VESTDIJK'S ROMANS NIEUWGRIEKSE LETTEREN je kunt er toch bij blijven zitten? hellasnummer van 'de tweede ronde SATERDAG 20 AUGUSTUS 1983 Het is de laatste jaren bijna een rage geworden bundelingen uit te geven van interviews met een bepaalde schrijver of van recensies op diens werk. Interviews met auteurs als Hermans, Reve en Mulisch werden bijeengebracht. Artikelen uit kranten en tijdschriften over literaire coryfeeën als Maarten 't Hart, Gerrit Komrij en Marga Minco verschenen in boekvorm. Rudi van der Paardt verzamelde nu kritieken op de romans van S. Vestdijk en gaf .die uit onder de titel 'Je kunt er toch bij blijven zitten?' Langzamerhand bestaan er zoveel van dit soort uitgaven dat goede en Slechte onderscheiden kunnen wor- ;den. Slecht bleek bijvoorbeeld 'Over 'Willem Elsschot' de samenstelster gaf geen representatieve doorsnee •van wat er over Elsschot geschreven •werd. Niet erg geslaagd was ook 'Over Igarga Minco' uiteraard door de -zeer beperkte omvang van Marga ÜÜnco's oeuvre overlappen de mede delingen van de recensenten elkaar vaak, waardoor er per saldo niet veel "substantieels in deze bundel staat. ■Een dergelijke bloemlezing samen stellen over Vestdijk moet wel op bijzonder grote moeilijkheden stui ten. Er is zoveel over hem geschreven, 'dat men van die secundaire literatuur nauwelijks overzicht krijgen kan Zelfs al beperkt men zich tot de .romans van Vestdijk. Tweeënvijftig delen zullen zijn Verza melde Romans die uitgegeven worden .door De Bezige Bij en Nijgh Van ;Ditmar gaan beslaan. Het vijftigste 'deel met 'Vijf vadem diep' zag onlangs ;het licht. •Het aantal recensies en beschouwin gen gewijd aan deze romans zal zeker 'de duizend overschrijden. Nu kon •vooraf van Rudi van der Paardt ver- üwacht worden dat hij zijn taak tot een ;goed einde zou brengen. Hij publiceer de veel over Vestdijk, onder meer het boekje 'Over de Griekse romans van Simon Vestdijk' en een lezenswaardig overzichtsartikel in het losbladige 'Kritisch Literatuur Lexicon'. Het door Van der Paardt samenge stelde boek bevat over vrijwel alle romans van Vestdijk één kritiek. Dat is niet veel en in elk geval is het onmogelijk in dit boek na te gaan hoe de romans afzonderlijk werden ont vangen. Door de keuze van Van der Paardt die over het ene boek van- Vestdijk bewonderaars en over het andere boek sceptici aan het woord laat, krijgt men wel een redelijke indruk van de receptie over de hele linie. Niet meer dan een redelijke: want dal er jaren geweest zijn dat de meeste boekbesprekers alleen maar smalend op Vestdijk's werk reageer den valt uit dit boek bijvoorbeeld niet af te leiden. De criteria voor opname die Van der Paardt in zijn inleiding noemt zijn voordehandliggend ,,De in deze bun del opgenomen kritieken zijn in de eerste plaats gekozen om hun infor matieve waarde, maar vervolgens ook om een indruk te geven van de hierboven aangeduide gevarieerde receptie van Vestdijk's romans" <27). Of hij nu wel steeds de meest informa tieve, de meest substantiële stukken heeft gekozen, valt te betwijfelen. Zou er dan niets beters over 'Pastorale 1943' geschreven zijn dan de artikel tjes van J. W F. Werumeus Buning en van Piet Grijs? Het is een detail, want meestal zijn de beschouwingen wèl belangwekkend. H. Marsman, E. du Perron, A. Marja. J Greshoff. Paul Rodenko. Anna Blaman, L. Th. Leh- mann het zijn enkele van de figuren die aan het woord komen. Uiteraard gaan ze van heel verschillende stand punten uit, waardoor de bundel een afwisselend karakter heeft gekregen. Wie meer houdt van een coherentere hans warren benaderingswijze kan altijd nog te recht in