VOORLICHTER 'smijten met miljarden is een hardnekkigmisverstand' 5 fJ 7ATERDAG 9 APRIL 1983 Voorlichter Gerard M. Baijens verloochent zijn talenten niet. Met de onmiskenbare dictie van een geoefend toneelspeler geeft hij aan op welke lichtelijk overdreven wijze grote waterbouwkundige projecten, zoals de Deltawerken, aanvankelijk werden verkocht. „Bral lend", is zijn bondige conclusie. Als voorbeeld haalt Baijens wat citaten aan uit een folder over de HaringvlietsluiZen, die de bezoekers een dagje van verbazing belooft. Nederland zorgt voor nieuwe wereldwonderen: „Het meest ambitieuze waterwerk ooit door mensen aangedurfd" en, nog mooier, „de veilige schut van gigantische sluizen", met als variant daarop „de machtigste sluizen die de wereld kent". Baijens, bij de Deltadienst van rijkswaterstaat waarnemend hoofd voorlichting, doet er wat besmuikt over. Hij verzekert dat het tegenwoordig anders professioneler en eerlijker wordt aangepakt. - >V" v' V,VA: V-W". - ---- vvvv v; - ;V: V - w - :-"- „We verkopen de Oosterscheldewerken niet. We proberen natuurlijk wel aan dacht voor het project te krijgen in verband met de uitstraling en het uitdragen van onze kennis op het ge bied van waterbouwkundige werken. In die zin kun je zeggen: jullie verko pen. Maar in het algemeen vertellen we gewoon wat er gebeurt, waarom en welke oplossingen er gevonden zijn", zegt Baijens. „We verpakken het pro ject met. Een tegenvaller is een tegen valler en bij zo'n moeilijk karwei kan er wel eens iets misgaan. We houden geen dingen achter. Als er een mat geplooid is, dan wordt dat verteld". Baijens wijst erop dat het tij niet meezit. „In een tijd van neergaande conjunctuur gaat iedereen letten op de centen. Bij de uitvoering van de Haringvlietslui Zen een kapitaal werk destijds werd er nooit over centen gepraat. Iedereen had de mond vol over het geweldige werk van de Nederlandse waterbouwkundigen. Alles kon, terwijl er nu voortdurend wordt beknibbeld en bezuinigd. We krijgen het verwijt: jullie smijten miljarden in de Ooster- schelde. Heel gek. Daarover is een misverstand onder het Nederlandse volk en dat krijg je er niet uit". De voorlichter wil de centenkwestie nog wel eens haarfijn uit de doeken doen. Hij onderstreept vooraf dat het een goede zaak is de uitgaven voor de Oosterscheldewerken nauwlettend te bewaken. En hij begrijpt de ergernis, ook binnen rijkswaterstaat zélf, over het feit dat tachtig procent van de begroting voor natte waterbouw naar de Oosterscheldewerken gaat, zodat er voor andere projecten weinig geld over blijft. Baijens: „Daar is weinig aan te doen. De Oosterscheldewerken moeten doorgaan. En men moet niet vergeten dat het bouwen van de stormvloedke ring nadrukkelijk een nationale beslis sing is geweest". Terug naar de centenkwestie en de zienswijze van de voorlichter. „De me ning is bij velen dat de stormvloedke ring maar twee miljard gulden mag kosten. Hij kost er al ruim zeven miljard, dus dat is drie keer over de kop. Die gedachtengang is onjuist. Feit is: de stormvloedkering, met alle bijko mende werken zoals compartimente- ringsdammen, spuikanaal, enzovoorts, mocht twee miljard gulden méér kos ten dan een dichte dam. We moesten derhalve eigenlijk uitgaan van 5,2 mil jard en we zitten nu in werkelijkheid op ruim zeven miljard. We zijn dus pas nü boven de twee miljard gulden méér gekomen. Daarover heerst dat hard nekkige misverstand. Maar ik geef graag toe: het is razend moeilijk". Het waarnemend hoofd voorlichting heeft er alle vertrouwen in dat de Oosterscheldewerken volgens plan ge klaard worden en als het even kan nog op tijd (eind 1986) ook. „Er is enige achterstand; die is wel in te halen. Als de vaart er eenmaal inzit, dan loopt het vanzelf. Goed, er waren tegensla gen, zoals pech met het mattenleggen. We hadden hetzelfde met de Mytilus, het verdichtingsponton. Ook aanloop problemen, voornamelijk door ver keerde bezuinigingen. Toen die ver holpen waren ging het prima. Over tegenslagen moet je niet te drama tisch doen. En wat is er in feite echt fout gegaan? Ik kan het niet vaak genoeg zeggen. Het is een moeilijk werk op een beweeglijke bodem. Het