VESTDIJK'S
ROMANS
NIEUWGRIEKSE LETTEREN
je kunt er toch bij
blijven zitten?
hellasnummer van 'de tweede ronde
SATERDAG 20 AUGUSTUS 1983
Het is de laatste jaren bijna een rage geworden bundelingen uit te geven van interviews
met een bepaalde schrijver of van recensies op diens werk. Interviews met auteurs als
Hermans, Reve en Mulisch werden bijeengebracht. Artikelen uit kranten en tijdschriften
over literaire coryfeeën als Maarten 't Hart, Gerrit Komrij en Marga Minco verschenen in
boekvorm. Rudi van der Paardt verzamelde nu kritieken op de romans van S. Vestdijk en gaf
.die uit onder de titel 'Je kunt er toch bij blijven zitten?'
Langzamerhand bestaan er zoveel
van dit soort uitgaven dat goede en
Slechte onderscheiden kunnen wor-
;den. Slecht bleek bijvoorbeeld 'Over
'Willem Elsschot' de samenstelster
gaf geen representatieve doorsnee
•van wat er over Elsschot geschreven
•werd. Niet erg geslaagd was ook 'Over
Igarga Minco' uiteraard door de
-zeer beperkte omvang van Marga
ÜÜnco's oeuvre overlappen de mede
delingen van de recensenten elkaar
vaak, waardoor er per saldo niet veel
"substantieels in deze bundel staat.
■Een dergelijke bloemlezing samen
stellen over Vestdijk moet wel op
bijzonder grote moeilijkheden stui
ten. Er is zoveel over hem geschreven,
'dat men van die secundaire literatuur
nauwelijks overzicht krijgen kan
Zelfs al beperkt men zich tot de
.romans van Vestdijk.
Tweeënvijftig delen zullen zijn Verza
melde Romans die uitgegeven worden
.door De Bezige Bij en Nijgh Van
;Ditmar gaan beslaan. Het vijftigste
'deel met 'Vijf vadem diep' zag onlangs
;het licht.
•Het aantal recensies en beschouwin
gen gewijd aan deze romans zal zeker
'de duizend overschrijden. Nu kon
•vooraf van Rudi van der Paardt ver-
üwacht worden dat hij zijn taak tot een
;goed einde zou brengen. Hij publiceer
de veel over Vestdijk, onder meer het
boekje 'Over de Griekse romans van
Simon Vestdijk' en een lezenswaardig
overzichtsartikel in het losbladige
'Kritisch Literatuur Lexicon'.
Het door Van der Paardt samenge
stelde boek bevat over vrijwel
alle romans van Vestdijk één kritiek.
Dat is niet veel en in elk geval is het
onmogelijk in dit boek na te gaan hoe
de romans afzonderlijk werden ont
vangen. Door de keuze van Van der
Paardt die over het ene boek van-
Vestdijk bewonderaars en over het
andere boek sceptici aan het woord
laat, krijgt men wel een redelijke
indruk van de receptie over de hele
linie. Niet meer dan een redelijke:
want dal er jaren geweest zijn dat de
meeste boekbesprekers alleen maar
smalend op Vestdijk's werk reageer
den valt uit dit boek bijvoorbeeld
niet af te leiden.
De criteria voor opname die Van der
Paardt in zijn inleiding noemt zijn
voordehandliggend ,,De in deze bun
del opgenomen kritieken zijn in de
eerste plaats gekozen om hun infor
matieve waarde, maar vervolgens
ook om een indruk te geven van de
hierboven aangeduide gevarieerde
receptie van Vestdijk's romans" <27).
Of hij nu wel steeds de meest informa
tieve, de meest substantiële stukken
heeft gekozen, valt te betwijfelen. Zou
er dan niets beters over 'Pastorale
1943' geschreven zijn dan de artikel
tjes van J. W F. Werumeus Buning en
van Piet Grijs? Het is een detail, want
meestal zijn de beschouwingen wèl
belangwekkend. H. Marsman, E. du
Perron, A. Marja. J Greshoff. Paul
Rodenko. Anna Blaman, L. Th. Leh-
mann het zijn enkele van de figuren
die aan het woord komen. Uiteraard
gaan ze van heel verschillende stand
punten uit, waardoor de bundel een
afwisselend karakter heeft gekregen.
Wie meer houdt van een coherentere
hans warren
benaderingswijze kan altijd nog te
recht in het vooral uit boekbesprekin
gen samengestelde essay van H A.