het vooral uit boekbesprekin gen samengestelde essay van H A. Gomperts 'Terug tot Simon Vestdijk" dat zeventig bladzijden van het twee de deel van zijn 'Intenties' beslaat. Van der Paardt blijkt ook in de inleiding tot deze bundel men herkent het een en ander uit zijn artikel in het 'Kritisch Literatuur Lexicon' een bewonderaar van Vestdijk. Zijn beschouwing is overi gens. zeker in vergelijking met wat andere samenstellers van dit soort uitgaven van hun inleidingen terecht brengen, een uitstekend stuk werk. Gelukkig wordt zijn bewondering nooit idolaat. Bij mij wekt overmatige waardering voor Vestdijk snel een lichte wrevel. Zo n begin van een recensie door Willem Brandt bijvoorbeeld: ..Simon Vestdijk heeft zijn indmkivekkend oeuvre verrijkt met een bij uitstek belangrijke roman" (168) Of een op merking van Jeanne van Schaik-Wil- ling: „De ziener is weer eens een boek. dat. het merkteken draagt van een zeer groot romancier. De struc tuur. het beeldend vermogen, de evo catie en doorgronding van karakters, dit alles bezit een felle helderheid, die alleen schrijvers van wereldformaat weten te bereiken" 1191En volgens C. Rijnsdorp is Vestdijk ..veelzijdiger, en dieper denker dan Voltaire" (210). Tamelijk vaak is er verbazing dat Vestdijk de Nobelprijs nimmer gekre gen heeft. Wat heeft toch aanleiding gegeven tot die onbegrijpelijke over schatting? Het moet wel zijn Vestdijk's enorme produktiviteit. zijn activiteit in vele genres. Want een werkelijk groot for maat heeft Vestdijk niet. Hij schiet als dichter en als prozaïst tekort. Naar aanleiding van het verschij nen van de bloemlezing 'Wanneer mijn vader sterft, laat mij dan staan' werd bp deze plaats al beweerd, en hopelijk aannemelijk gemaakt, dal de technisch bekwame poëzie van Vestdijk doorgaans bestaat uit een magere inval die breed uitgesponnen werd. Zijn proza is van een wat hogere orde. maar het lijdt aan verge lijkbare euvels. Een uitspraak van Vestdijk waaraan de titel van dit boek werd ontleend is veelzeggend: „Ik ken schrijvers, die na het voltooien van een boek langdu rig gaan uitrusten. Zoiets snap ik niet; je wordt er toch niet moe van. je kunt er toch bij blijven zitten?" Ook zijn romans waren voor hem maakwerk, waarvoor wel kennelijk hem niet vermoeiende inspanning, maar geen wezenlijke inzet nodig was. Ook hier worden kleinigheden met veel opvulsel gepresenteerd. De kri tieken die afwijzend zijn, gaan vaak ook in deze richting. Over een roman van 400 pagina's zegt W. L M. E. van Leeuwen dat die beter tot 100 pagi na's teruggebracht had kunnen wor den. J H. W Veenstra over een ander boek: „Waarschijnlijk was de 'stof net genoeg voor een novelle, maar Vest dijk heeft zich nu eenmaal al jaren lang ingesteld op een patent-roman- lengte" (2291 "NTatuurlijlj. IN dijk bevat f: de romans van Vest- I dijk bevatten veel moois. Zijn ,'loed is groot geweest. En soms getuigde zijn werk wel van schrijf- cconomie, zoals liet vlak voor zijn dood verschenen 'Het proces van meester Mekhart'. Te verwachten valt evenwel dal Vestdijk in de lite ratuurgeschiedenis eerder een plaats als fenomeen dan als groot schrijver zal krijgen. 