MESTSCHIPPER bolster 'als moeder met een veegde je je handen boterham kwam, af en at hem op PZC/weekendkrant wout bareman en peter de jonge gs ZATERDAG 28 MEI 1983 21 brachten dat spul ook naar de omge ving van de Leuvense Vaart. Gever. Meerbeek. Muizen. Daar was de grond vrij schraal: Brusselse aarde, met veel van die zwavel. Die had stevige be mesting nodig En in het Westland bracht je het ook. Daar was het ook al dagelijks werk Van die slappe koeie- mest...". Een verhaal met een luchtje... Chris Schippers grinnikt zelf maar wat mee. Om de feestvreugde te verhogen voegt hij zijn gehoor nog toe: „Ach man. dat gezeur over hygiëne. Schijt er tegenwoordig een vogel binnen een afstand van twee meter van je, dan ben je ziek. Nou deze jongen was altijd kerngezond". „Natuurlijk spotten je collega's er ook weieens mee. Met vrienden werd het dan een lachertje, maar waren het vreemden, dan durfde ik nog weieens een klapje uitdelen. Kijk. op de vaart ben je gauw kwaad, maar de woede zit meestal niet diep Later sta je met diezelfde vent misschien weer een shagje te draaien. Op de wal is dat wel anders. Heb je hier met iemand ruzie, dan blijft dat jaren zo. Mentaal zijn schippers een clan. net als woonwa genbewoners en nomaden. Je bent ontzettend op jezelf aangewezen, speelt voor eigen rechter. Je moest wel. want bij de autoriteiten had je met direct een entree van schipper, ik zal je eens even helpen' Je hing er een beetje bij'' pleisters Zelf de zaken regelen. Zoals toen z'n vrouw na de bevalling last kreeg van ontstoken borsten. De dokter was onbereikbaar en ook die van 'Hans- west' was niet thuis. Chris Schippers belde dus teneinde raad de arts op Kruiningcn. ..Die vent zegt: Meneer, dat hebben tegenwoordig duizenden vrouwen in Nederland. Ik zeg: Dat kan mij niet schelen, ik heb alleen belang bij m'n eigen vrouw. Enfin, hij kwam niet. Toen ben ik op de fiets gestapt en naar hem locgereden. Ik zeg: Jij krijgt één minuut om je koffertje te pakken en doe je dat niet, dan zijn hier in huis geen pleisters genoeg om je weer aan elkaar te plakken. En toen ging-ie dus mee Chris Schippers, die op den duur Wemeldinge als thuishaven 'koos' om dat daar nu eenmaal z'n kinderen op school gingen, liet zich niets wijsma ken. z'n leven lang niet. Daarom ook Schipper Chris Schippers ting van toen een beter produkt lever den". niet vies ..Maar het was wel een hele buriëlde- rij toen, want je loste dat spul zelf. Met 'beer' was het anders. Die werd erin en eruit gepompt. Het schip was verdeeld met schotten, noem het maar compartimenten. Ja, nou zitten jullie daar wel met zo'n akelige grijns op jullie bek, maar die materie waar wij mee omgingen, was voor ons niet vies of wat dan ook: dat was gewoon lading". „Je had toen natuurlijk nog erg veel toiletten met tonnen. En wij gingen dan eenmaal per week in Goes. Vlis- slngen of Middelburg laden Was het ruim vol dan gingen er houten luiken op die met schroefbalken werden vastgezet. En dan had je een stabiel schip", „Een haard van bacterieèn9 Daar krijg je toch tegenwoordig het heen en weer van... Ik zeg maar zo: Wij zijn er niet van doodgegaan. En je zat er toch mooi de hele dag middenin. Dan was je half leeg en dan ging je daar met je laarzen in dat ruim vol van dat spul staan werken. En ja. dat komt nou misschien wat onhygiënisch over dan kwam moeder met een boterham en een bak koffie. Dan veegde je je handen af aan je broek en at je die boterhammen zo op". Het gegrinnik in de kleine woonkamer bereikt langzaam een hoogtepunt, er vraagt al iemand proestend waar de wc is Schippers onverstoorbaar: „We Een dikke, eeltige vinger houdt de brievenbus van de rijtjeswoning in de Prinses Julianastraat in Wemeldinge open. „Kom maar langs achter, want ik zit hier met een probleempje", roept een zware, verweerde stem. Voor de achterdeur staan afgedragen instekers, zoals je ze steevast op het matje voor de deur van de stuurhut van een binnenschip aantreft. Chris Schippers uit Wemeldinge is in z'n hart nog steeds schipper, al zit hij sinds '77 aan de wal. „Dat aan de wal gaan... Voor niemand die stopt met werken is de overgang zo groot als voor een schipper. Ie mand aan de wal is altijd al 'thuis', in z'n huisje. Maar als schipper kom je aan de wal en iedere morgen weer zie je dat verdomde rotstraatje. En je kunt nooit eens een eindje 'verhalen', ergens anders gaan ligeen... Je moet het treffen met je buren, anders is het Diks". „Op zo'n schip klein behuisd? Het was groot zat. Ik heb m'n schip eens leeggehaald, toen de Moffen het in Hoogeveen wilden laten zinken. En dan ben je toch verbaasd wat er nog allemaal voor de dag komt. Kijk. ik had een onverhandelbaar schip, ge bouwd in 1900. Maar bij een schip doet de leeftijd er niets toe. als het maar goed onderhouden is". De kleine spits 'Vertrouwen' was met z'n 220 ton niet interessant voor de kandidaat-kopers. Schippers wilde er vanaf, maar dat lukte niet erg Toen heeft hij in '77 dus maar gebruik