van
AFSCHEID VAN
EEN VOLKSIDOOL
i
in m 'n hoofd zitten
alleen balletjes,
verder helemaal niets.
V
ook in het zevende
had ik mijn eigen
mening verkondigd
PZC/weekendkrant
fATERDAG 30 APRIL 1983
19
Zelfs in de laatste 72 uur van zijn carrière zal hij zich nog tussen
uitersten bewegen. Precies in de twee dagen voorafgaande aan de
erewedstrijd. waarmee hij op 4 juni afscheid neemt van 22 jaar
betaald voetbal, moet Wim van Hanegem zich voor de rechter
verantwoorden inzake de 'FC Utrecht-affaire'.
Het typeert exact hoe Van Hanegem was als voetballer. Hij kende veel
succes, slechts weinig is hem bespaard gebleven. Roem en rellen
wisselden elkaar af. Hij liep rond met de Europa Cup en de
wereldbeker, maar moest in zijn nadagen ook leuren om nog ergens
onderdak te vinden.
Het afscheidsverhaal met en over Wim van Hanegem, even bewon
derd als omstreden.
Hij reageert nog altijd spontaan en gevat, speelt waar
mogelijk in op de actualiteit en geeft er telkens weer blijk
van dat hij ook om zich heen kijkt in de wereld buiten de
stadions. Op de even obligate als onvermijdelijke vraag of hij
na zijn afscheid nog in de voetbalsport werkzaam zal blijven,
heeft Wim van Hanegem het antwoord snel klaar. „Ik denk dat
er maar weinig keus is, want ik heb maar weinig papieren.
Vanaf mijn zestiende jaar ben ik met voetballen bezig geweest
dus zit er eigenlijk weinig anders op dan daarin straks bezig te
blijven. Ik kan moeilijk zeggen dat ik bankdirecteur word.
Trouwens, dat is tegenwoordig toch niet meer zo'n beste baan.
Die jongens worden vandaag de dag ook achter elkaar gearres
teerd".
De zelfkennis en de aparte (galge)hu-
mor van Wim van Hanegem verpakt in
een paar zinnen. Waar hij met een
eenvoudig ja of nee had kunnen vol
staan. weidt hij op zijn eigen wijze uit
Het tekent de Kromme precies zoals
hij is. Altijd anders dan anderen, open
hartig, eenvoudig, eigenzinnig, recht
voor zijn raap. Met uitspraken die hem
door de loop van de jaren populair
hebben gemaakt bij het volk. In tegen
stelling tot veel scheidsrechters en
officials herkende de massa zich in de
volksjongen. Een groot legioen begreep
zyn vaak bizarre spot, het beste neer
gelegd in die ene onsterfelijke uit
spraak over de vroege clubarts van
Feyenoord. „Onze dokter is alleen in
staat de dood te constateren, maar dan
moeten wel het hoofd en de romp van
elkaar gescheiden zijn".
populairder
Nu zijn laatste wedstrijd snel nadert,
lijkt hij populairder dan ooit. Telefo
nisch is hij in deze dagen niet meer te
bereiken. Zijn nummer in zijn nieuwe
huis deelt hij alleen met een paar echte
vrienden („zodat we straks tenminste
eens een keer rust krijgen") en bij
Feyenoord verbinden ze niet meer
door. Opdracht van Hans Kraay, want
de trainer wordt gek van al die tele
foontjes voor de Kromme.
Alles en iedereen die wat met publici
teitsmedia van doen heeft, stort zich
op hem. Belgische bladen, Duitse tijd
schriften, Nederlandse kranten, ze
willen allemaal het afscheidsverhaal
van de nu al legendarische nummer
tien van het professionele voetbal.
Midden in een periode waarin hij zijn
nieuwe huis nog aan het inrichten is,
loopt zijn markante hoofd dan ook
vaak om. Niettemin voldoet hij ook nu
nog zoveel mogelijk aan alle verzoe
ken, al vergeet hij nog vaker dan
vroeger afspraken. Maar wie zich per
soonlijk bij hem meldt, krijgt zelden
nul op het rekest.
