bij zo 'n oefening hoort wat fout te gaan 'nationaal nummer zou het mooiste zijn hulpdiensten 24 uur bezet PZC/ weekendkrant ALARM opgs jet is een hele toer het groeiend aantal alarmnummers in jjZeeland uit elkaar te houden. De burger weet langzamer- "•"hand niet meer welk nummer hij moet draaien bij ongeval, brand en andere calamiteiten. Zo zijn er twee hulpcentrums, 1 vb twee meldposten van de regionale brandweren, de alarmcen- eg£ trale van de rijkspolitie, de alarmnummers van de gemeentelij ke «i ke politiekorpsen, een 0011-alarmnummer voor Tholen en hetl Sint-Philipsland, centrale meldposten voor het ambulancever voer kortom, iedere organisatie die met de bestrijding van I calamiteiten van doen heeft, lijkt over een eigen alarmnummer met bijbehorende voorzieningen te beschikken. En wie het nog allemaal zonder spiekbriefje uit elkaar kan houden, mag het ociJ zeggen. Van een wildgroei van alarmnummers en -regelingen is in Zeeland géén spra- ke, vindt commissaris van de koningin irettM C. Boertien (belast met alarm- en lend rampenregelingen). Toegegeven, één J alarmnummer voor de hele provincie is a x het allerbeste en het gemakkehjkst. j Maar dat is m het verleden enkele keren geprobeerd en mislukt. „En wy factl hebben als provincie geen machtsmid- et delen om het erdoor te drukken", zegt J Boertien. Trouwens, de commissaris gelooft dat het eigenlijk nog niet zo riemen die jei slecht geregeld is. „Wat we als provin- I j' ciekunnen doen. is gebeurd. Ik wil daar niet triomfantelijk over doen, politie, brandweer, district gezond heidsdienst en ambulancevervoer. Landelijk is over zo'n opzet ook enige tijd gedacht, maar dat is intussen flink teruggedraaid". De commissaris is over de huidige toestand met ontevre den, ondanks alle onzekerheden. „Na tuurlijk, een aantal dingen bereiken we niet. zolang Den Haag de wetgeving niet verandert. We zitten nu in een nationale omschakeling van ideeën en als provincie moeten we roeien met de hebben". ik ga gewoon af op de feiten". Dr ;ien wijst op de aanwezigheid van twee hulpcentrums, die in beginsel doorgeefluiken zijn voor alle (noodsi tuaties Hij maakt duidelijk dat twee zaken goed moeten worden onder scheiden: de hulpcentrüms met elk een algemeen alarmnummer en het recht streeks bellen van de brandweer. De situatie zoals die zich heeft ontwik keld, Is volgens de commissaris van de koningin vanuit bepaalde historische lijnen ontstaan. Toen hij in 1975 naar Zeeland kwam. waren er al twee hulp centrums (in Goes en Terneuzen) en werd er gewerkt aan de regionalisatie van de brandweer. Boertien: „Zeeuw- sch-Vlaanderen was op dit gebied al één regio. Voor Noord- en Midden- Zeeland was er alleen een brandweer kring op Walcheren. Nu zijn we zover dat alle gemeenten met uitzondering van Reimerswaal lid zijn van de brand weerkring. Tholen en Sint-Philipsland hebben traditioneel altijd behoord tot de kring West-Brabant. Goes was één van de laatste gemeenten die toetrad. Ik heb alle hoop dat ook Reimerswaal erbij komt. Maar inderdaad: de vor ming van de brandweerkringen leidde tot nieuwe alarmnummers, naast die van de hulpcentrums" borden Dr Boertien beklemtoont dat theore tisch prachtige modellen in de praktijk meestal niet te verwezenlijken zijn, mede als gevolg van allerlei gegroeide situaties. „Als er nationaal duidelijk heid en geld was dan zou ik zo een ideaal type hulpverleningsorganisatie kunnen schetsen", stelt hij. „Het mooi ste zouden we vinden: eén nationaal alarmnummer Dan is het voor elke burger gemakkelijk te onthouden. Het is echter wel een enorm dure grappen makerij, met name in technisch op zicht ook. Er zijn enkele proefregio's aangewezen, waaronder ook Tholen en SmtrPhilipsIand. Wij zaten daar niet bij, omdat we al