KNETEMANN
'ikheb één nadeel: ik ben
ook maar gewoon mens
KLAP KOMT VOOR DE
VEDETTEN HARDER AAN
verzekeraars niet
happig op profs
PZC/weekendkrant
overstelpende
belangstelling
ZATERDAG 9 APRIL 1083
23
Bezoek niet toegelaten", staat er op de grauwgrijze ziekenhuisdeur waarachter de
t gevoelens van Gerrie Knetemann deinen op emotionele golven van hoop en vrees deinen.
De vrees. „De specialist heeft me zojuist verteld dat het een jaartje zal duren voor ik met mijn
rechterhand weer een stevige vuist kan maken. Het grote probleem wordt het spreiden van mijn
vingers. Ik krijg ze niet van elkaar. Er is een zenuw doorgesneden. Wanneer het goed komt, zal
dat volgens de dokter pas over twee jaar zijn. Of ik desondanks eerder weer kan wielrennen... Ik
weet het niet. Die onzekerheid is erg. Die is héél erg..." De hoop. „Ik voel het aan m'n hele donder:
ik ga terugkomen. Jongen, wat zal dat een mooie dag zijn. Weer koersen... Koersen is het mooiste
wat er is. Alleen: je kunt flink op je bek vallen. Da's een nadeel". En tussendoor de
onvermijdelijke Knetemann-gein. „M'n beschermengel heeft me een seconde in de steek gelaten,
maar ik neem 't hem niet kwalijk hoor. Die man kan tenslotte ook niet bezig blijven. Had zeker 'n
snip aan z'n kontje..."
het derde. Aan het einde van de afda
ling zag ik een weg met keien opdoe
men. Ik begon te schakelen: op de
stenen is dat altijd lastig. Om te kijken
of de ketting er goed op ging. liet ik
even mijn hoofd zakker. Toen :k me
oprichtte zag ik ineens die auto. Er zat
hooguit een meter tussen. Ik gooide
Op de zesde verdieping van het Acade
misch Ziekenhuis in Gent. waar ze hem
twee weken geleden in bed stopten na
die botsing tegen een geparkeerde auto
tijdens de semi-klassieker 'Dwars door
Belgic', is met de komst van 'De Kneet'
de sleur van het dagelijkse leven in
belangrijke mate gebroken. Bloem
stukken schuiven als in een corso door
de saaie gang: de facteur sjouwt dage
lijks gemiddeld drie postzakken naar
kamer 606; donderdagmorgen werd
een telefoontje van Mies Bouwman
doorgezet, beroemde wielrenners die
anders alleen maar op de televisie te
zien zijn. lopen aanraakbaar langs het
verplegend personeel; zelfs 'de televi
sie' is op de afdeling van zuster Van der
Kruys geweest. Ze noemt Knetemann
,,'ne lieve" en voegt er guitig aan toe.
„Van ons mag-ie blijven!" Op zijn beurt
is Knetemann ook al lollig tegenover ze
geweest. „Ik vroeg: kan ik straks met
die hand piano spelen" 'Ja hoor', rie
pen ze. Ik zei: da's hartstikke mooi.
want toen ik hier binnenkwam kon ik
hal met"
rare knik
Hij ligt er flink gekreukeld bij. Zijn
rechterbeen met twee breuken is opge
takeld en hangt doorpend bij de enkel
met een gewicht van zeven kilo te
herstellen. Daar gaat tenminste dit
wielerseizoen mee heen. Rond de rech
terarm en hand buigt het gips met een
rare knik rond zijn vingers waaraan
sinds twee dagen elastiekjes zitten
voor het uitvoeren van de eerste the
rapieoefeningen. Zoals het zich laat
aanzien roept deze kwetsuur de mees
te vragen op met betrekking tot het
voortzetten van zijn wielercarrière.
Er zijn vier pezen door en een zenuw.