'Je kunt er toch bi) blijven zitten*' Kritieken op de romans van S Vestdijk Gekozen, ingeleid en van aantekeningen voorzien door Rudi van der Paardt; 336 pag. f 47.50. De Bezige Bij. Amsterdam. Dat het slecht gaat in de platenindustrie mag zo langzamerhand beltend worden verondersteld. En of er komende winter een opltt zal komen, is nog maar zeer de vraag. Dit houdt in. dat de platemy schappijen een heel andere strategie hebben moeten uitzetten o respectieve aandelen op de markt niet helemaal kwijt te raken. Een van de eerste besluiten die werden genomen, was het drastisch verkleinen van het aantal uit te brengen dure produkties. Er komen er deze winter nog wel een aantal, maar vrij weinig. Voor de platenko per behoeft dat niet zo rampzalig te zijn. Wanneer hij de volledige catalo gussen van maatschappijen als Pho nogram, Polydor, RCA, WEA en EMI doorkijkt dit lijstje is niet volledig dan zal hij merken dat het aanbod nog altijd duizelingwek kend groot is. Een symfonie die drie jaar geleden werd opgenomen, is echt nog niet verouderd, ook al zouden de platenmakers dat graag willen. Minder dure produkties dus, maar wel van topkwaliteit, want de con currentie op dit kleine gedeelte van de markt is steeds feller geworden. Ook dat is een goed punt voor de koper. Bijzondere uitgaven met on bekende muziek worden zo te zien ook in kalmer tempo uitgebracht, maar met name de oude muziek, die tot 1750 dus, wordt niet vergeten, Er wordt vooral rustig aan gedaan in het ijzeren repertoire, dus Weens- klassieke muziek van bijvoorbeeld Haydn, Mozart en Beethoven, de romantiek vroeg en laat, en muziek van bijvoorbeeld Richard Strauss. Ravel. Debussy en andere compo nisten met deze graad van bekend heid. Dit wil echter niet zeggen dat deze muziek in mindere mate in de winkels komt te liggen, integendeel. Om te beginnen is er, zoals hierbo ven al gezegd, een grote voorraad beschikbaar. Maar verkooptech nisch is het beter om dan toch met wat nieuws te komen, althans met wim henk bakker iets dat er nieuw uitziet. Dat gebeur de natuurlijk in de periode voor de economie terugliep ook al. Een goed voorbeeld daarvan is het label Reso nance, waarop tegen een zeer billijke prijs herpersingen worden uitge bracht van oude, vaak al heel oude registraties. Soms was de ouderdom van dien aard. datje je afvroeg of het met beter was om van historische platen te spreken, maar dat werd toch altijd net voorkomen, iedere plaat was bijvoorbeeld keurig in stereo. Gezien de prijs kon je als koper overigens weinig eisen Nu is het zo dat de verkoopprog- nose stelt dat er een markt is voor redelijk geprijsde platen, die echter toch kwaliteit moeten leve ren. Dat is met nieuwe opnamen moeilijk tc verwezenlijken. In zo'n geval kun je het als maatschappij zoeken in het opnieuw uitbrengen van opnamen die bijvoorbeeld niet ouder dan tien jaar zijn. Afgezien van de uitvinding van de compact-disc en de digitale registra tie is de opnamekwaliteit in die periode niet zodanig veranderd dat men de verschillen kan horen, ook niet op zelfs meer dan gemiddelde apparatuur. Natuurlijk worden die heruitgaven in een andere kledij gestoken, om er net aspect nh aan te geven. Op die manier ontstaat dans serie die platen bevat van ofi nabij de 22 gulden. Alvorens 4 een voorbeeld van te geven, s nog iets over de prijs. In Nederj mag iedere platenhandelaar zich de prijs vaststellen. Die kart per winkel verschillen en dat beurt nogal eens. De platenmaatschappij of imp teur biedt de platen weliswaar iq en vastgestelde prijs aan, maar;; neer een detaillist bereid is vani item een flinke portie te besltj kan ook daaraan nog gesletï worden Dat is dan de reden bijvoorbeeld warenhuizen me: 8 len over heel Nederland verspj elpees soms tegen onwaarschljrï lage prijzen kunnen aanbieden Dit laatste gebeurt voornamt met hele bekende werken, tj daarin moet dan de omzet gevoa worden. Wie prijsbewust wil kgi doet er dus goed aan, indien h» tijd en gelegenheid voor heeft, a dan één platenzaak te bezoeker ook goed te letten op de adven ties met aanbiedingen. Daarou kunnen ook