zand glijdt door je vingers heen. Je zit met slecht weer. We hebben een win ter vol storm gehad. Logisch dat je dan vertraging krijgt". Genoeg over centen en technische problemen; hoe zit het met het voorlichtingsgebeuren zelf? Baijens (50) rolde er toevallig in. Na een loopbaan bij de polder Walcheren en de NV Dijksbouw (sluiting Veerse Gat) kwam hij als waarnemer en later op zichter bij de Deltadienst. Hij verkende de afwateringen in Zeeland en West- Brabant, maakte een inventarisatie van de rioolwaterbelasting op de Zeeuwse buitenwateren en was betrok ken bij de voorbereidingen voor de Schelde-Rijnverbinding. Voor te lich ten was er ongetwijfeld veel. maar het gebeurde niet. Bij de oprichting (1972) van de afdeling milieu en inrichting verhuisde Baijens mee. Van lieverlee ging hij bezoekers voorlichten en rap porten in begrijpelijk Nederlands ver talen. De overstap naar de beginnende afdeling voorlichting van de Delta dienst ging vanzelf. Baijens kwam in een opbouwfase. Het toenmalige hoofd, H. Bijl, wilde de voorlichting uittillen boven het niveau van de mislukte techneut die groepen mocht rondlei den en foldertjes uitdeelde. Dat lukte; in korte tijd groeide de afdeling van drie naar tien medewerkers. Voor naamste taken: lezingen en excursies verzorgen; persvoorlichting geven; eve nementen organiseren; inlichtingen verstrekken; produktie voorlichtings middelen; excursielokalen en tentoon stellingen inrichten; documentatie van de werken bijhouden. „De toename van het voorlichtings- werk is enorm geweest, met name als gevolg van de voortgang van de werken", betoogt Gerard Baijens. Hij legt wat gegevens op tafel: in 1982 waren er 843 begeleide excursies het was passen en meten in de excur siezalen; het informatiecentrum op Neeltje Jans trok 250.000 bezoekers de exploitatie berust bij het vervoers bedrijf ZWN, de afdeling voorlichting begeleidt; verzoeken om inlichtingen, folders, foto's waren legio; de media vroegen dagelijks aandacht. Ook in het buitenland is de belangstelling voor wat er in de Oosterschelde gaan de is, groot. Daarvan wordt dankbaar gebruik gemaakt om aandacht te vra gen voor de bijzondere technieken die ontwikkeld zijn. Informatiemateriaal en excursies worden afgestemd op de soort groep. Gemakshalve worden be zoekers ingedeeld in categorieën (A tot en met D). Voor staatshoofden en andere belangrijk geachte personen is er een speciale ambtenaar uit Den Haag beschikbaar. Baijens maakt dui delijk dat in dergelijke gevallen de afdeling voorlichting wel inspraak heeft in het programma, maar niet in het protocol. Di tegenstelling tot vele hoge ooms en tantes, worden ze bij de afdeling voor lichting niet zenuwachtig meer van hoog, koninklijk bezoek. „De keet wordt wat opgeruimd en het excursie- lokaal moet er netjes uitzien, maar het is een werkbezoek. De gasten moeten het-werk zien onder werkomstandighe den. Dat is tegenwoordig ook een eis. De eerste keer dat koningin Beatrix op bezoek kwam, was speciaal in het draaiboek opgenomen: er mogen geen belemmeringen in de weg worden ge legd, als hare majesteit met de mensen wil praten", zegt Gerard Baijens. Hij bevestigt het gerucht over een speciaal koninklijk toilet, waarvan de sleutel bij hemzelf berustte. „Ik kan dat best begrijpen. De koningin wordt altijd omgeven door allerlei veiligheidsmaat regelen. Zo'n toilet wordt nagekeken, Als het in orde wordt bevonden, gaat het dicht. Dan moet niet iedereen meer in en uit kunnen lopen". Baijens heeft ervaren dat voorlichters nog vaak worden gezien als een soort excursiebegeleiders, die rondlopen met groepen op de werken en als een gids in een Amsterdamse rondvaartboot ver tellen wat er te zien is. Hij vindt dat een foute gedachte. „De voorlichter is de spreekbuis van de organisatie naar buiten. Daarvoor is een goed inzicht in het werk nodig. De voorlichter moet het beleid van de organisatie uitdra gen. Dat moet hij niet klakkeloos doen; hij moet er wel achter staan. Je kunt niet zeggen: mensen, hier bouwen ze een stormvloedkering,' maar voor mij hoeft het niet. Hij moet niet de rol van de gids vervullen en duidelijk achter gronden vertellen. Dat