de overstap naar
VAN D'EE TOT
j HONTENISSE
to eind december, toen het overdui-
u Jdljk was geworden dat Oost-
•nlfetuwsch-Vlaanderen door de Belgen
fd als hun eigendom werd be-
Öiouwd, durfde de Nederlandse rege-
trtog het aan troepen naar het gebied
fjf sturen. Op 11 januari 1831 zette
bisftteraal Des Tombes, vergezeld van
n kleine 900 manschappen, voet aan
:l)dP Temeuzen Door de koppige
empiding van koning Willem I. die
eepigerde de afscheiding van België
ubfraeel te aanvaarden, zouden deze
aaPepen negen lange jaren in Oost-
llireuwsch-Vlaanderen blijven
PZC/ weekendkrant 17
...maar (nauwelijks)
deel van neder land...
M 7eeuwsch-Vlaanderen bij België? Geen enkele Zeeuwsch-Vlaming zal die gedachte
en Jtegenwoordig serieus nemen. De waarschuwing die het college van Gedeputeerde Staten
üangs aan minister Smit-Kroes richtte („Uw zienswijze over de verbindingen kunnen (sic)
"s inleiding zijn tot een afscheidingsbeweging, hetgeen wij oprecht zouden betreuren") is dan
ok als een even origineel als irreëel dreigement te beschouwen. Zo'n 150 jaar geleden zou er
i'ji tel wat meer reden geweest zijn dergelijke uitspraken serieus te nemen. De politieke kaart
g er toen heel anders uit. In 1830 viel het fiere koninkrijk van Willem I, dat Nederland,
"Jelgië en Luxemburg omvatte, uiteen. Met de opstand, die in augustus van dat jaar
de isbarstte, werd het zelfstandige België geboren.
191
conflicten met de Belgen, alleen tij
dens de tiendaagse veldtocht kwam
het enkele malen tot een treffen, zorg
de ervoor dat de verveling al spoedig
toesloeg. Exercities en schietoefenin
gen bleken overigens geen overbodige
luxe. want de schietvaardigheid van
de dienstdoende militairen lag op
Vreden-
burch. deed zijn uiterste best de over
ir Zeeuwsch-Vlaanderen was het beurden, was de grond voor meerde- gedijde immers uitstekend op de
spannende tijd. Een opstandig re jaren bedorven. schorren en slikken, bevolkten 's ko-
eeiigertje, grotendeels bestaande uit Ook de inkwartiering van soldaten nings soldaten de inderhaast opge-
hwanse avonturiers onder leiding van werd door de burgers als een zware nchte ziekenzalen in grote getale.
Jfenri Grégoire, doorkruiste het ge- last ervaren. De vergoedingen, die Gemiddeld verbleef zo'n 10 tot 25
Bied de laatste twee weken van okto- daarvoor door de regering aan de procent van de militairen in de hospi-
Ber. Overal eisten zij van de gemeen- inwoners moesten worden verstrekt, talen. Het uitblijven van gewapende
■besturen een adhesieverklaring aan werden vaak pas na jaren uitbetaald,
jet revolutionaire 'Provisioneel Be- Het armoedige vissersdorpje Philippi-
}nd' in Brussel en trachtten zij de ne moest tot 1836 wachten op de
ivolking voor zich te winnen door de uitbetaling van de verschuldigde in
itiate belasting op geslacht vlees af kwartieringsgelden. Voor de vissers
schaffen. ws dit des te erger, omdat zij door de
Nederlandse regering reageerde oorlogssituatie toch al zwaar in de
jg traag op het dreigende verlies van uitoefening van hun bedrijf waren
feuwsch-Vlaanderen. Pas na veel getroffen. De vaargeul van Philippine bedroevend iaag peil. In 1833 werd
pidringen van vooral de in West- door E van Waesberghe uit Hulst een
jeuwsch-Vlaanderen talrijke protes- schadeclaim ingediend van 496 gul-
Bitse bevolking werd een geringe den, wegens beschadiging van de op
pepenmacht onder leiding van kolo- zijn grond staande bomen. De schade
Ledel naar Breskens gezonden. B«11MlMMlMiMllllhB was veroorzaakt door het 'schieten
Ietwat geluk wist Ledel eind oktober naar den schijf, welke schijf ongeluk-
Belgische troepen te verslaan Een kigerwijze in de richting van zijn
