Britse districtenstelsel ondemocratisch
MEER
BEGRIP
Nederlandse boer en
tuinder lopen één op 93j
Van den Broek richt
beleid op koers van
PZC/ °P'nie en achtergrond 4?
DONDERDAG 2 JUNI 1983
L
Voedsel is geen benzine en boeren
zijn geen auto's. Toch is voedsel
voor een mens wat brandstof is
voor een motorvoertuig. Met ande
re woorden: als je het benzinege-
bruik van een auto in cijfers uit kan
drukken, moet dat ook met boeren
en voedselproduktie te doen zijn.
Zoals voor auto's een combinatie
van duurzaamheid en comfort ge
koppeld aan zuinigheid en weinig
onderhoud ideaal is (ik heb hem nog
nooit gevonden ondanks alle adver
tentiecampagnes) is op landbouwge
bied de boer te prefereren die voor
een redelijke inspanning zoveel mo
gelijk mensen van voedsel voorziet.
Althans van consumentenzijde ge
zien Onlangs zijn door de EG-
instanties de officiële cijfers prijsge
geven over 1981 (cijferstatistieken
lopen nu eenmaal qq minstens een
jaar achten. Die zijn interessant
genoeg om er verder op door te
filosoferen, zeker na de EG prijsbe-
slissingen en in het licht van het
barre voorjaar dat de EEG-boeren
teistert.
De cijfers gepubliceerd door Agra-
Europa geven een uiterst interes
sant beeld van de agrarische pro-
duktievariatie in Europa. In onder
staand staatje wordt aangegeven
hoeveel burgers er in de verschillen
de landen door een boer c.q. tuinder
gevoed werden en worden.
1973 1981 verschil
Nederland 75 93 18
Belgie en
Luxemburg 69 90 21
Denemarken 73 89 16
Gr. Brittanmë 55 78 23'
W-Duitsland 46 70 24
Frankrijk 36 45 +9
Italië 20 28 +8
Ierland
Een simpele rekensom leert ons dat
het gemiddelde in de EEG in 1973
een aantal van 37 was. In 1981 was
een boer goed voor de voedselpro
duktie van 50 EG-bewoners. Een
mooie toename dus en vanuit de
landbouw als economische sector
een prachtige produktiviteitsverbe-
tenng.
Er is nog een aantal andere gevolg
trekkingen uit dat overzicht te ha
len. Sinds het begin van de EEG
heeft Nederland de leiding op pro-
duktieniveau in de Gemeenschap
(en op wereldniveau). Toch wordt
het in de tachtiger jaren steeds
moeilijker die voorsprong te hand
haven.
Het gevaar is niet denkbeeldig op
lange termijn dat de voorsprong van
gisteren de achterstand van morgen
wordt Reden te meer om juist nu in
beleid, onderwijs, voorlichting en
onderzoek extra prestaties te leve
ren om de voorsprong duurzaam uit
te bouwen.
Een tweede conclusie: de grootste
prestaties zijn geleverd door de mid
dengroep van landen West-
Duitsland. België en Engeland. Daar
was én de produktie nog een stuk
lager en de potentie bij de onderne
mers aanwezig om te groeien.
Een derde conclusie: de verschillen
terzake
in de EG tussen de verschillende
landen worden steeds groter. Frank
rijk zal de aansluiting met de kop
groep ongetwijfeld weten te vinden.
Maar Italië en Ierland blijven verder
en verder achter, Hetzelfde beeld
geldt sinds twee jaar voor Grieken
land en in de toekomst voor Portu
gal en Spanje. Dat betekent dat het
Gemeenschappelijke beleid steeds
moeilijker zal worden omdat de
prestaties en dus de belangen meer
zullen divergeren. Het betekent ook
de noodzaak van steeds grotere ka
pitaaloverdrachten tussen de rijkere
en armere landen wil je tenminste
als een Gemeenschap blijven funge
ren.
