AFFAIRE VALK Ambtenarei machteloos SAMEN LEVEN IN EN NA VANCOUVER Onderzoekscommissie voor een zware taak PZC/0P'nie en achtergrond stemmen uit de kerken VRIJDAG 12 AUGUSTUS 1983 4 w iDoor Jos Heymans) De commissie van wijze mannen, die een onderzoek gaat instellen naar de rol van de toenmalige Nederlandse Militaire Missie in Paramaribo, zal vrijwel direct worden geconfronteerd met een wereld vol intriges, roddel en afgunst. Dit feit, gevoegd dij de tegenstrijdige verklaringen van de betrokkenen in deze geruchtmakende zaak, maakt een reconstructie van de werkelijke gebeurtenissen extra moeilijk, zo niet onmogelijk. Hoofdrolspeler in het drama is kolo- de handel en wandel van de eigen nel Hans Valk. van 1975 tot 1980 chef militairen Een van zijn ondergeschik- van de Nederlandse Militaire Missie In ten was majoor Koenders. de samen- Paranaribo. Bijrollen zijn weggelegd steller van de geheime nota waarin de voor de missieleden, de kapiteins Cle- beschuldigingen aan het adres van ments en Briaire, voor kolonel Maar- Valk worden geuit. Als voormalig me seveen, Valks opvolger in Paramaribo dewerker van de CID werd Maarse en overste De Jong, die in het kader veen natuurlijk op zijn woord geloofd, van de ontwikkelingssamenwerking Maarseveen had een hekel aan Valk. naar Suriname was gezonden Inhoud door wiens toedoen hij bij de onafhan- van het script: de mogelijke betrok- kelijkheid van Suriname in 1975 als kenheid van Nederlandse militairen hoofd van de militaire missie werd bij de Surinaamse staatsgreep van 25 februari 1980 op weg naar zijn eigen ondergang. De missieleden hadden het in Paramari bo uitstekend naar hun zin. ook finan cieel. En bij terugkeer naar Nederland zouden zij ongetwijfeld een financiële aderlating moeten ondergaan. Boven dien benaderde Maarseveen zijn mis sieleden niet al te taktisch. Een van de onderofficieren, luitenant Nico Lor- wa, had bij geruchten vernomen ver vangen te worden, maai- kon daarvan bij Maarseveen geen bevestiging krij- gepasseerd. De Surinaamse regering gen. Een dag later werd hij door zijn mocht een voordracht doen en stelde Kolonel Valk heeft zijn taak als hoofd Maarseveen als hoofd v de r van de missie veel te ruim gemterpre- voor. Tot grote woede van de Surina- teerd en hij geeft dat ook grif toe. ..Als mers benoemde Nederland echter ko- ik in mijn contacten met de Suri- lonel Valk Dat had tot gevolg dat naamse officieren en onderofficieren Valk pas een halfjaar na zyn aan één stap verder was gegaan, dan had komst in Paramaribo aan de slag kon aanzet tot de gaan. omdat de Surinaamse regering Het is aan de weigerde zijn geloofsbrieven te aan- ik daadwerkelijk staatsgreep gegeven' onderzoekscommissie uit te zoeken of vaarden. Valk niet al een stap teveel had Toen Maarseveen gedaan. Vast staat in ieder geval, dat Valk 1980 uiteindelijk wel hoofd werd en zich in Suriname vestigde, had hij tegenover zijn mis- zowel voor als na de staatsgreep op sieleden geen goed woord over voor dusdanig goede voet met. de coupple- zijn voorganger „Als de naam van gers stond, dat de indruk van zijn Valk viel, liep hij al rood aan", verkla- betrokkenheid kon ontstaan. Dat ren oud-missieleden. In die tijd kwa- ging zelfs zover, dat Valk werd gecom- men ook alle verhalen los over het plimenteerd met zijn geslaagde privéleven van Valk. dat zich zou staatsgreep Valk: „Om van het ge- hebben onderscheiden door drank- zeur af te zijn, gaf ik dat grif toe. Zo misbruik en sexuele uitspattingen, van. ja hoor. natuurlijk heb ik die Uit een brief uit 1981 van een oud- coup gepleegd. Maar wie verwacht nu, medewerker van