24 uur per dag
Hij raakt nooit uitgepraat over voet
bal, is er al 22 jaar 24 uur per dag mee
bezig. „Ik heb mijn sport als niemand
anders beleefd", kan hij zeggen. „Ik
ben er altijd mee bezig. Het is ook mijn
enige interesse. Vraag aan me wat er in
'69 in een bepaalde wedstrijd gebeurde
en wat er toen fout ging en ik weet het
nog precies. Voetbal is echt allesover
heersend"
Als hij nog had kunnen doorgaan, zou
hij dat ongetwijfeld hebben gedaan,
maar hij kreeg steeds meer signalen
dat zijn tijd echt gekomen is op 39-
jarige leeftijd. Hij kon lang doorvoet
ballen bij de gratie van het ontbreken
van ervaring, inzicht en talent in de
Nederlandse competitie; aan de logi
sche slijtage viel niet te ontkomen. De
natuur deed zijn werk, met „blessures
die steeds langer duren, waarbij je van
de ene in de andere valt. Je wil er van
af. je blijft doortrainen en gaat je
forceren". De onvermijdelijke
kringloop nadert de voltooiing. „Het is
voorbij Je kijkt naar je inbreng en die
van mij is te gering geworden Ik ben er
niet tevreden meer mee".
dertig keer geel
Een logische gedachte, na een carrière
die in alle opzichten rijk mag worden
genoemd. Rijk aan hoogtepunten, rijk
aan rellen, rijk aan 'kaarten'. Meer dan
dertig keer moet hij geel hebben ge
zien, de nomme. Viermaal sloeg de man
in het zwart rood voor hem uit. Hij
vond elke prent even vervelend, kan er
niet een noemen die hij als het meest
vernederend ervaarde. Al zou die tegen
Tsjechoslowakije tijdens het EK van
1976 er wel voor in aanmerking komen.
Waar andere uitsluitingen zich afspeel
den in ~de betrekkelijke anonimiteit
(een keer in zijn Velox-tijd, een keer in
een NEC-Feyenoord, een keer in Ame
rika), daar ging hij er toen af voor
miljoenen- Hij noemt 'm niet: „Ik vond
ze allemaal even rot".
In de andere dieptepunten en de suc
cessen kan hij zelf wèl gradaties aan
brengen. De uitschieters aan de debet
kant: „Het kampioenschap en de be
ker in het eerste jaar dat ik bij Feye
noord speelde, de verovering van de
Europa Cup en de Wereldcup in het
jaar daarop. Het WK in West-
Duitsland". Aan de creditzijde: "De
Europa Cup-uitschakeling door Ut
Arad („Dat was Ut dan"), de tijd dat ik
wegging bij Feyenoord. Na acht jaar
waarin ik zoveel had meegemaakt,
was ik van de club gaan houden".
Maar ook in de aanbieding: „De beker
winst met AZ, de UEFA-Cupstrijd die
we met Utrecht voor het eerst gingen
spelen".
weggecijferd
De onlangs overleden André Hoense-
laar. die een van de twee echte vrien
den van Van Hanegem was, voegde er
nog $en hoofdstuk aan toe. „In de
aanloop naar en tijdens het WK van '74
heeft Willem zich voor mij het grootst
getoond. Iedereen viel erover dat hij en
Neeskens zo hard hadden gespeeld in
die wedstrijd tegen Belgie, maar die
twee hebben Nederland toen wel naar
West-Duitsland gebracht. Op het WK
was Willem groot omdat hij zich als
vedette helemaal in dienst stelde van
het elftal en van Cruijff. Hij heeft
zichzelf daar volkomen weggecijferd.
Dat tekende voor mij de echt grote".