er pijlers ge bouwd worden, zien de mensen zelf weL De voorlichter moet aangeven waarom voor pijlers gekozen is". In 't Zeeuwse geniet Gerard Baijens bekendheid als acteur. Van die toneel ervaring heeft hij in zijn werk voor deel. „Ik stel met nadruk: in m'n werk sta ik geen toneel te spelen. Je bent echter wel gewend in het publiek en op een podium op te treden. Dat is een enorme steun. Je ziet wel eens mensen, die hebben problemen met hun hou ding als ze met anderen praten. Daar heb ik geen moeite mee. Eigenlijk vind ik dat mensen die dit soort werk doen, allemaal wat lessen moeten vol gen in spreken en bewegen in het openbaar. Dramatische expressie. Laat ze maar eens flink over de grond rollen, dan leren ze een heleboel af. Stijf, houterig zijn, bijvoorbeeld. On gedwongen bewegen en met mensen omgaan dat is voor een voorlichter een hele steun". rinus antonisse ben jansen foto: wim riemens Van Klazienaveen en Casablanca naar Brisbane en Salaman ca. Luchtkoeriers vliegen de hele wereld rond om pakjes te bezorgen die bedrijven veilig en snel van het ene land naar het andere willen hebben. Een scheepsdocument uit Heiligerlee brengen ze binnen twee dagen naar Montego Bay. En bankche ques uit Asmara bezorgen ze al even snel in Guadalajara. Vanwege die snelheid geven steeds meer bedrijven hun pakjes aan de koeriersdiensten mee. Betrouwbaarheid is ook een reden waarom zij steeds vaker worden ingeschakeld. De luchtkoe- riersdienst is thans een van 's werelds snelst groeiende bedrijfstakken. De meeste koeriersdiensten (in Neder land opereren er zo'n 30) verzorgen een deur-tot-deur service. Het pakje wordt bij de afzender afgehaald en bezorgd op de plek die hij wil. Dat kan overal zijn. Zowel in Hoogezand als Swaziland. De koeriers maakt dat niets uit, zolang de afzender maar betaalt. Wanneer maar diep genoeg in de buidel wordt getast, zijn sommige koeriers zelfs bereid een pakje op de Noordpool af te leveren. En al gaat het om de meest afgelegen iglo. de luchtkoerier zal zijn bestemming bereiken. Des noods per rendier. Toch komen dit soort zendingen in de praktijk niet of nauwelijks voor. Wat per luchtkoerier wordt verstuurd, is bijna altijd zakelijke post. En dat ver keer speelt zich vrijwel uitsluitend af in grote steden. Het gebeurt daarom maar zelden dat een luchtkoerier de bush-bush in moet. Daarbij komt: hoe meer afgelegen de bestemming is, des te duurder de bezorging wordt. secuur Wat de vrije jongens onder de interna tionale briefbestellers vervoeren, zijn hoofdzakel spullen die snel op een andere plaats moeten zijn. Bijvoor beeld contracten, offertes, bankche ques en inschrijvingen op grote or ders. Maar ook: filmmateriaal, machi ne-onderdelen, computerbanden en flesjes bloed. „Klanten versturen dat soort zaken liever niet met de PTT", zegt Hans van den Brink van het koeriersbijf XP. „Die heeft dan wel een snelpostdienst en in Nederland werkt dat wel goed. maar in het buitenland weet je het maar nooit. Pakjes naar Italië zijn soms wekenlang onderweg. Maar de posterijen in die landen werken dan ook lang niet zo punctueel als de onze". „Bij ons raakt niet zo gauw iets zoek", zegt Erwin van der Putte van 's werelds grootste luchtkoerier DHL. „Wij heb ben over de hele wereld onze kantoren en agenten. Zij kennen het land en de transportmiddelen daar. Dat loopt al lemaal heel gesmeerd. Op elk moment kunnen wij nagaan waar iemands pak je zich bevindt. Dat is het voordeel als je zo'n wijd vertakt netwerk hebt. Een kwestie van organiseren en secuur werken". ..En mochten we eens worden geplaagd door pech en een half uur vertraging oplopen", zegt XP'er Van den Brink, „dan delen we dat onze klanten meteen mee. Dan bellen we ze op en zeggen we dat hun pakje in aantocht is en dat ze dus niet ongerust hoeven te zijn". Echt grote vertragingen doen zich vol gens hem niet voor. „Mochten we door mist op een vliegveld niet kunnen landen, dan wijken we gewoon uit naar de volgende luchthaven. Je improvi seert gewoon. Daardoor beperk je het tijdverlies". james bond Bakermat van de koeriersbedrijven is de Verenigde Staten. Daar is de lucht- koeriersdienst in de jaren