ifanche van de Belgen kon hij voor- naar de Braakman werd door Belgi- plantsoen was geplaatst. Door de
i men door handig gebruik te maken sche militairen, die in het. naburige schietoefeningen waren 194 olmen 'ge-
fan het feit dat een deel van Vlaande- fort Isabella waren gelegerd, onder noegzaam geheel verwoest', tien po
ten via Zeeuws-Vlaamse sluizen afwa- SCh0t gehouden, zodat het vissen bij- pulieren 'geheel afgeschoten' en 5 el
_ierde. Hij dreigde met het onderwa- na onmogelijk werd. Ook wanneer het doornhaag zwaar beschadigd. Dat het
petten van de streek, waarop de hen desondanks lukte nog iets te m die negen jaar wel eens tot conflic-
fclgische militaire autoriteiten Gré- vangen, was er weinig reden tot opti- ten kwam tussen burgers en soldaten
fclre bevolen Zeeuwsch-Vlaanderen misme, aangezien de uitvoer naar is natuurlijk niet verwonderlijk. Zo
verlaten. Vlaanderen door de oorlogstoestand werden er in een Hulsterse herberg
isl-Zeeuwsch-Vlaanderen bleef aan- gestremd was. Op die manier waren rake klappen uitgedeeld toen een
ftnkelijk helemaal verstoken van Ne- Zij Van hun belangrijkste afzetgebied landbouwer naar aanleiding van een
fcrlandse troepen. De vele verzoeken beroofd. omgevallen bierpul een groepje mili-
p manschappen voor de bezetting Niet alleen voor de inwoners vormde tairen toevoegde: „Jongens, maakt
fan deze streek, die de Zeeuwse gou- de aanwezigheid van het leger een Uw hier niet kwaad om, morgen hebt
jmeur Van Vredenburch naar Den last. ook voor de militairen zelf was gil immers weet tijd om te poetsen
Jaag zond bleken vruchteloos. Vooral hun verblijf in Oost-Zeeuwsch-Vlaan-
jïa het sluiten van de wapenschorsing deren geen pretje Als gevolg van het Hel provinciaal bestuur, of beter ge
ilet Belgie op 23 november, was de ongezonde klimaat, de malariamug zeSd de gouverneur E.
refcnng er huiverig voor Oost- .„r»rct<
■nileeuwsch-Vlaanderen te bezetten,
rflet was immers niet helemaal duide-
Jk: of de Belgen Oost-Zeeuwsch-
zaftaanderen nu wèl of niet als hun
lkybied beschouwden en de groten-
üs katholieke bevolking had tij-
h#fns de invallen een niet onwelwillen-
djk houding tegenover de opstandelin-
tp! aangenomen. Zo waren in Sas van
dfknt en Hulst de zittende besturen.
geweigerd hadden het revolutio-
5*aire bewind in Brussel te erkennen,
etfervangen en was in enkele andere
laJemeenten spontaan de Brabantse
•.inekleur gehesen
4 verlast
ndi
w de inwoners zou de negen jaar
^►tnde staat van oorlog veel over-
ke&Ü me' Z'ch mecbrenScn- Grote hoe-
vJWlheden land. vooral rond Clinge
^JGraauw, werden in de eerste jaren
de status-quo periode onder wa-
|Li_ Cezet om ondanks de geringe
JJF*P«nmacht toch een bruikbare
I*Jjedigingslinie te creëren. Waar
pht inundaties met zout water ge
last zoveel mogelijk te verlichten
Talloze brieven schreef hij naar Den
Haag om schadevergoeding voor de
inundaties te krijgen. Daar beweerde
men echter dat overlast door de aan
leg van verdedigingswerken een zaak
van nationaal belang was, en dus niet
werd vergoed. Ook probeerde Van
Vredenburch voor de huisvesting van
officieren bij particulieren een rijks
bijdrage te krijgen. Voor de inkwartie
ring van hogere militairen werd nor
maliter niet betaald
aandacht
Maar de gouverneur deed méér dan
alleen liet verzachten van de legc-
roverlast. In 183(1 was het hem duide
lijk geworden dat vooral de katholie
ke inwoners wel wat extra aandacht
verdienden. Zij hadden zich tijdens
de Belgische invallen niet erg loyaal
gedragen. En aangezien de meeste
katholieken in Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen woonden, resulteerde
dat in extra zorg voor de katholieke
plattelandsgemeenten rond Hulst en
Axel.