Gomperts 'Terug tot Simon Vestdijk"
dat zeventig bladzijden van het twee
de deel van zijn 'Intenties' beslaat.
Van der Paardt blijkt ook in de
inleiding tot deze bundel men
herkent het een en ander uit zijn
artikel in het 'Kritisch Literatuur
Lexicon' een bewonderaar van
Vestdijk. Zijn beschouwing is overi
gens. zeker in vergelijking met wat
andere samenstellers van dit soort
uitgaven van hun inleidingen terecht
brengen, een uitstekend stuk werk.
Gelukkig wordt zijn bewondering
nooit idolaat.
Bij mij wekt overmatige waardering
voor Vestdijk snel een lichte wrevel.
Zo n begin van een recensie door
Willem Brandt bijvoorbeeld: ..Simon
Vestdijk heeft zijn indmkivekkend
oeuvre verrijkt met een bij uitstek
belangrijke roman" (168) Of een op
merking van Jeanne van Schaik-Wil-
ling: „De ziener is weer eens een
boek. dat. het merkteken draagt van
een zeer groot romancier. De struc
tuur. het beeldend vermogen, de evo
catie en doorgronding van karakters,
dit alles bezit een felle helderheid, die
alleen schrijvers van wereldformaat
weten te bereiken" 1191En volgens
C. Rijnsdorp is Vestdijk ..veelzijdiger,
en dieper denker dan Voltaire" (210).
Tamelijk vaak is er verbazing dat
Vestdijk de Nobelprijs nimmer gekre
gen heeft. Wat heeft toch aanleiding
gegeven tot die onbegrijpelijke over
schatting?
Het moet wel zijn Vestdijk's enorme
produktiviteit. zijn activiteit in vele
genres. Want een werkelijk groot for
maat heeft Vestdijk niet. Hij schiet als
dichter en als prozaïst tekort.
Naar aanleiding van het verschij
nen van de bloemlezing 'Wanneer
mijn vader sterft, laat mij dan staan'
werd bp deze plaats al beweerd, en
hopelijk aannemelijk gemaakt, dal
de technisch bekwame poëzie van
Vestdijk doorgaans bestaat uit een
magere inval die breed uitgesponnen
werd. Zijn proza is van een wat
hogere orde. maar het lijdt aan verge
lijkbare euvels.
Een uitspraak van Vestdijk waaraan
de titel van dit boek werd ontleend is
veelzeggend: „Ik ken schrijvers, die
na het voltooien van een boek langdu
rig gaan uitrusten. Zoiets snap ik niet;
je wordt er toch niet moe van. je kunt
er toch bij blijven zitten?"
Ook zijn romans waren voor hem
maakwerk, waarvoor wel kennelijk
hem niet vermoeiende inspanning,
maar geen wezenlijke inzet nodig was.
Ook hier worden kleinigheden met
veel opvulsel gepresenteerd. De kri
tieken die afwijzend zijn, gaan vaak
ook in deze richting. Over een roman
van 400 pagina's zegt W. L M. E. van
Leeuwen dat die beter tot 100 pagi
na's teruggebracht had kunnen wor
den. J H. W Veenstra over een ander
boek: „Waarschijnlijk was de 'stof net
genoeg voor een novelle, maar Vest
dijk heeft zich nu eenmaal al jaren
lang ingesteld op een patent-roman-
lengte" (2291
"NTatuurlijlj.
IN dijk bevat
f: de romans van Vest-
I dijk bevatten veel moois. Zijn
,'loed is groot geweest. En soms
getuigde zijn werk wel van schrijf-
cconomie, zoals liet vlak voor zijn
dood verschenen 'Het proces van
meester Mekhart'. Te verwachten
valt evenwel dal Vestdijk in de lite
ratuurgeschiedenis eerder een plaats
als fenomeen dan als groot schrijver
zal krijgen.
'Je kunt er toch bi) blijven zitten*'
Kritieken op de romans van S Vestdijk
Gekozen, ingeleid en van aantekeningen
voorzien door Rudi van der Paardt; 336
pag. f 47.50. De Bezige Bij. Amsterdam.
Dat het slecht gaat in de platenindustrie mag zo langzamerhand
beltend worden verondersteld. En of er komende winter een opltt
zal komen, is nog maar zeer de vraag. Dit houdt in. dat de platemy
schappijen een heel andere strategie hebben moeten uitzetten o
respectieve aandelen op de markt niet helemaal kwijt te raken.