eigen regelingen had den". De commissaris vestigt in dit kader nog eens de aandacht op de twee hulpcentrums, 'waar je altijd, 24 uur per dag, terecht kunt'. Hij voegt eraan toe dat bij het binnenrijden van de provincie, er overal borden staan met de alarmnummers erop. „Dat is uniek; hel is verder nergens in Nederland 7,0. Dat geldt ook voor de hulp-in-nood- krant.'die in 1980 huis-aan-huis ver spreid is. De provincie en de hulpcen trums hebben dat betaald. In de krant wordt verteld wat er allemaal aan de hand is. Ook is een oranje-alarmkaart verstrekt. Alles bij elkaar is er nogal wat gedaan". De commissaris van de koningin is ervan overtuigd dat de bestaande alarmregelingen in de toekomst nog de nodige veranderingen zullen onder gaan. Hy herinnert aan de huidige rol van de Bescherming Bevolking, een club die geleidelijk zal verdwijnen, waarbij de zinvolle taken door de brandweer worden overgenomen. Ook zal er duidelijkheid moeten komen over de inzet van vrijwilligers (bijvoor beeld van het Rode Kruis 1 Boertien komt terug op zijn ideaalbeeld van een goed gestroomlijnde hulpverlening: Breng alle organen van openbare orde en veiligheid in één hand de provincie. Die is daarvoor het meest gekwalifl- ceerd ik denk dan met name aan rampen Het hebben van alarmnummers voor melding van calamiteiten is uiteraard prima en zinvol, maar het bestrijden van (vredes)rampen is een hoofdstuk apart. Zeeland is een provincie, waar nogal wat ramprisico's aanwezig zijn. Dr Boertien vertelt dat er de nodige regelingen tot stand zijn gebracht, die draaiboeken bevatten voor bestrijding van alle grote, denkbare risico's. Hij noemt regelingen voor calamiteiten in de kernenergiecentrale bij Borssele, voor ongelukken met, schepen en voor al grote tankers, voor ongevallen in chemische fabrieken en voor storm vloeden. „Een hoop regelingen hebben we als Zeeland op vrijwillige basis tot Voor hqt aanvragen van hulp. van welke aard dan ook, kunnen de inwoners van de provincie Zee land. naast de plaatselijke hulp verleningsdiensten. een beroep doen op de navolgende centra, die 24 uur per dag bereikbaar zijn: hulpcentrum Noord- en Midden- Zeeland te Goes, voor Schouwen- Dmveland, Walcheren. Noord- en Zuid-Beveland 01100-14444: centrale meldpost regionale brandioeer voor Noord- en Midde n-Zeeland te Vlissingen. 01184- 14444. 10011 -alarmcentrale te Breda, voor Tholen en Sint-Philipsland (uitgezonderd milieuklachten, waarvoor 01100-14444 geldt 1: alarmcentrale regionale brand weer en ambulance Zeeuwsch- Vlaanderen te Terneuzen, voor ge heel Zeeuwsch-Vlaanderen. bij brand en ongevallen: 01150-12200 hulpcentrum gemeentepolitie Terneuzen. voor milieuklachten en overige hulpvragen 01150-94444. alarmcentrale rijkspolitie dis trict Zeeland: 01180-33333. stand kunnen brengen. Dat moet men niet ais opschepperij zien, maar als de positieve gevolgen van een goede sa menwerking". betoogt de commissaris. Er zijn, om een greep te doen uit de totale reeks, regelingen voor de kerne nergiecentrales in Borssele en het Belgische Doel, op een steenworp af stand van de grens: afspraken tussen de burgemeesters van Vlissingen en Borsele en een aantal industriële be drijven in het Sloegebied voor hulp verlening bij brand en eventueel ande re calamiteiten; twee coördinatie teams rampenbestrijding voor de re gio's Noord- en Midden- Zeeland en voor Zeeuwsch-Vlaanderen, die be doeld zijn om op verzoek van de burgemeester, deze als adviesorgaan bij te staan in de leiding van de rampenbestrijding, indien eigen ge meentelijke krachten ontoereikend zijn. Met provinciale besturen in België zijn afspraken gemaakt over wederzijdse waarschuwing en alarmering bij grens overschrijdende incidenten, lucht verontreiniging, stankhinder, olie