Kunstenaars herstellen
windorgel in Vlissingen
'Ik hou 't bij lekker"
SOEP'UUS
Een molen
onder de
loupe
RPA-docenten nemen afscheid
met expositie van eigen werk
HOORT
ZIET
VRIJDAG 24 JUNILUDIEKEINGEBRUIKNAME
DONDERDAG 9 JUNI 1983
PZC/provincic
17
VLISSINGEN - Als alles vol
gens plan verloopt heeft Vlis
singen vanaf vrijdag 24 juni
weer een volledig windorgel.
Van 20 tot en met 24 juni zijn
leden van de kunstenaars
groep Mass and Individual
Moving in Vlissingen om het
windorgel in oude luister te
herstellen, waarna vrijdag
morgen om elf uur het orgel
'ludieke wijze' opnieuw
ingebruik zal worden geno
men.
Vlissingen kreeg in september 1975
ils enige Nederlandse gemeente een
plaats in de geluidsketen van bam
boe-orgels die van de Zuidafrikaanse
tot in Rusland moest lopen. Het
eerste orgel bestond uit vijRig bam-
toepijpen. afkomstig uit Kameroen.
Kauwelijks een half jaar later, in ja-
pari 1976. werd dit eerste orgel tij
dens een hevige storm vernield en een
see! van de pijpen verdween in de
golven. De Stichting Jeugd en Muziek
en de Culturele Raad Vlissingen
slaagden erin, onder meer met finan
ciële steun van het Anjerfonds, een
tweede orgel te bouwen met de reste
rende orgelpijpen. Om te voorkomen
dat ook dit instrument een prooi van
de golven zou worden werden de
twintig orgelpijpen in stalen kokers
en een betonnen voet geplaatst op de
kop van de Vlissingse Nolledijk. Tot
april 1981 weerstond het instrument
de elementen, maar werd toen het
slachtoffer van vandalen, Onbeken
den zaagden acht van de twintig
orgelpijpen af.
Overleg
Uit overleg met de Belgische kunste-
Bekermeeting van
Zeeuwse schietbond
in Sint-Annaland
iKT-ANNALAND Een bondsbe-
tnneeting van de Zeeuwse schiet-
en een persoonlijke wedstrijd
aSint-Annaland trokken 158 deelne-
itrs naar de 100 meter buitenbaan
Prinses Juliana'.'Het gezelschap
ras gedurende 7 dagen actief. De
rijzen werden uitgereikt door voor-
ilter C. de Visser van de Zeeuwse
xhietbond en voorzitter J. v. d.
Booster van 'Prinses Juliana'.
Magen: bekermeeting, klasse H 1 Goes, 2
ïvemsse, 3 's-Gravenpolder. klasse A: 1
Ëüskerke, 2 's-Gravenpolder, 3 Stavenls-
l klasse B: 1 Scherpenisse. 2 St-
asland. 3 Poortvliet, klasse C: 1 S-
aaland, 2 Vrouwenpolder. 3 Scherpenis-
D: i Domburg. 2 's-Gravenpolder.
Scherpenisse. Klasse H: 1 A. Rovers.
Gravenpolder. 2 P. H. Goetheer Goes, 3
Goetheer Goes. Klasse A: 1C. K. Dekker
tttvliet. 2 C. Andriesse Stavenisse. 3 J. A.
liggele Poortvliet, Klasse B: 1 S. Bakx
Gravenpolder. 2 M. Schot Poortvliet, 3 J.
d Slikke Scherpenisse. klasse C. 1 J. J.
«St.-Annaland. 2 D. Hage Nleuwdorp, 3
,de Groen Poortvliet, klasse D: 1 C de
Èster Heinkenszand, 2 W Donker Scher-
Eicsse, 3 G. Vos Stavenisse.
\md ten bate van
|miviaanse Indianen
min )Vachtebeke
.pTEBEKÊ De Vlaamse Kul-
i'crie Kring in de grensgemeente
«htebeke houdt vrijdag een avond
«bate van de indianen van 'Nor
lp# in Bolivia. Regie, tekst en ge-
anten zijn van Frans Wuytack. Zijn
wordt voorgedragen door Rita
ïMaesschalk. Leen van Rentergem
sft een situatieschets, er wordt ge
last door de Centrale Dansstudio
xder leiding van Aida de Quick en
!2k van de Velde (harp) en Mark
iebbelinck (gitaar) zorgen voor de
aziek. De bijeenkomst wordt gehou-
ia in de zaal van de broedersschool
a het Jules Persynplein en begint
3 20 uur.
