twin tig jaar voor een heel schildersleven kunnen staan. De duur van de periode is ook minder belangrijk dan het antwoord op de vraag of Ensor in die tijden zijn mees terschap heeft kunnen bewijzen, of zijn boodschap is aangekomen. Het antwoord is het werk. hier in Antwer pen 1983. geschikt rond de 'Intrede' Zoek en vindt wat invloeden van het impressionisme, het symbolisme wel licht. voel Turner af en toe heel nabij, ontdek verfijnd expressionistische trekken, let op het licht en sluit uwe oren voor de kakafonie noch uwe ogen voor de vuurgloed. Soms is het een weelde tussen Bosch en Brueghel te rennen en* Ensor te herkennen. Antwerpen biedt ter herkenning honderddertig schilderijen, honderd tien tekeningen en aquarellen, hon derdvijfenveertig etsen en voorts brieven, boeken, etsplaten, foto's en andere documenten. In het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen wordt tot 30 oktober een grote overzichtstentoonstelling gehouden van het werk van James Sidney (sinds 1929 baron) Ensor. Samen met Edvard Munch en Vincent van Gogh behoort James Ensor tot de eerste kunstenaars die zich tegen de eeuwwisseling afkeerden van het positivisme en een vorm zochten ien vonden) voor hun tekenen van gespletenheid tussen het eigen Ik en de omringende Wereld Hun werk werd pas veel later in brede kring begrepen. Ensor heeft deze erkenning nog tijdens zijn leven in ruime mate gekregen. Hij werd in 1860 in Oostende geboren en overleed er in 1949. negenentachtig jaar oud. Hij is altijd een man van Oostende gebleven. Over Oostende en zijn zee zou hij later schrijven: „Ze geeft koelte in de hondsdagen, warmte in de lente. Verenigt alle zeeen in zich, de witte zee, de rode zee. de gele zee, de zwarte zee, de maanzeeen en een zee van sterren en driehonderdvijfenzestigduizend maal per jaar, wanneer de maan lacht of een wolk bloost of hoost, wisselt zij van jurk, van hemd, en van temperament". Van 1877 tot 1880 studeerde Ensor aan de academie in Brussel Tussen 1875 en 1883 schilderde hij zijn donkere, realistische werken met Oostende en het burgerlijk gezinsleven als inspiratiebron Hij had bewondering voor Bosch. Brueghel, Rubens, Hals. Rembrandt! Watteau en vooral de Engelse schilder Turner. Ondanks zijn lidmaatschap van de kunstenaarsgroep 'Les XX' en successen op tentoonstellingen werd hij hoe langer hoe meer een buitenstaander. Zijn vruchtbaarste periode ligt tussen zijn twintigste en veertigste levensjaar In schilderkunstig opzicht is vooral het korte tijdvak 1888-1892 van belang Aan het begin ervan staat het 258 bij 431 centimeter grote en geruchtmakende doek 'De intrede van Christus in Brussel', In 1893 probeert hij vergeefs zijn gehele oeuvre te verkopen en daarna neemt zijn verbittering over het Belgische kunstleven dat hij een Naam heeft bezorgd, steeds toe. Na 1900 speelt hij liever harmonium dan dat hij schildert en hij neemt vaker de pen dan het penseel ter hand. In 1949 overlijdt hij, zeer geeerd maar moegestreden, in Oostende, en wordt hij op het kerkhofje van Mariakerke begraven. De tentoonstelling in Antwerpen is in grote trekken dezelfde als die onlangs in het Kunsthaus in Zurich te zien was. Ze omval schilderijen, tekeningen, aquarellen, etsen, brieven, geschriften en andere documenten. De expositie is samengesteld met behulp van verschillende musea in Europa en verzamelaars uit de gehele wereld Het is waarschijnlijk de laatste gelegenheid om op een zo grote schaal met het werk van Ensor kennis te maken. Marc Julian Ghens maakte speciaal voor de tentoonstelling de film 'Pietje de Dood - De visionaire kunst van James Ensor' Het is de bedoeling dat deze film in België, Nederland, Duitsland en Zwitserland op tv zal worden uitgezonden Het Antwerpse museum geeft een ruim geïllustreerde catalogus (Bfrs 500) uit met veel kleurenreprodukties. Het museum aan de Lodewijk de Waelplaats (hoek Amerikalen is open van dinsdag tot en met zondag van 10 en 17 uur. Toegangsprijs Bfrs. 100. Geleide groepsbezoeken mogelijk. De intrede van Christus ui Brussel <;.Y<Y.Y( Strubbelingen met de kunste naarsgroep 'Les XX', waarvan Ensor deel uitmaakte, beheer sten een groot deel van diens 'expositieleven'. Les Vingt, het Genootschap van Twintig, was jarenlang het bol werk van de Brusselse avant- garde De advocaat Octave Maus, redacteur van l'Art mo derne, richtte het genootschap op in 1884 als antivoord op de officiële tentoonstellingspolitiek die jongere kunstenaars negeer de. De twintig schilders en beeld houwers nodigden zelf collega 's uit Europa uit hun werk m Brus sel te laten zien "Les XX' werd hierdoor een belangrijk gegeven' in de wereld van de moderne Europese kunst. Aan de uitnodi gingen gaven onder anderen gehoor: Monet. Renoir, Pisar- ro. Odhn Reddon. Rodin. Whist- Ier. Cezanne. Signac. Sisley, Ber- the. Monsot. Monticelli. Van Gogh. Toulouse Lautrec, Gau guin, Seurat Later worden ook enkele niet- Belgische kunstenaars lid' Jan Toorop, Signac en Rodin Ensor. met Rops, Minne. Van Rysselberghe en Henri van de Velde een van de vaste leden, is bij de liquidatie van de door ruzies verscheurde "XX" merk waardig genoeg de enige die voor een verder-bestaan van de groep stemt. Hij is ook de man geweest die het meest van de ruzies en achterklap te lijden heefl gehad In 1893 word de periode Les XX' definitief afge sloten. Octave Maus richt zich geheel op de uitgave van La Libre Esthétique.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 21