gemaakt van de sloopregeling. Boven dien kreeg hij bij wijze van overbrug ging twee jaar lang een soort 'steun'. Nu achteraf noemt hij die slooprege ling 'smijten met geld'. „Ik was ge zond, had veel werk, maar ze zeiden: Als je stopt, krijg je een klauw met geld. Dus dan stop je. Vader had het schip in 1920 gekocht: er was door de geallieerden nog munitie mee overge zet tussen Dover en Calais. In '14-T8. Het was een prima scheepje, goed onderhouden. Ja. natuurlijk onder houd je zo'n schip goed. Je moet altijd zorgen dat je. als je 's nachts uit je nest gaat om een plasje te doen, je niet met je blote poten in het water staat,..". Hij zegt: „Ik zeg tegen 'Grootje': Als we het nu niet doen, zitten we straks jk voor enorme kosten! Want er moesten nieuwe luiken op en zo... Tja. je kunt blijven varen tot je kreupel bent, maar dan doe je er dus ook niks meer mee". Schippers vertelt graag over de bin nenvaart. Terwijl zijn erg stevig uit de kluiten gewassen kleinzoon een krant in een stoel legt en er op neerploft, staat opa uitvoerig stil bij het bizarre van het varen met een klotsende lading mest ivan dames en heren zowel als van koeien en serveert 'Grootje' een koekje. „Ik heb tot in '44 vaak met mest gevaren Eerst nog met m'n vader, een Katwijker, later nog wel alleen. Veel stalmest voor de bollenvelden. Die lading haalden we vooral uit Zeeland Het was voornamelijk seizoenwerk. Er wordt, als je daar nu over praat, vaak om gelachen En ik geef toe. het zou nu natuurlijk hygiënisch ook niet meer helemaal verantwoord zijn. Maar ik praat nog wel eens met die ouwe tuinders en die zeggen nostal gisch of niet dat ze met die bemes- sloot hij zich nooit aan bij een van de schïppersbonden ,Een goeie kennis van me. waar ik veel cement voor voer, vroeg eens waarom ik dat varen nou zo aardig vond. Ik zeg: Het fijne is dat ik kan zeggen dat jij de pot op kunt. Die onbeperkte vrijheid van handelen, dat geeft een geweldige bevrediging. Je van niemand iets aan trekken" De Zeeuwse wateren kende hij als z'n broekzak Al die apparatuur van van- daag-de-dag heeft hij stukje bij beetje aan boord zien komen. Ja, hij heeft nog zonder radar, marifoon en noem maar op gevarenMaar ik heb na tuurlijk ook weieens met m'n reet aan de grond gezeten. We kwamen 's avonds met een lading stenen van Antwerpen. Kees was nog een babv... Ik was teveel over stuurboord uitge gaan, bij laag water. En in de mist. We liepen aan de grond Maar op een bepaald moment hoor ik een zee- scheepje aankomen Die loods op de brug hoorde ik roepen: Gooi het anker maar uit, we wachten op beter zicht. Toen heb ik teruggeroepen: Dat zou ik maar een eindje verder doen, want je dondert dat anker zo in m'n gang boord Zo dichtbij was dat schip al. je kon mekaar aanroepen Tijdens de ramp van '53 voer hij met de 'Vertrouwen' hel haventje van Sirjansland binnen. Samen met de 'Vijf Gebroeders' van Peetje Meijer uit Terneuzen. Chris en 'Peetje' sjouwden een roeiboot over de dijk en gingen op zoek naar getroffen mensen. „We tuften door een dijkval. Het ruiste er en ik zeg tegen Peetje: Dal klopt hier niet. Enfin, we schie ten met een rotvaart door die dijkval en daar dondert die sloep om. Vliegende stroom. En ik had Peetje net nog vast. Ik zeg: Wie hebben we hier? En hij zegt: Ik ben hel. Peetje. Ik had verdomme w el kunnen verzui pen als ik in dat prikkeldraad terecht was gekomen...". „We zagen een vaatje smeerolie op de kant liggen. Ik zeg nog Peetje, dat kunnen we niet laten liggen, dat ne men we even mee Na een paar dagen hadden we zeker 40 mensen in het ruim van het schip. Ja. die mensen waren dakloos Komt er een vrouwtje naar me toe. Of ze even naar de wc mocht Ik zeg: Vrouwtje, zet je heer lijkheid maar aan de dijk hoor! Ja. kom nou. ik kon geen 40 man in dat roefje hebben. We hebben toen nog was oenders' afgeschoten Zegt die veldwachter aan boord: Schippers, je mag van mij best een paar oenders doodknuppelen Maar ik was met gek... met een bezemsteel achter die krengen aan zeker. Ik zeg. We schie ten ze af. En als jij bezwaar maakt, breng Ik je terug naar waar lk je heb opgepikt" Op Dreischor slachtten ze een rond rennend varken. En tussen de bedrij ven door beviel de slagersvrouw vgn een fraaie zoon Op een dag stonden we in Zonnemai- re. toen er weer een helicopter aan kwam. En wie komt daar uit? Prins Bernhard! Hij zegt: Prachtig, dat par ticulier initiatief. En ik zeg We doen wat we kunnen. De prins zei nog: Het is jammer dat ik verder moet, maar anders nam ik jullie met de helicopter mee naar boven om jullie te laten zien welk een catastrofe het is" Tijd voor een sigaret had Bernhard wél. En al die tijd stonden achter de twee schip pers en de prins 6 rijksveldwachters stram in de houding. ,.Ze stonden zo stevig in de houding dat het kraakte!', lacht Chris Schippers Bij de buren trekt iemand de wc door. En net buiten Wemeldinge be mest een boer z'n akker.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 21