de missie (Valk was dat zo'n uitspraak serieus* genomen al een jaar uit Suriname weg): „De wordt?" kolonel wordt hier in Paramaribo nog Valk vat zijn betrokkenheid als volgt steeds geroemd om zijn sexuele pres- samen: „De sfeer was dreigend De taties" onderofficieren waren in staking, kwa men zelfs niet meer in de kazerne. Maar niemand ondernam een poging het conflict op te lossen. Je voelde dat De nieuwe machthebbers in Surina- er iets stond te gebeuren. Doe dan me waren niet erg gelukkig met de wat, heb ik tegen de onderofficieren komst van Maarseveen. Het was hen gezegd. Maar ik bedoelde natuurlijk bekend dat de kolonel voor de CID geen staatsgreep Ze hadden hun pro- had gewerkt en zij beschouw den hem blemen bij kolonel Elstak of bij pre- daarom als een spion. „Die moeten Spion dochter uit Nederland gebeld, die haar vader meedeelde dat zijn vervan ger bij haar op bezoek was geweest. Dit soort zaken zette kwaad bloed bij de missieleden. Maar ook andersom was er wrijving. Maarseveen slaagde er met in een goed contact te krijgen met de militaire leiders in Suriname in tegenstelling tot zijn ondergeschik ten. Hij werd door Bouterse bij diver se besprekingen niet tóegelaten, zijn ondergschikten daarentegen wel. Het was een moeilijke tijd voor Maar seveen. die Surinaamse periode Hij was naar Paramaribo gekomen om een nieuwe missie op te zetten, maat zijn werk leidde slechts tot opheffing van de missie De voorgenomen ver vanging van majoor Nijs. de kapiteins Clements en Briaire. de luitenants Lorwa en Van Dijk en de overige leden schoot bij Bouterse in het verkeerde keelgat. De Surinaamse leiders wen sten deze mensen met hun jarenlange ervaring met vervangen te zien. Toen de Nederlandse regering toch voet bij stuk hield, zei Bouterse: „Dan gaan ze allemaal maar naar huis. Dan hebben we helemaal geen missie meer nodig". Overspannen Maarseveen keerde in mei 1981 gefru streerd en overspannen naar Neder land terug. Zijn hekel aan Valk was in die periode alleen maar gegroeid. Want waar Valk slaagde, faalde Maarseveen. Geruime tijd moest Maarseveen zich onder medische be handeling stellen om de teleurstel ling te verwerken. Hij moest zelfs worden opgenomen in het psychia trisch ziekenhuis Endegeest in Oegst- geest. In diezelfde periode vonden de verhoren van de CID onder leiding van majoor Koenders plaats. Tijdens die verhoren heeft Maarse veen gewezen op de mogelijke betrok kenheid van Valk bij de staatsgreep. De verhalen daarover in Suriname waren immers met van de lucht. Maarseveen kon die betrokkenheid zelfs aannemelijk maken. Valk had toch een uitstekende verstandhou ding met Bouterse gehad. Hij had hem geadviseerd bij tal van zaken en waarom dus ook niet bij het plegen van de coup. Bovendien beschikte Maarseveen over een getuige. In Paramaribo was inmiddels de burgerambtenaar Peter Meijer gearriveerd als secretaris van het hoofd van de militaire missie. Meijer werd door de missieleden be schouwd als een handlanger van Maarseveen. Hij bleef bij de opheffing van de missie als enige achter in Paramaribo, omdat hij niet alleen secretans van het hoofd van de missie maar ook van de militair attaché was. En in de plaats van Maarseveen zou in ieder geval een nieuwe attaché ko men. Brief mier Arron moeten aankaarten". Verklaringen Over het gedrag van Valk in Parama ribo zijn tal van belastende verkla- we hier niet", zou een van de coupple gers. Mijnals, hebben gezegd. Juist die aanwezigheid van Maarseveen leidde uiteindelijk tot het verzoek van de Surinaamse machthebbers aan de Nederlandse regering om de ringen afgelegd, die onder meer