VERTALEN de helft van het leven f. van den bosch IN EEN PLOOI VAN DE TIJD nostalgie om het oude indië PZC/ weekendkrant ZATERDAG 14 MEI 1983 (Van onze kunstredactie) rat me fascineert is iets maken waar ik nooit zeker van kan zijn en iemand anders ook niet. Ik zal het nooit weten en niemand zal het ooit weten". Die definitie geeft de Amerikaanse schilder Willem de Kooning van kunst. wat 11 me Deze week vloog de 79-jarige schilder die ooit als verstekeling de oceaan overstak van New York naar Amster dam om samen met zijn vrouw Elai ne Fried en hun dochter Lisa de opening in het Stedelijk Museum bij te wonen van een grote overzichts tentoonstelling van zijn werk tussen 1960 en 1983. Na 3 juli verhuist de collectie schilderijen, tekeningen en beelden naar het Deense Louisiana- museum ter. noorden van Kopenha- .gen en gaat vervolgens naar het Moderna Muj eet in Stockholm Amerika 1926: vriendschap in die tijd met boeiende kunstenaars als Gorky Davis en Graham. „Zij wisten dat ik mijn eigen ogen had maar dat ik niet altijd de goede richting uit keek Ik had zeker behoefte aan een helpende hand in die tijd Nu voel ik me als Manet die zei ja ik ben door iedereen beïnvloed. Maar elke keer dat ik mijn handen in mijn zakken steek, voel ik rie vingers van een ander" De Kooning en zijn vrienden zijn lange tijd door Picasso beïnvloed. Willem bleef een echte Europeaan. Hij maakte abstracte schilderijen vanaf 1930 maar verwierp figuratie nooit. Er waren surrealistische en kubistische invloeden. Echte waardering in kunstenaars kringen viel hem ten deel toen hij zijn eerste eenmanstentoonstelling in 1946 in New York kreeg. Volgens Edy De Wilde, directeur van het Amsterdams Stedelijk Museum, zijn het succes en de erkenning laat gekomen voor De Kooning. Pas ha zijn tentoonstelling bij Sidny Jams in New York in 1956 is hij financieel onafhankelijk geworden. In die tijd werd zijn dochter geboren en hij kocht een huis op een verwilderde landtong dicht bij New York waar hij zelf een enorm atelier bouwde om het daglicht in volle helderheid binnen te laten stromen. Vrouwen en landschappen en soms "alleen nog maar de suggestie daar van vullen zijn vitale doeken. De schilderijen van de laatste jaren zijn leger gezorden. De olieverf is er dun ner en doorzichtiger opgezet en het lijkt alsof hij minder behoefte heeft om de verf er wee met een breed paletmes af te halen. De 38 schilderijen in het Stedelijk Museum, die elk voor bijna één miljoen gulden zijn verzekerd, de tekeningen en de opmerkelijke beel den van De Kooning zijn afkomstig van particuliere verzamelaars en musea en van zijn vriend en zaak waarnemer Xavier Fourcade in New byork, die de gemiddelde waar de van een „De Kooning" begroot op 350.000 dollar. Nog deze week bracht De Kooning's 'Twee vrouwen' in New York 1.210.000 dollar op, het hoogste bedrag dat ooit voor een werk van en nog levende kunste naar is betaald. Willem de Kooning zelf bemoeit zich niet met geld. Hij werkt dagelijks in zijn atelier, fietst langs het strand en langs het bijbelse landschap van Long Island Hij houdt van een goed glas drenk en is blij dat hij niet meer hoeft te beknibbelen op schilderma teriaal. Voor het overige heeft hij de sympathieke argeloosheid van een intellectueel behouden Een aardig voorbeeld is zijn ontmoe ting met koningin Beatrix tijdens de Bicentennial vorig jaar. De koningin had hem uitgenodigd naar haar ho tel in New Y'ork en stuurde een helikopter naar Lono Island Na lang aandringen was Willem de Kooning over te halen om zijn werk in de steek te laten. Tijdens de ontmoe ting met koningin Beatrix maakte Lisa de Kooning foto's en de konin gin dat zij graag een paar afdrukken zou