Den Haag geeft eer
aan Van Doesburg
Heinrich Böll voorziet bittere dagen
Golf van activiteiten
rond Hugo de Groot
VLEESGAL
EXPOSITIE: GROOTS MAAR LAAT
PZC/ kunst/cultuur
TENTOONSTELLINGEN andré oosthoek
VRIJDAG 8 APRIL 1983
11
Het Haags Gemeentemuseum toont tot 18 juli een deel van de nalatenschap van de honderd
jaar geleden geboren schilder-architect-schrijver Theo van Doesburg. Na ruim vijf jaar
oponthoud in Frankrijk, zijn de voorwerpen en documenten twee jaar geleden in ons land
gearriveerd. Hoewel het geen overzichtstentoonstelling is geworden, gunt de expositie de
belangstellenden een kijkje op het leven van Van Doesburg en zijn vrouw, de pianiste Nelly van
Moorsel, die 44 jaar na hem overleed. Haar nicht Wies van Moorsel heeft de nalatenschap aan de
Staat der Nederlanden geschonken.
In het Haags Museum is voor het eerst
een uitgebreide keus uit de belangrijke
schenking te zien. Ze omvat 73 meren
deels vroege schilderijen, rond duizend
tekeningen, een reusachtige hoeveel
heid schetsboeken, losse krabbels, ont
werpen, documenten, foto's en andere
archivalia. De keus werd gemaakt in
samenwerking met Evert van Straaten
van de Dienst Verspreide Rijkscollec
ties die de nalatenschap beheert. Hij
schreef ook het begeleidende boek
„Theo van Doesburg, 1883-1931, een
documentaire op basis van het mate-
naal uit de schenking". Schrijver
maakt duidelijk dat de tentoonstelling
het denkproces betreft dat aan de
werken van Van Doesburg als beel
dend kunstenaar is voorafgegaan. Dat
kan mede omdat Van Doesburg sterk
het gevoel had een belangrijk kunste
naar te zyn. De geexposeerde werken
geven een uitstekend inzicht in de
werkmethoden en uiteenlopende werk
terreinen.
De activiteiten van Van Doesburg als
architect komen in het Haags Gemeen
temuseum op een aparte expositie tot
hun recht. Ze nemen een centrale
plaats in op „De nieuwe beelding in de
architectuur van De Stijl".xHet meest
omvangrijke architectonische project
dat ook is uitgevoerd, was de verbou
wing van een achttiende eeuws restau
rant in Straatsburg, de Aubette. Aan
de ontwerpen hiervoor is in het mu
seum een aparte zaal gewijd.
Theo van Doesburg werd geboren als
Christian Emil Marie Kupper, nam de
naam van zijn stiefvader aan en ging
naar de toneelschool, ofschoon hij
liever schilder wilde worden. Hierin
ligt de aanleiding dat hij op zijn
achttiende jaar het ouderlijk huis ver
liet. Als autodidact ontwikkelde hij
rich op veel terreinen.
In 1917 richtte hij het tijdschrift De
Stijl op. Tot dat tijdstip concentreerde
hij zich op de Hollandse 17de eeuw.
expenmenteerde hij in de geest van het
impressionisme en fauvisme, oriënteer
de zich op Kandinsky en ontdekte hij
Cézanne en het kubisme. Hij onder
scheidde in zijn vroege werk drie perio
den de bruine of academische van '02
- '09, de blauwe tot '13 en een witte tot
'17,
Kenmerkend voor De Stijl-periode is
het terugdringen van realistische voor
stellingen tot kleur, vlak en lijn om zich
geleidelijk te beperken tot horizontale
en verticale lijnen. Na 1920 zijn de
composities van vlak, lijn en kleur
zonder verwijzingen naar de zichtbare
wereld.
Tot de medewerkers van het eerste uur
aan De Stijl behoorden Piet Mon
driaan, Bart van der Leek, Antony
Kok, J. J. P. Oud. Gino Serini, Vilmos
Huszar, Georges Vantongerloo, Robert
van 't Hoff en Jan Wils. Met de dood
Van Doesburg houdt het blad op te
bestaan. Het laatste nummer verzorg
de Nelly een jaar na de dood van haar
echtgenoot, aan wie dit nummer was
gewijd
In zijn strijd legen het oude en voor
het nieuwe wereldbeeld gebruikte
Van Doesburg ook dadaistische me
thoden. Hij opereerde dan als de expe
rimenteel en revolutionair dichter-
schrïjver I. K. Bonset en als de anti-
filosofische Italiaanse auteur Aldo Ca-
mini. Hoogtepunt en besluit van het
dada-gebeuren in Holland was in 1923
de veldtocht van Kurt Schwitters,
Vilmos Huszar en de Van Doesburgs.