Van Vredenburch probeerde op ver
schillende manieren de katholieken
wat meer aan zich te verplichten.
Vanaf de tachtigjarige oorlog waren
de katholieken in heel Nederland een
duidelijk achtergestelde bevolkings
groep. Daar kwam voor Zeeuwsch-
Vlaanderen nog eens bij dat het één
van de zogenaamde generaliteitslan
den was. Daardoor werd het in feite
beschouwd als een soort wingewest.
Na 1830 veranderde dat De gouver
neur trachtte een einde te maken aan
de protestantse oververtegenwoordi
ging in de besturen van de katholieke
plattelandsgemeenten. In de loop van
de jaren daarvoor was daar al wat
verbetering in gekomen, maar pas na
het uitbreken van de Belgische revo
lutie zijn er voorbeelden te vinden van
een uitdrukkelijke voorkeur voor ka
tholieke burgemeesters en raadsle
den Zo werd de protestantse burger
vader J W van der Linde van Honte-
nisse. die in 1834 overleed, opgevolgd
door de katholieke E F Noel Van
Vredenburch schreef naar aanleiding
van deze kwestie aan de koning:
komende het mij overigens van groot
belang voor. dat in eene gemeente als
Hontenisse. waarvan de ingezetenen
schier allen de R C godsdienst belij
den. eene man aan het hoofd des
bestuurs worde geplaatst, die tot het
kerkgenootschap der R.C. behoort
In 1839 had de gouverneur een rede
lijk resultaat bereikt. Het aantal pro
testantse raadsleden in de katholieke
plattelandsgemeenten was vergele
ken met 1830 van negen tot vijf ge
daald.
Een ander punt waar liet provinciaal
bestuur veel aandacht aan besteedde
was de kwaliteit van het lager onder
wijs.
De kwaliteit werd toen afgemeten aan
het aantal leerlingen dat van de on
derwijsvoorzieningen gebruik maak
te. Er bestond geen leerplicht. Verge
leken met de overige Zeeuwse eilan
den lag het schoolbezoek in
Zeeuwsch-Vlaanderen erg laag. In
1833 was ongeveer de helft van het als
leer-'plichtig' te boek staande aantal
kinderen in de schoolbanken te vin
den De gouverneur was van mening
dat daarin verbetering zou komen als
er betere onderwijzers zouden worden
aangesteld. Om dat te bereiken drong
Van Vredenburch er bij Willem I op
aan om njkssalarissen aan de onder
wijskrachten van de openbare scho
len te verstrekken. Pas in 1838 stemde
de Koning toe De maatregel diende
om het onderwijs te verbeteren, en
'tevens de zeden en gewoonten der
inwoners, welke in vele gemeenten
meer Belgisch dan Nederlandsch zijn,
te hervormen' Het was dus zeker ook
de bedoeling een soort hationale her
opvoeding te realiseren.
Een derde verandering, waar de gou
verneur vanaf 1830 voor geijverd
heeft, is de vervanging van de Vlaam
se priesters door N'oordnederlandse
geestelijken.
Zeeuwsch-Vlaanderen maakte deel
uit van het bisdom Gent. Toen de
Belgen de onafhankelijkheid uitrie
pen. was dat natuurlijk een onduldba
re situatie In 1832 werd de pauselijke
zaakgelastigde in Nederland. Antonio
Antonucci, als kerkelijk hoofd over
het Zeeuwse deel van het bisdom
Gent aangesteld. De aanwezigheid
van de vele Vlaamse geestelijken bleef
echter een doom in het oog van de
autoriteiten. Zij hadden veel invloed
op de publieke opinie. Van Vreden
burch drong om die reden sterk aan
op vervanging van de Belgische door
Noordnederlandse geestelijken. Tot
uitwijzing van de Belgen is het niet
gekomen. De meesten vertrokken uit
vrije wil al vrij snel naar hun geboorte
land Overigens betekende de komst
van Noordnederlandse priesters niet
altijd een verbetering van de zielzorg.