ontvangen. Willem de Kooning antwoordde: „Ja mevrouw, als u mij uw adres geeft zal ik daarvoor zor gen". De schilder is ook in 1968 naar Nederland gekomen toen het Stede lijk Museum voor het eerst een expositie aan hem heeft gewijd. Nu zegt museum-directeur De Wilde: „Eigenlijk was het toen te vroeg omdat velen zich in die tijd van de schilderkunst afwendden. Nu de he le jonge generatie kunstenaars weer is gaan schilderen, heeft men meer belangstelling voor de klassieke kunstenaars van deze eeuw". De Wilde, die allang bevriend is met de Amerikaanse schilder, voelt zich tegelijk „nederig en trots dat hij deze schilder met zijn universele taal" naar Nederland heeft kunnen bren gen. Van ome kunstredactie) Binnenkort verschijnt in ons land het eerste historische woordenboek van het nationaal socia listische jargon. Bovendien wordt gewerkt aan de eerste politieke biografie over de liberaal- conservatieve ingenieur A. Mussert die in 1931 in het gebouw van de Christelijke Jongemannen Vereniging aan het Domplein te Utrecht de NSB heeft opgericht. Deze twee boeken en de enorme publiciteit rond Hitier, het nazisme en het Derde Rijk bepalen zondagavond de vierde aflevering van AVRO's literaire televisiepro gramma „Van boeken bezeten". Redacteur en presentator Martin Ros laat drie schrijvers praten over „de foute of verkeerde kant van 19401945 over Mussert en de collaboratie". Het zijn Harry Mulisch, Koos Groen en Jan Meyers Het programma dat tot nu toe goed is bekeken en een hoog waarderingscijfer kreeg wordt zondagavond aangevuld met historische filmbeel den o.a. over Mussert. Martin Ros is het met Harry Mulisch' uitspraak eens dat men de oorlog moet blijven herdenken. „Hoe langer er doorgezeurd wordt over die Tweede Wereldoorlog des te beter is het. We hebben geen enkele waarborg dat het niet nog eens gebeurt" Het blijft nodig om het fascistische tijdperk en de Duitse tijd te blijven bestuderen meent Ros. „Niet alleen om er uit te leren maar ook om te kunnen bestrijden wat wil vergoeilijkenAls voorbeeld van een dergelijke ver draaiing van de geschiedenis noemt Ros het boek dat in 1982 op de internationale boekenbeurs in Frankfurt werd gepresenteerd Daarin werden ue misdaden die de SS in Frankrijk had gepleegd in de schoenen geschoven van het Franse verzet „Deze pogingen zullen zich blijven herhalen", vreest Ros Collaborateurs en mensen die met de Duitsers heulden vormen het thema van het boek „De Aanslag" van Harry Mulisch dat door honderdduizenden werd gele zen. Koos Groen schreef tien jaar geleden het bock „Landverraders". Inmiddels heeft hij echter zoveel nieuw materiaal verzameld dat hij nu de laatste hand legt aan een totaal herziene heruitgave van Landverra ders. Zondagavond vertelt hij over de belangrijke vondsten die hij op dit gebied heeft gedaan. Hij zal het ook hebben over de intensiteit en van de afkeer en wraakzucht na 1945 tegen Mussert, de NSB en alle meelopers. Jan Meyers schrijft op het ogenblik de biografie over Mussert en belicht in „Van boeken bezeten" de achter gronden van deze man die in 1946 is terechtgesteld. De drie schrijvers zullen met Ros ook praten over de vraag hoe je het fascisme kunt bestrijden zonder de fascistische methodes te hanteren en over de schuld van schrijvers en journalisten die tussen '40 en '45 in fascistische geest (dooripubliceerden. Lisette Lewin heeft al gezorgd voor een grondige studie over de verzetsliteratuur in Nederland. Het grote bo'ek over foute uitgeverijen, boekhandels en schrijvers moet nog komen maar daar blijkt Wim Simons al een paar jaar mee bezig te zijn. Martin Ros signaleert overigens in zijn programma dat ln tegenstelling tot Frankrijk en Duitsland in