Onzekerheid
Een boer voedt 50 burgers in de EG,
in Nederland zelfs een verhouding
van ëen op goed negentig. Met die
ongelooflijke cijfers voor ogen, lijkt
het onzinnig om je nog zorgen te
maken over voedselproduktie.
Maar toch zijn en blijven het koele
en vooral gemiddeld cijfers. Het wil
geenszins zeggen dat er ieder jaar,
ieder seizoen van elk produkt ge
noeg is of zal zijn. Daarvoor zijn d'
risico's op landbouw- en tuinbouw4
gebied domweg te groot.
Ondanks alle technische middele£
de stand van de landbouwwetei
schappen, de mechanisatie, de aut(
matisering en de ondernemingszii
blijft er met name in het klimaat
zodanige onzekere factor zitten, di
er nooit met echte zekerheid spralx,
kan zijn van voldoende produktier^.
veau. Wel gemiddelde over een aaiji
tal jaren maar niet van seizoen to,
seizoen. Zo ooit. dan wordt zulks
voorjaar weer bewezen.
Als het weer blijft tegenzitten is ek
grote kans dat landelijk gezien nify
veel meer dan dertig a veertig prtv(
cent van bijvoorbeeld het aardapp^,
lareaal gepoot zal kunnen wordew.
De (nog wat chaotische) berichtqji
uit andere landen van de EG eft
Oosteuropese landen wijzen n%
menteel in dezelfde richting Ocfe
vanuit Amerika komen er infoi
ties over slecht weer en stagnerenc
voorj aarswerkzaamheden
landbouw. Nogmaals, dat zijn vot
lopige berichten en over twee wekt
kan de situatie heel anders zij;
maar het is dus mogelijk dat c
vanzelfsprekendheid van een ove
vloedig en rijk gevarieerd voeds'
pakket in ons Westen dit jaar e
duw krijgt in negatieve richting.
Een logische gevolgtrekking uit
voorgaande is mijns inziens dat c<
sumenten en overheid er ook nu
in de toekomst zorg voor moei
dragen dat er sprake blijft
economisch gezonde sector 1;
bouw. Want juist door de onvi
spelbare risico's in de landboi
blijven de inkomens erg fluctuei
Dat kan je als individuele ondei
mer alleen maar opvangen als
bedrijf een stootje kan hebben, als;
een buffer hebt kunnen opbouwe
voor slechte jaren. Het barre voc
jaarsweer is indirect een argumerf
extra voor de noodzaak van ea
beter zelfstandigenbeleid én c)
fiscaal terrein en op inkomensei
veau. Want juist nu blijkt eens 1
meer dat je zonder paraplu extra n4
wordt.
Als u begrijpt wat ik bedoel!
Mr. Gerard. W. Smallegangi
hoeverre men daarin was geslaagd,
met name waar het de niet zuiver
militaire praktijken van het leger be
treft. Wel uitgesproken veroordelin
gen voor het verzet, dat zich niet
zuiver militair bezighoudt, de econo
mie van het land saboteert en zich
ook schuldig maakt aan „methodes
die in strijd zijn met de mensenrech
ten". aldus Van den Broek
De Nederlandse minister ging zelfs zo
ver dat hij stelde dat de Salvadoriaan-
se regering „een realistisch beeld"
schetst. „In tegenstelling tot in Nica
ragua. waar alle kritiek als negatief
wordt beschouwd". En dat is volgens
Van den Broek in El Salvador duide
lijk anders. „Deze regering probeert
de zaken niet mooier voor te stellen
dan ze in werkelijkheid zijn", aldus
Van den Broek. En als je dat hoort,
krijg je toch bijna de indruk dat deze
minister vindt dat het niet erg is als
de mensenrechten massaal worden
vertrapt zolang dat maar openlijk
wordt toegegeven.
Mensenrechten
In die context is het ook veelbeteke
nend dat Van den Broek van het
begin af aan niet geïnteresseerd is
geweest in een gesprek met de Salva-
doriaanse mensenrechtencommissie.
Iets wat hij vooraf vanuit Den Haag
vrij eenvoudig had kunnen regelen.
