ABP
HET ZWARTE PAARD
ra n*r
Echte problemen ontstaan
bij verlaging pensioenen
mimi
v
Twintig jaar onrust
en strijd in Tsjaad
d;
PZC/°P'n'e en achtergrond
WOENSDAG 10 AUGUSTUS 1983
Door Martin Huppertz)
Het zal niet meer zo lang duren dat de regering zal gaan voorstellen de pensioenen voor
ambtenaren en trendvolgers te verlagen. Maar dat heeft dan niets te maken met de
problemen bij het ABP, waar de kranten nu vol van staan. Nee, dat is dan het gevolg van de
manier waarop de Nederlandse staat al jaren miljarden aan dat pensioenfonds onttrekt of het
ABP opzadelt met onvoorstelbare lasten". Dat is de mening van di m mr. H. H. Wiarda, die tot
1 februari 1980 hoofd-directeur van het ABP is geweest.
„Ik ben er vast van overtuigd dat
waar nu zo uitvoering en met ophef
over wordt geschreven een opgeklop
te zaak zal blijken en dat achteraf zal
uitkomen dat er geen redenen zijn
voor justitiële stappen zegt de ex-
topman van het ABP, die de dagelijk
se stroom van publikaties met pijn in
het hart en een toenemend ongeloof
volgt.
„Vakbonden, kamerleden en de hele
landelijke pers stort zich nu op een
mogelijke fraude- en chantagezaak bij
het ABP, waarbij de namen van twee
topmensen in het geding zijn Maar
aan de werkelijke problemen, waar
ABP mee te kampen zal krijgen,
wordt mets gedaan. Geen kamervra
gen over de toekomst van de pensioe
nen, geen vakbondsacties om de rech
ten van de gepensioneerden veilig te
stellen. En die rechten zijn ernstig in
gevaar. Maar niet door wat er nu aan
de hand is. maar doordat ontzaglijke
kapitalen aan het pensioenfonds wor
den onttrokken en doordat enorme
lasten op de schouders van het ABP
worden gelegd''
Wiarda doelt daarbij onder andere op
het feit dat het ABP is opgezadeld
met financiering van de VUT, die het
pensioenfonds miljarden zal gaan kos
ten En op het schrappen van ruim 2
miljard gulden aan staatsleningen,
een douceurtje aan de schatkist, die
pas na twee jaar wetsontwerp werd
geregeld. Of op het feit de staat naar
believen ABP-geld leent tegen een
percentage van slechts een half pro
cent.
Fouten
Wiarda zegt niet dat er bij het ABP in
het geheel mets aan de hand zou zijn.
„Je kunt je inderdaad afvragen of de
topfunctionarissen bij het ABP. die
nu in het geding zijn (hoofd-directeur
dr J van der Dussen en directeur
beleggingen mr. A. Masson red.)
steeds verantwoord hebben gehan
deld. Er zijn wellicht fouten gemaakt,
beoordelingsfouten, fouten in de be
leggingssfeer. Maar ik geloof niet dat
er sprake is van bewust foutief hande
len, van fraude of van chantage Ik
ken de mensen persoonlijk en weet
dat ze zeer integer zijn", zegt Wiarda
als reactie op de vele „onthullingen
die over de ABP-top worden gedaan.
Wiarda: „In mijn tijd zou een derge
lijke opeenvolging van erg grote
transacties in zeer korte tijd niet zijn
voorgekomen. De top kan wel voort
varend zaken willen doen, maar de
rest van het apparaat moet in staat
zijn die zaken gedegen af te handelen.
Wellicht heeft het daaraan bij het
ABP de laatste tijd ontbroken, waar
door er spanningen zijn ontslaan
tussen de topfunctionarissen en an
dere personeelsleden".
Dat betekent niet dat Wiarda zich
inmiddels verzoend heeft met de be
noeming van Jan Willem van der
Dussen als zijn opvolger op de hoog
ste stoel van het ambtenarenpen-
sioenfonds. Die benoeming kwam
eind januari 1980 voor hem als een
volledige verrassing.
„Het was met mijn keuze, maar ook
niet van alle anderen, die de toenmali
ge minister (Van Thijn red.) daar
over hebben geadviseerd Ik heb nooit
verbloemd het met die keuze niet eens
te zijn. Van der Dussen voldeed niet
aan de eisen, die in de advertentie
voor mijn opvolging werden gesteld.