verontreiniging. Het is de laatste jaren uitgegroeid tot een indrukwekkende lijst, met tegelijk een angstig tintje: je moet er maar niet lang bij stilstaan wat er allemaal kan gebeuren, want dan is vertrek naar een onbewoond eiland nog de enige redding. goed geregeld „Voor zover je dat menselijker wijze kunt bekijken, vind ik dat het goed geregeld is", zegt Boertien. „Niemand zal kunnen beweren dat regelingen ooit rampen kunnen voorkomen. Een ramp op de Westerschelde voorkom je alleen door er niet meer te varen. De oliever vuiling op de Noordzee van vorig jaar onderstreept dat je met provinciale regelingen er niet bent. Maar de rege lingen zijn er in de eerste plaats op gericht de gevolgen van rampen op te vangen". De commissaris brengt, naar voren dat voor Zeeland de aanwezig heid van buurman België extra proble men met zich meebrengt ten aanzien van grensoverschrijdende regelingen. Want ondanks organen als een Bene lux en een Europese Gemeenschap, is het nog altijd niet mogelijk in snel tempo en zonder juridische haken en ogen afspraken te maken. Overleg ver loopt moeizaam. „Afspraken tussen Nederland en België moeten op het niveau van de centrale overheden dus Den Haag en Brussel gemaakt worden. Formeel kan de provincie niet met Belgische provincies of steden regelingen treffenverduidelijkt dr Boertien. vrijwilligheid Het is er desalniettemin toch van geko men. De commissaris van de koningin heeft over diverse grensoverschryden- de calamiteiten overeenkomsten ge troffen met de gouverneurs van de Belgische provincies Antwerpen en Oost- en West-Vlaanderen. Dat is met name gebeurd op basis van vrijwillig heid en met gesloten beurzen en niet gebaseerd op wettelijke voorschriften. Anders waren die afspraken er onge twijfeld nog steeds niet gekomen Boertien beweert dat de provincie er tot nu toe prima ervaringen mee heeft. Momenteel wordt gewerkt aan het vervolmaken van de regelingen met België. Op allerlei niveaus zijn er intussen rampenplannen, of wordt daar driftig aan gewerkt. Stapels papieren, maar de inzet van mensen en materieel zal uiteindelijk altijd de doorslag moeten geven. Commissaris Boertien erkent dat. „Ondanks de aanwezigheid van regelingen, garandeer ik ook niet dat het altijd feilloos verloopt. Wel oefe nen we regelmatig. Zwakke punten zijn dan steevast de communicatie en de vraag: waar liggen bij wie de bevoegdheden". Hij merkt in dit ver band op dat de bestaande wetgeving nog altijd is afgestemd op een niet- geindustrialiseerd Nederland, terwijl voorts het aantal risico's zo is toegeno men, dat grensoverschrijdende cala miteiten steeds meer voorkomen. Boertien weet er een panklare oplos sing voor: „Er moet een rijksregeling komen voor milieurampen". rinus antonisse ben jansen 18I7ATERDAG 9 APRIL 1983 brandweercommandanten draaft, geleid door mededelingen uit zijn portofoon, eerst een eindje naar vo ren. dan weer terug, om vervolgens hulpeloos uit te roepen: „Nou ja. ik weet het niet meer hoor". Pas na een opgelegde radio-stilte en een strak kere procedure, verlopen de verbin dingen meer naar behoren. noodverbanden Ondertussen gaan de EHBO-ers aan de slag. Energiek ritsen ze hun tas sen met verbandmiddelen open en beginnen ze noodverbanden aan te leggen. Aanvankelijk is het in de bus vanwege het ontbreken van vol doende licht moeilijk de aard van de verwondingen vast te stellen. Eén van de brandweerauto's zorgt voor wat schijnwerpers en dan zijn alle slachtoffers, gespeeld door leden van de Vlissingse jeugdbrandweer, snel van de noodzakelijke verband middelen voorzien. Op geïmprovi seerde brancards daarvoor wordt onder meer een soort kruiwagen gebruikt worden de gewonden afgevoerd naar een noodverband- plaats in de schuur van de proef- boerdery. Tijdens