worden gerekend platen-van-de-maand, die de i handel, maatschappijen en de porteurs uitbrengen onder na als plaat- of meevaller-vat| maand. We kunnen dus een aanmerkd aantal heruitgaven verm ten van recente opnamen. Kwalit verzekerd. Maar het is natuurt wel van belang je eigen platenln goed in het hoofd te hebben, vu verdubbelingen bij de aanschaf! gen voor de hand en dat is nalt lijk niet de bedoeling. Een serie die vermoedelijk veels ces zal hebben komende wintert ca. 22-gulden-sector is Signatu een uitgave van Deutrc Grammophori. Op elke hoes handtekeningen te vinden van uitvoerende kunstenaars, alsof in kleine versie het DGG-vie Daarmee zijn de platen ondersci den van de dure produkties, w de bekend gele streep over des breedte van de hoes is afgednÈ Op dit moment zijn er zo' elpees in verkrijgbaar, maar des wordt deze winter nog aanmerk uitgebreid. Dat het om een gaat met tamelijk recente opm moge blijken uit de namen ras! artiesten Claudio Abbado, deus Kwartet, Marta Argenciflf niel Barenboim, Friednch C.d Rostropovich. Krystian ïse- mann, Narciso Yepes, enziWl Dat de serie niet helemaal ui'ndto is, blijkt uit de platen met mU werd opgenomen onder leid^ra de overleden dirigent Karl Het programma steunt v grootste deel op het ijzeren rejc:- re We vinden er symfonieën a Tsjaikowsky, Schumann, D;.ra Schubert en concerten van M® Beethoven en Liszt, om maattf paar namen te noemen, Toen Marko Fondse en Peter Verstegen in de zomer van 1980 een nieuw kwartaaltijdschrift voor literatuur begonnen dat zij 'De Tweede Ronde' doopten, leek dat, zoals zij het zelf eens een keer uitdrukten, 'un coup de folie a deux' die niet zoveel kans van slagen had. Zonder kapitaal, zonder uitgever, enkel gewapend met hun kennis, enthou siasme en werklust moesten de twee redacteuren de strijd aanbinden. Beiden waren zij vertaler van beroep (zij schrijven beiden ook oorspronkelijke Nederlandse poefcie), aan beiden is zelfs de Nijhoffprijs al eens ten deel gevallen en Verstegen had bovendien als redactielid van 'De Revisor' ervaring met tijdschriften. Al was het alleen al om er achter te komen hoe hij het niet wilde. Het blad moest dus in een tijd met slechte economi sche vooruitzichten gaan concurreren met de vele gevestigde-literaire tijdschrijften. 'De Tweede Ron de' had direct een eigenzinnige, ietwat willekeurige, zeer onorthodoxe opzet. Maar van meet af had het blad echter ook stijl, en wat waarschijnlijk weinigen verwacht hadden Fondse en Verstegen slaagden. Aanvankelijk werd hun tijdschrift nog gedoodverfd als een 'platform, voor vertalers', maar de receptie was van begin aan toch welwillend tot zeer lovend. Reeds na twee losse nummers (die nu de 'eerste jaargang' vormen», vonden ze een uitgever. Bert Bakker en werd het mogelijk een abonnement te nemen De proefperiode was glansrijk doorstaan, de kinderziekten werden overwonnen, 'De Tweede Ron de' werd een echt tijdschrift. En in tegenstelling tot menig ander kwijnend of zich voortslepend literair blad neemt het tijdschrift steeds in belangrijkheid toe. wat in eerste plaats wel te danken is aan de niet aflatende geestdrift van de beide redacteuren. Getrouw ieder kwartaal verschijnt een nummer van 160 tot soms 190 pagina's boordevol interessante literatuur. Wie de twaalf tot nu toe verschenen afleveringen doorneemt zal verrast worden door zo'n rijke en gevarieerde inhoud, door zoveel wat voor ons land nieuw ls. Behalve aan Nederlands proza, poëzie en essay (er debuteerden reeds opvallende figuren in het blad) bevatten de nummers meestal ook een 'Anthologie', waarin teksten van belang die ooit ergens anders