zijn missie op te heffen, vervat in de geheime nota van de In de periode dat Maarseveen de Contra Inlichtingen Dienst (CID) van scepter over de missie zwaaide, heeft december 1981. Een belangrijke bron hij alles in het werk gesteld de overige voor dit rapport was kolonel Maarse- leden van die missie te vervangen. Hij veen. in 1980 Valks opvolger als stuurde rapporten naar Den Haag hoofd van de missie, en van wie over de wel erg hechte band tussen de bekend is dat hij een hekel had aan missieleden en de coupplegers. Ge- het populaire gedrag van Valk en aan voegd bij de geruchten dat Valk de de wijze waarop Valk met jan en geestelijke vader van de staatsgreep alleman in Suriname contacten derhield. Kolonel Gerrit Maarseveen, inmid dels gepensioneerd, is jarenlang top man geweest van de CID. het onder is geweest, ontstond in Den Haag de indruk dat de missieleden te veel „versurinamiseerd" waren. Defensie ging dan ook akkoord met de i ging- deel van de inlichtingendienst van de Met de uitvoering van die taak zette landmacht dat zich bezig houdt met Maarseveen onbewust een eerste stap Deze Peter Meijer onderhield vanuit Paramaribo een geregelde correspon dentie met zijn ex-baas, kolonel Maarseveen. Op 16 juni 1981 schreef Meijer aan Maarseveen over de mo gelijke betrokkenheid van de militai re missie bij de staatsgreep een acht kantjes lellende brief. Uit die brief: „Op 18 mei kwam de familie Lorwa (een van de missieleden - red.) in ons hotel en moesten we natuurlijk weer aanhoren wat voor slecht mens u wel was en hoe gezellig en leuk het wel was (zuipen en financieel) toen de kolonel Valk nog Hoofd van de Missie was. Nico (Lorwa - red.) beseft niet eens dat hij het niet lang meer maakt, als hij z'n levenswijze niet snel ver andert. Op een avond had hij zoveel gedronken dat hij vrijuit ging praten over de'coup en vertelde dat deze bij Clements met medeweten van Valk was afgerond en dat ze bij Clements zijn vertrokken (u weet wel wie „ze" zijn)". Met die „ze" bedoelde Meijer de groep rond Desi Bouterse. Deze bnef was voor Maarseveen het bewijs, dat Valk bij de staatsgreep betrokken was ge weest. Hij kopieerde de brief on danks het verzoek van Meijer de brief vertrouwelijk te houden en toonde 'm aan iedereen binnen het ministerie van defensie. Voor Maarseveen moet het een teleur stelling zijn geweest, dat door het ministerie niet onmiddellijk actie werd ondernomen. De brief van Meijer werd gevoegd bij de reeks van verkla- Kolonel Valk ringen over het gedrag van Valk, die door de Contra Inlichtingen Dienst waren verzameld. Van Valk had men bij de Dienst inmiddels al een behoor lijk dossier. Er waren al verklaringen van ten tijde van de coup gevluchte Surinamers. van de missieleden, van kolonel Maarseveen en van overste De Jong. Overste De Jong was een van dege nen. die een vernietigend oordeel over kolonel Valk velde. Dat herhaalde hij onlangs in AVRO's Televizier Maga- zin. Voor de onderzoekscommissie de taak na te gaan of de verklaring van De Jong wel betrouwbaar is. De Jong is, evenals Maarseveen, een teleurge steld mens. Ook hij had gehoopt in 1975 hoofd van de militaire missie in Paramaribo te worden, In de zomer van 1981 vonden de verhoren plaats. Kapitein Kees Briai re: „Ook Clements en ik zijn bij majoor Koenders in Apeldoorn op bezoek geweest. We hebben toen nog een klacht willen indienen tegen kolo nel Maarseveen, Die had tegen majoor Nijs gezegd, dat hij mij in Suriname standrechtelijk had willen laten fusil leren. Maar Koenders raadde mij een klacht af. Er is al genoeg rotzooi, zei hij". Rotzooi was er inderdaad ruim