PRZEWALSKI HUISHOUD' Rijvaardigheid De weg terug mar het oer-paard Veel ergernis over handel in adressen TESTIS VAAK HARD NODIG Talbot Horizon laat met diesel PZC/ varia 5 van de ene verbazing in de andere op de 38e HINSDAG 12 APRIL 1983 Het oerpaard stierf uit. Wie, tijdens het ringrijden de prachtige paarden ziet, kan zich moeilijk voorstellen, dat deze dieren afstammen van een oerpaardje van nauwelijks dertig centimeter hoog. Een flinke hond zou er zich voor schamen, zult u zeggen, maar het is dan ook al 60 miljoen jaar geleden. Dit kleine diertje (Eohippus) had vier tenen aan de voorpoten en leefde van bladeren. Dat bleef zo 10 miljoen jaar, toen veranderde in het Midden Eoc.een lang zamerhand het gebit en werd het dier ook wat groter. Veertig miljoen jaar geleden was het paard al zo'n zestig centimeter hoog en was niet alleen de kop langer geworden, maar waren ook de ogen meer naar achter gaan staan. Bovendien had het paard nog maar drie tenen aan de voorpoot. Het dier veranderde langzaam in het paard zoals wij dit kennen en werd 5.000 jaar geleden getemd en door de mens tot huisdier gemaakt. Dat is betrekkelijk laat, want de hond was ons eerste huisdier. Volgens de meeste deskundigen gebeurde dit 10.000 tot 12000 jaar geleden, maar enkelen be weren dat dit zelfs wel 50.000 jaar geleden plaats vond. Maar bij dergelij ke cijfers kijken we niet op een jaartje. Door de belangstelling voor het getem de paard interesseerde de mens zich minder voor het wilde paard, zodat dit steeds meer werd teruggedrongen naar onherbergzame streken en langzaam uitstierf. - maar was nooit in staat geweest er één te vangen of te schieten. Men schoot destijds eerst een dier neer om het daarna eens goed te kunnen bekijken. Deze huid en schedel had hij als ge schenk gekregen van een stationsbe heerder aan de grens van Russisch Azié en onze kolonel wist genoeg van paarden af. om er direct mee naar het Zoologisch Museum in Petersburg te gaan. De directeur daar verklaarde dat er een nieuw paarderas was ontdekt en noem de deze vondst, zoals gebruikelijk naar de vinder. Zeer onbescheiden voegde hij aan de Latijnse naam ook nog zijn eigen naam toe. Men wilde toen in zoveel mogelijk dierentuinen en par ken graag veel verschillende soorten onderbrengen, zodat in de jaren 1899 tot 1903 een 53-tal van deze paarden werd gevangen. In feite betekende dit het einde van het wilde Przewalski- paard. Het laatste dier werd in 1947 gevangen. Weinig toekomst Prtewalski t Russische kolonel Nicolaj M. Prze- walski kreeg in de vorige eeuw blijk baar genoeg van het soldaatje spelen veranderde zijn beroep in ontdek kingsreiziger. Dat kon toen nog. Hij beiocht enkele malen Centraal Azië. Toen hij terugkwam van zijn tweede reis in 1878 bracht hij de huid en de schedel mee van een onbekend soort paard. had deze paarden in Zuid-West Mongolië weliswaar zelf ook gezien. Een dergelijk paard heeft ruimte no dig. Het is een grazer, die bovendien in een sociale organisatie pleegt te leven. In de beperkte ruimte van de dieren tuinen en dergelijke ontbrak die mo gelijkheid ten ene male. Weliswaar zag men kans om met de dieren te fokken, maar dat gebeurde slechts plaatselijk, zodat veel inteeltgebreken optraden. Het was de directeur van de Praagse dierentuin dr Jiri Volf. die inzag, dat men bezig was een soort 'dierentuin'- paarden te fokken en hij begon dan ook een stamboek voor de Przewalski paar den samen te stellen. Op papier was er dus al iets, maar de internationale samenwerking ontbrak. Aan de hand van het stamboek vond dr Volf nog enkele onverwante dieren in de dierentuin in München en in zijn eigen tuin in Praag, welke met elkaar gekruist werden en waaruit een groot aantal veulens werd geboren. Toen deze echter weer werden gekruist, be gon het spelletje van voren af aan: de inteelt steeg geweldig. Toch resultaat Een aantal paardegekken in ons land raakte door bezoeken aan dierentui nen sterk geïnteresseerd in het Prze- walski-paard. Zij besteedden bijna twee jaar om de stamboomgegevens uit Praag te analiseren en kregen zodoende de afstammingsgegevens van alle, nog levende paarden. In 1977 richtten zy de Stichting tot Dierelantijnen