gestaan hebben, maar die om een of andere reden onvindbaar zijn geworden, voorts een rubriek met Light Verse, de in ons land zo lang veronachtzaamde pretpoëzie die nu een bloei beleeft, een katerntje met afbeeldingen en dan de afdeling Vertaald proza en Vertaalde poëzie. Die hebben vaak bijzonder veel interessants te bieden. Niet alleen dragen de redac teuren zelf uit hun eigen voorkeurgebieden materiaal aan, ze weten ook medewerkers aan te trekken die voor ons land nieuwe schrijvers voor het voetlicht brengen. Al geruime tijd heeft 'De Tweede Ronde' daarbij de voortreffelijke gewoonte de vertaalde De naam 'De Tweede Ronde' is voortgekomen uit de overweging dat een tekst in vertaling aan zijn tweede ronde begint, terwijl ook de vergeten teksten uit de Anthologie aan hun tweede ronde beginnen. Maar zoals reeds gezegd is het tijdschrift nu tot een algemeen, springlevend literair tijd schrift uitgegroeid, zo goed dat niemand het zich mag laten ontgaan. Het zomernummer dat dezer dagen verscheen draagt op het omslag een portret (postuum, door David I-lockney) van Kavafis. Het is een 'Hellasnummer', het bevat een selectie uit de Nieuwgriekse letteren zoals die wellicht nog nooit in enig tijdschrift gebracht is, het is een waar 'wijgeschenk'. En dat naar aanleiding van het feit dat Konstantinos P. Kavafis vijftig jaar geleden, in 1933. precies op zijn zeventigste verjaardag stierf. Voor hem, de grootste Nieuwgriekse dichter (al kreeg hij dan nooit de Nobelprijs, zoals zijn landgenoten Seféris en Elytisi wordt in het nummer uitvoerig plaats ingeruimd. Maar vóór we aan de afdeling Vertalingen toe zijn biedt 'De Tweede Ronde' een schat aan voor ons land nieuwe of zo goed als onbekende figuren Na twee zeer verdienstelijke verhalen van Peter Burger en Ron de Zeeuw debuut) en een afdeling Nederlandse poezie. waarin veel dichters op een Grieks onderwerp inhaken (met als hoogtepunt Marko Fondses 'Grafschrift voor Leukadas, nog te sterven', een geslaagde tekst in de trant van de 'Anthologia graeca') vraagt Marko Fondse in 'Essay' belangstelling voor de Griekse schilder Jannis Tsa- róuchis (geboren 1910) die pas in 1981 voor het eerst een grote overzichtstentoonstelling kreeg in Thessa loniki Fondse schrijft dit late doorbreken toe aan Tsaróu- chis'openlijk beleden homosexualiteit er is geen karakteristiek ivaarvoor het officiële Griekenland huiveriger is dan juist de homoerotische. Voor veel Grieken was en is het. een onverteerbare zaak dat juist de al even apert homoerotische dichter Kon stantinos Kavafis buiten hun land de grootste ver spreiding heeft gevonden. Zijn langzame (zij het wel definitieve) doordringen in eigen land mag wat dal betreft exemplarisch heten Bepaald onbegrijpelijk is dit met", 'pp 512) In 'Tekeningen' en verspreid door de aflevering vindt men reproducties van Tsaróuchis' frappante werk. Dan is er aandacht voor een van de merkwaar digste Nieuwgriekse prozaïsten, Generaal Ian nis Makryjannis (1797-1864). Makryjannis was een van de Griekse vrijheidsstrijders uit 1821, en vrij wel analfabeet. Pas op 32-jarige leeftijd, toen hij na het einde van de eigenlijke opstand in 1829 in Argos gestationeerd werd, leerde hij zichzelf schrijven en toen heeft hij in een vrijwel onontcijferbaar hand schrift zonder leestekens ol interpunctie zijn le vensverhaal te boek gesteld en hij heeft dat voortge zet tot kort voor zijn dood. Dit unieke document is tot 1907 toe onuitgegeven gebleven en toen aanvan kelijk in de eerste plaats beschouwd als van eminent historisch belang Pas in de laatste decen nia is men. vooral door de enorme bewondering die