TSCHEU LA LING
TEXA>f*V^,
ANTON GEESINK
jeugdplan
voetbal
positie in de schaduw
kritiek griekse journalisten...
JOOP BRAND HEKELT
TRAINERSOPLEIDING
PZC/ weekendkrant
10;ZATERDAG 4 JUNI 1983
23
"eel geld en een vrijwel nimmer vakantie houdende zon wegen voor Tscheu la Ling
gemakkelijk op tegen het feit dat hij in Griekenland min of meer uit beeld is verdwenen,
js vertegenwoordiger van het Nederlandse voetbal voelt hij zich in de Atheense wijk
•Psihiko tussen alle ambassadeurs uitstekend op zijn gemak. In die mate zelfs, dat hij
;!aanvankelijk de indruk wekt dat de kritiek die Griekse journalisten nog wel eens in zijn
^richting spuien hem koud laat. Hij zou als speler van Panathinaikos lui en arrogant
iroverkomen en om die reden niet helemaal zijn reputatie, die hij als Ajacied heeft opgebouwd,
Jjwaar maken. „Het is niets nieuws dat men mij lui vindt. Dat ben ik immers altijd geweest,
'©ie arrogantie slaat echter nergens op".
Na die impulsieve reactie lijkt de
Jietekenis van de woorden echter pas
;;goed tot hem door te dringen en
■herziet hij zijn standpunt: „Misschien
is het toch beter om van lui gemak-
fuchtig te maken. Als dat tenminste
kan. Gemakzuchtig ben ik, niet lui.
Als je lui bent, kan je niet een aantal
jaren aan de top spelen. En dat heb Ik
bij Ajax toch zeven jaar gedaan". Het
Jtweede deel van zijn verhandeling
blijft intact, ook al geeft hij zijn
jmtiek op het punt 'arrogantie' ver
scheidene malen onbewust toe.
Zo stelt hij onder meer vast dat
panathinaikos dank zij hem beter is
gaan voetballen en zonder hem heel
wat lager op de ranglijst zou staan. De
tpraktijk wijst echter uit dat de kans
—dat Panathinaikos het komende sei
zoen Europa-Cupvoetbal zal spelen
uiterst gering is. De club. die twaalf
p Jaar geleden door Ajax in de finale van
hel Europa-Cup-I-toernooi werd ver
slagen, is in de beker al aan de kant
gezet en is ook in de competitie
ijyrijwel uitgeschakeld.
/Toch blijft Ling erbij dat hij in
/Athene wel degelijk goed werk le-
Jivert: „Toen ik hier vorig jaar kwam.
^verbaasde ik me over het niveau. Ik
had me er heel iets anders van voor
gesteld. Vooral tactisch. Ze willen
allemaal aan de bal zijn. Zolang het
gjpm techniek gaat is het goed, maar
92(ils het op denkvermogen aankomt,
dan is het slecht. Waarom ze de bal
direct moesten spelen en waarom ze
snel van links naar rechts moesten
wisselen, daar hadden ze geen kaas
van gegeten.
op middenveld
„Het was allemaal wel aantrekkelijk
om te zien, maar van een systeem was
geen sprake. Daarom ben ik op een
gegeven moment, in plaats van
rechtsbuiten, op het middenveld gaan
spelen. In de voorhoede stond ik vaak
geisoleerd. Voor de organisatie was
jan preenen
het beter dat ik achter de aanvet ging
lopen. Ik moet ook zeggen dat het nu
heel wat beter gaat".
Het lijkt geen overbodige luxe om te
vermelden dat dat citaat afkomstig is
van Ling, die zelf bij Ajax bij iedere
wedstrijd het verwijt naar zijn hoofd
kreeg geslingerd dat hij zich niet in
dienst van het elftal stelde. De solist
Ling en het collectief Ajax werkten
meer dan eens langs elkaar heen, wat
vooral bij trainer Kurt Linder ver
keerd viel. Hij passeerde Ling in de
slotfase van het seizoen 1981'82 en
gaf de voorkeur aan een tweemans
voorhoede.
De zich verongelijkt voelende Ling
werd in feite overbodig, al ziet hij dat
zelf wat anders: „Waarom ik ben
weggegaan? Ach. ik heb het altijd
naar mijn zin gehad bij Ajax. mear na
verloop van tijd vraag je je af: wat ga
je doen? Als je dan de kans krijgt om
ergens anders voor veel geld aan de
slag te gaan, dan zeg je niet nee.