Een van de eerste besluiten die
werden genomen, was het drastisch
verkleinen van het aantal uit te
brengen dure produkties. Er komen
er deze winter nog wel een aantal,
maar vrij weinig. Voor de platenko
per behoeft dat niet zo rampzalig te
zijn. Wanneer hij de volledige catalo
gussen van maatschappijen als Pho
nogram, Polydor, RCA, WEA en
EMI doorkijkt dit lijstje is niet
volledig dan zal hij merken dat
het aanbod nog altijd duizelingwek
kend groot is. Een symfonie die drie
jaar geleden werd opgenomen, is
echt nog niet verouderd, ook al
zouden de platenmakers dat graag
willen.
Minder dure produkties dus, maar
wel van topkwaliteit, want de con
currentie op dit kleine gedeelte van
de markt is steeds feller geworden.
Ook dat is een goed punt voor de
koper. Bijzondere uitgaven met on
bekende muziek worden zo te zien
ook in kalmer tempo uitgebracht,
maar met name de oude muziek, die
tot 1750 dus, wordt niet vergeten,
Er wordt vooral rustig aan gedaan in
het ijzeren repertoire, dus Weens-
klassieke muziek van bijvoorbeeld
Haydn, Mozart en Beethoven, de
romantiek vroeg en laat, en muziek
van bijvoorbeeld Richard Strauss.
Ravel. Debussy en andere compo
nisten met deze graad van bekend
heid. Dit wil echter niet zeggen dat
deze muziek in mindere mate in de
winkels komt te liggen, integendeel.
Om te beginnen is er, zoals hierbo
ven al gezegd, een grote voorraad
beschikbaar. Maar verkooptech
nisch is het beter om dan toch met
wat nieuws te komen, althans met
wim henk bakker
iets dat er nieuw uitziet. Dat gebeur
de natuurlijk in de periode voor de
economie terugliep ook al. Een goed
voorbeeld daarvan is het label Reso
nance, waarop tegen een zeer billijke
prijs herpersingen worden uitge
bracht van oude, vaak al heel oude
registraties. Soms was de ouderdom
van dien aard. datje je afvroeg of het
met beter was om van historische
platen te spreken, maar dat werd
toch altijd net voorkomen, iedere
plaat was bijvoorbeeld keurig in
stereo. Gezien de prijs kon je als
koper overigens weinig eisen
Nu is het zo dat de verkoopprog-
nose stelt dat er een markt is
voor redelijk geprijsde platen, die
echter toch kwaliteit moeten leve
ren. Dat is met nieuwe opnamen
moeilijk tc verwezenlijken. In zo'n
geval kun je het als maatschappij
zoeken in het opnieuw uitbrengen
van opnamen die bijvoorbeeld niet
ouder dan tien jaar zijn.
Afgezien van de uitvinding van de
compact-disc en de digitale registra
tie is de opnamekwaliteit in die
periode niet zodanig veranderd dat
men de verschillen kan horen, ook
niet op zelfs meer dan gemiddelde
apparatuur. Natuurlijk worden die
heruitgaven in een andere kledij
gestoken, om er net aspect nh
aan te geven.
Op die manier ontstaat dans
serie die platen bevat van ofi
nabij de 22 gulden. Alvorens 4
een voorbeeld van te geven, s
nog iets over de prijs. In Nederj
mag iedere platenhandelaar
zich de prijs vaststellen. Die kart
per winkel verschillen en dat
beurt nogal eens.
De platenmaatschappij of imp
teur biedt de platen weliswaar iq
en vastgestelde prijs aan, maar;;
neer een detaillist bereid is vani
item een flinke portie te besltj
kan ook daaraan nog gesletï
worden Dat is dan de reden
bijvoorbeeld warenhuizen me: 8
len over heel Nederland verspj
elpees soms tegen onwaarschljrï
lage prijzen kunnen aanbieden
Dit laatste gebeurt voornamt
met hele bekende werken, tj
daarin moet dan de omzet gevoa
worden. Wie prijsbewust wil kgi
doet er dus goed aan, indien h»
tijd en gelegenheid voor heeft, a
dan één platenzaak te bezoeker
ook goed te letten op de adven
ties met aanbiedingen. Daarou
kunnen ook worden gerekend
platen-van-de-maand, die de i
handel, maatschappijen en de
porteurs uitbrengen onder na
als plaat- of meevaller-vat|
maand.