De film van hoe die werden afgesneden
staat Knetemann helder voor ogen
..We reden de Eikenberg af en ik zat net
te denken dat het een verschrikkelijke
strontkoers was. Regen; een hoop vie
zigheid op de weg, m'n bril als maar
vuil; twee groepjes van voren en ik in
mijn fiets naar links en ik dacht:
gelukkig, ik haal het. Maar ik kwam
een paar centimeter te kort. Ineens
voelde ik mijn knie tegen de achter
kant klappen en ik zag de achterruit
voor me opdoemen. In een reflex sloeg
ik mijn arm voor mijn ogen en ik gaf
bewust een enorme dreun op dat raam
om de klap te breken. Ik bonkte terug
en ik zag de glassplinters meevliegen.
Daarna ben ik gaan schreeuwen als een
speenvarken en heb ik alle moeders
van de wereld aangeroepen
kletsnat van tranen
Behalve dat. bond Gerrie Knetemann
zelf een slagaderlijke bloeding af. „Fk
zag het gutsen en ik dacht: knijpen
Kneet anders loopt het fout. Dus vol
met de klauw erop. Toen Peter Post bij
me kwam. riep-ie: 'Gerrit, ik geloof
dat het wel meevalt'. Oh ja, zei ik. kijk
hier maar eens en ik trok mijn hand
van die wond weg. Volgens mij werd-
ie er niet goed van... Op dat moment
stond het voor me vast dat het gedaan
was met mijn wielertijd. Ik ben gaan
janken tot in het ziekenhuis; het kus
sen op de brancard was kletsnat van
m'n tranen".
De doktoren kunnen nog geen uitsluit
sel geven en zelf schuift Gerrie Knete
mann de vraag over zijn wielertoe-
komst voor zich uit. Gré, zijn echtgeno
te: „Ik denk dat hij er innerlijk meer
mee bezig is dan hij uiterlijk wil laten
merken" Knetemann zelf: „Laat me
nou eerst maar eens thuis zijn, met de
kinderen, in het bos wandelen en met
m'n vrouw de afwas doen. Dan zie ik
wel weer' Hij maakt zich druk over het
type kruk dat aangeschaft moet wor
den en als dat gesprek al te ernstige
vormen aanneemt, gooit hij er een
onverwachte wissel op. „Ik wil houten
om ze later te kunnen opstoken in de
open haar voor het verdrijven van de
boze geesten"
Van de twee ziekenhuisweken zegt hij
dat ze hem innerlijk knap overhoop
hebben gehaald. „Ik ben verrast door
mijn eigen reactie op dit hele gedoe.
Als ik vroeger geconfronteerd werd
met dit soort onverwachte ziekenhuis-
gevallen, vroeg ik me vaak af hoe ik zelf
zoiets zou verwerken. Ach dacht ik
dan, dat is een kwestie van even flink
afzien, wachten tot je weer kunt trai
nen en dan gewoon verder. In de
praktijk ervaar ik dat nu heel anders.
Ik barst van de onzekerheid, omdat ik
voel dat er iets aan het gebeuren is wat
ik niet in de hand heb".
Van tijd tot tijd houdt bezoèk hem
voor dat hij als sportman met grote
conditie een royale voorsprong heeft
op andere patiënten. En dat hij beter
dan de gemiddelde bedligger kan 'af
zien'. Maar dat vindt 'de Kneet' dood
doeners. „Ik heb een nadeel", reageert
hij. „en dat is dat ik ook maar een
gewoon mens ben. De onzekerheid die
iedereen in zo'n situatie voelt, ervaar
ik ook en daar kan niemand wat aan
doen. Ik ben wat dat betreft een
moeilijk figuur. Ze kunnen me name
lijk niet oppeppen. Wal er voor een
belangrijke wedstrijd ook ooit tegen
peter heerkens
me gezegd is om me op te krikken: het
sloeg nooit aan. Ik heb altijd precies
van mezelf geweten wat ik op een
belangrijk moment kon en wat ik niet
kon; daar was geen enkele invloed op
uit te oefenen. Maar nu... nu heb ik
niets in de hand. Ik weet niet hoe het
gaat aflopen en of ik het allemaal aan
kan. Geen mens kan 'de Kneet' helpen
of opvrolijken. Dat moet 'de Kneet'
zelf doen. Zo zit-ie in mekaar..."