schoots. In Paramaribo waren moei lijkheden ontstaan in de verstandhou ding tussen Peter Meijer en de meuwe militair attaché, kolonel Van Tus- schenbroek. De kolonel deed in okto ber 1981. bij een tussentijds bezoek aan Nederland, zijn beklag over Meij er. Het ministerie besloot een onder zoek door de CID te laten instellen. Majoor Koenders werd naar Parama ribo gezonden en voerde daar een groot aantal gesprekken met Meijer. Bovendien kon Koenders, nu hij toch in Paramaribo was, de zaak Valk ter plekke onderzoeken. Koenders schreef op 7 december 1981 zijn geheime nota. vol met verdacht makingen aan het adres van Valk. Maar de verdenkingen hoe aanne melijk ook werden niet met bewij zen onderbouwd Het rapport beland de keurig op het bureau van de toen malige minister van defensie, Van Mierlo. Het is niet duidelijk wat er rnet die notitie is gedaan. Er waren al vaker verdenkingen jegens Valk gere zen maar bewijzen konden nooit wor den geleverd. Wat dat betreft had de nieuwe geheime nota niets nieuws toe te voegen. De bewindsman zag dan ook geen aanleiding een nader onder zoek in te stellen. De CID, overtuigd van zijn gelijk, was op z'n teentjes getrapt door de houding van de minis ter. Het rapport lekte uit en leidde in januari van dit jaar tot vragen in de Tweede Kamer. Maar minister De Ruiter ontkende elke Nederlandse be trokkenheid bij <le staatsgreep en ging niet in op de suggestie van PvdA-kamerlid Harry van den Bergh om een onderzoek in te stellen. Nu. vier maanden later, moet de bewindsman op die mededeling te rugkomen. terzake (Door prof. F Har logt Tl Er valt voor ambtenaren weinig meer te lachen. Nog minder voort onderwijspersoneel, want dat moet nog meer inleveren dan j ambtenaren. Het hele overheidspersoneel zit in het hoekje waar deslag. vallen. Hoe komt dat? In hoofdzaak doordat de betrokkenen vrijj machteloos zijn. )E Tot voor kort vormde het trendsys- de opbrengst van de loonbelastj 'ei teem een bescherming van hun posi- vrij sterk doen dalen. Vooral dc er tie. Zij mogen niet staken Als er overweging weegt op het ogenbl verder niets gebeurt zijn zij daar- voor de overheid erg zwaar 01 door op genade of ongenade overge- |ei leverd aan hun werkgever Om ze \j;0f rjjrt? m een andere zekerheid terug te geven 'S iel rijfJ is het trendsysteem ingevoerd Met dit alles in gedachten valt u, Daarbij werd hun salaris achteraf te verwachten dat het overheü aangepast aan de gemiddelde loon- personeel in het komende jaarst t. stijging in het bedrijfsleven. extra onder het juk door moet.t Van dat trendsysteem is nu niets maatregelen zullen tegelijk rat: meer over. Stakingsrecht hebben zij indiening van de begroting in st;re nog steeds niet. Dus is de toestand tember worden aangekondigd. I ingetreden die zoeven werd aange- ambtenarenorganisaties zitten i duid met „genade of ongenade". Wel hun tanden al te oefenen om stn) K; is er intussen een wetsontwerp over hoorbaar te kunnen knarsen. Kt het stakingsrecht voor overheids- neri zij niet meer doen en echt o jn. personeel. Daarover eerst een enkel vuist maken door te gaan stakt #J. woord. Die kans bestaat, maar het is Het stakingsrecht ligt niet wettelijk vraag of dat erg zal lukken. vast. Voor de werknemers in het Het overheidspersoneel heeft ie: (1[| bedrijfsleven is er ook eens een algemeen geen goede stakingsia wetsontwerp geweest dat het sta- taliteit. Het is altijd geneigd fj kingsrecht zou regelen, maar dit is meegaand tegenover de overheid onder een gróte stapel papier ge- werkgever op te stellen. Die r- raakt waar niemand meer aan komt. gaandheid wordt op een ste Dat is niet