ons land weinig schrijvers van naam hebben gecollaboreerd. Halfte des Lebens Mü gelben Bimen hangel Und voll mil wilden Rosen Das Land in den See, Ilir holden Schioane, Und trunken.von Kussen Tunkt ihr das Haupt Ins heilignuchteme Wasser. Weh mir, ivo nehm ich, wenn Es winter ist. die Blumen. und i Den Sonnenschein. Und Schatten der Erde9 Die Mauern stehn Sprachlos und kalt, im Winde Klirren die Fahnen. Helft van het leven Met gele peren hangt En vol mei wilde rozen Hel land in hel meer, Gezegende zioanen, En dronken van kussen Doop je je hoofd In 't heilig-nuchtere water. Wee mij, waar vind ik, als Hel winter is. de bloemen, en wac De zonneschijn. En schaduw der aarde De muren staan Sprakeloos en koud. m de wind Kletteren de weerhanen. Een gedicht van Hölderlin en een belabberde vertaling. Ze is dan ook van niemand, is een mechanische keus uit vijf al voorgestoofde vertalingen. Een ideaal lijk", Gerrit Komrij in 'De Muze in het Kolenhok'. Vooral die regel 'Doop je je hoofd' plonzen, het duiken van de kop in 't tact gebleven". Nog een paarn [e terwijl er ook nog 'mechanisch te water, en ook het 'uitklinken' van het conclusies: „De beste vertala kiezen viel'uit bijvoorbeeld'Dompelt geluid door die'kt'aan het slot. Watje een gedicht is een gedicht" j gij 't hoofd' en 'Doopt gij het hoofd', ook kiest in het Nederlands, het haalt een gedicht kan aan een 11 'Gezegend'. 'heilig-nuchtere'. die niet bij 'tunkt'. als id 'doopt' niet recht doen. Een onbetrouwbair 'weerhanen', het zijn niet bepaald slecht en 'dompelt' ondanks de twee ling die zélf weer een gedichti weergaven om gelukkig mee te zijn. lettergrepen m.i. te verkiezen. Maar verre te verkiezen boven he1.: Maar waar heb je het nu over. zult u hoe kun je het stotterende 'Doop je je exacte produkt van de schrijf0 zeggen, tenzij u ongeveer een jaar hoofd'kiezen? den. Liever een vers gedicht geleden ijuni-augustus 1982) de reeks En hoe subtiel het allemaal ligt: al- dorre echo". „Laat af van ven* e; artikelen van Gerrit Komrij gevolgd leen hiér is 'tunken' zo mooi. wie zijn je niet dichten kunt. Wie de air hebt in NRC Handelsblad. Ze waren ei zit te soppen 'tunkt' ook en er is de poezie niet kent zal papieraj gewijd aan dit vers van Hölderlin en weinig poétisch aan. aan vijf (aanvankelijk drie) Neder landse vertalingen van dit gedicht en ook nog aan de zeer vele (225!reacties hierop van lezers Ik vond het een bijzonder interessante serie en het speet me toen die ophield. Gelukkig is alles nu bij elkaar verschenen in een keurig boekje, nog aanzienlijk aange vuld. Het heet 'De Muze in het Kolen hok' De lectuur van dit werkje is haast staan, een must voor ieder die zich interes seert voor het vertalen van poëzie, en zeker voor wie zich daar wel eens mee bezig houdt. -Het vertalen van een gedicht eist het uiterste van de her-dichter. Wat ver langt men in de andere taal? Liefst een vers dat het oorspronkelijke even aart en dat er tevens een volkomen getrouwe weergave van is. Ideaal is het dus als rijm en ritme behouden kunnen blijven (of bij een vrij hans warren schrijven. Letterlijkheid dooc Iers zijn moordenaars. Ze pre:-. ons een lijk" (58/59). ;.;'v Höiderlin's vers is niet kapo'.JL,. gen, het straalt in alle frisl Zo op het eerste gezicht lijkt het vers daa&1 me uit- ik S* erop "V van Hölderlin een vrij gemakkelijk er van- 20 vo"" te vertalen gedicht. ondanks Komr Ga je je er in verdiepen, dan komt er een en ander op losse schroeven te HELFT VAN HET LEVEN Met gele peren helt En vol met wilde rozen En dat geldt voor haast ieder gedicht. Het land naar het meer. Wie zich daar goed op bezint, durft Ach sierlijke zwanen, haast niet meer aan het vertalen van En dronken