Zelf volstaat Van Hanegem met de
constatering: „Natuurlijk, er waren
ook rotmomenten, maar het is eigen
lijk overal een mooie tijd geweest". Hij
doet zichzelf ermee te kort: het werd
een mooie tijd vanaf het moment dat
hij bij die clubs binnenstapte. Waar hij
ook kwam, na Velox en Xerxes. Mazzel,
toeval? „Ik ben met de helm op gebo
ren". zei hij er ooit zelf van. Maar was
het niet meer? „Het lag natuurlijk niet
aan mij", blikt hij achterom, „want
voetballen konden ze al in Alkmaar en
in Utrecht. De kwaliteit was er. Het
enige dat ik misschien gedaan heb is ze
wat zelfbewuster en professioneler ma
ken".
kankerpit-
ware prof
Ook daarvoor had hij een aparte ma
nier die hem bij de een geliefd en bij de
ander gehaat maakte. Van Hanegem
schold wat af in zijn loopbaan, heette
een notoire kankerpit, tot in zijn nada
gen toe
Ben Wijnstekers, voetballer: „Willem
scheldt nu nog weleens, ja. Maar nooit
zonder reden, nooit zonder achter
grond. Als hij loopt te ouwehoeren,
moet je naar de bedoeling erachter
kijken. Het is zijn manier om in het
veld anderen ervan te overtuigen dat
ze iets fout doen. Dat kun je ook aardig
zeggen, maar dan bereik jc het in de
voetbalwereld nooit zo snel als op zijn
wijze".
Van Hanegem zegt dat hij ook tijdens
zijn tirades alleen maar het belang van
zijn club of het Nederlandse voetbal
voor ogen heeft gehad. Hij schold nooit
uit nijd. maar uit ambitie. Nooit op de
persoon, maar op een ploeggenoot. Hij
kon eenvoudig niet tegen zijn verlies.
Sommigen zagen dat niet. die herken
den alleen de kankeraar. Velen door
grondden hem wel, voelden dat hij
zichzelf bleef, ook buiten het veld waar
hij hartelijkheid vaak liet prevaleren
boven de zakelijkheid van die andere
grote van zijn tijd. Van Hanegem gaf
zich, zonder prijscompensatie. Hij
straalde sfeer uit en warmte. Het
maakte hem boven de vaak onbereik
bare Cruijff. met diens kille imago, tot
een van de grootste voetbalidolen van
de Nederlandse geschiedenis. Zo niet
de grootste.
speelt ben je z'n vriend, speel je tegen
hem dan ben je echt zijn tegenstan
der".
Opposanten waren er uiteraard altijd,
maar er ontstond ook een complete
Van Hanegem-cultus in de periode dat
de tijd er rijp voor was. De late jaren
zestig brachten Nederland aan de voet
van de Europa Cup. Iets nieuws in een
wereld vol wankelende waarden en
vervagende zekerheden, waarin de re
creatie- en consumptiemogelijkheden
vergroot werden door de stijging van
de vrije tijd en het inkomen. Het
vaderlandse voetbal was bovendien
onderweg naar de beste episode, uit
voerig meebeleefd door de media. Dat
samenspel van de twee nieuwe symbo
len (voetbal en tv) leidde tot een sport
beleving die op afgoderij leek, al is
moeilijk aan te geven waar bewonde
ring ophoudt en verafgoding begint.
Op de grens daarvan won het voetbal
in elk geval op alle fronten terrein
Zelfs in de meest orthodoxe kerkelijke
kringen. Aanvangstijden van kerk
diensten werden verschoven, mid-
in een paar momenten omvergeknald.
Voetbal werd de nieuwe religie, de
kerk werd de Kuip, de Kuip werd een
voetbaltempel. Een opvangcentrum
voor twijfelaars die anoniem in een
geestverwante massa (het legioen-.i
naar nieuwe aanklampingspunten
zochten in de vorm van successen.