toevallig. Als stakingen zwaardere proef gesteld, maar et. wettelijk worden toegestaan moet er denk dat de tijd in de kornet herfst toch nog niet rijp is voon H massale staking. iet Verder valt te verwachten dat, als [g hier en daar door overheidspe» neel gestaakt wordt, de tot oordei natuurlijk van alles omheen worden geroepen rechter niet spoedig geregeld: wanneer staken ongeoor- gunste van de stakers zal beslis ii loofd is, hoe het moet met de rechten jjy jS er immers op uit, alle belau van werkwilligen e.d. af te wegen. Staking van overte fli Anders gezegd- de vraag f er mag personeel veroorzaakt veelal :-uo worden gestaakt wordt dan vervan- Veel ongerief voor het publiek 1 gen door de vraag wanneer er mag wordt mede in de overwegingal worden gestaakt. Die laatste vraag trokken. Enerzijds zijn de ambieL is in verschillende opzichten nog ren dus erg machtig omdat zij moeilijker te beantwoorden dan de overlast kunnen oproepen ai eerste. Dus laten we het maar zoals hun werk neerleggen, maar de ke het is. zijde hiervan is dat zij het Stakingen worden onder bepaalde daardoor niet of nauwelijks ra omstandigheden oogluikend toege staan. Af en toe wordt toch de rechter ingeschakeld, maar die kan 1 W66Ü6 K6US zich alleen baseren op billijkheids- overwegingen Toch hebben alle ^EnSïSeidhA partijen daar vrede mee Een sta- ^kgelegenhei ^wordt wel tif- kingsrech t voorparticuliere werkne- m gestdd maar mers zal er dus met komen. op aankomt overwegen toch de: slagen. Er komt dus vermoeds(P alleen wat werktijdverkorting, Het voorgaande geldt in nog sterke- die wordt ook in het bedrijfste - re mate voor het overheidsperso- doorgevoerd, zonder driedubbel: neel. Als dat stakingsrecht zou krij- fers te brengen zoals de ambten: gen, moeten nog veel scherpere doen. waarborgen worden geschapen. Het Dit alles zou misschien anders ziet er niet naar uit dat er wat dit gen als de ambtenaren watinkon betreft een basis voor de voorziene en bestaanszekerheid betref! rv wettelijke regeling in zicht is. Dus duidelijke voorsprong zoudsirDE zal ook voor het overheidspersoneel ben op de werknemers in fcdHi1 de schemertoestand wel voortdu- drijfsleven. Maar ook dat ïst-Mo ren waarbij staken eigenlijk niet algemeen met het geval. Ozi m mag, maar soms toch wordt toege- toenemende bestaansonzekf" laten. bij overheidsfunctionarissen. Als het overheidspersoneel de loon- vorm van ontslagdreigingen ontwikkeling van het bedrijfsleven ben we het al gehad. Verder i niet meer volgt, zou men zich in benaderende berekeningen kunnen denken dat het verband overheid voor vergelijkbare fun: omgekeerd wordt. De overheid zou 'n het algemeen belangrijk ma dan het voorbeeld geven voor de betaalt dan het bedrijfsleven,» loonvorming in het bedrijfsleven. De als rekening wordt gehoudenms ervaring leert dat. daar niets van doorgaans gunstiger pensioenflde terecht komt. Het overheidsperso- ziening. neel wordt veel scherper aangepakt Op stapel staat overigens ookt dan de particuliere werknemers en gedeeltelijke afbraak van dewlifc er is geen ontwikkeling zichtbaar ste. Het zal niet lang meer dure a waarbij dat zal veranderen. het overheidspersoneel gaal Dus duikt een andere gedachte op, ongeveer een derde minder namelijk: dwing het bedrijfsleven de naar huis dan mensen mei eigen lonen even sterk in te tomen ongeveer gelijke functie in hei als de overheidssalarissen. Ook daar drijfsleven. Dat wreekt zich ui komt niets van, en wel om twee doordat de overheid alleen redenen. In de eerste plaats zijn de maar een tweede keus heeft ak sociale partners beide gekant tegen vacatures moeten