In 1839 ontstond er grote opwinding
over de uit Twente afkomstige pries
ter J Leus, die te Boschkapelle was
gestationeerd. Deze Leus eiste maar
liefst 100,- per jaar extra voor een
tweede mis op zondag, die overal
gebruikelijk was. Bovendien mengde
hij zich in de gemeentepolitiek. Hem
onwelgevallige raadsleden dwong hij
ontslag te nemen, door ze de absolutie
te onthouden, De mishandeling van
een 67-jarige vrouw werd de aanlei
ding tot een rel. De priester had deze
vrouw, toen zij wilde biechten, ge
vraagd: „Waarom hebt gij geen pot
met boter", en haar tegelijkertijd een
paar fikse oorvijgen verkocht. Hoewel
districtscommissaris Pierssens en de
gouverneur overplaatsing toen nood
zakelijk achtten, bleef de onverdraag
zame geestelijke op zijn post.
Al met al wordt duidelijk dat er op
religieus, bestuurlijk en onderwijs
gebied pogingen gedaan werden een
meer Nederlandse mentaliteit in
Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen te doen
groeien. De ontwikkeling van de so
ciaal-economische omstandigheden
speelde de gouverneur hierbij gedeel
telijk in de kaart. Vooral de nijver
heid bleek te profiteren van de af
scheiding van België.
In- en uitvoer waren na 1830 in zeer
beperkte mate toegestaan Veel
Vlaamse ambachtslieden hadden
gt blo rechts. Het innemen van de
'tale Dam ten zuiden van Bier
door Nederlandse troepen op 2
*Wtus 1831. Hiernaast, mr. Ewoud
Iron van Vredenburch, gouverneur
to Zeeland van 1826 tot 1853.
voor de grenssluitmg in Zeeuwsch-
Vlaanderen een goed afzetgebied ge
vonden De toestroom van metse
laars, timmerlui, wevers, smeden en
wagenmakers was in de status-quo
periode dan ook groot. De overkomst
van Vlaamse klompenmakers naar
Clinge, Koewacht en Zuiddorpe was
een rechtstreeks gevolg van de Belgi
sche afscheiding In 1830 was daar nog
geen enkele klompenmakerij geves
tigd, terwijl er negen jaar later maar
liefst 17 van die bedrijfjes waren De
klompen werden in heel Nederland
verkocht.
De nieuwe politieke situatie werkte
ook stimulerend op de ondernemings
lust van de Oost-Zeeuws-Vlamingen
zelf. Het aantal bierbrouwerijen en
steenbakkerijen werd belangrijk uit
gebreid. Tevens werden er nieuwe
industrieén opgericht, zoals potten
en steenbakkerijen, stijfselmakerijen
en tabaksfabrieken Het wegvallen
van de Belgische concurrentie creëer
de onverwachte mogelijkheden. In
een tijd, waarin Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen het armste gewest van
Zeeland was, moet dit een belangrijke
ontwikkeling geweest zijn.
De landbouw profiteerde veel min
der van de sluiting van de grens met
Belgiè. Sinds 1820 verkeerden veel
landbouwers in moeilijke financiële
omstandigheden, omdat de graan
prijzen laag bleven. De beperking
van de uitvoer zal de crisissituatie
zeker niet verbeterd hebben. Voor de
landarbeiders braken er wel betere
tijden aan. De werkgelegenheid nam
immers toe, omdat er minder Vlaam
se arbeiders werden toegelaten. Bo
vendien konden de Oost-Zeeuws-
Vlaamse landarbeiders een aardig
centje bijverdienen bij de aanleg van
vestingwerken en verdedigingsli
nies.