En toen hij vlak na aankomst in El
Salvador werd geconfronteerd met
een advertentie in een plaatselijke
krant waarin de mensenrechtencom
missie hem om een audiëntie vroeg,
zocht hij snel uitvluchten. „Ongebrui
kelijke manier" en „het programma
zit al overvol", luidden zijn argumen
ten
Des te verwonderlijker dat hij wel
twee uur de tijd had om bij José
Napoleon Duarte thuis aan tafel te
zitten. Duarte. de christen-democraat
die tot vorig jaar zomer president was.
heeft immers bepaald geen schone
handen en was als president ook
nogeens de hoogst verantwoordelijke
man op het moment van de dood van
de vier Nederlandse IKON-
journalisten. vorig jaar maart.
Twijfels over Van den Broeks opstel
ling worden ook opgeroepen door
zijn gesprek in Nicaragua met verte
genwoordigers van het Salvado-
riaanse verzet. Tegenover de Neder
landse journalisten zei Van den
Broek in eerste instantie slechts met
Ruben Zamora, een van de leiders
van het brede oppositiefront FDR. te
hebben gesproken. En hij vroeg zich
meteen af in hoeverre wat Zamora
verklaart, ook op gaat voor de radi
cale guerrillero's.
Inmiddels is uit de bus komen rollen
dat aan dat gesprek ook Salvador
Samayoa deelnam, beslist niet de
gematigste leider van de guerrilla, die
nota bene Zamora in al zijn uitspra
ken duidelijk zou hebben gesteund.
Het is opvallend dat Van den Broeks
bevindingen parallel lopen met Was
hington Middenamerikaanse poli
tiek. Ook de VS vinden Costa Rica
neutraal, veroordelen vooral het ont
breken van respect voor de mensen
rechten in Nicaragua en proberen de
Salvadoriaanse regering een beter
imago te geven. Al met al lijkt het
erop dat Van den Broek zijn reis naar
Midden-Amerika heeft gemaakt om
zijn wensen inzake „meer begrip voor
het Amerikaanse standpunt" te kun
nen bekrachtigen. En wat dat betreft
ligt het dus voor de hand dat hij nu
gaat proberen het Nederlandse beleid
inzake Midden-Amerika in die rich
ting bij te sturen.
(Door Henk Dam
Er zijn heel weinig zaken waarover
de Britse premier mevrouw That
cher en de kampioen van ultralinks
in de Labour-partij, Tony Benn, het
eens zijn. Eigenlijk is er maar één
uitzondering: beiden zijn verklaard
tegenstander van wijzigingen in het
Britse verkiezingsstelsel.
Daar hebben ze alle reden toe. Het
huidige systeem, het districtenstelsel,
opent de weg voor een radicale poli
tiek. of die nu vooruitstrevend of
behoudend is In een systeem van
meer evenredige vertegenwoordiging
zou er voor „extremisten" als That
cher en Benn geen plaats meer zijn.
Het is dan ook geen wonder dat de
premier een discussie over evenredige
vertegenwoordiging in haar partij zo
ongeveer verboden heeft. Het is al
evenzeer duidelijk waarom ze al in een
zeer vroeg stadium heeft laten weten,
onder geen voorwaarde met de Allian
tie van SDP-Liberalen te willen pra
ten. moeht geen van de partijen op 9
luni een duidelijke meerderheid in het
Lagerhuis behalen.
De Alliantie heeft namelijk een voor
waarde gesteld voor deelname in een
coalitieregering, of dat nu met Labour
dan wel met de Conservatieven is.
§DP en Liberalen doen alleen mee als
er een refèrendum wordt gehouden
naar de wenselijkheid van afschaffing
van het disctnctenstelsel.
Hoe werkt het districtenstelsel in de
p.nktijk? Het houdt in dat elk van de
650 kiesdistricten waarin het Ver
enigd Koninkrijk is onderverdeeld,
slechts één lid naar het Lagerhuis
afvaardigt. Wie in zijn district de
de stemmen, zullen ze vermoedelijk
niet meer dan 20 van de 650 zetels
krijgen.