Het vernielde windorgel op het uiterste puntje van de Nolledijk in Vlissingen.
naar Rafael van Opstaele, één van de
leden van Mass Moving, bleek dat
herstel ongeveer 22.000 gulden zou
kosten. Een bedrag dat vrijwel gelijk
was aan de kosten van nieuwbouw.
De gemeente Vlissingen had op dat
moment echter geen geld voor een
dergelijk project en de culturele raad
begon een actie om geld voor herbouw
in te zamelen.
De verkoop van bamboepijpen van
het eerste en tweede windorgel bracht
tenslotte ruim 5000 gulden op. Dit
bedrag werd verdubbeld door de Ra
bobank Vlissingen. Op basis van dit
bedrag besloot de Vlissingse gemeen
teraad om een aanvullend krediet te
verlenen tot 25.000 gulden.
De bouw van het derde windorgel, een
van de drie in de wereld, gebeurt
onder leiding van Van Opstaele. Deze
keer zullen dertig bamboes worden
verwerkt die afkomstig zijn uit Japan.
Om het orgel tegen de weersinvloeden
te beschermen krijgen de pijpen een
beschermlaag van polyester. Om te
voorkomen dat het windorgel ander
maal prooi wordt van zaaglustigen,
worden de pijpen in twee meter hoge
stalen kokers geplaatst.
Ter gelegenheid van de symbolische
overdracht van het orgel aan de Vlis
singse bevolking, wordt vrijdag 24
juni een bronzen gedenkplaat gegoten
in een daarvoor op het strand ge
bouwde oven.
Daarnaast geeft de culturele raad die
dag een poster uit die samen met een
informatiepakket als eenmalige uit
gave wordt verspreid.
i ADVERTENTIE!
EDDY WIERENGA EN KEES PRONK
Wat echt lekker is, dat laat je
niet lopen. Daarom is Echte Boter
voor veel mensen het laatste
waar ze op bezuinigen.
Logisch.
Want Echte Boter is lekkerder.
En lichter verteerbaar. En er
zitten natüürlijke vitaminen in.
Nou dan.
Niet te versmaden.
DDELBURG - De docenten Eddy
Itrenga en Kees Pronk, re spectie-
riijk leraar creatieve vakken en
«ar tekenen en schoonschrijven
iade Rijks Pedagogische Academie
Middelburg gaan aan het eind van
v maand in de VUT. Zij nemen op
riginele wijze afscheid van hun
dool, namelijk met een tentoonstel-
van eigen werk.
de gang, de aula en op de bovenver-
sping van de schooi hangen hun
l-arellen en olieverfschilderijen.
Wdeze manier van 'schoolverlaten'
St Pronk: „Bij een afscheid en bij
6begrafenis worden de mensen om
«het gaat plotseling 'heel goed' Wij
aden niet van afscheidstoespraken,
akoortje met zelfgemaakte liederen
tot slot een fiets als cadeau",
«enga: „We hebben met bijzonder
*1 plezier gewerkt. Ons werk was
ffihobby". Pronk: „Daarom zijn wij
sl gelukkige mensen",
ziedocenten zijn niet afkomstig uit
«land. Wierenga werd bijna 61 jaar
leden geboren in het Groningse
me Schans en Pronk (63) zag het
'Snslicht in Vlaardingen. Hij volgde
middelbare handelsschool en ver-
Me zijn dienstplicht bij het OCMA
Middelburg. („Mijn eerste kennis-
itking met het Zeeuwse"). Vervol-
kwam hij terecht bij een oester-
^kerij in Yerseke waar hij opklom
^directeur. In de avonduren werkte
voor de actes tekenen en schoon
wrijven. In 1963 hield de oesterkwe-
ri) op te bestaan onder meer als
Mdg van de strenge winter, waar-
de oesterkweek bevroor. In 1964
Pronk naar de RPA in Middel-
senga begon zijn loopbaan als
fcrwijzer op een lagere school in
gezand. Hij volgde de academie
beeldende kunsten in Groningen
öïijfjarige opleiding) en gaf vervol-
s les aan de detailhandelsvak-
-°3l te Enschede in de vakken
tekenen, handenarbeid en schoon
schrijven. In 1965 trad Wierenga in
dienst van de Middelburgse RPA.