Het collectief van Feyenoord verschaf
te die als eerste in het begin van de
jaren zeventig en bevrijdde Nederland
van het complex dat m het buitenland
op sportief gebied alles beter was. Van
bijzaak werd voetbal hoofdzaak voor
een niet geringe menigte die zich nieu
we helden koos om zich via het vereen-
zelvigingsproces aan de nieuw v
de roem te spiegelen.
een winnaar wilde zijn. Wijlen André
Hoenselaar: „Willem kan eenvoudig
niet tegen zijn verlies. Als hij op bezoek
kwam en we speelden een spelletje,
had hij het pas naar zijn zin als hij
gewonnen had. Welk spel het ook was"
Oud-Veloxtrainer Daan van Beek (65.
nu). Van Hanegem-ontdekker „Dat
had hij al in het begin, hii wilde niet
paul de tombe
verliezen. Geen slechte eigenschap
overigens voor een voetballer. Als
mens vind ik het een genoegen dat ik
hem heb leren kennen. Hij is zo'n
verdomd aardige vent".
winnaar
Persoonsverheerlijking gedijt goed in
zo'n sfeer en er was een speler die zich
daar uitstekend toe leende: Wim van
Hanegem Een man die hoe dan ook
volksidool
Ook dat hielp eraan mee hem tot een
volksidool te maken. Van Hanegem
bleef door alles heen 'doodgewoon'.
Altijd aanspreekbaar, maar toch met
Johan Cruijff, collega-vedette: „Van
Hanegem heeft enorm veel betekend
voor het Nederlandse voetbal Hij ver
dient zondermeer een succesvolle af-
echeldswedstrijd. Hy is een prof in de
ware zin van het woord: als je met hem
dat aparte, dat eigenzinnige dat de
vedette eigen is. Bij Xerxes al gerech
tigd tot het voeren van de bijnaam De
Kromme, haalde hij nog vaker de
publiciteit toen hij eenmaal dat twee
de belangrijke doelpunt tegen AC Mi
lan had gemaakt. Daarmee begon het
allemaal. „Hoewel ik toen al zes jaar
bezig was. heette ik daarna opeens een
goede voetballer".
Zes- tot zevenduizend brieven per jaar
bevestigden dat in die tijd. Omaatjes
die van hun aow-tje ongevraagd vijf
gulden opstuurden als hij weer eens
een boete had gekregen, maar ook
bedelbrieven en boze geschriften. Je
was voor hem of je was tegen hem, zo
simpel lag dat. Je begreep zijn grap
pen. zijn grollen, zijn fratsen en zijn
bizarre uitspraken, of je begreep ze
niet Een tussenweg was er met.
Zoals er nooit een tussenweg is waar de
schijnwereld van de glamour begint en
waar de moderne bespelers van het
publiek ter sprake komen Daar is
altijd sprake van een haat-liefde ver
houding. vaak nog aangewakkerd door
de personen zelf. Zelden gebruiken die
gevoelige gebaren, veel vaker zijn er de
tartende, provocerende („ik heb de
conditie van een wijkagent") opmer
kingen en handelingen om de vooroor
delen te versterken. Alleen de kwalita
tief echt groten kunnen dat riskante
spelletje spelen om de haat in sympa
thie om te buigen, of die haat voor
altijd te bevestigen.
Van Hanegem heeft het nooit als een
spel ervaren, bleef wie hij was en
handelde ernaar. Het was de aard van
het beestje. „Zelfs al zou ik ergens in
het zevende hebben gevoetbald, dan
nog zou ik mijn eigen mening hebben
gegeven". Hij kwam er vaak door in
frontale botsing met officials. Van
Oranje, van zijn clubs. Hoe vaak dreig
de hij niet nooit meer voor het Neder
lands elftal te zullen spelen? Ook nu
heeft hij kritiek op het vaderlandse
team, dat hij weer niet ver ziet reiken.
Hij hoopt het wel, maar denkt het niet.
„Als ik nou zie dat Krol is terugge
haald. Krol houdt niet van zijn vak.
Krol houdt alleen van zichzelf'.