Seferis hem toedroeg. Makryjannis gaan zien als een der grootste Nieuwgriekse prozaïsten. Er is hier helaas geen plaats dieper op de 'Gedenk schriften' van Makryjannis in te gaan. maar wie een literaire ontdekking van de eerste orde wil doen, leze ten eerste de magnifieke toespraak die Jorgos Seferis in 1943 in Alexandnè en in Cairo hield en die in extenso in 'De Tweede Ronde' staat (vertaald door Hero Hokwerdai en de fragmenten, vertaald door Wim Bakker en Arnold van Gemert Of eventueel de Engelse vertaling van het hele boek Dan zal men kunnen begrijpen wat Seferis in 1943 zei: ..Tussen 1926. toen ik de Gedenkschriften in handen kreeg, en vandaag, ts geen maand voorbijgegaan zonder dat ik er enkele bladzijden in herlas, geen weck zonder dat die zo levende uitdrukkingskracht mijn gedach ten bezighield. Ze hielden mij gezelschap op reizen en hans warren LETTERKUNDIGE KRONIEK omzwervingen, ze verplichtten en troostten mij op ogenblikken van blijdschap en droefenis in ons land. waar wij soms zo wreed autodidact zijn, was Makryjannis mijn nederigste en tegelijk bestendigste leermeester". (56) Ik denk dal het velen zo vergaan zal die kennis nemen van het werk van deze grote man. En daarom kan ik het niet laten twee voorproefjes te geven. Over kunstwerken der Oudheid ..Ik had twee beelden, hele mooie, een vrouw en een prins, ongeschonden de aderen waren te zien, zo volmaakt waren ze. Na de verovering van Poros waren ze meegenomen door een paar soldaten en die wilden ze in Argos verkopen aan een stel Europea nen: duizend thalers vroegen ze... Ik nam de soldaten apart en zei ..Die beelden, ook al geven ze jullie tienduizend thalers. die mogen jullie met het vader land uit laten gaan Daar hebben we voor gevoch ten" Seferis voegt er aan toe „Begrijpt u weP Hier geen Lord Byron aan het woord, geen hooggeleerde, geen archeoloog, hier spreekt een herderszoon uit Roüme- li, met het lichaam onder de wonden Daar hebben wc voor gevochten. Vijftien goudverguldc acade mies kunnen niet tippen aan de woorden van die (64) Kavafis zou zeggen Hij was rechtvaardig, wijs. edel. Hij was bovendien vat hoogste Grieks- Kostbaarder eigenschappen heeft de mensheid met Die zijn ginds bij de goden te vinden. (Grafdicht van Antiochos, koning van.Kommage- ne). Nog één citaat: ..Tussen Patras en Gasloiini is een dorp. Mega Spileo. Daar maakte ik kwartier. De inwoners klaagden dat ze door de monniken werden getiranni seerd wat ze kregen, namen die hun weer af. Ik had kwartier bij een pope. Toen zei ik' 'Als jullie zo getiranniseerd worden, waarom gaan jullie dan niet hier weg. naar een ander bevrijd dorpDie zijn er genoeg'. De vrouw van de pope zei: 'Toen de Turken kwamen zaten wij met heel wal zielen in het moeras, in het water, om ons te redden. En de Turken kwamen en grepen ons Ons lijf zal onder 't bloed door de bloedzuigers opgevreten waren we De kinderen waren er ook ingegooid: het water krioelde ervan, ze dreven als kikkers rond. sommigen levend, anderen al aan hun eind. En ik werd door de Turken, gegrepen en door achtendertig beslapen. Ik. was kapot en de andere vrouwen ook. Waarvoor hebben wc dat allemaal doorgemaaktVoor dit vaderland. En nu vinden we nergens recht List en bedrog, anders niet'. En ze schreide bittere tranen. Ik troostte haarik kreeg het te kwaad en schreide mee <731 Zijn leven lang heelt Makryjannis compromisloos gevochten voor de hoogste idealen. Hij werd omringd door verraad en corruptie hij bleef inleger, wees alles af. Daarom spreekt hij zo sterk al degenen aan die. zoals bijvoorbeeld in het verzet in de Tweede Wereldoorlog, diep teleurgesteld