van kussen een gedicht te beginnen. Immers, de Dompelt gij 't hoofd dichter heeft meestal ook in het oor- In 't gewijde, klare water. spronkelijk in menig geval gespeeld met woorden en betekenissen, zelfs Wee mij. waar haal ik, als lang voor poly-interpretabiliteit van Het winter is. de bloemen, m la- verzen in de mode kwam. De zonneschijn, Komrij nu, is uitgegaan van vijf be- En schaduwen der aarde staande Nederlandse vertalingen van De muren staan dit van Hölderlin de regelval en het dit gedicht. Regel voor regel gaat hij Sprakeloos en koud, ritme), iets van de klankkleur, de sfeer ze na. bespreekt ieder detail, elke Knarsen de vanen. die het oorspronkelijk overbrengt. De opwelling, elke interessante reactie her-dichter mag niets weglaten, maar van zijn vele lezers. Dan kiest hij Tot slot zegt Gerrit Komrij:.!' ook niet iets toevoegen. Bij een rij- uiteindelij die regel die als beste van één keer het gedicht van HS mend gedicht stuit je dan direct op de vijf uit de bus komt. zij het soms Misschien kan er dan tóch knarsetandend. Uit die gekozen regels dankbaarheid jegens vertaler»# v> is de vertaling samengesteld die aan gens'maar waar precies?-i de kop van dit stukje prijt. En nu doet nuttige idioten. Ze hebben et zich het merkwaardige feit voor: in schijnwerper op de Gordiaans plaats van een ideale super-vertaling, gericht", is het een vertaling die in niets uit blinkt boven de vijf waaruit zij werd Gerrit Komrij: De Muze samengeroofd. Het werd een resultaat /l0fc. over een gedicht van dat 'geen haar beter is geworden dan elk van de vertalingen afzonderlijk' Uitgeverij Guus Bauer. Postba concludeert hij. „Het mysterie is in- jool NB Amsterdam. onmogelijkheden, de vertaler zal bij na altijd-iets van eigen vinding toe moeten voegen en iets anders moeten laten vervallen. Bijna altijd zullen er schoonheden verloren gaan en vond sten daartegenover stellen mag de moderne vertaler eigenlijk niet Het prachtige woord 'tunken' dat Hölder lin gebruikt is wel te vertalen, maar niet weer te geven. Spreek het hardop uit: 'tunkt' en je hoort die snavel i den Bn pti iss l'é Bij het 'officiéle' debuut van F. van den Bosch in 1978 sprak ik de verwachting uit dat we van deze schrijver waarschijnlijk niet veel meer te lezen zouden krijgen dan een handvol verhalen op hoog niveau. Het had namelijk vijftien jaar geduurd eer hij zijn novelle 'Het Regenhuis', in 1963 gepubli ceerd in het 'Gastenboek Singel 262', aangevuld met een drietal andere vertellingen uitgaf. Daarmee bewees deze in 1922 geboren schrijver weliswaar grote allure te hebben, maar het was ook van meet af duidelijk dat iemand die zo terughoudend, econo misch en verzwegen schrijft en zich daarbij tevens blijkbaar precies bewust is van eigen kunnen, nooit een groot oeuvre op zou kunnen bouwen. Nu houd ik van zulke schrijvers Was iedereen maar zo wijs om enkel dan met een nieuw boek te komen wanneer hij werkelijk ook iets nieuws mee te delen heeft Wat wel een beetje jammer is is dat Van den Bosch, hóe goed zijn andere verhalen over Indie ook zijn. die eersteling 'Het Regenhuis' nooit meer overtroffen of ook maar geëvenaard heeft Zijn nieuwe bundel 'ln een plooi van de tijd' is ongeveer op dezelfde wijze opgebouwd als 'Het regenhuis en andere verhalen": eerst komen de novellen die allemaal in Indonesië spelen of daar sterk mee verband houden en dan een veel langer verhaal dat in Zweden gesitueerd is. Dat heeft een heel merkwaardig effect, maar die Zweedse verhalen die in beide boeken bijna de helft van de plaats opeisen halen het lang met bij de andere Vooral het Zweedse verhaal in de nieuwe bundel is bijzonder zwak en zelfs niet van saaiheid vrij te pleiten Het is