Tegenwoordig heb je immers nog
maar weinig mogelijkheden om een
financiële klapper te maken en dat
kan hier bij Panathinaikos.
eerste prestaties
„Zes jaar geleden heeft George Vardi-
noyannis, iemand uit een redersfami
lie, de club overgenomen. Vanaf dat
ogenblik kon alles hier bij Panathi
naikos. Te veel eigenlijk, waardoor
de spelers verwend raakten. Het af
gelopen seizoen is bijvoorbeeld in
fasen 200.000 gulden per speler uitbe
taald aan premies, omdat Panathi
naikos dolgraag weer eens de titel
wilde veroveren. Toch is het doel
niet bereikt. Daarom is dit jaar ge
zegd, dal er eerst prestaties moeten
komen. Pas dan zouden de extra's
volgen.
„Er werden ook ieder jaar maar liefst
15 spelers aangetrokken. Maar daar
bij werd niet gekeken of iemand in het
elftal paste of nog goed kon meeko
men. Nee. als men een speler kon
binnenhalén die naam had gemaakt.
dan werd dat gedaan Meestal ging
het om Zuidamerikanen of Oosteuro
peanen op leeftijd, die in het verleden
in het nieuws waren gekomen, maar
eenmaal bij Panathinaikos beland
geen stap meer konden zetten.
„Ook in dit opzicht is men nu wat
kritischer geworden. Ik zie het daar
om hier wel zitten. Ik heb een contract
voor drie jaar. Maar mocht ik het
volgend jaar nog naar mijn zin heb
ben, dan zie ik mezelf hier nog wel zes
jaar blijven. Het weer is hier altijd veel
beter dan in Nederland, ik train hier
maar vijf keer per week, de mensen
zijn vriendelijk en ik verdien een hoop
geld, wat toch belangrijk is als je al 27
bent.
Nou, dan vind ik het niet zo erg als ik
niet meer zo op de voorgrond sta en
als ik dan met wat minder voetbal
genoegen moet nemen. Ik vind het
ook geen punt dat ik niet meer in
aanmerking zal komen voor het Ne
derlands elftal. Vorig jaar schijnt
Rijvers, toen ik hier pas zat, nog
geprobeerd te hebben om mij te pak
ken te krijgen. Hij heeft tienmaal
gebeld, maar omdat hij toen geen
gehoor kreeg, heeft hij de moed maar
opgegeven. Ik heb het hier te zeer
naar mijn zin om me daar druk over
te maken.
Het enige wat ik moest doen, is het
Grieks een beetje onder de knie krij
gen. Daarom ben ik met een cursus
begonnen. Dit seizoen had me dat al
van pas kunnen komen. Ik ben een
keer uit het veld gestuurd wegens
praten. Wat ik heb gezegd, kan die
scheidsrechter nooit hebben ver
staan. Het zou toch gemakkelijk zijn
geweest als ik de zaak had kunnen
uitleggen. Later heb ik nog een keer
een rode kaart gekregen. Ik kreeg een
slag in mijn nek en ik maakte toen een
trapbeweging. Dat was januari, daar
na heb ik geen moeilijkheden meer
gehad".
S.V. Éfr'
-jTscheu la Ling in 1981 in actie voor Ajax
I
M nton Geesink verbouwt voor de zoveelste keer in zijn leven een boerderij. Gameren is de plaats waar hij zich in
ktXljuni definitief wil vestigen. „Na deze klus", puft hij. „behoort het bouwvakker spelen wat mij betreft tot het
Itiverleden. Ik ben kapot. Ik doe in Gameren alles zelf met een paar malen. Je sjouwt, metselt en timmert je
^bewusteloos, 's Morgens om zes uur uit de veren, 's avonds over het algemeen op tijd en afgepeigerd het nest inm En
K,dzt al maandenland. Maar als ons toekomstig huis klaar is, stort ik me weer helemaal op het judo. Gaat de overall
voorgoed de kast in". Antons vrouw, Jans, knikt instemmend. „Eindelijk een rustpuntje in ons leven. De familie
Geesink had veel weg van een rondtrekkende karavaan de afgelopen jaren".
