CARILLON het laatste gevecht van pieter de boer PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT f PZC 1 'ieter de Boer, de 88-jarige Fries, itreed van 1919 tot 1975 tegen de noloch van het Nederlandse over- leidsapparaat, voor het lot van tien- luizenden slachtoffers van de mobili- atie in 1914-18 en alle andere militai- en die ziek of gehandicapt uit het eger kwamen en door het vangnet 'an de verzorgingsstaat dreigden te allen. lij bezorgde velen van hen een le- enslang pensioen, vaak na jarenlan- strijd tegen ambtenarij en politieke nwil. In meer dan 10.000 gevallen on de David het van de Goliath ieter de Boer. de vechter, is nu irwikkeld in zijn laatste strijd. Te en de kleine gemeente Aardenburg. (aar sinds vier jaar het monument Igt opgeslagen dat de kroon op het yerk van De Boer moet worden. Een larillon met 49 klokken, en ruim een lozijn bronzen gedenkplaten, een her- lenkingsteken voor de 45.000 slacht- iffers van de mobilisatie in de eerste rereldoorlog. iardenburg kocht het monument :oor het symbolische bedrag van éen lulden, met de belofte dat het op een vaardige manier opgericht zou wor- len. Nu, vier jaar later, liggen de lokken en de gedenkplaten nog iteeds te verkommeren in de kelders fan het stadhuis en de opslagplaats an gemeentewerken, lij heeft gedreigd met een kort ge- ïng, als Aardenburg niet binnen twee maanden begint met de oprichting •>an het monument, in een ruim zeven neter hoge klokkentoren die een ilaatsje dient te krijgen bij dc St.- Baafskerk. Hoe is het ooit zover kunnen komen? „Het was eerst allemaal, laten we maar eerlijk zijn, koek en ei. Ze zijn bier geweest, de burgemeester, de wethouders en hun vrouwen, en later lijn De Boer en ik in Aardenburg "itvangen door de burgemeester en zoon", zegt Piet Achter, de 86- riend van Pieter de Boer. „Ze de plaats laten zien en je iu zeggen: dit is het nou. En in éne slaat die boel monument. Dat verloopt moeizaam- De Boer is bijna doof, het gesprek moet op commandotoon worden ge voerd vanuit een stoel vlakbij het linkeroor van de 88-jarige. die regel matig afdwaalt, en over zijn strijd voor de pensioenen begint De opeen hoping van gegevens, grote en kleine overwinningen, dieptepunten, wets voorstellen, moties, kamervragen, de protestacties, de niet aflatende stroom krante-artikelen, brieven, be roepschriften en tenslotte, de 'recht- gevende' wet uit 1948 die voor een regeling zorgde voor de mobilisatie- slachtoffers. dat alles dwarrelt neer als de sneeuw in een glazen waterbol met een winterlandschapje carillon Pieter de Boer wil het carillon zicht baar houden voor de bezoekers, want op 33 van de 4!) klokken staan afbeel dingen gegraveerd van voorvechters in de strijd tegen de overheid en het onrecht dat de mobilisatieslachlof- fers werd aangedaan. „Dat heb ik koningin Wilhelmina beloofd", zegt De Boer. Haar beeltenis staat op de john verhoeven grootste klok van het carillon, een gevaarte van ruim één meter hoog. De Aardenburgse burgemeester wil de het carillon altijd in de toren van de St.-Baafs ophangen, maar een compleet raadsvoorstel werd later door gedeputeerde staten afgekeurd. De operatie zou ongeveer 150.000 gul den kosten, inclusief het bijwerken van de klokken die volgens het rap port van de Nederlandse Klokken spelvereniging niet deugen. Dat zijn er nog wal wat. Verscheidene klokjes worden door de vereniging snierend als 'ijscobel' afgedaan. Jaloezie Ik weet zelf niet wal het is. maar er is wat. Er is wat! De burgemeester heeft brieven van Pieter achtergehouden, de hele troep. Waarom heeft hij dat nou gedaan?" Pieter de Boer's tweede vrouw, de 59-jarige Sibbina de Boer-Barkmeijer. mengt zich veelvuldig en luidruchtig in het gesprek. Ze schreeuwt bijna, want haar man is hardhorend. ,,Ik heb vanaf het begin al aangevoeld dat de burgemeester niet te vertrouwen was. Misschien had ik er een sterke intuïtie voor, ik heb wel eens tegen mezelf gezegd: ik weet het met. als die burge meester mij aankijkt dan zit daar een blik in die ogen die ik met mag, Deze man is niet eerlijk en rechtuit". .Jaaaa, achteral kun je dat gemakke lijk zeggen maar we zijn daar ontvan gen als een stel