of de schrijver deze dorre, ietwat obsederende verslagen van nutteloze trektochten door een noordelijk, onherbergzaam landschap no dig heeft als tegenwicht voor de overdadige nostalgie van zijn tropische evocaties. Of hij wil latei\ zien dat de ontheemde uit dat oude paradijs niets rest dan zich nogal doelloos te kwellen in een land dat nergens enige overeenkomst vertoont met zijn land van herkomst Het is eventueel begrijpelijk, maar het komt onvol doende uit de verf. Het verhaal 'Regen over Ritsem- jokk' is doodgewoon vervelend, het is zelfs aanmer kelijk minder dan 'Disponent Andersson' uit de eerste bundel en daar bracht ik destijds al bezwaar tegen in. Doch eerst de andere verhalen. 'Het rollende hoofd' is een typisch Oosters verhaal, de ver werking van een legende. Een beetje in de trant zoals Maria Dcrmout dat ook wel deed. Zelfs de stijl lijkt aanvankelijk op de hare. Het is in dat verband merkwaardig, er aan te herinneren dat Het regenhuis en andere verhalen' óók met. zo'n opmaatje begon, met 'Nom-de-guerre en dat dat verhaal sterk aan Tjalie Robinson deed denken Na dit wat vrijblijvende begin volgt de titelgever van de bundel. In een plooi van de tijd' Een vertelling als een drieluik Hoofdpersoon is Ketjil. een Javaanse huisbediende en het belangrijk ste motief is de band die er bestaat tussen Ketjil en het Hollandse jongetje 'njootje Johan' Ketjil bezat een bijzondere gave Hij had magisch begaafde voorouders, en kon zelfs ook al wat toveren. In goede buien liet hij er Johan van meegenieten. De islam lag slechts als een vernis over zijn diepste roerselen Maar Ketjil was ook diefachtig, zijn mevrouw. Jo- han's moeder, pakte hem met op de juiste manier aan. hij had onvoldoende respect voor die pas uit Holland gekomen vrouw Zo zag hij haar „Mevrouw was jong en onervaren Wat had ze eigenlijk geleerd daar in Holland9 Ze luisterde altijd geduldig. Ze bekte hem nooit af. Ze maakte hem niet malu (beschaamdi door hem fouten te verwijten waar anderen bij waren Kortom, een grande dame was ze zeker niet. Maar goed, hij zou bewijzen dat hij zijn positie als huisjongen waardig was Hij zou keurig dekken, werveren, afwassen ook als het moest, zodat ze tevreden over hem was en geen argwaan kreeg" (21+2). Maar mevrouw kreeg wel argwaan. Wanneer Johan zijn grote vriend mist en vraagt. „Mamma, waar is Ketjil?" antwoordt zij: „Die kwam mij te duur uit, Johan. ik heb hem weggestuurd. Kom, vandaag mag je mij helpen tafeldekken". Het is de vraag of de betekenis van haar woorden tot Johan doorgedrongen is. Hij werd enkel obstinaat.. Het laatste stuk van het drieledige verhaal handelt weer, luchtigjes, over toverij met vogeltjes, levende en gevlochten van bonte reepjes palmblad. Die hans warren LETTERKUNDIGE KRONIEK laatste pagina is een prachtig staal van Van den Bosch' ingehouden vertelkunst Enkel het essentiele is gezegd: in een paar regels wordt Ketjil's strijd tussen de voorschriften van de islam, de toverspreu ken van zijn voorgeslacht èn zijn eigen aanpassing aan de nuchtere werkelijkheid gesuggereerd Onder de verzameltitel 'Nostalgie' volgen dan drie korte verhalen. 'Rode pitjes'. 