Je moet op die post iemand hebben
die verstand heeft van beleggingen.
die weet wat in de wereld van geld.
kapitaal en onroerend goed omgaat",
aldus Wiarda.
Sterk staan
In zijn tijd als hoofd-directeur van het
ABP heeft Wiarda de voornaamste
impulsen gegeven tot wijziging van de
beleggingsstrategie van dit grootste
pensioenfonds in Nederland. Van een
zeer traditioneel belegger werd het
ABP ook belegger in onroerend goed
en ook in commercieel onroerend
goed. Dat je daarbij zeer sterk in je
schoenen moet staan erkent Wiarda
volmondig.
„Het is een wereldje waarin anders
wordt gehandeld dan elders", zegt hij
ervan. Op de vraag of hij zelf in zijn
ABP-tijd bloot gestaan heeft aan po
gingen tot omkoping of chantage
geeft Wiarda een ontwijkend ant
woord. „Je moet afgewogen besluiten
nemen en daarbij vertrouwen op ad
viezen die je eigen medewerkers je
aanreiken".
Verziekt
Wiarda vindt dat de salariëring van
de topambtenaren bij het ABP te
gering is om kwaliteit van buiten aan
te trekken. „Topambtenaren wordt
relatief te weinig betaald voor de
verantwoording die ze dragen. Het is
moeilijk bij het ABP kwaliteit bin
nen te halen en te houden. Toen ik bij
het ABP vertrok was de opbouw van
het ambtelijk apparaat nog niet vol
tooid", vertelt Wiarda.
Volgens hem is het mogelijk dat de
recente problemen ontstaan zijn door
dat de top bij omvangrijke transacties
harder heeft gehold dan de rest van
het ambtelijk apparaat kon bijhou
den. „Maar het lijdt geen twijfel dat de
sfeer bij de afdeling Beleggingen nu
grandioos verziekt is", stelt Wiarda.
„Ik ken Masson persoonlijk zeer
goed. Hij leeft erg eenvoudig, is inte
ger en zeker geen fraudeur. Het justi
tiële onderzoek in 1974, waarover
gerept wordt, had betrekking op zijn
belastingaangifte. Het heeft me in
dertijd deugd gedaan dat dit onder
zoek niets heeft opgeleverd. Nu wor
den die zaken weer opgerakeld en
opgeblazen. Ik vind dat zeer grievend
voor de mensen die in opspraak zijn
gekomen en voor hun familieleden",
besluit dr. Wiarda.
Het kantoorcomplex van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds in Heerlen.
Li de, hoorde ik het derde dier
zeggen: Kom! En ik zag, en zie, een
zwart paard en die erop zat had een
weegschaal in zijn hand. En ik hoor
de als een stem te midden van de vier
dieren zeggen: een maat tarwe voor
een schelling en drie maten gerst
voor een schelling en breng geen
schade toe aan de olie en de wijn".
Dit bekende citaat uit het beroemdste
boek van de wereldliteratuur, de bij
bel, schetst allegorisch maar voor alle
tijden en plaatsen in drie zinnen de
honger, de armoe en het gebrek aan
voedsel. De vier paarden uit de apoca-
lyps het witte van de pest, het
rossige van de oorlog, het zwarte van
de honger en het vale van de dood
begeleid zolang de mensheid bestaat,
ons als een luguber kwartet Aan de
hand van de beschrijving uit de bijbel
niet alleen een beroemd boek uit de
wereldliteratuur maar ook de grond
slag van een geloofsovertuiging van
honderden miljoenen mensen heeft
Albrecht Dürer in de vijftiende eeuw
de apocaltptische paarden getekend.
Als je de houtsnede vandaag bekijkt,
blijft hij voor jaren op je netvlies
geschroeid. De afschuwelijke ver
schrikkingen van oorlog, honger en
dood zijn in vijfhonderd jaar geen
greintje veranderd.