Derhalve noemt hij zich in dit stadium
van het proces 'de grootste tegenstan
der van mezelf. Zijn onrust, onvrede en
vooral zijn ongeduld („ik verwonder me
er enorm over dat ik z reageer") pro
beert hij thans te temmen met een
populair-wetenschappelijk boek: 'Con
centratie'. Het ligt op zijn nachtkastje
naast een kilo drop en een pot honing,
waarvan één schep in elke kop thee
verdwijnt. Vlakbij ligt een mini-
cassetterecorder waarop Gerrie Knete
mann alles inspreekt wat hij van be
lang acht voor het boek dat hij nog
eens ooit wil schrijven, maar dat er zo
goed als zeker nooit komt.
„Want als ik het eerlijk doe, en dat zou
van mezelf moeten, ga ik namen en
feiten noemen waarmee ik m'n beroep
en mensen kwets en dat wil ik niet.
Bovendien vrees ik dat ik niet z kan
schrijven dat het de mensen boeit.
Daar heb ik geen opleiding voor ge
had". Gré Knetemann: „En toch
schrijft-ie hartstikke leuk. Hij heeft het
eens geprobeerd door een verhaal te
maken van de Tour de France-proloog
in Frankfurt. Vellen vol. En dat over
een paar van die kilometertjes... Het
was echt goed".
Gerrie Knetemann: „Ik ben eens pre
cies gaan opschrijven wat ik toen
voelde, hoorde en zag. Dat bleek een
hele hoop. ook al zat ik maar een
minuut of negen op de fiets. Maar een
echt boek... Da's heel wat anders".
Wanneer het gaat zoals hij hoopt, mag
hij over een maand weg uit die zieken
huiskamer. waar dc bloemen en de
post zich hoog aan het opstapelen zijn.
Er is vanuit Nederland overdonde
rend gereageerd. Gerrie Knetemann:
„Ik wist niet dat ik z populair was".
De telefoon naast zijn bed laat hem
niet met rust en hij heeft zich mogen
verheugen in de belangstelling van
bekende Nederlanders als Mies die
belde, Jan Blaaser die zijn boek met
vrolijkheid opstuurde. Wim Kan die
hetzelfde deed en Toon Hermans van
wie er een stevige brief binnenkwam.
antwoord
De aangevoerde post is door Gré
Knetemann opgeslagen in plastic hoe
zen van het formaat vuilniszak waar ze
er thans viereneenhalf van heeft. De
zendingen lopen uiteen van kinderte
keningen tot wat Gre Knetemann
die alle post leest en sorteert noemt
opa' en oma's „Er zitten brieven bij
van mensen in de tachtig" Alleen de
kinderen krijgen antwoord een kleu
renfoto. Gre Knetemann „Het is onbe
gonnen werk om iedereen terug te
schrijven. Ik denk dat we maar met
advertenties moeten gaan bedanken
Gerrie Knetemann „Ik waardeer die
reacties enorm. Dat medeleven is een
grote stimulans voor me. maar een
ding staat vast: uiteindelijk moeten
Gre en ik al die ellende samen opknap
pen Daar kan verder niemand écht
wat aan doen".
Foto boven: Gerrie Knetemann ver
trekt zijn gezicht in een grimas van pijn
als hij zijn zwaar gekwetste in gips
verpakte hand laat zien. Duidelijk is de
vreemde kruk te zien
Foto links. Knetemanns rechterbeen is
hoog opgetakeld. Er hangt een gewicht
van zeven kilo aan
Gerrie Knetemann langdurig uitgeschakeld door een
ernstige valpartij in de semi-klassieker Dwars door
Belgié, Ad van Peer zwaargewond na een op het eerste
gezicht onschuldige tuimeling in de Driedaagse van de
Panne en Ad Tak. die een knieoperatie moest ondergaan na
een val in de klassieker Ronde van Vlaanderen. En verder
raakte Tweede Paasdag de Belgische wielerformatie van
ploegleider Berten de Kimpe in Spanje betrokken bij een
auto-ongeluk na de proloog van de Ronde van het Basken
land. Daarbij raakten ex-Belgisch kampioen Gery Victor
Verlinden zeer ernstig gewond. Meer dan ooit tevoren
wordt de beroepswielersport door rampspoed achtervolgd
en het is dan ook geen wonder dat de onrust door het
peloton golft.