Dat dat niet kiopt. is ook aan het
electoraat niet voorbijgegaan. Opinie
peilingen tonen aan. dat twee derde
van de Britten naar een systeem van
(meert evenredige vertegenwoordi
ging toe wil. bijvoorbeeld zoals de
Westduitsers of de Ieren dat kennen.
Maar er zijn machtige tegenstanders
van een dergelijke hervorming.
Mevrouw Thatcher is daar niet de
geringste onder, en dat is te begrij
pen. Zij kon. toen ze in 1979 in
Downing Street 10 werd gekozen, op
basis van nog geen 44 procent van de
uitgebrachte stemmen haar toch in
economisch en sociaal opzicht be
paald radicaal te noemen program
ma uitvoeren.
Dit is het resultaat van het districten
stelsel: een regering die slechts door
een minderheid van het volk gewenst
wordt, heeft niettemin een vrijbrief
om alles te doen wat ze wil. Dat geldt
voor de regermg-Thatcher, dat geldt
evenzeer voor de voorafgaande La-
bour-regering onder Callaghan.
Nationaliseringen
Zo is de situatie ontstaan dat bedrij
ven die onder de regering-Callaghan
werden genationaliseerd, onder de re
germg-Thatcher werden gedenationa
liseerd. En als Engeland na 9 juni weer
een Labour-regering zou krijgen, dan
zouden al die bedrijven weer genatio
naliseerd worden'
En dat is nog maar één voorbeeld van
de discontinuiteit van de Britse poli
tiek van na de oorlog, die het gevolg is
van het districtenstelsel. Bij evenredi
ge vertegenwoordiging zouden dergi
lijke spectaculaire koerswijziglngff
niet denkbaar zijn, omdat er da
coaiities zouden moeten worden a
sloten.
Daar zijn mensen als Benn en m
vrouw Thatcher bang voor: dat ze ij
wijziging van het kiesstelsel hun raë
cale programma niet meer kunng
doorvoeren, omdat ze dan afhankeli.c-
zijn van de medewerking van ee«
middenpartij (zoals de Alliantie), 1
Chantage
Gaarne wordt in dat verband gewezël
op landen als West-Duitsland en lp
raél, waar respectievelijk de kleiif
FDP en de nog kleinere Religieur
Partij hun grotere coalitiepartner
naar believen kunnen chanteren
Kortom: de tegenstanders van evet
redige vertegenwoordiging zijn ban J
voor verlies aan bestuurskracht. U
Natuurlijk zou. bij evenredige vertM
genwoordiging, het in Groo.'
Brittannie gevoerde beleid, over ee
groot aantal jaren gezien, aan onde
linge samenhang en continuïteit wilD
nen. Maar dat is een argument waai ja
mee je bij mensen die zo overtuipst
zijn van hun gelijk als de huidipbi
premier niet hoeft aan te komen, ai
Dat zelfde geldt trouwens ook voc pi
het argument, dat de democratie m( lc
de invoering van evenredige vertegffSi
woordiging gediend is. In een lanai
waar de premier in zijn (of haar) eent>D
beslist wanneer de verkiezingen wOm
den gehouden, en het is voorgekomefD
dat ministers per door de premie'ci
getekende brief moesten vernet®
dat ze ontslagen waren, maakt zotst
argument al helemaal geen indruk m
Onrechtvaardig
De grenswijzigingen van toen leve
ren de regerende Conservatieve Par
tij bij de algemene verf iekiezingen
van 9 juni een voordeel van naar
schatting 25 zetels op. zo is berekend.
Deze onrechtvaardigheid is nog niets
vergeleken bij die van het districten
stelsel zelve.