Aan het zwarte paard, symbool van de
honger, moest ik vonge week weer
denken toen ik zag en las over de
enorme hongersnood die dreigt in de
wereld en met name in Midden-Afn-
ka. Als we deskundigen van de VN en
de FAO mogen geloven, staan we aan
de vooravond van een onvoorstelbaar
groot voedseltekort in de wereld. Een
combinatie van veranderd klimaat
(metname upruKKenue uiuuguri. ïuui-
bouw. ondeskundigheid en vooral be
volkingstoename. jaagt het vraagstuk
van de honger naar voren als het
wereldprobleem van het komende de
cennium Even ruwweg gerubriceerd,
de bevolkingsexplosie betekent dat
de vijf miljard mensen van nu in 2.000
gegroeid zal zijn tot 6.5 miljard Cijfers
die bij een zelfde groei na 2.000 tot
angstwekkende proporties zullen uit
groeien (via acht naar tien miljard en
meer). De grootste toeneming vindt
nu èn in de toekomst plaats in gebie
den die momenteel thans het
minst in staat zijn de problemen het
terzake
hoofd te bieden Afrika en grote
delen van Azie Vandaag al is één op
de vijf mensen m de wereld ondervoed
daarbij inbegrepen 100 miljoen kin
deren onder de vijf jaar Iedere dag
sterven tussen de 10 000 en 12.000
mensen de hongerdood Daar boven
op staat er nu dus een grote hongers
nood te komen in Afrika. Want de
droogte neemt toe en dus ook het
woestijngebied De ondeskundigheid
van landbouwmethodes in ontwikke
lingslanden neemt af maar. zo traag,
dat het effect nauwelijks waarneem
baar is. Het wordt steeds meer onaf
wendbaar. zowel op korte als op lange
termijn via directe voedselhulp de
honger in de wereld het hoofd te
bieden.
Een ander citaat. Nu niet uit de
wereldliteratuur maar uit een re
cent interview van een dagbladver
slaggever met een Nederlandse boer.
Journalist (tot ooer cue jaarlijKs bijna
zevenduizend liter melk uit één koe
haalt) ..dus u bent één van de boeren
die bijdraagt aan de overschotten0-'
Boer (geprikkeld) ..wat wilt u nou,
meneer We moeten wel produceren
om een redelijk inkomen te halen, we
kunnen met anders".
In een paar zinnen is daarmee de
andere kant van de voedselproduktie
belicht. In West-Europa en Noord-
Amenka is de produktie zo efficient
en deskundig dat er zo nu en dan
teveel geproduceerd wordt Zo nu en
dan. zeg ik er wel bij, want het is en
blijft reëel dat in de landbouw vette
jaren met hoge produktie worden af
gewisseld door magere jaren met lage
re opbrengsten. Dat komt door de
blijvende grillen van het klimaat Dit
jaar zal daarvoor het bewijs weer
leveren Overal, ook in Amerika en
Europa, blijft de produktie van suiker
en melk. van graan en groenten ver
achter bij die van vorige jaren. De
noodzaak van reserveren in de goede
jaren ten behoeve van onvermijdelijk
slechtere, blijft ook bij onze moderne
en goede landbouwmethodes onver
minderd aanwezig In de optie van
een rijk geschakeerd en overvloedig
voedselpakket voor de consument,
moet je voorraden en overschotten
bezien. Ze zijn als het ware ingebak
ken in het systeem en inherent aan
het altyd aanwezig zijn van voldoende
en gevarieerd voedsel Die overschot
ten zijn de prijs die je voor zulk een
politiek moet betalen. Al is het be
paald niet zo datje niet tegelijkertijd
moet broeden op maatregelen om
zonodig produktieremmen in te bou-
en arm is onvoorstelbaar groot.
Studie van dat probleem brengt, mij
althans, niet tot de conclusie dat die
kloof gedicht gaat worden. Het tegen
deel lijkt eerder waar. Zie ook het
begin van dit verhaal.
Met de wetenschap voor ogen dat het
Westen veel voedsel produceert en als
het moet de produktie misschien nog
wel kan verdubbelen op termijn. Met
de wetenschap ook dat de Russen, het
Oostblok en China in de verre toe
komst hoogstens genoeg voedsel voor
zichzelf zullen produceren (dat waar
schijnlijk niet eens). Met de weten
schap tenslotte dat er, los van acute
hondersnoden, een geweldig en struc
tureel tekort aan voedsel zal zijn en de
komende twintig jaar zal blijven in de
derde wereld, kan je niet anders con
cluderen dan dat West-Europa en
Amerika de enigen zijn om die nood te
lenigen Hoe? Da's met in een simpel
antwoord te vatten Dat zal een opera
tie zonder weerga in de historie moe
ten zijn. Alleen al de financiering
ervan moet onvoorstelbaar moeilijk
zijn
Schelhaas en met hem vele anderen,
hebben theoneen uitgewerkt
reldvoedselbanken en dergelijke
goed voor een ander verhaal.