We kunnen dus een aanmerkd
aantal heruitgaven verm
ten van recente opnamen. Kwalit
verzekerd. Maar het is natuurt
wel van belang je eigen platenln
goed in het hoofd te hebben, vu
verdubbelingen bij de aanschaf!
gen voor de hand en dat is nalt
lijk niet de bedoeling.
Een serie die vermoedelijk veels
ces zal hebben komende wintert
ca. 22-gulden-sector is Signatu
een uitgave van Deutrc
Grammophori. Op elke hoes
handtekeningen te vinden van
uitvoerende kunstenaars, alsof
in kleine versie het DGG-vie
Daarmee zijn de platen ondersci
den van de dure produkties, w
de bekend gele streep over des
breedte van de hoes is afgednÈ
Op dit moment zijn er zo'
elpees in verkrijgbaar, maar des
wordt deze winter nog aanmerk
uitgebreid. Dat het om een
gaat met tamelijk recente opm
moge blijken uit de namen ras!
artiesten Claudio Abbado,
deus Kwartet, Marta Argenciflf
niel Barenboim, Friednch C.d
Rostropovich. Krystian ïse-
mann, Narciso Yepes, enziWl
Dat de serie niet helemaal ui'ndto
is, blijkt uit de platen met mU
werd opgenomen onder leid^ra
de overleden dirigent Karl
Het programma steunt v
grootste deel op het ijzeren rejc:-
re We vinden er symfonieën a
Tsjaikowsky, Schumann, D;.ra
Schubert en concerten van M®
Beethoven en Liszt, om maattf
paar namen te noemen,
Toen Marko Fondse en Peter Verstegen in de
zomer van 1980 een nieuw kwartaaltijdschrift
voor literatuur begonnen dat zij 'De Tweede Ronde'
doopten, leek dat, zoals zij het zelf eens een keer
uitdrukten, 'un coup de folie a deux' die niet zoveel
kans van slagen had. Zonder kapitaal, zonder
uitgever, enkel gewapend met hun kennis, enthou
siasme en werklust moesten de twee redacteuren de
strijd aanbinden.
Beiden waren zij vertaler van beroep (zij schrijven
beiden ook oorspronkelijke Nederlandse poefcie), aan
beiden is zelfs de Nijhoffprijs al eens ten deel gevallen
en Verstegen had bovendien als redactielid van 'De
Revisor' ervaring met tijdschriften. Al was het alleen
al om er achter te komen hoe hij het niet wilde.
Het blad moest dus in een tijd met slechte economi
sche vooruitzichten gaan concurreren met de vele
gevestigde-literaire tijdschrijften. 'De Tweede Ron
de' had direct een eigenzinnige, ietwat willekeurige,
zeer onorthodoxe opzet. Maar van meet af had het
blad echter ook stijl, en wat waarschijnlijk weinigen
verwacht hadden Fondse en Verstegen slaagden.
Aanvankelijk werd hun tijdschrift nog gedoodverfd
als een 'platform, voor vertalers', maar de receptie
was van begin aan toch welwillend tot zeer lovend.
Reeds na twee losse nummers (die nu de 'eerste
jaargang' vormen», vonden ze een uitgever. Bert
Bakker en werd het mogelijk een abonnement te
nemen De proefperiode was glansrijk doorstaan, de
kinderziekten werden overwonnen, 'De Tweede Ron
de' werd een echt tijdschrift. En in tegenstelling tot
menig ander kwijnend of zich voortslepend literair
blad neemt het tijdschrift steeds in belangrijkheid
toe. wat in eerste plaats wel te danken is aan de niet
aflatende geestdrift van de beide redacteuren.
Getrouw ieder kwartaal verschijnt een nummer van
160 tot soms 190 pagina's boordevol interessante
literatuur. Wie de twaalf tot nu toe verschenen
afleveringen doorneemt zal verrast worden door zo'n
rijke en gevarieerde inhoud, door zoveel wat voor ons
land nieuw ls.