Vergeleken met het Belgische Vlaan
deren ging het in Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen op sociaal-economisch
gebied vrij goed. De streek rond Gent
en Antwerpen had in die jaren te
kampen met een crisis in de daar veel
voorkomende textielnijverheid De
meeste Vlaamse boerengezinnen, die
als z.g. thuiswerkers voor de textielfa
brieken werkten, verarmden Een
snelle groei van het aantal bedelaars
en paupers was het gevolg. In Oost-
Zeeuwsch-Vlaanderen had men regel
matig overlast van uit Vlaanderen
afkomstige bedelaais- en roversben
den De aanwezigheid van het Neder
landse leger voorkwam grootscheepse
strooptochten Deze weinig opwek
kende ontwikkelingen net over de
grens zullen een eventueel verlangen
om bij Belgie ingelijfd te worden niet
hebben aangewakkerd
nederlands
Bezien we de hele periode 1830-1839,
dan lijkt hel ons duidelijk dat er
meieen na de Belgische revolutie van
1830 een begin is gemaakt met de
vernederlandsing van Oost-
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Vooral de inspanningen van gouver
neur Van Vredenburch. in combinatie
met de sociaal-economische niet on
gunstige omstandigheden, hebben de
groei van een meer Nederlandse men
taliteit gestimuleerd. Waar dit toe
geleid heeft bleek in 1919. toen het
Van d'Ee tot Hontenisse' ook door de
Oost-Zeeuws-Vlaamse katholieken
uit volle borst werd meegezongen De
meeste Oost-Zeeuws-Vlaamse katho
lieken voelen zich ook nu nog een deel
van Nederland Dat betekent niet dat
die mentaliteit automatisch zo zal
blijven Als de wilde bezuinigingsdrift
van de minister van verkeer en water
staat de vnje teugel wordt gelaten,
dan is het niet ondenkbaar dat dc
langzaam gegroeide Noordnederland
se instelling in Zeeuwsch-Vlaanderen
verloren kan gaan Een politiek, te
genovergesteld aan die van gouver
neur Van Vredenburch, kan de
Zeeuws-Vlamingen in de toekomst
weer meer van Nederland doen ver
vreemden.
ItfERDAG 9 JULI 1983
r
lt>
ZEEUWSCH-VLAANDEREN BIJ BELGIEEr is de
laaste maanden - en niet alleen aan de stamtafels - wat
smalend gelachen om een hint in die richting van
gedeputeerde staten, boos als ze waren over de snode
plannen van minister Smit-Kroes met de veren. VAN
D'EE TOT HONTENISSE EN VAN HULST TOT AAN
CADZAND denkt werkelijk niemand aan verplaatsen
van de grenspalen. Rond 1830. kort nadat het konink
rijk van Willem I jammerlijk uiteen was gevallen in
Nederland. Belgie en Luxemburg, was dat anders
Over die turbulente periode gaat de doctoraalscriptie
van PZC-medewerker Jan van Damme en Nicolette
van Neste: 'Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen in de status
quo periode 1830-1839'. Het duo studeerde 27 juni af in
de geschiedenis aan de Katholieke Universiteit van
Nijmegen.
Van Damme en Van Neste. 26 en 28 jaar oud en
geboren in Groede en Rotterdam, hebben anderhalf
jaar aan hun scriptie gewerkt. Het materiaal is
afkomstig uit het Rijksarchief in Middelburg, het
Algemeen Rijksarchief in Den Haag. de Provinciale
Bibliotheek in Middelburg en de gemeente-archieven
van Hulst, Hontenisse en Sas van Gent.
De keus van het ondenverp lag enigszins voor de hand.
Jan van Damme en Nicolet van Neste wonen sinds 1980
in Zeeuwsch-Vlaanderen en raakten gaandeweg geïn
teresseerd in de geschiedenis van het gebied en zijn
uitzonderlijke positie op de grens van Nederland en
België De scriptie is begeleid door dr. G. A. M.
Beekelaar. wetenschappelijk medewerker aan de Ka
tholieke Universiteit van Nijmegen met als hoofdvak
nieuwe geschiedenis voor 1870.
Op deze pagina een samenvatting van het 200pagina's
tellende werkstuk, waarvan in de toekomst ivellicht
een handelseditie verschijnt.