Hoe dan ook de kennis van
overvloed hier en onvoorstelba
re honger daar, moet genoeg zijn voor
actie onzerzijds. Want als je in het
bijbelboek Openbaring de geschiede
nis van de vier paarden doorleest,
weet je dat na het zwarte paard van
de honger, het vale paard van de
dood komt.
mr Gerard W. Smallegange.
In het plaatsje N'Djamena in Tsjaad dragen een moeder en haar zoon zakken met voedsel naar een
overduidelijke sporen toont van gevechten tussen de troepen van president Hissene Habrê en de door
gesteunde rebellen.
De Libische strijdkrachten omv
ten dan ook niet meer dan 65,1
militairen (Egypte: 425.000).
geringe sterkte van de strijdkrsi
ten beperkt de mogelijkheden
Libië om met zijn militaire mi
andere volken blijvend aan zich
onderwerpen. Ik denk dan ook
dat kolonel Gaddafi daarop ui
Hij zal zijn militaire potentieel vcfOME
al willen gebruiken om politii J'lke
druk uit te oefenen op en ver» Nic
ring te stichten in omringende b
den en om zijn invloed uit te ta15
den door steun te geven aan revo ^cl'
tionaire bewegingen die het Werf
en in het bijzonder Amerika r. gjn
welgezind zijn.
Amerika zal. om deze dreiging
keren, zeker alles willen doen
Libië in Noord-Afrika te isoleren
het kader van deze doelstellt
richt het zijn beleid op steunvei y,
ning aan pogingen om de verht ,0
dingen tussen Marokko, Algerije
Tunis te verbeteren; het onderin Bep
den van goede betrekkingen n- -
Egypte en Soedan en het verte
van militaire hulp aan de regen
van Tsjaad.
Een grootscheepse militaire aan
op Libiè. bedoeld om kolonel Gi
dafi van zijn troon te stoten, b
mij niet erg waarschijnlijk. De Ac KK
rikaanse bereidheid om zich in
gebied militair te sterk te bindei
mede gelet op militaire verplich:
gen eldeis. zekei niet gioot. Bon
dien is een dergelijke operaüe
kant. gelet op de relatie tuss
Libië en de Sowjet-Unie. Dit cg||j(
kan beter op indirecte wijze woréf
nagestreefd, bijvoorbeeld
steun te geven aan ontevreden
menten in Libië of door Egypte
schakelen om Libië militair oi
druk te zetten.
Natuurlijk wil Amerika de LiWm
sche kolonel graag een lesje lcrR
voor
De Libische leider streeft imraf
niet alleen naar uitbreiding n
zijn invloed, maar verzet zich,(|
tegen de Amerikaanse politieke!
het Midden-Oosten, en steunt S)^e
en de radicale elementen
PLO. De Verenigde Staten zuil
mijns inziens dan ook elke gelegfctuii
heid die hen door Libië
geboden (bijvoorbeeld een aan
op een radarvliegtuig) aangrijp®w
voor hel uitvoeren van een JjVersc
perkte" militaire strafexpeditif».
gen militaire doelen in Libië. 1*kop
vliegdekschip Eisenhower (rondftonc
gevechtsvliegtuigen) ligt niet vwverva
niets voor de kust van Libië. Wiyele
licht dat de dreiging met dergeli® te
acties Gaddafi tot voorzichligW aai
maant, ook met betrekking totziöen di
optreden in Tsjaad. Voor liet vin me
van Tsjaad, dat in de afgelopcnfent o
jaar vrijwel geen rust heeft gekffilba;
is dat in elk geval te hopen. Jiteit
-f"""'1
pantel
(Van onze militaire medeiverker M. H von Meyenfeldti
De bevolking van Tsjaad heeft tot nu toe weinig
kunnen profiteren van haar staatkundige onafhanke
lijkheid (sinds 1960). De ontwikkeling van staat en natie
wordt nog steeds belemmerd door interne tegenstellingen
en gewapende strijd tussen allerlei politieke groeperin
gen. Op verzoek van de toenmalige president Goukouni
Oueddei zond Libië in 1980 strijdkrachten naar Tsjaad om
de president te helpen bij zijn strijd tegen zijn voornaam
ste rivaal Hissene Habré. Op 1 januari 1981 kwamen
Oueddei en de Libische leider kolonel Gaddafi zelfs een
fusie tussen beide landen overeen.