koningen, laat ik het zo maar zeggen", werpt Piet Achter tegen. beloven .Gouden bergen beloven en niks doen", zegt ze nog „Hij zei ook, toen ,.J toet het bezoek hier in Drachten, hij W zei: meneer De Boer, als u dan later 7 komt te overlijden dan komt uw graf steen naast het carillon! En toen zei m'n man: nee. dat kan met, want ik jJ word gecremeerd. Hij zegt. dan hou- y den we uw urn hier, dan zetten we die naast het carillon neer. Ja dat zei die!" .Allemachtig...' mompelt wethouder |J. de Ridder verbijsterd. Hij heeft de lange reis naar de mooie, witte bunga low 'Merelhof aan de Torenstraat in Drachten gemaakt om met de geeste lijke vader van het carillon te onder handelen over de locatie van het „Dat is jaloezie", zegt De Boer beslist, „Dat carillon, dat is goed. Daar hoeft niks aan te gebeuren. De klank blijft erin Er zit misschien wat stof op en vuiligheid maar daar worden ze niet vals van. De klepels die erin hangen, die kunnen wel verroest zijn. want die zijn van ijzer Die moeten misschien iets zwaarder worden gemaakt. Maar iedereen die een beetje verstand heeft kan wel begrijpen dat een klok niet verandert". Hij frutselt het cellofaantje van een nieuwe bolknak en steekt er de brand in, zonder te wachten op de as die voortdurend op hen neerdwarrelt. Hij zegt. met pretlichtjes in zijn ogen „Het carillon krygt nu een naam over het hele land De 81-jarige advocaat mr Walvius, een oude vriend van Pieter de Boer en strafpleiter voor ontelbare zaken die door diens Bond van Mobilisatie- Invaliden tegen de overheid werden aangespannen, heeft zich intussen bij het gezelschap in de woonkamer ge voegd „We hebben het hier gehoord, het klonkt prachtig'zegt hij over tuigd. Hij ontpopt zich als een vrien delijk en aanminnig baasje, gestoken in het driedelig grijs en rookt onop houdelijk sigaar Met de plaatsing van het monument bij de St.-Baafs kan hij helemaal instemmen. „Ik vind hel een prima voorstel'zegt hij. Bij elke plaats heb je iets voor. heb je iets tegen. Niet0 Maar dit is een heel mooie kerk, een van de mooiste van Nederland Maar denkt u dat de raad ermee akkoord kan gaan0", vraagt hij wethouder De Ridder. processen „Daar kan ik weinig van zeggen". De Boer. laconiek ..Ik ben procederen ZATERDAG 28 MEI 1983 mm Hij wacht tot ik dood ben", zegt hij na een korte stilte. „Als ik dood ben dan heeft hij het helemaal zelf in de hand. Daat is de bedoeling. Er is er in Aardenburg géén één tegen hem opgewassen". II Rook dwarrelt op rond zijn hoofd, de huiskamer hangt er vol mee. Hij knoeit op zijn vestje, de sigaar valt soms op de grond als hij zich opwindt, ichteroverliggend in een gemakkelijke stoel omdat twee gekneusde ribben tem dwars zitten. Het gevolg van een valpartij van de trap. enkele dagen lerder. werkers full-time met het uitzoeken van aanklachten bezig waren, terwijl Pieter de Boer in zijn Roover (gekre gen van de bond) het land doorkruiste om met slachtoffers en nabestaanden te praten. Er was een regeling waarbij degenen die via de bond een proces wonnen 15 procent van de eerste twee jaar moes ten afstaan. Met dat geld werden de processen gevoerd, op basis van 'no cure no pay'. „Duizenden heb ik aan een pensioen geholpenzegt hij. „Dat was een titanenstrijd. Het geld moest voor de poorten van de hel worden weggesleept" In 1948 werd hij zelfs gearresteerd, op verdenking van verduistering van bondsgelden. Officier van justitie mr. dr. F. Hollander beschuldigde hem er van een mooi leventje te leiden van de contributies van de leden. Hij beland de acht maanden in de gevangenis, maar werd prompt vrijgesproken toen zijn zaak voorkwam: de officier kreeg een gevoelige tik op de vingers van zijn meerderen en werd overgeplaatst. Pieter de Boer nam wraak en schreef 270 brieven naar instanties en kran ten toen diezelfde officier voor een benoeming werd voorgedragen „Hij is beëindigd als kinderrechter in Alk maar". zegt De Boer, smalend spuwbak Pieter de Boer. zoon van een kleine koopman, wilde altijd al architect worden. Maar het noodlot besliste anders. In het tweede jaar van de eerste wereldoorlog werd hij opge roepen als dienstplichtig militair. Hij werd één van de 450.000 