er een vermogen op toe moeten
leggen"
zelfstandig
Geen daguitkenng meer. wel een
verhoging van die voor invaliditeit
met 50.000 gulden. Een achteruit
gang vindt Beugels dat overigens
met. Profrenners, legt hij uit. hebben
een zogenaamd A- en B-contract. In
het A-contract is er sprake van een
normale werknemers-
werkgeversverhouding en vallen
coureurs bij ongeval of ziekte onder
de gewone sociale verzekering. En
volgens het publiciteits- of B-
contract zijn ze zelfstandig onderne
mer. „De verzekering van de bond is
bedoeld als een basisvergoeding en
niets meer Voor de risico's die ze
met een B-contract lopen kan elke
renner zich individueel bijverzeke
ren". aldus Beugels „Maar daar is
bijna geen animo voor"
Dat is wel enigszins te verklaren.
Uit eigen ervaring weet Beugels dat
renners tijdens hun loopbaan nau
welijks de moeite nemen om voor
die voorzieningen te zorgen, vooral
ook omdat de beoefening van de
sport al enorm tijdrovend is. „Het
interesseerde mij destijds ook geen
bal. Je gaat ervanuit dat het jou
toch nooit gebeurt. Ik dacht alleen
aan de fiets en de koers..." En
degenen die er wel iets aan willen
doen, komen maar al te vaak van
een koude kermis thuis, want net
als met de ziektekostenverzekering
De angst voor nieuwe valpartijen
(„Zodra er ook maar iets mis dreigt
te gaan. denk je meteen aan wat
Geme gebeurd is", zeggen de ploeg
maats van Knetemann herhaalde
lijk) en de onzekerheid of hun onfor
tuinlijke collega's ooit nog op de
fiets zullen klimmen staan daarbij
centraal. Maar ook andere vragen
dringen zich op. Hoe bijvoorbeeld zit
het met de verzekeringen, willen
bezorgde coureurs weten.
In heel wat wielerhuishoudens zijn
de afgelopen weken dan ook de
sigarenkistjes met vergeelde polis
sen op tafel gekomen. En de onthul
lingen die dat opleverde, bezorgden
menigeen een slapeloze nacht. De
Zeeuwse semi-professional Sylves
ter Aarts bijvoorbeeld kwam tot de
ontdekking dat hij al jarenlang niet
verzekerd is voor de ziektekosten
die ontstaan door het wielrennen.
Hij is behalve renner ook ambtenaar
en daardoor vrijwillig verplicht ver
zekerd bij het IZA. „Ik zag nu voor
het eerst in acht jaar dat ziektekos
ten die een gevolg zijn van betaald
sporten niet door de verzekering
worden gedekt", stelde hij verbij
sterd vast.
Pogingen om op korte termijn een
extra verzekering af te sluiten verlie
pen moeizaam, want in die kringen
is men kennelijk niet zo happig op
profrenners.
hoge ziektekosten
Dat heeft ook Jacques va Meer uit
Wouw ervaren. Hij informeerde vo
rig jaar bij de „Onderlinge Ziekte-
kostenverzekerings Maatschappij
Zuid en Noord". „Ik kreeg", vertelt
Van Meer. „bezoek van een man die
me keurig alles uitlegde. Maar toen
we de papieren gingen invullen en
ik mijn beroep, wielrenner, opgaf,
sloeg hij de boeken dicht en ver
dween. Want ze willen ons niet
verzekeren". Een regel die wordt
bevestigd door de heer E. Westveer
van Zuid en Noord. „Beroepssport
mensen zijn reglementair uitgeslo
ten. Waarom? Omdat wij een „On
derlinge" zijn en behalve dat we
groter willen worden, streven we
ernaar dc premie zo laag mogelijk
te houden. En bij beroepssporters
zijn vaak heel hoge ziektekosten
door bijvoorbeeld langdurige fysio-
therapeutische behandelingen".