Behoud en Bescherming van het Prze- walskipaard op. die met wisselende medewerking van de dierentuindirec ties fokadviezen kon geven. De grote doorbraak kwam pas het afgelopen jaar toen zij het Wereld Natuurfonds. de Internationale Unie voor Natuurbescherming (IUCNi en Staatsbosbeheer voor hun plannen konden interesseren. Plannen De 'dierentuin'-paarden zijn niet wild meer. Zij moeten dus opnieuw uaar de natuur gebracht worden om weer te leren grazen, als het ware. Ook de sociale organisatie van een groep moet de dieren weer bijgebracht wor den. Er moeten weer haremgroepen worden gevormd van een hengst met een aantal merries, terwijl de overige mannetjes in zogenaamde hengsten- groepen moeten leven. De veulens blijven in de natuur twee tot drie jaar bij de haremgroep en worden dan weggejaagd. Jonge merries sluiten zich dan aan bij andere families en vormen daarna met een volwassen hengst uit een hengstengroep een nieu we kudde. De jonge hengstjes worden opgenomen in een bestaande heng stengroep. Op deze wijze vindt een natuurlijke selectie plaats en wordt dus inteelt vermeden. Door steun van de genoemde organisa ties heeft men thans tien dieren kun nen aankopen om die eerst onder te brengen in semi-reservaten in Lelystad en in de buurt van Nijmegen. Boven dien is sinds kort een zeer groot terrein op de Veluwe ter beschikking gekomen en deze week werden de onderhande lingen voor een terrein van 35 hectare in Frankrijk afgerond. Het gaat dus om grote terreinen, waar binnen afzienba re tijd gezonde kudden Przewalski- paarden in natuurlijke omstandighe den leven. Van april tot en met juli is er een grote expositie over dit soort paarden in het Infocentrum Nieuwland aan de Oost- vaardersdijk in Lelystad om deze gun stige resultaten bekend te maken. In ons hart zijn wij toch een beetje trots op die mensen, die in dat bescheiden kantoortje aan de Mathenesserstraat 101a m Rotterdam, zo'n project van wereldformaat voor elkaar hebben ge kregen. I. M. de Klerk. 'Mk 'ai iffil Pneioalski-paarden in een natuurreservaat bij Port Lympne. Groot-B rittanniê Met postreclame is hpt net als met pech. Je vraagt er niet om en toch krijg je het: soms met stapels tegelijk en vaak nog agressief ook. Hele papierlawi nes worden dagelijks in de Nederlandse brievenbussen gekieperd. Niet alleen gewone" reclamefolders, maar zelfs persoonlijk geadresseerde post, die pas bij nadere beschouwing een commercieel tintje blijkt te hebben. Veel consumenten ergeren zich er groen en geel aan. Verontrust vragen zij zich af koe men aan hun adres gekomen is: waarom ze dingen in de bus krijgen die ze niet willen en of het niet zonde van al dat papier is. Het Nederlands Genootschap voor Reclame voert in dag- en weekbladen een campagne onder het motto: „Met brievenbusreclame kun u drie dingen doen...": bekijken, ongelzen weggoien of ermee naar het Genootschap stappen. Een kaartje naar antwoordnummer 666 in Amsterdam is voldoende. Het Genootschap zorgt er dan voor dat men uit de adressenbestanden van de door hem erkende reclamebureaus wordt geschrapt. De lawine van postreclame al wellicht niet geheel verdwijnen, maar wel aanmerkelijk geringer van omvang zijn, zo belooft het Genootschap. Wat de strijd van de particulier tegen postreclame zo moeizaam maakt, is het feit dat iedereen elk adressenbestand in handen kan krijgen zonder daartoe aan regels te zijn gebonden. Ruim een jaar geleden diende het ministerie van justitie «n wetsontwerp in voor de wet op de centrale persoonsregistratie, populair gezegdde privacywet. Mn banden Maar het zal nog wel tot 1985 duren voordat dit ontwerp wet wordt. Dan is althans een deel van de brievenbusvervuiling verleden tijd, omdat het omgaan roet adressenbestanden aan bonden wordt gelegd. Het verkopen van adressenbestanden is in de reclamewereld volkomen ingebur gerd. De handel in zulke lijsten tiert welig en er wordt soms grof geld voor betaald, vooral voor de meer uitgesplitste lijsten, waarop naast naam. adres en woonplaats ook tal van privé-gegevens staan vermeld. Doelgroep Met zo'n bestand beschikt een bedrijf immers over een zeer specifieke doelgroep Zo heeft een links weekblad wel eens