Bij Feyenoord lekten conflicten in de
hoogtijdagen vaak uit via de openhar
tige middenvelder, die er bovendien
van verdacht werd blessures te simule
ren. „Maar", zegt oud-Veloxtrainer
Daan van Beek: „Willem heeft altijd
rotpoten gehad en hij stond er ook zo
ongelukkig op". Niettemin werd hij
verdacht. Het leidde tot die historische
uitspraak over de clubarts en tenslotte
tot zijn vertrek uit de Kuip. Een mo
ment waarop Van Hanegem zich pijn
lijk alleen terugvond Twee echte
vrienden slechts hield hij over. Vrien
den voor het leven
visite
Geliefd bleef hij ook bij anderen. Maar
anders, meer op een afstand. Tot hij
ook wegmoest bij zijn volgende club
AZ. Een golf van verontwaardiging
sloeg over het land, de sportpers
schaarde zich massaal achter De
Kromme, bij wie iedereen altijd ont
vangen werd als gold het visite, maar
die nu zelf niet meer welkom was. Van
Hanegem verdween lijfelijk uit beeld
iChicago), zijn geest bleef rondwaren.
In de kranten zelden is er zoveel over
het Amerikaanse voetbal gepubliceerd
als tijdens zijn verblijf bij de Sting
bij de trainers. Hij kwam dan ook
terug, kon doorgaan omdat de voetbal-
roes allang was uitgewerkt.
Nieuwe, vedetten hadden zich niet
aangediend, de mentaliteit van de
Nederlandse voetballer was veel min
der. "Vroeger", zegt Van Hanegem,
„vroeger begon je thuis al met je werk.
Je moest je spullen zelf wassen en
meenemen. Tegenwoordig hoeven ze
alleen maar een handdoek in te pak
ken en die vergeten ze dan nog negen
van de tien keer. Dan ben je toch niet
met je werk bezig. Dat zelf wassen,
wat wij moesten doen, dat was belang
rijk. natuurlijk, het was vies werk,
maar je vergat daardoor nooit wat je
had. Die wasmachine stond er toeval
lig wel dank zij het voetbal. Nu heb
ben ze het liefst dat iemand anders
voor ze wast en denkt".
Hij probeerde het laatste bij Utrecht en
ten slotte weer bij Feijenoord, de club
waarmee hij zijn grootste successen
vierde De kringloop nadert de voltooi
ing. Morgen zijn laatste vooijaarsklas-
sieker: Ajax - Feijenoord. „Een wed
strijd als alle andere, alleen anders qua
sfeer en entourage, maar er zijn maar
twee punten te verdienen. Zonde alleen
dat die pot van de echte spanning is
ontdaan, maar ook wel een beelje
logisch. Als je nou ziet hoe Willem II by
ons en by Ajax voetbalt, dan ligt daar
een wereld van verschil tussen. In De
Meer staan ze op de middellijn te
verdedigen, by ons gooien ze het dicht.
Dat komt omdat wy de zaak niet
afmaken. Vroeger stond zo'n ploeg in
de Kuip voor de wedstrijd al met 1-0
achter, tegenwoordig kunnen ze den
ken dat ze een kans hebben als ze maar
goed verdedigen'
spanning
Hij had uiteraard graag met een titel
afscheid genomen, maar weet dat die
kans verkeken is. Na morgen volgen
nog twee competitieduels en zyn bene
fiet. Daarna is het over en sluiten. En
dan? De publiciteit zal hij niet missen,
het voetballen wel. „De spanning van
het moeten presteren vooral. Daar is
nu nog alles op afgestemd. Zelfs als je
niet speelt, als je thuis bent. voel je die.
Dan weet je precies wat de jongens in
het stadion doen Hoe ik dat op moet
vangen weet ik niet. ik geloof niet dat
er iets is wat het kan vervangen
Hij zit er niet over in, zoals hem ook
nog niet echt bezighoudt wat hij na
zijn afscheid moet gaan doen. Hij leeft
nog altijd bij de dag, zonder horloge,
en verwoordt zijn instelling zelf zo:
„Er komt altijd wel iets aanwaaien.