worden veni Ie een algemene loonmaatregel. In de Maar alles wordt op het ogent >ei tweede plaats zou een loonsverla- ondergeschikt gemaakt aan dei- ging in het bedrijfsleven, gelijk aan mindering van het financiering wat het overheidspersoneel inlevert, kort. Schemersituatie Aan het eind van deze week loopt de bijeenkomst van de Wereldraad van Kerken te Vancouver ten einde. Na drie weken vergaderen keren de afgevaardigden, die uit alle hoeken van de wereld in deze Canadese stad bijeengekomen zijn om voor nu en voor straks gestalte te geven aar. de eenheid van de Kerk van Jezus Christus, terug naar huis. Naar de kerk die hen afvaardigde en naar het land waar zij leven. Naar de situatie waarin het in maatschappij en kerk ondertussen gewoon verder is gegaan, zoals het daarvóór ging en ook daarna wel zal gaan. Vancouver wordt bijgezet in dc inmiddels eerbiedwaardige feeks van assemblees: 1948-Am- sterdam, 1954-Evanston, 1961-Ncw-Delhi, 1968-Upp- sala, 1975-Nairobi, 1983-Vancouver. Zo althans ziet een buitenstaander het. Zeker voor wie er niet zelf bij is geweest is het op dit moment onmogelijk om de betekenis van dit gebeu ren aan te geven Op grond van wat de media erover doorgaven vallen slechts zeer voorlopige indrukken op te maken. Er is in elk geval en zeker aan het begin heel wat gesproken. Redevoeringen werden gehou den door dr Philip Potter als secretaris-generaal en aartsbisschop Scott als voorzitter van het Centraal Comité. De West-Duitse theologe Dorothee Sólle sprak over de leegt van onze westerse welvaarts maatschappij en riep op om te vechten voor vrede en tegen militarisme De Zuid-Afrikaan Allan Boesak nuanceerde dat door te stellen dat de inspanningen voor de vrede de strijd om gerechtigheid voor een hongerende derde wereld niet mogen verdoezelen. Een vrouw van een eilandengroep in de Pacific betrok ons bij het verdriet en de angst van mensen die slachtoffer worden van de kemproeven die daar nog steeds voortgezet worden De Nederlander Jan Pronk informeerde de aanwezigen over de geringe voortgang op het punt van ontwikkelingssamenwer king tussen de rijke 'en de arme landen van deze wereld. Met belangstelling en doorgaans ook met instemming luisterde en las ik. Het waren overigens gelukkig! geen algemene en neutrale woorden en dus zijn ongetwijfeld anderen u misschien ook wel er van tijd tot tijd meer of minder door ontstemd Er is in elk geval nogal wat over te doen geweest. Verschil van mening is mogelijk en zelfs belangrijk wanneer mensen aan het denken worden gezet. Ook andere berichten kwamen door. Om er slechts enkele te noemen: over het naar verhouding grote aantal vrouwen onder de deelnemers en over de rol die zij er speelden Over de voor het eerst wat talrijker vertegenwoordigers van de andere goeds- dïensten. van welke de Indische wijsgeer Gopal Sing'n scherpe opmerkingen maakte over wat hij noemde christendommelijkheid. Over een indruk wekkende bijeenkomst aan de Stille Oceaan ter gelegenheid van hel feit dat 38 jaar daarvoor aan de andere kant ervan, op Hirosjima de eerste atoom bom werd geworpen Over de wijze waarop ingegaan werd op de vraag of en wanneer de Wereldraad van Kerken een missie zou zenden naar Nicaragua, zoals een groep afgevaardigden van de Amerikaanse ker ken eerder dit jaar in El-Salvador was. Over de aandacht die Indianen door het aanbieden van een (voor hen heilige) totempaal vroegen voor hun lot. Of om ook heel andere dingen te noemen over de tegenstellingen toen het erom ging de leden te kiezen van het Centraal Comité, dat tot de volgende assemblee over zo n zeven jaar het bestuur