'Schamp schot' en 'Pakjes brengen'. Vermoedelijk werd in deze evocaties veel autobiografisch materiaal ver werkt. In dit verband heeft het zin er aan te herinneren dat Van den Bosch in 1922 geboren werd en dus nog veel van het 'Oude Indié heeft gekend De verhalen getuigen van een herconfrontatie met dat verleden. In 'Rode pitjes' brengt een man een bezoek aan een straat in Yogya waar hij als kind heeft gewoond. Het is er sterk veranderd en vervallen. Hij herkent het er eigenlijk niet. Is het zijn straat wel9 „Onder de oude bomen liggen hier en daar de rode pitjes in het gras. die mijn zusjes zochten toen ze klein waren Als ik mij buk om er een paar op te rapen, ben ik weer in de straat van toen. maar als ik mij opricht en om mij heen kijk. weet ik het niet meer" (30). Hij spreekt een oude man aan en ja: het is de gezochte straat toch. De man komt met een nostal gisch verhaal. Nog sterker is dat m 'Schampschot', waarin een zielige, in de oorlog verminkte Javaan ten tonele gevoerd wordt die als grote schat een album vol verleden, kranteknipsels, foto's, brieven etc. met zich meetorst. Hij kan zich nauwelijks meer uiten, maar als er mensen uit Holland komen wil hij er bij horen, vertellen: „Vroeger...kon ik.„9ók„.Nederlands, en Engels., en Frans Maar toen..." en hij legt zijn hand op mijn hand. „maar toen revolutie oorlog! En toen Hij slaat zich met de vuist hard tegen het hoofd: „Pang! Weg!" i38i. Het mooiste van deze korte verhalen uit 'Nostalgie' is 'Pakjes brengen', het is mijns inziens tevens het hoogtepunt van de bundel. Dit verhaal, slechts negen pagina's in omvang (dat is onbegrijpelijk omdat het zo'n werking en draag kracht heefti handelt over de verbondenheid van een Javaanse en een Hollandse, door het lot gescheiden, maar onverbrekelijk aan elkander gehecht gebleven. Dc Hollandse Elisabeth is nu negentig en fysiek een wrak. de Javaanse, prinses van den bloede, maar door de omstandigheden levend van een karig pensioen dat zij niet eens altijd krijgt, is tachtig en nog bijzonder goed geconserveerd De ik-figuur gaat op verzoek van Elisabeth cadeautjes afgeven bij mevrouw Padmi In haar huis herinneren nog enkele dingen aan de glorie van weieer- Dat het geheel stellig ook weer naar het leven getekend werd. blijkt uit een passage als deze: „Van achter het kamerscherm schuifelt het meisje op haar hurken naderbij en presenteert met neergeslagen ogen. ter hoogte van de knieen van haar gebiedster, een blad waarop drie glazen limonaden staan. Het is lang geleden dat ik deze feodale stijl van bedienen voor het laatst heb gezien. Ik had haar in de Republik Indonesia niet meer verwacht. Op straat iiiv-.k j.- i.u. oeiukei'ingen binnen Javaanse mjlieu heel weinig, zeker niet in Jak) kct Hier. binnen de muren van het huis, een van de „ji huizen in een van de duizenden straten var. c grote stad, houden laag en hoog. jong en beja eni profaan en charismatisch, elkaar als vanoua|,, stand. Maar als even later de telefoon rinkelt neen» meisje de hoorn van de haak en roept zonde; plichtplegingen: „Mevrouw, telefoon kind. ik hoor het wel. Wie is het9 O. zeg maarcJ^' later op de dag terugbel" (41). Zoiets verzin je niet. Prachtig weergegeven 2? J verhalen die de oude dame door haar be.? ,d( conversatie heenvlecht. Oom James' speelt in realiteit in AmsterdU herinnering op Java, in Surabaya kent hier niet meer dan 'meneer' het duidt: bloedverwantschap aan. Op dc Overtoom ontmoet de ik-figuur een oude) die hij in Surabaya eenmaal maar wel r onvergetelijke manier, had ontmoet. De ik was! een joch van tien jaar geweest. Dit verhaal itó finesse en de raadselachtigheid van Van den Ba andere Indische schetsen. Komt dat omda: L gedeeltelijk in Nederland speelt? Dat lijkt me? een wat dwaze vraag, maar wanneer je ovenvee? en het in Zweden (Lapland) gesitueerde verhaal K over Ritsemjokk' langdradig en oninteressant.! Ea om mislukt, is. ga je toch vermoeden dat deze ai! enkel zo goed op dreef raakt wanneer hij zij'nst^ het Oude oude Indiè zoekt ek Het is een merkwaardig geval met hem eel^ beperkt talent, en toch zo groot in die beperkt den Bosch 'In een plooi van de tijd'. VerU Quendo, Amsterdam. 108 pag., f 22,50.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 16