Behalve aan Nederlands proza, poëzie en essay (er
debuteerden reeds opvallende figuren in het blad)
bevatten de nummers meestal ook een 'Anthologie',
waarin teksten van belang die ooit ergens anders
gestaan hebben, maar die om een of andere reden
onvindbaar zijn geworden, voorts een rubriek met
Light Verse, de in ons land zo lang veronachtzaamde
pretpoëzie die nu een bloei beleeft, een katerntje met
afbeeldingen en dan de afdeling Vertaald proza en
Vertaalde poëzie. Die hebben vaak bijzonder veel
interessants te bieden. Niet alleen dragen de redac
teuren zelf uit hun eigen voorkeurgebieden materiaal
aan, ze weten ook medewerkers aan te trekken die
voor ons land nieuwe schrijvers voor het voetlicht
brengen. Al geruime tijd heeft 'De Tweede Ronde'
daarbij de voortreffelijke gewoonte de vertaalde
De naam 'De Tweede Ronde' is voortgekomen uit
de overweging dat een tekst in vertaling aan
zijn tweede ronde begint, terwijl ook de vergeten
teksten uit de Anthologie aan hun tweede ronde
beginnen. Maar zoals reeds gezegd is het tijdschrift
nu tot een algemeen, springlevend literair tijd
schrift uitgegroeid, zo goed dat niemand het zich
mag laten ontgaan.
Het zomernummer dat dezer dagen verscheen draagt
op het omslag een portret (postuum, door David
I-lockney) van Kavafis. Het is een 'Hellasnummer',
het bevat een selectie uit de Nieuwgriekse letteren
zoals die wellicht nog nooit in enig tijdschrift
gebracht is, het is een waar 'wijgeschenk'. En dat
naar aanleiding van het feit dat Konstantinos P.
Kavafis vijftig jaar geleden, in 1933. precies op zijn
zeventigste verjaardag stierf. Voor hem, de grootste
Nieuwgriekse dichter (al kreeg hij dan nooit de
Nobelprijs, zoals zijn landgenoten Seféris en Elytisi
wordt in het nummer uitvoerig plaats ingeruimd.
Maar vóór we aan de afdeling Vertalingen toe zijn
biedt 'De Tweede Ronde' een schat aan voor ons
land nieuwe of zo goed als onbekende figuren
Na twee zeer verdienstelijke verhalen van Peter
Burger en Ron de Zeeuw debuut) en een afdeling
Nederlandse poezie. waarin veel dichters op een
Grieks onderwerp inhaken (met als hoogtepunt
Marko Fondses 'Grafschrift voor Leukadas, nog te
sterven', een geslaagde tekst in de trant van de
'Anthologia graeca') vraagt Marko Fondse in 'Essay'
belangstelling voor de Griekse schilder Jannis Tsa-
róuchis (geboren 1910) die pas in 1981 voor het eerst
een grote overzichtstentoonstelling kreeg in Thessa
loniki
Fondse schrijft dit late doorbreken toe aan Tsaróu-
chis'openlijk beleden homosexualiteit er is geen
karakteristiek ivaarvoor het officiële Griekenland
huiveriger is dan juist de homoerotische. Voor veel
Grieken was en is het. een onverteerbare zaak dat
juist de al even apert homoerotische dichter Kon
stantinos Kavafis buiten hun land de grootste ver
spreiding heeft gevonden. Zijn langzame (zij het wel
definitieve) doordringen in eigen land mag wat dal
betreft exemplarisch heten Bepaald onbegrijpelijk
is dit met", 'pp 512) In 'Tekeningen' en verspreid
door de aflevering vindt men reproducties van
Tsaróuchis' frappante werk.
Dan is er aandacht voor een van de merkwaar
digste Nieuwgriekse prozaïsten, Generaal Ian
nis Makryjannis (1797-1864). Makryjannis was een
van de Griekse vrijheidsstrijders uit 1821, en vrij
wel analfabeet. Pas op 32-jarige leeftijd, toen hij na
het einde van de eigenlijke opstand in 1829 in Argos
gestationeerd werd, leerde hij zichzelf schrijven en
toen heeft hij in een vrijwel onontcijferbaar hand
schrift zonder leestekens ol interpunctie zijn le
vensverhaal te boek gesteld en hij heeft dat voortge
zet tot kort voor zijn dood. Dit unieke document is
tot 1907 toe onuitgegeven gebleven en toen aanvan
kelijk in de eerste plaats beschouwd als van
eminent historisch belang Pas in de laatste decen
nia is men. vooral door de enorme bewondering die
Seferis hem toedroeg. Makryjannis gaan zien als een
der grootste Nieuwgriekse prozaïsten.