•Zand, cement en stenen bepaalden dit betreft die op hun scholen al hebben
jaar en het vorige, weliswaar voor een bewezen talent te hebben
ben Met districtstrainers zet je de
eerste stap op weg naar verbetering
strainingen uit de boot zijn gevallen,
heb ik in april een middagje mee
Slagharen genomen en daar
door-
groot deel, het leven van Anton Geé- Voor de aspiranten en junioren die
jsmk, de oud-kampioen had toch de Geesinks lessen niet meer kunnen
gelegenheid om gehoor te geven aan (mogen) volgen, toverde de nog in
een verzoek van de JBN om als dis- Nieuwegein wonende Utrechter afge-
I trictstrainer het doodgebloede judo in lopen maand een aardige surprise uit
ons land weer op de been te helpen, de hoge hoed. Ponypark Slagharen
.,j"ft ben niet klakkeloos op de uitnodi- dat dit jaar het twintigjarig bestaan
ging ingegaan", zegt Geesink, „want viert, stelde zijn accommodatie in de
lg tt ken mijn pappenheimers in de weekeinden gratis beschikbaar voor
a judosport. Maar de filosofie van de onder meer sporters. Geesink hapte
tond stond me we1 aan na enig naden- direct toe, toen hem de bedoelingen
van de directie van het ponypark ter
oren kwamen. „Alle jongens uit Mid-
*an het judo in Nederland. En dat den-Nederland die bij de district-
werd tijd. Je had langzamerhand de
Indruk dat in Nederland niet meer
werd gejudood. Af en toe hoor of lees
)e wat over prestaties. Een vijfde plek judoles gegeven. Het was
of een achtste. Het stelt dus niets
toor. Ja, rellen waren er genoeg. Met
conflicten liepen we voorop".
ViJfdistrictstrainingen heeft Geesink.
Igestaan door zijn makker Johan
tckaay. nu achter de rug. En de
anismaking met de jeugdjudoka's
it Midden-Nederland is Geesink
goed bevallen. „Het is alleen jam-
ter", verklaart de oude meester, „dat
cr om financiële redenen van de 140
'selecteerde jongeren uiteindelijk
ïaar veertig zijn overgebleven. De
isten in de diverse leeftijdsklassen
van de scholen die we in dit district
'bben. Het zijn de jongens die bij de
strictskampioenschappen in hun
iftijds- en gewichtsklassen bij de
irste vijf zijn geëindigd. Ik heb be-
rip voor de teleurstelling bij degenen
zijn afgevallen en de leraren, die
(Un judoka's naar voren schoven. Wflr
laar helaas, het is niet anders. Het
«Joet mij ook pijn. Hoe meer zielen hoe
teer vreugd en zeker als het jongens Anton Geesink
slaand succes. En tevens een pleister
op de wonde".
De centrale trainingen (zes in totaal)
die Geesink op diverse plaatsen op
zijn werkterrein geeft, hebben bij de
veelvoudig oud-kampioen de indruk
nog eens bevestigd dat het judo in ons
land zich weer met de Europese top
(Geesink. „Laten we daar eerst maar
naar streven") kan meten als wordt
doorgegaan op de ingeslagen weg.
„De mentaliteit bij de jeugdjudoka's
is uitstekend, maar de talenten moe
ten goed gestuurd worden. Getraind
worden en instructies krijgen van
ruud de koek
/V
vakmensen. Maar van leraren die op
een lijn zitten. Die het judo vanuit
dezelfde hoek benaderen. Jonge judo
ka's moeten van hun leraar op de
school hetzelfde horen als van mij en
bondscoach Peter Snijders moet de
lijn die'ik en de andere districtstrai-
ners volgen, op zijn beurt weer door
trekken Ik ben ervan overtuigd dat
we op die manier na verloop van
enkele jaren weer een woordje mee
spreken op judogebied. Zoals in mijn
tijd en de periode vlak daarna".
ideeën
Om de nieuwe opzet van de JBN met
districtstrainers tot resultaat te la
ten leiden, vindt Anton Geesink het
dan ook van het allergrootste belang
dat leraren van de judoscholen, dis
trictstrainers en Peter Snijders in de
nabije toekomst regelmatig contact
met elkaar onderhouden. „Ervarin
gen en ideeën uitwisselen. Dat is de
sleutel tot succes. Daarnaast zou het
aan te bevelen zijn om de centrale
trainingen in de districten op een
vaste plaats, dag en uur te houden.
Daar is nu geen sprake van. maar het
is nodig. Geen geren van hot naar
haar".fin zijn functie als rechterhand
van Peter Snijders is bij Geesink het
heilige vuur dus weer gaan branden.