Met name Wierenga heeft een aantal
exposities van zijn werk op zyn naam
staan. „Verder exposeer ik in de zo
mer m mijn huis in Middelburg en het
is ook de bedoeling dat ik schilderijen
verkoop, dat geldt tevens voor de
stukken die nu in de school hangen".
Wierenga: „Ik maak ter plekke mijn
schilderijen. Ik ga bijvoorbeeld altijd
naar de Westkappelse zeedijk wan
neer het stormt, die golven dat is een
prachtig gezicht. Ik werk soms in de
auto. waarin ik altijd mijn schilder
spullen heb liggen Of ik sta buiten en
als het koud is trek ik van die halve
handschoentjes aan. Ik schilder wel
wat ik wil zien", aldus Eddy Wierenga.
Houtskool
„Ik denk dat ik met mijn figuurtje
meteen van die dijk af zou waaien",
vult Pronk aan, die 'twee koppen'
kleiner is dan zijn collega. Kees
Pronk gaat precies tegenovergesteld
te werk. „Ik pak mijn houtskool en ik
maak een schets van wat ik zie. Het
echte werk doe ik dan verder thuis",
vertelt de man die vrijwel nooit
exposeert en nog niet zeker weet of
hij zijn nu tentoongestelde Werk ei
genlijk wel wil verkopen.
De tentoonstelling in de RPA is dage
lijks (op werkdagen) geopend van half
negen 's morgens tot half zes tot en
met 30 juni Beide docenten vinden
het heerlijk om gebruik te maken van
de VUT-regeling. Wierenga: „Ik vind
het erg fijn, omdat ik dan niet meer
gebonden ben aan bepaalde tijden. Je
bent helemaal vrij en ik kan schilde
ren wanneer ik wil". Pronk: „Ja dat
vrije gevoel lijkt mij ook geweldig. Ik
heb nooit goed kunnen wennen aan
die schoolbel. De klokuren (vijRig
Kees Pronk i rechtsen Eddy Wierenga.
minuten) zijn in een tekenles ontzet
tend kort". Wierenga: „Ja, want ook
de leerlingen in zo n les moeten op
gang komen en dat lukt de ene keer
beter dan de andere. Ik heb daarom
nooit tentamens afgenomen Dan
moet je de leerlingen beoordelen op
één werkstuk dat in een bepaalde tijd
moet worden gemaakt. Ik beoordeel
hen gewoon aan de hand van de
prestaties van het hele jaar".
Beide docenten zullen zich in de toe
komst niet gauw vervelen. Wierenga
vult de vrije tijd in met schilderen,
exposeren en 'klussen'. Het huis dat
hij nu bewoont heeft hij grotendeels
zelf gebouwd. „Mijn vrouw en ik heb
ben in totaal 13.000 bomen geplant,
dus aan tuinonderhoud is ook wel het
een en ander te doen. Verder is het
huis nu te koop en na de verkoop
vertrekken we naar de Veluwe".
Pronk zal. naast zijn tekenwerk, door
gaan met het schrijven van streekro
mans. Hij publiceerde er inmiddels
elf, die voor het oveisgrote deel over
Zeeland gaan. Kees Pronk schreef
onder meer 'Goud uit het water', 'Het
waar getij'. 'Het huis van alle winden'
en 'Een kleine oorlog aan de Schelde'.
Pronk: „Ik denk inmiddels wel weer
aan een nieuw boek, maar verder dan
dat ben ik nog niet".
Pronk is een groot liefhebber van
wilde planten en bloemen. „Ik pro
beer ze ook zelf te kweken. In mijn
tuin in Arnemuiden heb ik pas
bloeiende alpenklokjes gehad. Dat is
iets heel bijzonders, ik heb er dan ook
vijf jaar over gedaan voor het zover
was".
Over het afscheid nemen zonder offi
ciële rompslomp merkt Pronk ten
slotte op: „De dichter J. C. van Scha-
gen heeft ooit gezegd 'Ik ga maar en
ik ben'. En dat is precies wat wij ook
doen...".
Foto links: De huidige staat van 't
Soep'uus aan de Kleine Kade te
Goes
Hierboven. Enkele jaren gelden, in
november 1978. is de toren van het
Soep'uus verfraaid met een fraai
goudkleurig scheepsmodel.