soldaten die her en der onder de meest abomi- nale omstandigheden waren onder gebracht. Hij moest zijn wollen on dergoed inleveren en kr.eeg er ge bruikte. dunne kantoenen onderkle ren voor terug. Minister Colijn had in 1912 een grote legeruitbreiding tot stand gebracht, maar de voorzienin gen waren niet aangepast. Op een soldatenkamer in Amersfoort, die meer weg had van een koeieslal, werd hij besmet met tuberculose. „Naast de kachel stond een spuwbak- je met zand op de vloer", schreef hij vele jaren later in een brochure. „Zij die hierin spuwden namen het niet zo nauw Het speeksel kwam er vaak naast terecht De kamerwacht veegde dat op. met hetzelfde doekje waarmee hij de vloer moest aanvegen en de ruwhouten tafels schoonmaakte waaraan de soldaten eten moesten. Iedereen kreeg tbc. maar de artsen zagen het niet zo nauw" Pas eind 1916 werd hij naar huis gestuurd Enkele weken later kreeg Pieter de Boet zijn ontslagbrief en een gratificatie van 15 gulden. Op zn 21-ste jaar lag hij in een kuurtentje achter het ouderlijk huis toen de tbc zich had geopenbaard Hij moest zes jaar het bed houden. De ziekte tastte zijn heupgewricht aan. waardoor zijn ene been negen centi meter korter vrerd dan het andere. In 1919 schreef hij vanuit zijn 'tmtsje' zijn eerste brief aan de overheid Er was net een invaliditeitswet aangeno men. maar die gold met voor de slachtoffers van de mobilisatie. 45.000 dienstplichtigen, zo bleek later Dan richt hij de Bond van Mobilisatie- Invaliden en Hunne Nabestaanden op. De strijd voor de erkenning dat zijn ziekte en die van zijn maten 'in en door de dienstplicht' is opgelopen, begint, In 1922 boekt/hij zijn eerste succes, als een motie van kamerlid Staalman unaniem door de Tweede Kamer wordt aangenomen Maar de regering stelt te weinig geld beschik baar. en het gevecht gaat door In 1947 schrijft De Boer een brief aan koningin Wilhelmina. Binnen enkele weken krijgt hij bericht dat er aan een wet wordt gewerkt In 1948 is het zover. Maar De Boer is nog niet tevreden De pensioenen moeten éen voor één worden bevochten, een strijd die wordt ondersteund door een niet aflatende stroom krante-artikelen. brieven, acties en zelfs een eigen or gaan: het blad 'Houdt Moed'!, met als vastberaden ondertitel 'Het recht zal zegevieren'. geen opvolger „Dit zou allemaal museum worden voor de mobilisatieslachtoffers", zegt De Boer als hij wankelend, zwaar leunend op een stok, langs zijn achterhuis loopt. „Ik heb hier nog allerlei spullen die tentoongesteld zouden worden. Ik heb het kantoor moeten ontruimen, de vloer was ver rot. De werkster is er vorige week doorgezakt". „Vanaf 1975 is hier niets meer gedaan", zegt hij peinzend, te midden van de stoffige chaos van boeken, dozen vol dossiers en papie ren. „Toen was ik tachtig. Enne... ik heb geen opvolger gekregen. Er is niemand die tegen dat werk aandurf de". Vindt u het erg dat er geen opvolger is om dit werk voort te zetten?", vraag ik hem. „Wat?", zegt hij, houdt zijn hand bij zijn linker oorschelp, en buigt voorover. „Vindt u het erg dat er geen opvolger is?" Jaaa... dat is jammer. Ik heb duizenden mensen aan een pensioen geholpen. De stichting die in 1937 werd opgericht kon zich voor alle soldaten inzetten, niet alleen voor de mobilisatieslachtoffers Maar ook voor de Indiêgangers Ik heb duizen den mensen aan een pensioen gehol pen". zegt hij weer „De zaak is hier nu verwaarloosd. Ik kan er niets meer aan doen. Alles gaat straks in de brand Ik kan het toch niet meene men? Wie heeft er nog wat aan? Mijn werk is nog niet helemaal gedaan Het is nog niet helemaal honderd procent. Wél negentig procent. Ik ben geen ontevreden mens. Wél een lastig mens. voor de regering Hij schuifelt langzaam langs zimn huis. op de achtergrond klinkt het vrolijke geroezemoes van het lyceum, de schoolkinderen lopen naar buiten. Achter in de tuin is nog de plaats te zien waar hij het carillon jarenlang had staan. Het speelde twee keer per dag: van twaalf tot één. en weer na half vier. „Ik heb nooit een klacht gehad. En wat de burgemeester zei over de bewoners van Eede. dat ze bezwaar zouden hebben tegen de ge luidsoverlast, dat is ook gelogen Daar