Maar meer dan een positie in de
schaduw van de Brabander ambieert
de gigant niet. „Ik geef me nu en zal
dat blijven doen met heel mijn ziel en
zaligheid aan de judosport in dienst
van het talent en de bond. Tenminste
zolang ik zie dat iedereen hetzelfde
doel. In dat geval sta ik als district-
strainer op dc juiste plaats. Aan de
basis kun je van meer waarde zijn
dan aan de top van de organisatie".
„Maar voordat het zover is gaat er
eerst nog een rapportje naar de bond.
Over de dingen die ondanks alle goe
de voornemens fout zijn gelopen. Een
pittig rapport, maar eentje waarmee
ik een positieve bijdrage wil leveren
aan de opbouw van het judo in Neder
land".
Onlangs heeft de commissie Trainersopleidingen,
waarvan onder andere Joop Brand als CIOS-
vertegenwoordiger deel uitmaakt, van het KNVB-bestuur
de opdracht gekregen een jeugdnota samen te stellen, die
onder meer tot doel heeft aan te bevelen op welke wijze
het best jeugdtrainerscursussen kunnen worden opgezet
die aan de bestaande cursussen 3 en 2 moeten worden
gekoppeld. Een afgestudeerde student kan dan specifiek
jeugdtrainer A of B worden.
In het Nederlandse voetbal doet
zich het merkwaardige verschijnsel
voor dat er geen studie bestaat,
speciaal gericht op het trainen van
jeugd. Een omissie die zich steeds
nadrukkelijker laat voelen, omdat
bijvoorbeeld het onlangs versche
nen BAVA-rapport over de oorza
ken van het verloop onder voetbal
jongeren duidelijk heeft aange
toond dat de traimngsaanpak voor
die categorie bij heel wat clubs veel,
zo niet alles te wensen over laat.
Wat een begrijpelijk gevoel van dis
criminatie oproept.
Joop Brand, die Telstar als oefen-
mccster heeft verlaten om zich in
Alkmaar bij AZ'67 te gaan bezig
houden met de jeugdopleiding
„Gelukkig is de bond wakker ge
worden Onbegrijpelijk dat er niet
eerder verandering in de situatie is
gekomen, want we praten over ruim
500 000 jeugdleden die de KNVB
telt: ongeveer 300.000 onder 12 jaar
en de rest daarboven. Verder zijn er
rond 200.000 senioren, onder wie
dames, en slechts 500 betaalde voet
ballers En wat zien we? Voor het
betaalde voetbal worden 150 trai
ners opgeleid, terwijl er al weer 80
gegadigden zijn voor de nieuwe cur
sus. De 200.000 amateurs hebben
zo n 3000 a 4000 opgeleide trainers
tot hun beschikking, terwijl er ten
behoeve van die veel grotere cate
gorie jeugd geen speciaal geschool
de oefenmeesters bestaan. En dan
knjg je verschijnselen zoals die in
het BAVA-rapport beschreven
staan. Een aanklacht van voetbal
jongeren tegen wat er fout zit in de
aandacht voor hen"
aldus dc voormalige Telstar-
trainer, „daar gaat het zelf zo goed
dat er een stijging te constateren is.
Clubs met een gerichte jeugdvisie
hoeven niet bang te zijn voor de
toekomst".
Joop Brand onderschrijft nadruk
kelijk de passage uit het onlangs
verschenen BAVA-rapport over het
jeugdverloop waarin wordt bestre
den dat de jongeren zich met meer
voor het voetbal interesseren. Daar
over zegt hij: „Dat kan ik met een
heleboel voorbeelden duidelijk ma
ken. Kijk maar eens naar de be
staande voetbalkampen onder lei-
jan blijboom
ding van Henk Wullems en Jan
Brouwer. Daar is plaats voor 4000
jongens, maar er zijn 6000 aanvra
gen binnengekomen. Ze duren vier
en een halve dag en kosten 500
gulden exclusief de reiskosten. Geld
blijkt dus geen probleem te zijn".
Verder somt hij nog vier andere
voetbalkampen op die zijn overte-
kend. van Wim van Hanegem en
Pim van de Meent in Roemenie, van
Wiel Coerver in Limburg, van Bob
Maaskamp in Beekbergen en van
Peter Bos (Vitesse) in Apeldoorn.