Enige cijfers mogen hier als voorbeeld
dienen Bij de algemene verkiezingen
van 1974 kreeg de Liberale Partij een
vijfde deel van de stemmen Dat lever
de evenwel maar 14 zetels op. 2,2
procent van het totale aantal Lager
huiszetels. Anders gerekend elke
430 000 stemmen (landelijk gezien 1 le
verden toen één Liberale zetel op,
terwijl Conservatieven en Labour
slechts 39 000 stemmen per zetel no
dig hadden
Ander voorbeeld: in 1922 haalden de
meeste stemmen haalt, krijgt de prijs,
alle andere kandidaten een niet
De kiesdistricten zijn zo samenge
steld, dat in elk district ongeveer even
veel mensen wonen. Een stad als
Londen is dus In een groot aantal,
geografisch gezien, kleine districten
onderverdeeld, terwijl in het schaars
bewoonde hoge noorden van Schot
land de districten, in vierkante kilo
meters gerekend, zeer groot zijn.
Omdat de bevolking van een land niet
statisch is (er vindt bijvoorbeeld nog
steeds een trek van de grote steden
naar het platteland plaats i. moeten
de districtsgrenzen van tijd tot tijd
bijgesteld worden Daar kan naar har
telust bij gesjoemeld worden, zoals
enkele maanden geleden is komen
vast te staan.
Conservatieven 38,2 procent van de
stemmen, en Labour 30.5 procent.
Door het districtenstelsel kregen de
'Tories' 346 zetels en Labour 142. Een
jaar later waren er weer verkiezingen
nodig. Procentueel kwam bijna het
zelfde uit de bus: 38.1 procent voor de
Tories. 30,5 procent voor Labour.
Door het Russisch roulette van het
stelsel verloren de Conservatieven
echter 100 zetels, en won Labour er 50.
Laatste opvallende gegeven, als La
bour. Conservatieven en Alliantie bij
de komende verkiezingen een zelfde
stemmenpercentage zouden behalen,
dan zou, aldus computerberekenin
gen die op de Universiteit van Bristol
zijn gemaakt, Labour 311 zetels krij
gen, de Tories 229 en de Alliantie 69.
Geen wonder dat de Alliantie zo graag
van het districtenstelsel af wil, want
SDP en Liberalen beloven andermaal
het slachtoffer ervan te worden. Ter
wijl de twee samenwerkende partijen
door de opiniepeilers goed worden
geacht voor ongeveer 18 procent van
(Door Rob Sprenkels)
Minister Van den Broek van buitenlandse zaken was naar Midden-Amerika gekomen om
zich te informeren; om te kijken in hoeverre zijn ideeën met de werkelijkheid klopten.
Nu zijn bliksembezoek van in totaal 50 uur aan het gebied achter de rug is, lijkt het erop dat
Van den Broek al zijn „twijfels" heeft bevestigd gezien. Dat zou kunnen betekenen dat hij uit
is op een bijsturing van het Nederlandse beleid inzake Midden-Amerika. Zijn ervaringen
hebben in ieder geval geleid tot standpunten die geen geheim maken van zijn begrip voor de
Noordamerikaanse politiek met betrekking tot de regio.
In Costa Rica twijfelde minister Van
den Broek geen moment aan de door
de Monge-regering voorgewende neu
traliteit in het Middenamerikaanse
conflict. Hij negeerde volkomen dat
Costa Rica een week eerder opnieuw
een akkoord had ondertekend met
Honduras, El Salvador en Guatemala.
Daarbij werd besloten met een geza-
menlijk standpunt de dialoog met de
zogenaamde Contadoragroep in te
gaan. Deze groep is vernoemd naar
een Panamees schiereiland waar vori
ge maand de ministers van buiten
landse zaken van Mexico. Venezuela.
Colombia en Panama besloten een
bemiddelingspoging te doen in het
Centraalamerikaanse conflict.
Maar blokvorming met een groep lan
den die duidelijk niet neutraal staan
in het Middenamerikaanse conflict,
betekent in feite het opgeven van je
eigen neutraliteit. Minister Van den
Broek bleek dat volkomen te negeren.
Hij wist blijkbaar met eens van het
akkoord. Op zich een ernstige zaak.