Er is hier helaas geen plaats dieper op de 'Gedenk
schriften' van Makryjannis in te gaan. maar wie een
literaire ontdekking van de eerste orde wil doen, leze
ten eerste de magnifieke toespraak die Jorgos Seferis
in 1943 in Alexandnè en in Cairo hield en die in
extenso in 'De Tweede Ronde' staat (vertaald door
Hero Hokwerdai en de fragmenten, vertaald door
Wim Bakker en Arnold van Gemert Of eventueel de
Engelse vertaling van het hele boek Dan zal men
kunnen begrijpen wat Seferis in 1943 zei: ..Tussen
1926. toen ik de Gedenkschriften in handen kreeg, en
vandaag, ts geen maand voorbijgegaan zonder dat
ik er enkele bladzijden in herlas, geen weck zonder
dat die zo levende uitdrukkingskracht mijn gedach
ten bezighield. Ze hielden mij gezelschap op reizen en
hans warren
LETTERKUNDIGE KRONIEK
omzwervingen, ze verplichtten en troostten mij op
ogenblikken van blijdschap en droefenis in ons
land. waar wij soms zo wreed autodidact zijn, was
Makryjannis mijn nederigste en tegelijk bestendigste
leermeester". (56)
Ik denk dal het velen zo vergaan zal die kennis
nemen van het werk van deze grote man. En daarom
kan ik het niet laten twee voorproefjes te geven. Over
kunstwerken der Oudheid
..Ik had twee beelden, hele mooie, een vrouw en een
prins, ongeschonden de aderen waren te zien, zo
volmaakt waren ze. Na de verovering van Poros
waren ze meegenomen door een paar soldaten en die
wilden ze in Argos verkopen aan een stel Europea
nen: duizend thalers vroegen ze... Ik nam de soldaten
apart en zei ..Die beelden, ook al geven ze jullie
tienduizend thalers. die mogen jullie met het vader
land uit laten gaan Daar hebben we voor gevoch
ten"
Seferis voegt er aan toe „Begrijpt u weP Hier geen
Lord Byron aan het woord, geen hooggeleerde, geen
archeoloog, hier spreekt een herderszoon uit Roüme-
li, met het lichaam onder de wonden Daar hebben
wc voor gevochten. Vijftien goudverguldc acade
mies kunnen niet tippen aan de woorden van die
(64)
Kavafis zou zeggen
Hij was rechtvaardig, wijs. edel.
Hij was bovendien vat hoogste Grieks-
Kostbaarder eigenschappen heeft de mensheid met
Die zijn ginds bij de goden te vinden.
(Grafdicht van Antiochos, koning van.Kommage-
ne).
Nog één citaat:
..Tussen Patras en Gasloiini is een dorp. Mega
Spileo. Daar maakte ik kwartier. De inwoners
klaagden dat ze door de monniken werden getiranni
seerd wat ze kregen, namen die hun weer af. Ik had
kwartier bij een pope. Toen zei ik' 'Als jullie zo
getiranniseerd worden, waarom gaan jullie dan niet
hier weg. naar een ander bevrijd dorpDie zijn er
genoeg'.
De vrouw van de pope zei: 'Toen de Turken kwamen
zaten wij met heel wal zielen in het moeras, in het
water, om ons te redden. En de Turken kwamen en
grepen ons Ons lijf zal onder 't bloed door de
bloedzuigers opgevreten waren we De kinderen
waren er ook ingegooid: het water krioelde ervan, ze
dreven als kikkers rond. sommigen levend, anderen
al aan hun eind. En ik werd door de Turken,
gegrepen en door achtendertig beslapen. Ik. was
kapot en de andere vrouwen ook. Waarvoor hebben
wc dat allemaal doorgemaaktVoor dit vaderland.
En nu vinden we nergens recht List en bedrog,
anders niet'.
En ze schreide bittere tranen. Ik troostte haarik
kreeg het te kwaad en schreide mee <731
Zijn leven lang heelt Makryjannis compromisloos
gevochten voor de hoogste idealen. Hij werd
omringd door verraad en corruptie hij bleef
inleger, wees alles af. Daarom spreekt hij zo sterk al
degenen aan die. zoals bijvoorbeeld in het verzet in
de Tweede Wereldoorlog, diep teleurgesteld werden
in hun verwachtingen aangaande een betere toe
komst. een hetere wereld. Hij werd vernederd,
geslagen op zijn lichaam dat nooit helemaal van
alle opgelopen wonden génezen is, gevangen gezet
en ter dood veroordeeld. In zijn vertwijfeling
richtte hij zich rechtstreeks tot God in klachten en
met verwijten die zelfs een ongelovige de keel
toesnoeren. Tijdig werd koning Othon verdreven
(1862) en zo leefde hij nog twee jaar. in ere hersteld,
en als een groot patriot gehuldigd.