Hierop aansluitend signaleert Joop
Brand met Instemming de roep van
de jeugd om voetbalscholen te wil
len bezoeken. Daarover: „Gebleken
is dat het Jeugdplan Nederland niet
aan de verwachtingen voldoet:
theoretisch goed, maar praktisch
matig. Ik heb het altijd een onzalig
besluit gevonden dat in 1970 de
betaalde jeugdelftallen werden af
geschaft en er zo nodig stichtingen
moesten komen, met daaronder het
jeugdplan. Dat dankten we aan
mijnheer Choufoer. Het gevolg hier
van is geweest dat betrokkenen
geen aanvoer van onderaf meer kre
gen. er steeds meer een beroep op
oudjes wordt gedaan en het spelpeil
van de selecties over vrijwel de hele
linie matig tot slecht is geworden.
En daar ziten we nu mee".
De reeds bestaane voetbalscholen
voldoen naar de mening van Joop
Brand behoorlijk. En hij somt op:
die van Sparta, Ajax, FC Utrecht,
de combinatie FC Groningen-
Veendam-afdeling Groningen, For-
tuna SC en PSV. Zijn toelichting
hierop: „De school-Berger bij FC
Utrecht heeft er toe geleid dat in
zeven jaar tijd negen Utrechtse
jongens in het eerste team van de
FC Utrecht zijn gekomen. FC Gro
ningen trekt veel publiek omdat
onder andere de regionale talenten
daar doorstoten. Begrijpelijk dus
dat bij FC Den Haag het plan leeft
samen met ADO een voetbalschool
te beginnen. Go Ahead verwaar
loosde zijn school, wat tot gevolg
had dat oudjes als Jan Jongbloed
en Dick Schneider de zaak moesten
redden. En nog een sterk voor
beeld: zeven jaar geleden ging ik
weg bij AZ. omdat men het niet
eens was met mijn jeugdopvatting.
Nu mag ik de draad weer oppakken
omdat het nodig is gebleken. Hard
nodig, want er moet weer talent uit
de omgeving van Alkmaar worden
aangetrokken".
Om dit soort situaties te bereiken
bestaan er voor jeugdvoetballers
die hogerop willen en daar de capa
citeiten voor hebben, mogelijkhe
den om bij de meeste genoemde
semi-profclubs naast hun clubtrai
ningen wekelijks een extra training
te volgen. Joop Brand: „Niet met de
bedoeling die jongens bij hun ver
eniging weg te lokken, maar om het
spelpeil in de breedte te verbeteren.
Uitgesproken talenten worden toch
wel ontdekt door de betaalde
clubs".
aflossing
Volgens Joop Brand zeurt de com
missie Trainersopleidingen al ze
ven jaar lang om een aparte jeugd
trainersscholing van de grond te
krijgen, „maar steeds werd de boot
met drogredenen afgehouden". En
hij vervolgt: „Natuurlijk zullen de
clubbesturen beamen dat ze graag
een goede, gediplomeerde jeugd
trainer hebben. Maar dan zeggen ze
er meteen bij dat daarvoor geen
geld beschikbaar is. Dat bestrijd
ik. Want dan stel ik onmiddellijk
dc vraag: waar blijft de jeugdcon-
tributie? En het antwoord weet ik
al: het grootste deel daarvan wordt
bestemd voor de aflossing van het
mooie clubhuis èn voor het vlagge-
schip, het eerste elftal".
„Verder zijn ze als de dood voor
contributieverhoging Waarom0 Bij
andere sporten kan het toch ook?"
Joop Brand acht het een schande
dat er zo'n groot verschil blijkt te
bestaan in honorering van een
hoofdtrainer en een oefenmeester
die zich met de jeugd bezighoudt
Daarover „Waarom moet een
hoofdtrainer voor twee avonden per
week plus de zondag per seizoen
25.000 gulden vangen, terwijl zijn
collega bij de jeugd die vier avonde
n-middagen. de zaterdag èn de zon
dag beschikbaar is wordt afge
scheept met 4000 gulden? Ik blijf er
bij dat een goede jeugdtrainer waar
devoller voor een vereniging is dan
een behoorlijke oefenmeester voor
de senioren Maar ja. zo lang dat
grote verschil in betaling bestaat
kan je het de trainers niet kwalijk
nemen dat hun voorkeur naar de
senioren uitgaat'
Volgens Joop Brand blijkt er bij
verenigingen die de waarde van
een goede jeugdtrainer onderken
nen, helemaal geen sprake van ver
loop onder de jeugd. „Integendeel",