Film bekroond - De Nederlandse
documentaire 'De Berg' van Gerrard
Verhagen is tijdens het festival 'Ciné
ma de Reél' in Parijs onderscheiden
met de 'Prix des Bibliotheques'. Behal
ve een bedrag van 15 000 fracs is aan
deze prijs een gegarandeerde distribu
tie op video in het bibliotheekcircuit
verbonden
De Stijl kreeg in hetzelfde jaar een
tentoonstelling in de Parijse galerie
L'Effort Moderne. Daarna toonde Van
Doesburg 'De nieuwe beelding', resul
taten van de samenwerking met de
architect Comelis van Eesteren. In zijn
werk ontwikkelde hij het elementaris-
me, dat uitkomt bij de contra
compositie. Een van de belangrijkste
voorbeelden hiervan behoort tot de
vaste opstelling van het Haags Ge-
meentemueum. Op de afzonderlijke
expositie over architectuur vormt een
diaprogramma "Alle bouwen is geen
beelden. Van Doesburg ontdekt de
architectuur", samengesteld door
Frank den Oudsten, de hoofdmoot. Tot
de schenking behoort ook het huis dat
Theo van Doesburg. De Kaartspeler, 1916-1917.
Van Doesburg in Meudon (bij Parijs)
bouwde Ruim een halve eeuw na zijn
dood krijgt het de bedoelde bestem
ming: een studiecentrum voor kunste
naars of studenten beeldende kunst of
muziek.
Concreet
Hij ontwikkelde er op het einde van
zijn korte leven een nieuwe variant
van de nieuwe bedding: concrete
kunst. In deze kunstvorm wordt elke
subjectieve ingreep van de kunste
naar tol een minimum beperkt. Het is
bij experimentele aanzetten gebleven,
die evenwel nog niet aan betekenis
hebben ingeboet.
In de nabije toekomst verschijnt de
wetenschappelijke catalogus van de
Schenking Van Moorsel. Het is de
bedoeling dat de nalatenschap een
openbare, toegankelijke bestemming
krijgt. In dit verband is de daarvoor in
aanmerking komende musea, archie
ven en bibliotheken verzocht bruikle
nen aan te vragen Daartoe is een
verdeelcommissie ingesteld bij de
Dienst Verspreide Rijkscollecties.
Met de komst van de nalatenschap
naar ons land leeft de belangstelling
voor Van Doesburg en zijn werk op.
Dit blijkt ook uit de verschijning in
april van drie boeken over of met
werk van de kunstenaar. Prof. dr.
Hans Jaffé heeft de uitvoering geïllu
streerde monografie 'Theo van Does
burg', een analyse van Van Doesburg
als kunstenar. verzorgd. In „de Nieu
we beweging in de schilderkunst" zijn
de meest baanbrekende beschouwin
gen gebundeld die Theo van Doesburg
schreef over het ontstaan van de mo
derne kunst. 'Het andere gezicht van I.
K. Bonset' is de eerste uitgave in
boekvorm van de feuilletons die I. K.
Bonset en Aldo Camini publiceerden
in De Stijl.
Iedereen die zich met het recht of theologie bezighoudt, komt hem tegen.
Met Erasmus en Rembrandt behoort Hugo de Groot ofwel Grotius tot de
6'einige Nederlanders die internationaal beroemd zijn geworden. Vooral in
Amerika, Duitsland, Frankrijk en Zweden is zijn aanzien groot". Het hoofd van
het Grotius Instituut te Den Haag, H. J. M. Nellen, zegt dit aan de vooravond
van een congres in Rotterdam over leven en werk van Hugo de Groot.
Vierhonderd jaar geleden, op 10 april 1583, werd De Groot in Delft geboren.
Voor het Grotius Instituut was dit aanleiding een congres te wijden aan de
beroemde landgenoot van wie iedereen weet dat hij met behulp van een
boekenkist wist te ontsnappen uit Slot Loevestein, waar hij eigenlijk levens
lange gevangenisstraf had moeten uitzitten.
in twaalf lezingen behalve de levens
loop van De Groot zijn juridische,
theologische, literaire en staatkundi
ge werken helicht. Nellen stelt in zijn
lezing de historische studies van De
Groot aan de orde.