van de raad zal vormen. En over de op het eerste gezicht nogal onbetekenende maar bij nader inzien niet onwezenlijke vraag or er een dividend van twee procent wou worden uitbetaald op de aandelen van de Oecumenische Ontwikkelingscoöperatie van de Wereldraad. Vonk Toch denk ik dat het beeld van Vancouver pas achteraf voor ons duidelijk kan worden. Al het genoemde blijft voor mij tenminste nog onsamen hangend: indicentele elementen, die voorbarig en daarom met een grote kans op fouten geïnterpre teerd kunnen worden, maar die als het goed is voor de deelnemers en naar ik hoop straks ook voor ons op de een of andere manier een eenheid gaan vormen. Pas zo kan er inspiratie van uit gaan. die mensen verder helpt zowel door de diepten heen van de oecumenische verhoudingen her en der als door de somberheid heen waarmee zij zich van tijd tot tijd lamgeslagen voelen door ontwikkelingen in de wereldsamenleving. Zulk een eenheid en inspira tie is door de aanwezigen, dat hebben berichten wel duidelijk gemaakt, inderdaad beleefd: het is alles mécr geweest dan een lange reeks indrukken, er moet iets ervaren zijn van een samen leven, dat als een geheim is aangevoeld en ontvangen. Maar uiteraard laat dat zich niet in persverslagen uit drukken. Het zal vooral in ontmoetingen met Van- couvcrgangers duidelijk moeten worden en als een vonk op anderen kunnen overspringen, zodat het niet blijft bij een samen leven in liet verre Vancou ver. maar leidt tot een samen leven hier en elders in deze wereld. Dat is, zou ik willen zeggen, zowel nodig als mogelijk. Nodig is het, niet alleen met het oog op de oecumenische verhoudingen op het grondvlak, maar ook met het oog op de voortgang van het werk van de Wereldraad van Kerken zelf in verhouding tot de aangesloten kerken en hun leden. Meer en meer is de Wereldraad in discussie gekomen en heeft zij. vooral in de westerse wereld, nogal wat verzet opgeroepen Bijvoorbeeld met het programma ter bestrijding van het rassisme. In vroeger tijd kon je enthousiasme wekken door te spreken over de Wereldraad, in onze dagen kijken nogal wat mensen bedenkelijk als je daarover begint Daarbij moet bedacht worden dat deze organisatie zelf een hele ontwikkeling heeft meegemaakt en dat dat gebeurde in een wereld die ook zelf ingrijpend veranderde. Derde Wereld In 1948 en nog lang daarna waren het de westerse landen die de toon aangaven in de wereld Het waren toen ook de westerse kerken die de richting bepaal den welke de Wereldraad ging. Thans is dat voorbij: de tweede en derde wereld spelen overal en zeker ook in de Wereldraad een zeer belangrijke rol. Ik denk. dat veel bezwaren die m onze westerse landen tegen de Wereldraad gevoeld worden wel eens te maken zouden kunnen hebben met een innerlijk verzet tegen deze ontwikkelingen. Welnu, het lijkt me goed, dat. met name de derde wereld, die in wereldverhou dingen (denk bijvoorbeeld aan de gang van zaken op de Unctad-conl'erenties) nog zo moeizaam aan bod komt, in kerkelijke verhoudingen een plaats krijgt, die volwaardig overeenkomt met, die van de kerken in ons deel van de wereld met hun eeuwenlange traditie. Een eenvoudige zaak is dat ook daar niet. Maar dat men elkaar in toenemende mate als christenen uit de wereld ginds èn hier gaat verstaan, dat er in Wereldraadverband zoiets als een samen leven tussen hen en ons aan het groeien is. dat lijkt me ook op grond van berichten over deze assemblee duidelijk. Dat heeft te maken met het geheim waarop ik doelde. Het zou de Wereldraad en ook ons zodoende wel eens door diepten van misverstand, verwijten en depressie heen kunnen