Het leger van Tsjaad bestaat uit
ongeveer 3200 militairen en be
schikt met over tanks of gevechts
vliegtuigen. De president wordt mo
menteel wel bijgestaan door een
beperkte strijdkracht uit Zaire
iplusminus 2500 militairen) en ont
vangt materiéle steun van Frank
rijk en Amerika. Opstandelingenlei
der Oueddei kan rekenen op steun
van Libië o.a. in de vorm van vlieg
tuigen en tanks.
Wat de huidige situatie in Tsjaad
politiek belangrijk maakt is de
toenemende betrokkenheid van
Amerika bij het conflict. Ameri
kaanse radarvliegtuigen, gestatio
neerd in Egypte, volgen de Libi
sche vliegtuigbewegingen boven
Noord-Tsjaad. Het Amerikaanse
vliegdekschip Eisenhower pa
trouilleert voor de kust van Libië
en verder geeft Amerika steun bij
de uitrusting en opleiding van de
strijdkrachten van president Ha-
bre.
Deze Amenkaanse militaire betrok
kenheid houdt mijns inziens direct
verband met de zorg in de Verenig
de Staten over de ontwikkelingen in
Afrika. In Zuidelijk-Afrika bevindt
zich al een aaneengesloten blok van
staten. Angola Zambia. Tanzania
en Mozambique, dat zeker op mili
tair gebied nauw verbonden is met
de Sowjet-Unie en Cuba. De vor
ming van een soortgelijk blok.
waarbij nu ook Libië een rol speelt,
tekent zich af in West- en Centraal-
Afrika. De Sowjet-Unie levert mili
tair materieel aan verschillende lan
den in deze regio, waaronder Nige
ria. Zij heeft verder militaire advi
seurs in onder meer Congo. Mali.
Guinee. Algerije en Libië
menten. Een toetreding van
tot dit blok versterkt de
positie ten opzichte van
ka en Soedan; opent de weg
Libische kolonel naar
en isoleert Zaire, dat als
cier van strategisch belangrij
grondstoffen als kobalt en
voor het Westen onmisbaar is.
andere woorden mede door
Libische optreden dreigen
se belangen ernstig te worden
schaad.
Welke mogelijkheden heeft
ka om kolonel Gaddafi een halttfenl
te roepen? In Noord-Afrika
Libië zo op het eerste gezicht
sterke militaire positie. De
strijdkrachten beschikken
rond 3000 tanks (Egypte 2100)
gevechtsvliegtuigen (Egypte
onderzeeboten (Egypte
grotere oppervlakteschepen (Er
te 8). De strategische zwakte i
Libië is zijn beperkte aantal ir.
ners: 2.1 miljoen (Egypte: 42.6 r
joen; de kolonel heeft een te k|j~J
volk).
Dit politieke besluit veroorzaakte
veel onrust in Egypte. Soedan en
een aantal West- en Centraalafri-
kaanse landen. In de loop van 1981
kwam Oueddei echter op dit besluit
terug. Hij wendde zich tot Frankrijk
om hulp bij de opbouw van zijn
strijdkrachten en vroeg Libië zijn
strijdkrachten uit Tsjaad terug te
trekken.
De Organisatie voor Afrikaanse
Eenheid zond een vredesmacht van
3500 militairen (uit Nigeria. Senegal
en Zaire) om de taak van de Libi
sche strijdkrachten over te nemen.
In november 1981 trok Libic zijn
troepen uit Tsjaad terug. Van het
machtsvacuüm dat toen ontstond
wist Habre. die werd gesteund door
Egypte, Soedan en Amerika, handig
te profiteren mede omdat de Afri
kaanse vredesmacht zich buiten de
strijd hield. In juni 1982 bezette
Habre de hoofdstad N'Djamena en
tegen het einde van dat jaar instal
leerde hij zich als president van
Tsjaad.
Goukouni Oueddei vluchtte via Ka
meroen en Algerije naar Libië. En
na zich met kolonel Gaddafi te
hebben verzoend keerde hij terug
naar Tsjaad om in het noorden
leiding te geven aan het verzet
tegen het bewind van president
Habré Hoe deze strijd, che interna
tionaal veel belangstelling trekt, zal
aflopen is moeilijk te voorspellen.
De strijdmacht waarover de huidige
president kan beschikken is be
paald niet indrukwekkend.
De regeringen in Ghana en Opper-
Volta zijn aan de macht gekomen
met behulp van pro-Libische ele-