Dat is tot nu toe altijd gebeurd. Soms
had ik echt geen gulden in mijn zak en
dan kwam er plotseling een cheque".
De eerste en tot nu toe enige keer dat
hy het oog richtte op de toekomst, ging
het fout. Op de Bataaf, het sjieke
Haagse tennispark waarmee de Krom
me („als zakenman beteken Ik nul
komma nul") zyn nadagen financieel
wilde veilig stellen, verloor hy veel van
het geld dat hy met voetballen had
verdiend. Mede als uitvloeisel daarvan
en door de belasting-affaire bij FC
Utrecht („waardoor ik al 110.000 gul
den aan navorderingen en boetes heb
moeten betalen en ik verwacht nog een
kleine boete",) moest hij onlangs zijn
boerderij verkopen. Ondanks zijn in
zet, ondanks de ijver van zyn vrouw
Truus. ging het mis op het park. Mee
gesleept in het faillissement van eige
naar-makelaar Van de Heuvel, de oud-
Utrecht bestuurder, moest hij er een
punt achter zetten.
Hy deed het, alweer, op zyn manier, op
zyn tyd. Pas nadat iedereen betaald
was die nog geld kreeg. „We hadden
wel direct failliet kunnen gaan en een
lange neus kunnen trekken, maar zo is
Truus niet en zo ben ik niet. We hebben
betaald tot er niets meer was om mee
te betalen. Nu kan ik tenminste ieder
een recht in de ogen kijken"
Zo is Van Hanegem zo eerlijk en
consequent mogelijk gebleven. „Ik
heb nooit mijn hemd omgedraaid om
dat het commercieel iets op kon leve
ren", kan hij stellen. „Ik ben altijd
gebleven wie ik was. Ik vind ook niet
dat ik het verkeerd heb gedaan. Ik zou
het allemaal precies zo overdoen, en
dat geld, ach dat is niet belangrijk. Ik
ben miljonair, op mijn eigen manier.
Als ik de bouwvakker was gebleven
die ik was, zou ik van mijn vakantie
geld misschien twee keer in mijn
leven in Spanje zijn geweest. Nu heb
ik de hele wereld gezien. Wie kan dat
zeggen?"
niet verkopen
In het volle besef daarvan weigert Van
Hanegem („het is wel een slag geweest
voor de bouw dat ik toen gestopt ben:
het is in die wereld direct bergafwaarts
gegaan") nog altyd zyn eigen ik uit te
leveren terwille van het geld. Ook nu
hij in de laatste maanden voor zyn
afscheid publicitair een topic is en dus
interessant is als reclame-object voor
bedrijven. Van Hanegem wenst zich
niet te verkopen, maar staat wel byna
elk interview toe waarom wordt ge
vraagd. Hy verandert op die momen
ten nooit, doet ook geen moeite voor de
gelegenheid deftig te praten, wat hy
ook tussen het sjieke publiek op de
Bataaf niet deed
„Als ik dat zou proberen, zou ik binnen
een halve minuut mijn tong gebroken
hebben. Nee hoor. ik praat zoals ik
praat en de mensen moeten me nemen
zoals ik ben. Doen ze dat, dan luisteren
ze toch wel. Luisteren ze niet, dan
hebben ze pech. Dan horen ze ook
niks".
Van Hanegem hoort veel. Aanbiedin
gen volop. Van clubjes die graag ge
traind willen worden door de Methu-
salem van het Nederlandse voetbal.
Maar of het er ook echt van komt? Hij
zal wel in de sport blijven. Heel
misschien wordt het iets in tennis,
waarschijnlijk blijft hij toch in de
voetbalwereld bezig. „Het is mijn eni
ge interesse", bekent hij zonder
schroom. „In mijn hoofd zitten alleen
balletjes. Verder zit er niks in".
Na 4 juni is het echt voorbij. Het
Nederlandse voetbal zal nooit meer
worden wat het was.