B J Slot vraagt in zijn bijdrage Een Amsterdamse
Griek in de pruikentijd' aandacht voor Diamandis
Korais (1750-1833), de intellectuele leider van de
Griekse onalhankelijkheidsbeweging, die van 1771-
1778 in Amsterdam woonde als koopman, en daar in
aanraking kwam met verlichte theologen als
Adnaan Buurt, 'de geleerde lievelingspredikant van
het Amsterdamse patriciaat' zoals Slot hem aan
duidt Ook Bernard Keun kende hij al. vanuit
Smyrna, waar Keun Nieuwgneks en Korais Latijn
wilde leren
Joffer
Een fascinerende bijdrage.
Tweemaal komt het 'overspel op de Olympos' tussfi
Ares en Aphrodite in dit Zomernummer voor hu
voetlicht: in de prozavertelling door Vondel naï
Vergilius. en in een nieuwe vertaling van een fraf-
ment uit Homeros' 'Odyssee' van de hand van H.!
de Roy van Zuydewijn
Zelfs in de afdeling 'Light Verse' is een Grieks tin:.';
en in het vertaalde proza vindt men een prach'
verhaal van Kostas Tachtis i geboren 1927)
eerste beeld' i Vert, Hero Hokwerdai. Het is te hops
dat van deze belangrijke schrijver binnenkort m«
werk in het Nederlands zal verschijnen.
In de afdeling vertaalde poezie, die zeer ruim b
ten is deze keer, vindt men behalve het genoemd
Homeros-fragment gedichten van Odysseas Elyli'
(vert. Courlme Wit en Wim Bakker). Kostas Karvot
kis ivert. Hero Hokwerdai. K. P. Kavafis (vert Mam
Molegraaf en mezelf) en Jorgos Seferis (Hero Hokwe
da) "u
Het is werkelijk verbluffend wat men hier bijee
heeft weten te brengen, en voor een eerste imaartó J™5
grondige) kennismaking met de op zeer hoog pd
staande Nieuwgriekse literatuur leent zich dit nim
mer van 'De Tweede Ronde' dan ook uitstekend
leant
Omdat de redactie met het Hellasnummer inW Devei
bijzonder Kavafis heeft willen eren. 'internal* azw
naai gezien Griekenlands beroemdste dichte
beeindig ik dit overzicht (na 'De Tweede Ronde'M
eens warm aanbevolen te hebben als Nederlanë
beste en levendigste literatuurtijdschrift van 6 ir.oej
ogenblik) met een van zijn gedichten:
lan
itdel
zier
alle
Sein
ANTONIUS DOOR ZIJN GOD VERLATEN
Wanneer, om middernacht, je plotseling
een onzichtbare stoet voorbij hoort trekken
met stemmen en betoverende muziek—
treur dan niet nutteloos om de fortuin
die van je wijkt, je werken die mislukten, het
je plannen voor het leven die allemaal illu& Ida
bleken. feve:
Je moet. als wasje lang voorbereid en moedig,
vaanvel zeggen aan het Alexandrie dat jou verlui qL
Bedrieg vooral jezelf niet. zeg niel dal
het een droom was, dat je gehoor je misleidde pNs
laat zo'n vergeefse hoop niet tot je toe.
Je moet. als was je lang voorbereid en moedig,
zoals jou. die zo'n stad vergund was. past,
beheerst naar het venster toegaan
en luisteren, met ontroering, niel met
lafhartig klagen en jammeren, in een laatsl geniete »k<
naar de klank der betoverende instrumenten
van de geheime stoet, die voorbijtrekt,
en vaanvel zeggen aan het Alexandrië datje verlid jtrte
De Tweede Ronde. Tijdschrift voor literatuur. Zomer
192 pag los nummer f 12.50. abonnement ivier nurr.m
per jaar i (32. Uitgeverij Bert Bakker. Amsterdam.
h(
tvcr<
'eral
ferte
be