zestig van de grond gekomen. Sedertdien zijn er tientallen van deze bedrijven opge richt Één daarvan is DHL, genoemd naar de oprichters Dalsey, Hillbloom en Lind: drie studenten die in I9G9 een gat in de markt ontdekten en nu miljonair zijn. De omzet van alle koeriersdiensten samen wordt thans geschat op meer dan 10 miljard gulden. In Amenka is deze dienstverlening intussen een van zelfsprekendheid geworden, maar in andere delen van de wereld nog niet. De expansiedrift van de luchtkoeriers is echter groot. In Europa zijn de reclamecampagnes thans in volle he vigheid losgebarsten. Daarna is de Volksrepubliek China aan de beurt. Erwin van der Putte wijt de hier heer sende onbekendheid met het luchtkoe- nersbedrijf aan een drietal facetten. „Ten eerste hebben wij in Europa nooit veel aan verkoop gedaan. Ten tweede moet het bedijfsleven nog aan ons wennen. We moeten hun vertrouwen zien te winnen en dat waarmaken. Maar het belangrijkste is toch wel de cowboy-achtige sfeer waarmee men het koeriersbedrijf hier associeert". ..Men heeft een totaal verkeerd beeld van ons. Bij luchtkoeriers denkt men nog altijd aan James Bond-achtige figuren die koffertjes met diamanten vervoeren. Koffertjes die met hannd- boeien aan hen zijn vastgeklonken. Nou. ten eerste vervoeren wij geen diamanten. De kans op diefstal is gewoon groot en bovendien mag het met. Goud en edelmetalen mag je niet zomaar in- en uitvoeren. Net zo min als baar geld. Daar gelden bepaalde af spraken yoor". gerookte zalm „Wat wij vervoeren, heeft meestal een veel grotere omvang. Vaak gaat het om containers van twee ton. Spullen die de koerier dikwijls helemaal niet ziet. Wij checken de spullen in en op de plaats van besteraming neemt onze plaatselijke agent de zending in ont vangst De koerier reist alleen maar mee omdat het nog steeds niet moge lijk is om een lege stoel te huren". „Men denkt ook", vervolgt Van der Putte, „dat het heel avontuurlijk is om luchtkoerier te zijn. Je ziet wat van de wereld, hoor je dan. Maar in de praktijk valt dat bitter tegen. Koeriers hebben meestal hun vaste vlucht. Ze reizen bijvoeeld elke dag van Amsterdam naar Helsinki. Dat begint natuurlijk gauw te velen". Nog wel leuk is volgens Van der Putte het begeleiden van spectaculaire zen dingen. Maar die doen zich slechts een enkele keer voor. Bekend in de lucht- koerierbranche is het verhaal van Dia na Ross die ergens hoog in de Zwitser se Alpen moest worden opgespoord omdat ze een contract moest tekenen, dat vervolgens pijlsnel via Milaan naar Los Angeles is overgevlogen. Anecdotisch is ook die keer dat een koerier op kerstochtend in Schotland verse gerookte zalm moest kopen en in Parijs taartjes, omdat een feestvieren de snob in Los Angeles daar opeens een onbedaarlijke trek in kreeg. Ofschoon de koeriersdienst een snel groeiende bedrijfstak is, zijn de mar ges klein en de concurrentie moor dend. Door de pakjes nog een fratie sneller te bezorgen probeert men el kaar de loef af te steken. Vier dagen is de maximum duur. Maar in die spanne tijds brengen de meeste koeriers het ook naar elke uithoek van de wereld- Een expresse-brief met de post naar een bestemming in Portugal doet er soms twee weken over, zeggen lucht koeriers. Goede relaties met douane-beambten zijn voor een koerier van levensbelang. Om met hen een zo hecht mogelijk contact te kunnen opbouwen mijdt XP de grote luchthavens. „Op de grote vliegvelden", verklaart Van den Brink, „werkt men in ploegendienst. Daar krijg je steeds een andere douane beambte. Die moet je weer alles gaan uitleggen en dat is allemaal verloren tijd. Daarom preferen wij de kleine luchthavens". „Ik begrijp wat u bedoelt", zegt Van der Putte, „maar smeergeld heeft bij douane-beambten geen enkel succes. Daar is men niet gevoelig voor. Er is maar één manier om ze te vriend te houden en dat is door te allen tijde correct te handelen". Raakt er eens een pakje zoek, dan is er volgens Van der Putte geen reden tot paniek. „Waar het pakje zich ook bevindt, dankzij ons netwerk houden we er voortdurend zicht op.Het komt dus altijd terecht". i

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 21