Want als je in de neutraliteit van je
gesprekspartner vertrouwt, hecht je
grote waarde aan zijn woorden.
In Costa Rica kreeg minister Van den
Broek ook te horen dat de grondslag
voor de spanningen tussen de Midde
namerikaanse landen het wapenver-
keer van Nicaragua naar het Salvado
riaanse verzet is. en in mindere mate
ook naar het Guatemalaanse verzet.
En dat juist daarom ook Costa Rica
vindt dat er alleen vrede kan worden
bereikt middels multilaterale onder
handelingen.
sel. En ook uit faciliteiten voor ver
zetsstrijders om af en toe in Nicaragua
op adem te kunnen komen. Belangrij
ke informatie die Van den Broek in
Costa Rica klaarblijkelijk niet heeft
achterhaald.
Censuur
In Nicaragua bleek vervolgens dat de
Nederlandse minister van buitenland
se zaken beslist uit diplomatieke be
leefdheid kritiek vermeed Van den
Broek had zijn mond vol over perscen-
suur, politieke gevangenen en beper
kingen van de vakbondsvrijheid. Hij
nam duidelijk geen genoegen met de
uitleg van de sandinisten dat het
bestaan van dergelijke zaken (luiste
rend naar Van den Broek zou je haast
denken dat de sandinisten het be
staan van de politieke gevangenen
toegeven, hetgeen beslist niet zo is)
grotendeels het gevolg is van de
agressie van buitenaf, die het revolu
tionaire proces zou hebben vertraagd.
Na zijn bezoek aan Nicaragua twijfelt
de minister nog ernstiger aan de be
loofde pluriformiteit en vreest hij dat
de voor 1985 beloofde verkiezingen tot
een later tijdstip zullen worden uitge
steld.
Politieke gevangenen, perscensuur,
vakbondsrechten en dat soort zaken
juist daarover had Van den Broek
natuurlijk moeten doorvragen in El
Salvador. Maar niets daarvan. In een
anderhalf uur durend gesprek met
president Alvaro Magana heeft „deze
niet-partij gebonden president", zo
als Van den Broek hem noemde, de
Nederlandse minister blijkbaar van
zijn goede bedoelingen overtuigd.
Van den Broek had het nadien over
het streven naar een „krachtig be
leid", maar vroeg zich toch wel af in
Wapenverkeer
Trouwens, de bilaterale onderhande
lingen die afgelopen weken tussen
Costa Rica en Nicaragua zijn gevoerd,
hebben niets opgeleverd En dat Nica
ragua geen echte vrede wil. blijkt wel
uit het feit dat men niets wil weten
van een internationale veiligheids
macht aan de Costaricaanse kant van
de grens met Nicaragua Terwijl zo'n
macht juist de neutraliteit van Costa
Rica garandeert en voor de sandinis
ten een soort van rugdekking is tegen
de volgens hen vanuit Costa Rica
opererende troepen van de afvallige
sandinist Eden Pastora.
Van den Broek bleek na zijn gesprek- an ae °roeK
ken in Costa Rica nogal veel begrip
voor dergelijke standpunten van de
Costaricaanse regering te hebben.
Hij ging zelfs zover het bestaan van
het veronderstelde wapenverkeer
tussen Nicaragua en het Salvado
riaanse verzet te willen aantonen.
„Zonder een dergelijk wapenverkeer
kan de guerrilla gewoon niet be
staan", aldus Van den Broek. En
tegelijkertijd vroeg hij zich af waar
die wapens anders vandaan zouden
moeten komen.
Opmerkelijk was het dat de Costari
caanse waarnemend minister van bui
tenlandse zaken, Ekhart Peters, tij
dens een interview toegaf dat de Sal
vadoriaanse guerrilla reeds wapens
heeft en dat ze munitie krijgt van
corrupte Salvadoriaanse en Hondure-
se militairen. Volgens de verklaringen
van Peters bestaat het 'wapenver
keer' vooral uit medicijnen en voed-