is nooit naar gevraagd" De Boer loopt weer voorzichtig terug naar binnen. Hij lacht onverzettelijk. „U ziet wel. hier is veel gebeurd", zegt hij Een leeuw van een man. gevangen in een aangetast en oud lichaam. Ruim een halve eeuw geleden bond een klein groepje weerloze invaliden een ongelijke strijd aan met het mach tige overheidsapparaat. Het gevecht is beslist. Het carillon moet daarvan de blijvende herinnering zijn. „Bent u een tevreden mens, als het carillon is opgericht?". „Huh?" „Bent u een tevreden mens als het carillon is opgericht?"nou... dat weet ik nog niet", zegt hij aarzelend. „Alles hangt af van het welslagen. Maar er is nu een goede kans dat het carillon er snel komt. We hebben nog reden om een poosje te leven". gewend. Ik heb duizenden processen gewonnen..." „Ik heb de indruk", zegt hij even later, „dat de burgemeester en de secretaris - dat is ook geen kwajongen - gewoon hun gang gaan „Jaja, ik weet wel dat de raad het voor het zeggen heeft. Maar de indruk van hem op de raad is zo groot dat moet je luisteren, ik zit lang genoeg in de politiek om te weten hoeveel invloed zo iemand heeft De burgemeester is niet meer te vertrouwen. Hij liegt". Pieter de Boer heeft zijn twijfels „Dit plan is er nog met zomaar door De burgemeester is een geslepen kerel En hij is niet eerlijk!" Mevrouw De Boer, een kleine, tanige vrouw die een moderne grijslederen broek draagt, mengt zich weer in het gesprek. „We zijn vorig jaar april nog in Aardenburg geweest Ik zei- Pieter we moe4Yn er heen! Dus wij zijn gegaan en ik zei tegen die burgemees ter binnen drie maanden omhoog met dat canllon en zo niet dan stappen we naar de rechter. Hij wilde ons eerst niet eens ontvangen. De burgemees ter is weg. zeiden ze Dan wacht ik tot hij terug is, zei mijn man. Hij heeft uren in die wachtkamer gezeten! Toen mochten we in de burgemeesterska mer komen, en de burgemeester kwam eindelijk binnen. Toen kwam de secretaris erbij en toen zei ik tegen de burgemeester: mijn man wil graag even.een paar fotokopieën maken van dat en dat. Brieven die waren ver stuurd over die zaak. O maar. zei de secretaris, de kopieermachine is op het ogenblik in beslag en we moeten nog zoveel doen. die kunt u op het ogenblik niet gebruiken. O zei ik. dan laat dat ding maar stoppen, ik wil graag enkele fotokopieën hebben van die en die stukken. Maar dat mocht niet Ik zei toen tegen Lockefeer dat we naar de rechter zouden stappen als hij niet binnen drie maanden het carillon zou opstellen. Daarna zijn we dus weggegaan. En toen gingen we naar de auto, we stapten in. hij liep ons voorbij en ging naar huis toe. Hij groette niet eens meer. hij had de pest in! Vanaf die dag heeft hij geen enkele mededeling meer aan ons gedaan of iets gevraagd aan mijn man. Niks!" Dc kluis in het oude kantoor van de Bond voor Mobilisatie-Invaliden, vastgebouwd aan de woning van De Boer, is een smalle, donkere ruimte van bijna drie meter diep. Als de Fries uit zijn stoel verrijst, ziet hij er plotseling kwetsbaar en oud uit. Moeizaam wurmt hij de deur open en scharrelt voorzichtig naar binnen. Vervaalde mappen zijn in rekken opgeslagen en torenen boven hem uit. Dossiers, waarin de ellende en de juridische strijd ligt opgeslagen van evenzovele jongemannen die hun dienstplicht moesten bekopen met een slepende ziekte, invaliditeit of dood. De Boer heeft zijn leven lang voor hen op de bres gestaan. De ruim 5000 dossiers zijn nog maar de helft van de zaken die hij heeft behandeld. Zijn archief werd bij het begin van de tweede wereldoorlog verbrand door de Duitsers, waarbij meer dan 5500 dossiers in vlammen opgingen. Direct na de oorlog ging de Fries verder met zijn strijd. „De aanvragen stroomden weer vanuit het hele land toe", zegt hij nu Tot 1975 was hij als enig overgebleven bestuurslid en me dewerker van de bond, intussen ver breed tot de stichting 'De Nederland se Soldaat' actief Hij won meer dan 11 000 processen, Toen, op zijn tach tigste jaar. moest hij ermee ophouden Verdoold scharrelt hij nu rond in de ruime kamer, waar ooit zeven mede Pieter de Boer samen met vrouio en hond

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 17