dragen. Samen leven Het samen leven van heel verschillende mensen en kerken, of om het nu met een meer kèrkelijke term te zeggen de communio (wat meer is dan de communi catie). namelijk een delen met elkander1), is met alleen nodig, het is ook mogelijk. In 1982 is in Lima (Perui een onderdeel van de Wereldraad van Kerken bijeengeweest: de afdeling 'Faith and Order' (geloof en kerkorde). Die bijeenkomst is najaren studie niet minder dan een doorbraak in de kerkgeschiedenis geworden: op de punten van doop, eucharistie (avondmaal) en ambt, die kerkscheidingen hebben teweeg gebracht, vond men elkaar als deelnemers vanuit heel verschillende tradities, óók die van de niet bij de Wereldraad aangesloten Rooms Katho lieke Kerk: unaniem werd men het eens over de bewoordingen van een rapport waarin de betekenis van deze sacramenten en van het ambt aansluitend bij de bijbelse gegevens werd weergegeven. Dat rapport is aan de verschillende kerken toegezonden met de vraag om zich daarover vóór 31 december 1984 uit te spreken. Maar nu reeds is het gebruikt om een gemeenschappelijke liturgie te ontwerpen (sa mengesteld oor broeder Max Thunan van de com muniteit te Taizéi voor een avondmaalviering te Vancouver waaraan iedereen van ganser harte zou kunnen deelnemen. Dit samen vieren vond inder daad plaats. Toegegeven, de Oosters-orthodoxen namen met deel en in officiële zin geldt dat ook voor de Rooms Katholieke Kerk (al deden een aantal r. katholieken wel mee); dat was natuurlijk jammer, maar het neemt niet weg, dat dit gebeuren voor heel velen een vorm van uiterst intens samen levens geweest, die mensen met al hun verschillen aas jj elkander bindt. En eigenlijk zie ik niet in, waaroii dat wel in Vancouver en daarna niet in Zeeland kunnen gebeuren. Doorbraak Het is dus inderdaad mógelijk: in de meest feitelijé zin samen te leven en daarin tegenstellingen t overwinnen. Ik denk daarbij ook nog aan iets andes het is bekend, dat er in de loop der tijd ee j tegenstelling is ontstaan tussen wat wel genoeö wordt: de oecumemschen en de evangelicalen. Eeisi genoemden zouden zich gelukkig voelen bij de nu' zelden politiek gerichte uitspraken en activiteit*1^ van de Wereldraad: laatstgenoemden leggen dsf tegenover vooral de nadruk op de noodzaak va persoonlijk geloof en bekering. Welnu, er zijn duitó lijke tekenen.' dat deze tegenstelling doorbrokr 1 gaat worden. Ook hier moet worden toegegevenjë er van bepaalde evangelicale zijde op een niet t' plezierige wijze in Vancouver tegen de Wereldraad; gedemonstreerd en misschien ook wel dat van zijde van de raad niet altijd omzichtig genoeg1 gehandeld op 't gebied van politiek getinte kwesüfi 1 Ook dat alles is jammer, maar neemt niet weg date een gevoel van gemeenschappelijke verantwoords I lijkheid aan het groeien is en dat van beide uitspraken vallen te beluisteren, die standpiinte naar elkander toe nuanceren. Ónder andere denk! aan de Amerikaan Jim Wallis, schrijver van het beu! 'Tegen de stroom in', die persoonlijke bekering^ j politieke verantwoordelijkheid nadrukkelijk aanI kander verbindt. Ook op dit gebied zijn er deeïï mers in Vancouver gaan ontdekken, dat we vaffJ I beide benaderingen kunnen en mogen samen iets Te midden van wereldverhoudingen waarin depö risatie nog altijd hoogtij viert. Als de betekenis van Vancouver in deze (naar vermoed bovendien samenhangende) ontwikke® gen zal blijken gevonden te worden, dan is daanr, heilzame concretisering gegeven aan de woorden v- het thema der conferentie: Jezus Christus, het leve der wereld. T. Rinkel i

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 4