Ook op andere plaatsen wordt aan
dacht besteed aan Hugo de Groot. In
Delft is voor morgen zaterdag in
de Nieuwe Kerk een herdenkingsvie
ring georganiseerd, die wordt bijge
woond door prinses Juliana. In het
Delftse Museum Het Prinsenhof is tot
half juni een overzichtstentoonstelling
ingericht. In Amsterdam. Den Haag,
Nijmegen en Maastricht worden sym
posia gehouden waarop een bepaald
aspect van De Groots werk wordt
belicht Ook internationaal wordt De
Groot herdacht. In Parijs, het Oost-
duitse Rostock en in Amerika zijn er
manifestaties „Een ware vloedgolf van
activiteiten", zegt Nellen Het Grotius
Instituut dat sinds 1966 onderzoek
doet naar De Groot en dat zijn briefwis
seling en dichtwerken uitgeeft, stuit
nog regelmatig op brieven. Tot nu toe
gaf het Instituut 8.000 brieven uit.
Nellen denkt dat De Groot in het totaal
13.000 brieven moet hebben geschre
ven Jaarlijks komen er nieuwe brieven
boven water. Vaak is er moeilijk aan te
komen Overal in Europa duiken ze op.
Soms zijn ze moeilijk te ontcijferen,
zegt hij.
Op het congres in Rotterddam worden
Hugo de Groot ging op elfjarige leeftijd
studeren aan de universiteit van Lei
den. Zijn eerste publicaties, gedichten,
dateren van 1595. In 1601 verscheen
zijn treurspel 'Adam in ballingschap'
De Staten van Holland gaven hem
opdracht de geschiedenis te schrijven
van de opstand tegen Spanje De Groot
had het liefst, zijn leven aan de studie
gewijd, maar op verzoek van zijn vader
werd hij in december 1599 advocaat in
Den Haag.
In 1607 werd hij benoemd tot advocaat
fiscaal (openbaar aanklager) van het
hof van Holland. Zeeland en West-
Friesland. Nauw betrokken bij het be
stuur van het land werd hij in 1613.
toen hij werd benoemd tot pensionaris
van Rotterdam. Door dit ambt raakte
hij betrokken by de godsdienstig-
politieke twisten tussen de remon
stranten i waartoe de meeste regerings
personen en ook De Groot gerekend
worden) en de contra-remonstranten.
Toen prins Maurits de zijde van de
contra-remonstranten koos, was de
zaak voor de regeringspartij verloren.
In augustus 1618 werd De Groot met
Van Oldenbarnevelt gevangen geno
men, waarmee aan zijn Nederlandse
loopbaan een einde kwam Hij kreeg
levenslange gevangenisstraf uit te zit
ten in Slot Loevestein. Daar schreef hij
het boek Inleiding tot de Hollandsche
Rechtsgeleertheyd In maart 1621 wist
hij te ontsnappen. Via Gorcum en
Antwerpen belandde hij in Parijs waar
hij gastvrij werd onthaald. Daar
schreef hij De jure belli ac Pacis (over
het recht van oorlog en vrede). Andere
bekende werken van de natuurrechts
geleerde De Groot zijn 'De mare libe-
rum', 'Verantwoording of apologie' en
commentaren op de bijbelboeken Na
een kort verblijf in Holland. Frederik
Hendrik was De Groot gunstiger ge
zind dan Maunts, werd hij door de
Zweedse koning tot ambassadeur van
dit land in Parijs benoemd Tien jaar
was hij ambassadeur.
Op een zeereis van Stockholm naar het
Duitse Lubeck liep het schip aan de
grond De Groot wist zwemmend het
land te bereiken en na een vermoeien
de tocht kwam hij op 12 augustus 1645
te Rostock aan, waar hij twee dagen
later overleed. Zijn stoffelijk overschot
werd overgebracht naar Delft, waar hij
in de Nieuwe Kerk werd begraven.
Volgens Nellen is De Groot gebukt
gegaan onder het leven in balling
schap. dat blijkt uit zijn werken. „De
Groot heeft de verzoening van de
kerken gepredikt maar dat werd afge
wezen. Hij werd verguisd".
Tekeningen: boven, Thomas van der Linden, zonder titel, 1983; onder,
Jacques van Erven, zonder titel, 1982. Schilderij: boven, Thomas van
der Linden, 'Neergeklapt Muziekstuk'.
Vaar n
mijn lief, vaar den Dommel mee op!
Enkele jaren geleden ik was nog zeer jong gaf ik
aan die oproep gehoor en het heugt me. Onder de
rook van Eindhoven, een weinig opbeurende stapeling
van hurkhuisjes rond tabaksdrogerijen en de ateliers
der Philips Sport Vereniging, werd ik getroffen door
een galaanval en dat met zulk een kracht dat ik een
wijle vreesde van de Steenen gesneden te moeten
worden. Sedertdien ben ik er niet meer toe te bewegen
het begrip Acht Zaligheden in letterlijke zin uit te
leggen.