werden in hun verwachtingen aangaande een betere toe komst. een hetere wereld. Hij werd vernederd, geslagen op zijn lichaam dat nooit helemaal van alle opgelopen wonden génezen is, gevangen gezet en ter dood veroordeeld. In zijn vertwijfeling richtte hij zich rechtstreeks tot God in klachten en met verwijten die zelfs een ongelovige de keel toesnoeren. Tijdig werd koning Othon verdreven (1862) en zo leefde hij nog twee jaar. in ere hersteld, en als een groot patriot gehuldigd. B J Slot vraagt in zijn bijdrage Een Amsterdamse Griek in de pruikentijd' aandacht voor Diamandis Korais (1750-1833), de intellectuele leider van de Griekse onalhankelijkheidsbeweging, die van 1771- 1778 in Amsterdam woonde als koopman, en daar in aanraking kwam met verlichte theologen als Adnaan Buurt, 'de geleerde lievelingspredikant van het Amsterdamse patriciaat' zoals Slot hem aan duidt Ook Bernard Keun kende hij al. vanuit Smyrna, waar Keun Nieuwgneks en Korais Latijn wilde leren Joffer Een fascinerende bijdrage. Tweemaal komt het 'overspel op de Olympos' tussfi Ares en Aphrodite in dit Zomernummer voor hu voetlicht: in de prozavertelling door Vondel naï Vergilius. en in een nieuwe vertaling van een fraf- ment uit Homeros' 'Odyssee' van de hand van H.! de Roy van Zuydewijn Zelfs in de afdeling 'Light Verse' is een Grieks tin:.'; en in het vertaalde proza vindt men een prach' verhaal van Kostas Tachtis i geboren 1927) eerste beeld' i Vert, Hero Hokwerdai. Het is te hops dat van deze belangrijke schrijver binnenkort m« werk in het Nederlands zal verschijnen. In de afdeling vertaalde poezie, die zeer ruim b ten is deze keer, vindt men behalve het genoemd Homeros-fragment gedichten van Odysseas Elyli' (vert. Courlme Wit en Wim Bakker). Kostas Karvot kis ivert. Hero Hokwerdai. K. P. Kavafis (vert Mam Molegraaf en mezelf) en Jorgos Seferis (Hero Hokwe da) "u Het is werkelijk verbluffend wat men hier bijee heeft weten te brengen, en voor een eerste imaartó J™5 grondige) kennismaking met de op zeer hoog pd staande Nieuwgriekse literatuur leent zich dit nim mer van 'De Tweede Ronde' dan ook uitstekend leant Omdat de redactie met het Hellasnummer inW Devei bijzonder Kavafis heeft willen eren. 'internal* azw naai gezien Griekenlands beroemdste dichte beeindig ik dit overzicht (na 'De Tweede Ronde'M eens warm aanbevolen te hebben als Nederlanë beste en levendigste literatuurtijdschrift van 6 ir.oej ogenblik) met een van zijn gedichten: lan itdel zier alle Sein ANTONIUS DOOR ZIJN GOD VERLATEN Wanneer, om middernacht, je plotseling een onzichtbare stoet voorbij hoort trekken met stemmen en betoverende muziek— treur dan niet nutteloos om de fortuin die van je wijkt, je werken die mislukten, het je plannen voor het leven die allemaal illu& Ida bleken. feve: Je moet. als wasje lang voorbereid en moedig, vaanvel zeggen aan het Alexandrie dat jou verlui qL Bedrieg vooral jezelf niet. zeg niel dal het een droom was, dat je gehoor je misleidde pNs laat zo'n vergeefse hoop niet tot je toe. Je moet. als was je lang voorbereid en moedig, zoals jou. die zo'n stad vergund was. past, beheerst naar het venster toegaan en luisteren, met ontroering, niel met lafhartig klagen en jammeren, in een laatsl geniete »k< naar de klank der betoverende instrumenten van de geheime stoet, die voorbijtrekt, en vaanvel zeggen aan het Alexandrië datje verlid jtrte De Tweede Ronde. Tijdschrift voor literatuur. Zomer 192 pag los nummer f 12.50. abonnement ivier nurr.m per jaar i (32. Uitgeverij Bert Bakker. Amsterdam. h( tvcr< 'eral ferte be

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 20