We hebben niet de illusie dat het vaak gebeurt, maar
het komt toch voor dat PZC-artikelen van zo'n 45
jaar oud, nog zo waardevol blijken te zijn dat ze gebruikt
kunnen worden als aanzet tot een eindexamenscriptie.
Dat was onder meer het geval met een stuk getiteld 'De
waterkorenmolen van Goes' in de Provinciale Zeeuwsche
Middelburgsche Courant Goesche Courant) dat in
twee delen geplaatst werd op 23 en 24 maart 1939.
Dat artikel zette de Goese geschie- p'uus', daar waarde oude Achterha-
denisstudent Wim de Vries aan tot ven het dichtst bij de tegenwoordi-
een diepgaand onderzoek naar de ge Kleine Kade moet hebben gele-
Goese watermolen 'die onghelijck gen. Of er daar oorspronkelijk een
de beste is'. De Vries is leerling open natuurlijke verbinding of een
Gymnasium 6, aan de gereformeer- door menselijk toedoen gemaakte
scholengemeenschap Amers
foort. Daarvoor volgde hij tot begin
1982 lessen aan het christelijk ly
ceum voor Zeeland te Goes.
De belangrijkste ontdekking die
verbinding is geweest, is volgens De
Vries niet duidelijk.
Wel wordt duidelijk waarom die
oude kom na de overstroming weer
een functie kreeg. Dat had te maken
volgens De Vries uit zijn onderzoek met het schoonschuren van de ha-
naar voren komt is het feit dat de ven waar de Kade langs lag. „Dat
korenmolen omstreeks 1483 ge- schoonschuren van havens schijnt
bouwd is, dus zo'n 600 jaar geleden.
Die molen bestaat nog steeds, al i
onze voorvaderen vaak voor grote
problemen te hebben geplaatst.
er in de loop der jaren veel aan Niet zelden werden delen van ha-
veranderd. Het huidige pand aan de vens afgedamd om spuikommen te
Kleine Kade nummer 43, zoals we vormen die men bij opkomend wa-
dat tegenwoordig kennen, stamt uit ter via inïaatsluizen vol liet stromen
het jaar 1641 Na dat jaar is er nog
slechts één grote uiterlijke verande
ring aangebracht. Het pand is na-
om ze dan bij eb weer te kunnen
laten leegstromen. Door de kracht
van het terugstromende water
melijk voorzien van een torentje en moest dan de haven worden
een uurwerk afkomstig van de Oude schoongespoeld. Daarbij kwam dan
Haven- of Donkere Poort. Dat to- vaak dat men die waterkracht te
rentje is daar aangebracht tegen vens ging benutten voor het aan-
1850 Tegenwoordig is er niet veel drijven van een molen, een waterge-
meer te zien van de oude functie tijdemolen, „Uit het werk van De
van het gebouw. Alleen de huidige Vries blijkt ook dat de zogenaamde
naim 'Soep'uus' herinnert nog aan Zoute Vest. die al jaren geleden is
één van de historische bestemmin- drooggelegd en momenteel
gen, namelijk het onderkomen v
bruikt wordt als 'parkje' achter de
de commissie tot Economische bebouwing aan de Ramusstraat,
Spijsuitdeelmg (ook wel Soepkoke- vroeger een waterloopkundige func-
nj genoemd i. Tegenwoordig wordt tie had Gelet daarop is het toe te
de onderste verdieping van het ge- juichen dat de gemeente Goes over-
bouw gebruikt als douche^ en toilet- weegt die Zoute Vest weer onder
voorziening voor de gebruikers van water te zetten om de historische
de Goese aanloophaven. De verdie- situatie terug te brengen. De Zoute
ping van het pand biedt onderdak Vest stond namelijk in verbinding
aan de jeugdleden van het Goese met de Achterhaven via de huidige
Leger des Heils en aan de buurtver- Zaagmolenstraat en M Smalle-
eniging 'De Molenbuurt'. Verder gangsbuurt. In de 'Tegenwoordige
heeft de Goese havendienst nog een Staat der Verenigde Nederland ver
kleine ruimte als opslagplaats i
gebruik.