een groot aantal eigenaars van „lelijke Mnden" aangeschreven, omdat deze mensen werden verondersteld geïnteres- jf«rd te zijn in dit blad. Hf ..doelgroep" beschouwt de ongevraagde post intussen steeds meer als pure britvenbusvcrvuiling. (ADVERTENTIE t INTERNATIONALE u, I?e '"te™tionale inn,' ?beurs Amsterdam 10 Dagen bruisend middelpunt Wonén'ï'CuliT°- geb,ed van s Culinair Vrije tijd Mode Neem het ervan dit ia ar entrakteer de hele familie'on si een dagje Huishoudbeurs X "•Om nog wekenlang VvP plezier van te hebben ï"1' 15t/m 24 april Amsterdam RAI Dagelijks van 10-17 uur en 19-22.30 uur Zaterdagen zondag van 10-17 uur. Toegang f£ Trein-Toegang-biljetten bij NS-stations Achter het stuur 'op herhaling': de rijvaardigheidstest van de ANWB. Door Siem Leeuwenkamp Wie al jaren een rijbewijs heeft en veel op de weg rijdt, doet heel wat ervaring op. Daarmee is echter niet gezegd dat de rijstijl deugt. Want op grond van de vele kilometers die er dagelijks worden afgelegd mag je niet zeggen: Ik kan goed rijden. Mandaar dat het heel verstandig is als de routine eens wordt doorbroken door een objectieve test, waar alle foutieve gebruiken uit komen De ANWB heeft al twintig jaar de rijvaardigheidstest. die geheel vrij willig is en voor particulieren zonder gevolgen blijft. Anders is het met bedrijven, die hun mensen sturen om te weten te komen of ze goed kunnen rijden. Valt de test onvol doende uit. dan zal zo iemand niet meer in die auto mogen. Vaak krygt het „slachtoffer" een half jaar later nog een kans met misschien een beter resultaat. Groepsvervoer van bijvoorbeeld kindertehuizen kennen onder meer deze strenge regeling. De test wordt ook bij veel overheids bedrijven gehouden. NS. Gasunie, ambulances, brandweer, energiebe drijven. buschauffeurs en ook steeds meer de gemeentepolitie. Uiteraard is het voor een groot deel van hen van belang om sneller dan het overige verkeer, maar wel zo veilig mogetijk ergens naar toe te kunnen rijden. Particuliere chauf feurs maken er onderling wel een wedstrijd van wie er zonder één foutje jaarlijks door de test komt. Soms wordt een weggebruiker door de politie gewezen op het bestaan van de rijvaardigheidstest. Zo ie mand heef het dan heel bont ge maakt en het rijbewijs wordt inge houden. Dan is er de mogelijkheid dat het wordt ingetrokken en moet er opnieuw examen worden gedaan Kan er evenwel bij de Vorderings commissie een voldoende worden getoond die bij de rijvaardigheids test is behaald, dan hoeft dat niet. De test als zodanig wordt in de wet ook genoemd. Oefening baart kunst is het gezegde. Dus zelf zo'n test doen is de beste manier om erachter te komen of de stuurkunst nog goed is. Rijtech- nisch adviseur Chr. H. H G. van der Made van de ANWB begint met een ogentest. In een klem kastje kijkend komen zes zaken aan bod Gezichts veld in graden, oogspierbalans, ge zichtsscherpte. diepte zien, samen werking beide ogen en kleuronder- scheiding. Alles blijkt in orde te zijn. het gezichtsvermogen is dus goed. Dan komt er een kaartje met de nodige verkeerstekens, hoe staat het met die kennis? Ook daar geen minpunten. Zelf het inzicht en het nut van een nieuw stopbord redelijk onder woorden gebracht. Maar pas op. niet de dag prijzen voor het avond is Het eigenlijke werk moet nog komen. heel behoorlijk. Maar één stapje minder en de algemene waardering over de rijvaardigheid is al matig. Natuurlijk, het kan ook een stapje vooruit en dan zitje in ruim voldoen de. Vandaar dat het Gesprek na de rit zo belangrijk is. Daar wordt nog eens uitgebreid doorgenomen waar op in het vervolg gelet moet worden. Sterker nog. wat aan rijstijl en ken nis dient te verbeteren om tot een veilig verkeersgedrag te komen. Vol doende betekent dus geenszins vei lig- Opmerkelijk Nog even terug naar onze vragen die bij de test aan bod kwamen. Onon derbroken strepen zijn buiten de bebouwde kom langer, anders ziet men ze als één streep. Verkeersbor den op korte paaltjes zie je in het donker buiten de bebouwde kom eerder. Rellectorpaaltjes in een bocht staan dichter op elkaar als waarschuwing. Alleen in de spiegels kijken bij inhalen is gevaarlijk, om dat er een auto in de „dode" hoek