de oefening de kou is doordringend en de wind snerpend beklagen nogal wat deelnemers zich erover dat de organisatoren wel eens wat beter weer hadden kunnen afwachten. Ze vergeten ge makshalve dat échte calamiteiten daar ook geen rekening mee hou den. Voorzitter H. den Hartog van de vereniging van bevel voerenden bij de brandweer in Zeeland hij woont de oefening als waarnemer by is wat dat betreft uit het Juiste hout gesneden. Hij wil van de klach ten niks weten. „Alle weer is brand weer". roept hij vrolijk tegen ieder een die het maar horen wil. giftige wolk De oefening, spectaculair van opzet, gaat uit als een nachtkaars. Om 21.33 uur draait, zo geeft het scena rio aan. de wind. Daardoor gaat een giftige wolk in de richting van het nieuwbouwwijkje van Colijnsplaat. De ter plekke aanwezige meetdes- kundige van de regionale brandweer voorspelt problemen. Burgemeester J. L. D. van der Linde van Kortgene (vanwege een benoeming elders be zig aan zijn laatste oefening) over legt koortsachtig met regionaal offi cier P. J. Duijvesz. Het besluit tot evacuatie valt. Dat belooft wat. De politie moet gaan waarschuwen Nét voor het zover is. wordt de oefening beëindigd. De medewerkers trekken voor een nabespreking naar het Co- lijnsplaatse dorpshuis. Daar wachten snert en boterham men. En oefenleider Duijvesz, die het doel van de actie uiteenzet. Hij is matig tevreden, gewaagt van een rommelig begin en een onoverzich telijk berichtenverkeer Adjudant Marinissen stelt vast dat er bij de afzetting van het rampterrein nogal wat fouten zijn gemaakt. Als min punten noemt hij verder het gebrek aan communicatie en de afvoer van de slachtoffers. Waarnemer Den Hartog is blij dat er geen wanorde ais gevolg van orders en tegenorders heerste. „Maar", voegt hij er waar schuwend aan toe. „de verbindingen moeten we toch nog eens bekijken". vermoeidheid Dokter Klein-Wassink heeft twee adviezen voor het geval het ernst is: zorgen voor betere verlichting en een betere communicatie. De deel nemers aan de oefening raken ver moeid; ze hebben een m velerlei opzichten stormachtig avondje ach ter de kiezen Burgemeester Van der Linde zorgt voor een gloedvol slot. Hij pnjst inzet en resultaat en hij herinnert eraan dat voortdurend oe fenen geboden is om een zo hoog mogelyke vorm van paraatheid te bereiken De burgemeester wijst er nog eens op dat bij het verlenen van hulp zeer veel mensen en instanties betrokken zijn. Voor de oefening bij de Zeelandbrug alleen al 120 mede werkers en vele voertuigen van brandweer, politie en andere instan ties Er was één man die er goed de dampen in had. De chauffeur van de vrachtauto die als gevolg van een noodzakelijke omleiding met zijn voertuig in een sloot bij de Zeeland- brug belandde. Dat ziet er niet best uit. Brandende auto's, een verongelukte tankwagen ge laden met een gevaarlijke stof en een aangereden bus met kinderen. Uit die bus klinkt gekerm. Maar wat is dat nu? In plaats van de gewonde kinderen te hulp te snellen, bromt een opval lend kalme politieman: „Jongens, een beetje rustig hè" en hij gaaj onverstoord door met het zetten van krijtstrepen rond de bus en het secuur opmeten van de afstand ertussen, zich ogen schijnlijk niets aantrekkend van de slachtoffers. De har teloze houding van de poli tieman heeft een reden: in het draaiboek staat dat de EHBO de slachtoffers komt verzorgen en dat betekent dus dat de politie zijn han den thuis moet houden. Want een ramp die zich op een stormachtige avond (windkracht 10 uit het noordwesten) op de Noord- langeweg bij Colijnsplaat afspeelt, is in scène gezet. Een oefening, be doeld om na te gaan hoe de verschil lende hulpverleningsorganisaties optreden en samenwerken Dat ge beurt aan de hmid van wat heel krijgshaftig