volgende de beschrijving van Zee
land' van Isaak Tirion staat daar
voor mensen die niet hele nachten over het volgende:
wakker liggen van het exacte bouw- „Door middel van een sluis, onder
jaar van een historisch pand in den gemelden Molen heeft de Agter-
Goes, maar verder wel geïnteres- haven gemeenschap met de Kaai,
seerd zijn in de geschiedenis van die aan welker Westzijde op den Noord-
plaats biedt de scriptie aantrekke- westhoek zij legt Zij ontlast zig
lijk leesvoer. Zo wordt het een en door de Sluis van den Koormnolen
ander duidelijk over de herkomst in de Kaai, en brengt het water, 't
van straatnamen, zoals de Achter- welke zij met den Vloed uit dezelfde
haven, de herkomst van het wat ontvangt, in de Zoute Vest over. Dit
onduidelijke hekje voor het huidige water, anders het Molenwater ge-
'Soep'uus' en de functie van enkele naamd, legt aan de Noordwestgzij-
Goese grachten.
De Vries begint zijn scriptie met
het verband aan te geven tus
sen de oude Achterhaven en de
getijdemolen. Die achterhaven had
vroeger dc functie van spuikom en
diende als reservoir voor het water
van de molen. „In dit gebied moet
het oudste Goes hebben gelegen.
Tijdens dc grote stormvloed van
1134 werd dit dorp met kerk en al
weggespoeld. Dc achterhaven is
mogelijk nog een restant van de
oudste Goese haven. Er zal hier dus
van een door de natuur gevormde F""
kom sprake zijn waar zelfs schepen
konden afmeren.
Volgens De Vries is de plaats waai
de getijdemolen heefi gestaan, de
piauis aus van het huidige Soe-
de tegen de Wallen der Stad aan.
Dit werd geschreven rond 1753.
Een groot deel van zijn scriptie
besteedt Wim de Vries aan het
onderzoek naar de exacte datum
waarop de korenmolen werd ge
bouwd. Het antwoord vond hij in de
zogenaamde pachterboeken waar
uit blijkt dat in 1483 voor het eerst
over een watermolen wordt gespro
ken. Aangezien hij geen andere boe
ken of documenten heeft kunnen
vinden met aanwijzingen over een
eerder of later bouwjaar houdt hij
het er op dat de Goese watermolen
omstreeks 1483 gebouwd is. Over de
oudste geschiedenis van de molen is
vrij weinig bekend. Wel is duidelijk
geworden dat met de grote Goese
stadsbrand in 1554 ook de watermo
len verwoest werd en weer werd
opgebouwd. Verder is bekend dat in
1641 een grondige verbouwing aan
het pand zelf werd uitgevoerd. Van
dit werk is het bestek nog bewaard
gebleven. Ook is het bestek er nog
van een reparatie aan de molen in
1640. Ook daarna volgden regelma
tig verbouwingen of reparaties aan
het gebouw Het eind van het ge
bouw als watermolen ligt in het jaar
1810 In het archief van de stad
Goes staat daarover:Voomament-
lijk om het gemis der watermolen,
welke door de afsluiting der haven
is vervallen, te vergoeden" wordt op
de 24ste lentemaand 1810 besloten
om overmits het geheel onnut wor
den van de watermolen dezer Stad
het Moolwerk uit dezelve geheel te
doen amoveren en ten behoeve van
de stad ten meesten voordele te
verkoopen."
Daar waar nu nog het hekje rechts
voor het pand staat moet vroeger de
verbinding met de Achterhaven zijn
geweest Verder herinnert er niets
meer aan het gebouw als watermo
len.
De Vries maakt in zijn scriptie ook
nog melding van een aantal bepa
lingen omtrent de molenaar. Daar
uit blijkt dat die molenaren er ken
nelijk niet voor terugdeinsden af en
toe eens een graantje mee te pikken
van de handel bij de molen. Zo is in
1631 vastgesteld dat de pachters
van de molen er zorg voor moesten
dragen dat de molenaar „die de
selve molens sullen bedienen, ghee-
nefrauden ende werden gecommit-
teert ende de gemeente niet meer
affgenomen werde, dan hun bij or
donnantie is toegelaeten."
Er zijn zelfs later nog weegmeesters
aangesteld die de handel en wandel
van de molenaars moesten contro
leren. Genoeg stof dus over slechts
één gebouw
De Vries: „Een monument dat én
om zijn uiterlijk én om zijn eer
biedwekkend verleden verdient tot
in lengte van dagen bewaard te
blijven."
René Schrier