van de zijspiegel kan zitten. Groen licht is gevaarlijk omdat het op een onbekend moment oranje kan wor den. Dan moetje in de achteruitkijk spiegel kijken of er niemand vlak achter je zit. Zo ja. dan moet er binnen zeer korte tijd een veelal impulsieve beslissing genomen wor den. Beter is ruim voor de stop- streep het achteropkomende ver keer al gesignaleerd te hebben. Als het licht groen is staan de ander op rood. dat betekent evenwel niet dat er niets aan kan komen. Kortom: rood en geel stellen U voor een voldongen feit. groen opent een serie mogelijkheden. Als laatste een uitleg over het af- standhouden van de voorligger van 2 seconden. Iets boven de 100 km per uur is de stopafstand tegen de 80 meter. Dat is moeilijk te schatten, vandaar die twee seconden. Let op een punt dat de voorligger passeert en tel dan langzaam 21-22. Is de eigen auto het punt dan nog niet gepasseerd dan is de afstand groot genoeg. Uit het voorgaande mag blijken dat iemand te oud is om te leren. Nog dagelijks maken de rijtechnlsche adviseurs staaltjes van onkunde mee. Het is hen er niet om te doen vliegen af te vangen, wel om de rijvaardigheid te verhogen. De ANWB heeft nog acht rijvaardig- heidslrainingen, die lopen van in- structierit met caravan tot rijoplei ding-adviestest. Het aanvragen ge schiedt bij het ANWB-kantoor in Den Haag. 'Open boek' Ruim een half uur rijden in de stad. het dorp. op de snelweg en de secundaire weg. Voeg daarbij een aantal bijzondere verrichtingen en je bent voor Van der Made en zijn vijf collega's in de rest van het land een open boek. Wist U dat onderbroken strepen op het wegdek binnen de bebouwde kom kleiner zijn dan erbuiten Dat verkeersborden buiten de bebouwde kom op kortere paaltjes staan. Dat reflectorpaaltjes in een bocht dich ter op elkaar staan. Dat je altyd opzij moet kijken vóór het inhalen en met alleen op de spiegels vertrou wen. Dat groen licht het meeste gevaar kan opleveren Dat een af stand van 2 seconden tot de voorlig ger veilig is. En zo zijn er meer dingen die je in de vijf kwartier durende rijvaardigheidstest kunt le ren Gelukkig was het resultaat voldoen de en dat kwam vooral door een goede voertuigbeheersing. Die com penseerde de missers bij nogal wat verkeershandelingen. Gesprek Nu lijkt voldoende halen bij zo'n test (Door Siem Leeuwenkamp) Horizon met een diesel onder de motorkap dat is zowel goedkoop als sportief rijden. Als het laatste wat al te enthousiast wordt gedaan dan scheelt dat wel een litertje. Rustig aan komt deze Talbot op een gemiddelde van ruim 1:16. Het grootste pluspunt van deze dieselmotor is het tamelijk rustige karakter. Vooral door de toepassing van een 5-bak wordt het toerental behoorlijk gedrukt. Verder heeft deze krachtbron een heel breed gebied waarin de trekkracht nog voldoende is om zonder stoterigheid verder te komen. Het maximum koppel van 118 Nm komt al bij 2000 tr-mln. op de krukas. Dat betekent in stadsverkeer de nodige souplesse zodat niet gauw een of twee gangen teruggeschakeld hoeft te worden. Het starten gaat bijzonder vlot en zoals gezegd, wanneer de motor lekker op temperatuur is, loopt het geheel kalm. Het maximum vermogen van 65 pk wordt bij 4600 tr bereikt en de topsnelheid ligt ver boven de 150 km-u. Een vlot meekomend dieseltje van 1905 cc is één, navenante wegligging is twee. De Horizon is van huis uit al geen wonder van messcherpe bochtenbehande- ling. Maar als er op de vooras een nog zwaarder blok drukt wordt dat niet vanzelf beter. Vandaar dat onderstuur behoorlijk optreedt. Rechtuit gaat het allemaal wat stabieler. De Horizon ziet er van binnen verzorgd uit zonder overdadige luxe. Stoelen zitten goed en door het zachte materiaal zak je (typisch Frans) lekker weg, waardoor zijdelings de steun tevens voldoende is. Dashboard is met een grote klok. twee kleine meters en acht waarschuwings-signaleringslichtjes overzichtelijk gehouden. De handle voor de richtingaanwijzer zou iets langer dan die voor het licht mogen zijn Of deze auto een groot koperspubliek zal trekken met de niet uitermate sterk concurrerende prijs van ruim 21.500 gulden is de vraag,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 9