Ongunstige ervaringsfeiten hebben
trouwens ook de collectieve verzeke
ring. die aan de profrennerslicentie
is gekoppeld, danig afgeslankt. Tot 1
januari van dit jaar hadden alle
renners een ongevallenverzekering,
waarin behalve een uitkering bij
overlijden (50.000 gulden) en invali
diteit (maximaal 100.000 gulden)
ook een daguitkering van 30 gulden
(wachttijd 21 dagen) was opgeno
men
Dat laatste is nu vervallen, omdat
de renners tijdens de vergadering
van de WBW (hun vakbond) het
voorstel van de verzekeraars op het
aantal wachtdagen tot 40 uit te
breiden resoluut van tafel veegden.
„Maar dat was onvermijdelijk", stelt
Eddy Beugels, de Limburgse ex-
profrenner die een assurantiekan
toor heeft en de collectieve KNWU-
verzekering regelt. „Want in de afge
lopen zes jaar dat die regeling van
kracht was. hebben de assuradeuren
peter de jonge
zijn ook in het geval van speciale
ongevallenverzekeringen de as
surantiemaatschappijen niet be
paald „gastvrij" voor profrenners.
moeiteloos
Toch kwam Jan Raas. bestuurslid
van de Vereniging van Beroepswiel
renners. tijdens de vergadering van
die club in januari met de medede
ling dat hij moeiteloos een maat
schappij had gevonden die wel op
aanvaardbare voorwaarden (zeven
wachtdagen bij ongeval. 14 bij ziek
te) en voor een betaalbare premie
een dagvergoeding van 150 gulden
uitkeerde. „Jan Raas zullen ze wel
nemen, maar een kleine renner wil
len ze daar toch ook niet hebben-",
liet Beugels zich toen in kleine knng
ontvallen. „De assuradeur kijkt al
tijd naar het individuele risico",
licht hij nu toe. „en de ervaring heeft
uitgewezen dat met name bij kleine
re renners de claimbehoefte groot
is".
Logisch, want wie een startgeld van
75 of 125 gulden per criterium krijgt
vindt een uitkering van 150 gulden
per dag best aantrekkelijk. „Maar",
weet Beugels, „toprenners die 2000
gulden startgeld krijgen, willen na
tuurlijk het liefst zo snel mogelijk op
de fiets. En die toppers verdienen
ook in de winter, in Zesdaagsen en
zo. goed geld. Kleine coureurs daar
entegen niet. Als die de voorlaatste
dag van het seizoen op hun donder
vallen, gaan ze dat rekken. Om
zoveel mogelijk geld te vangen van
de verzekeringen. Zij hebben de sta
tistieken slecht gemaakt"
Overigens betekent het niet dat de
toppers, die zich dus wel kunnen
verzekeren, op rozen zouden zitten.
Hun jaarinkomen is voor minstens
50 procent, maar er wordt ook wel
gesproken van tweederde) afhanke
lijk van start- en prijzengelden in
criteriums. In tegenstelling tot bij
voorbeeld een voetballer, die door
gaans een hoog contractgeld heeft,
moet de wielrenner verplicht een
prestatie leveren voor zijn geld.
Een systeem dat de beteren onder
normale omstandigheden het
hoogst beloont, maar bij ongeval of
ziekte het hardste treft. „De finan
ciële schade voor Knetemann", stel
de Beugels dan ook, „is vele malen
groter dan die van een kleine ren
ner". Vallen is dus een dure grap en
de klap komt voor de vedetten
altijd harder aan.
Sylvester Aarts: acht jaar onverzekerd.
Valpartij m het proefpeloton. Her en der renners en fietsen op de grond Enorme chaos dus.