het aanvalsplan voor de Zeelandbrug heet en wat neerkomt op een reeks afspraken tussen de brandweerkorpsen van Zierikzee en Kortgene en de regionale brandweer Midden- en Noord-Zeeland. De men sen van de regionale brandweer heb ben er wat 'moois' van gemaakt. De nagebootste situatie: „Bij een ver keerd beoordeelde inhaalmanoeu vre komt een personenauto frontaal in botsing met een tegemoetkomen de autobus. Doordat het nogal druk is op dat moment ontstaat er tevens een kettingbotsing, waarbij vele voertuigen betrokken zijn, waaron der een tankwagen gejaden met het gevaarlijke epichlorohydrin". ernstige zaak Het is pikdonker en 20.15 uur als bedrijfsleider A. G Ebbens van de proefboerderij 'Rusthoeve' aan de Noordlangeweg het ongeval meldt bij de politie Die arriveert zeven minuten later De politie stelt vast dat het om een ernstige calamiteit gaat en waarschuwt de brandweer en de Colijnsplaatse huisarts W. J Klein-Wassink. Omdat gespeeld wordt of het ongeval zich op de Zeelandbrug heeft voltrokken, moet ook de Zierikzeese brandweer in actie komen om de plaats des on- heils vanaf het noorden te benade ren. Gelet op de omvang van de calamiteit wordt de regionale brand weer in vfissingen ingeschakeld, die onder meer de belangrijke verbin dingscommando-wagen inzet. Ook de burgemeesters van Kortgene en Zierikzee worden opgetrommeld. De laatste maakt een foutje, door dood gemoedereerd langs de lekkende tankauto te lopen om de verbin- dingscommando-wagen te bereiken. En uit die auto stroomt een hoogst gevaarlijk gas. Niettemin bereikt de Zierikzeese burgemeester dit keer veilig en wel de commando wagen. Dan speelt eén van de politiemen sen zijn rol met meer talent. Met het oog op het gevaarlijke gas gebiedt hij een omstander zijn sigaret uit te maken. „Ja. maar het is toch maar een oefening", werpt deze tegen. De agent is onverbiddelijk: „Niets mee te maken. Die sigaret moet uit". Om de brandweer op een lekkere fik te tracteren, is afgesproken dat de vaten met olie. die samen met een brandende sloopauto de hevige brand moeten uitbeelden, pas op het laatste moment zullen worden -aan gestoken. Dat blykt in de stormach tige wind moeilijker te zijn dan was verwacht. De man die verantwoor delijk is voor het aansteken van het vuur krijgt het er warm van. ,,'t Wil verdimme niet fikken", moppert hij, terwijl de sirenes van de brandweer auto's steeds dichterbij komen. Maar uiteindelijk vat de olie toch vlam en zo ontstaat een brand, waar de spuitgasten vol enthousiasme te gen tekeer kunnen gaan. Hoewel achteraf wordt verzekerd cfet het helemaal niet erg is („by zo'n oefening hoort wat fout te gaan. anders leer je er niets van"), ontstaat nadat alle hulpverleners op de plaats van de ramp zijn aangeko men, een enigszins chaotische situa tie. Dat komt vooral omdat iedereen die met een portofoon is uitgerust ten dat zijn er velen) verslag wil uitbrengen, vragen wil stellen of zomaar wil laten weten dat hij pa raat is. En dat allemaal tegelijk. De chaos is dan ook zo groot dat er in de commandowagen onduidelijkheid blijft bestaan over het aantal gewon den. En na afloop van de oefening moet groepscommandant J. Mari- nussen van de rijkspolitie op Noord- Beveland vaststellen dat er nog steeds een bestuurder van een van de betrokken auto's wordt vermist, terwijl ook nog ergens een slachtof fer bekneld moet zitten. Uit de kakofonie van geluiden die in de commandowagen ontvangen worden, soms nog hevig verminkt door storingen, blijkt alleen dat er auto's in brand staan. Maar dat is ook door de ruiten van de comman dowagen zichtbaar. Meer feiten druppelen langzaam binnen. De verwarring doet zich ook voor op de plaats van de ramp. Eén van de

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 19