Iets soortgelijks overkwam mij enige dagen geleden bij
het betreden van de Middelburgse Vleeshal, waarheen
ik was gelokt met de mededeling dat er zowel jonge als
beloftevolle 'Eindhovense kunst' te zien was. Gal.
Gelukkig bleek een zowel jeugdige als beloftevol sterke
arm bereid mij buitenwaarts te geleiden zodat ik in de
frisse voorjaarswind op verhaal kon komen. Dit ver
haal. Het gaat door noodzaak gedwongen over de
gal des geestes die bleef na een bezoek aan de hal des
vleesches. Want. ik ben nog maar eens teruggegaan en
tot de conclusie gekomen dat er iets heel mis dreigt te
gaan met die Vleeshal.
Eerst een klein beetje geschiedenis. Zo'n vijftien jaar
geleden wijkt museumdirecteur Piet van Daalen voor
zijn grotere tentoonstellingen uit naar de Vleeshal, die
tot dan toe niet veel anders dan de met zorg omringde
produktcn van 'Fokkersvreugd' een dak heeft bereid.
Hij sluit met zijn korte serie aan bij de ontwikke
lingen in de eigentijdse kunst zoals zich die in Neder
land en het wijde buitenland voltrekken.
Het duurt zoals gezegd (te) kort. Nadien mag
ledigheid de Hal beheersen, een rust die enigszins
verstoord wordt door het optreden van alwe'er een
nieuw beleid dat lijkt te steunen op de koortsige
krachten van de Venloitis. Het heeft er lange tijd alle
schijn (en blijk) van dat de Vleeshal een vennootschap
onder firma is aangegaan met een Van Bommel en
tenminste één Van Dam. Wierook Tranen dus. maar
alles is eindig, in vernieuwing schuilt kracht en Middel
burg kiest opnieuw voor een nieuw beleid.
De blik is weer op de wereld gericht en de Vleeshal
haalt iets van 's werelds wel en wee naar zich toe. Het
mag. naar pijnlijk blijkt, slechts enkele jaren duren.
Want, wie nu 1983 een entreekaartje van de rol der
openbare vermaken laat scheuren, moet vaststellen dat
enig gebrek aan beleid tot een nieuw beleid dreigt te
voeren.
Ik heb sedert het in alle soberheid verlopen afscheid
van Verstraeten in diezelfde Vleeshal nog geen Data in
de Kunst mogen noteren. Wél heb ik aangetekend dat
het toekennen van de Zeeuwse aanmoedigingsprijs aan
William Verstraeten een nogal direct uitgesproken
waardering voor diens Vleeshalbeleid inhield. Terecht:
Zijn keuzepohtrek bracht wat beweging in het stroeve
machien en er was vrij plotseling weer zoveel
aanbod-uit-de-eerste-hand, dat het ten leste nog nau
welijks verbazen kon dat men op internationale mani
festaties uk reken Kassei meel als nieuw gepresenteer
de zaken tegenkwam waar men in Middelburg al in had
kunnen delen. Er was met wat andere woorden een
duidelijke keuze voor de kern De Vleeshal liet In de
meeste gevallen de buitenschillen liggen.
Dat dreigt nu. men kan dat niet vroeg genoeg
melden, allemaal wat anders te worden en dat is,
juist nu. erg jammer.
De ervaring leert dat in elke tijd van financieel-
economische teruggang de roep om méér en vooral
veilige kneuterigheid in de socio-culturele sectoren
aanzwelt.
Men dient die roep te weerstaan en indien men aan
het wezen dreigt te raken terug te krijsen.
Een vorm van beleid die de buitenkant boven de kern
stelt, heeft al een pact met de kneuters gesloten.
Tot welke vertoningen dat kan leiden wordt duidelijk
op de galstenen mobiliserende manifestatie die thans
met de Vleeshal en haar publiek mag spotten. In plaats
van aansluiting met wat er vandaag de dag mondiaal,
voor mijn part in Europa, aan de hand is moet men het
stellen met de achterhoede van Meijerij Zaligheden.
Voor ons treedt op de expositievereniging 'Ons Palet,
Waalre e.o.' en dat moet helaas betekenen dat op de
plaats waar men kern-explosies verwacht, slechts rook-
pluimpjes van een nabrander waargenomen kunnen
worden.
Nu weet ik best dat de geografie er niet toe hoeft te
doen, maar men ontkomt moeilijk aan dat soort
plaatsbepalingen als blijkt dat men zonder aanwijs
bare redenen, zelfs niet om eens 'grappig' of fakerig te
zijn de kale zandgronden afstroopt om met een
handjevol narigheid thuis te komen. Waarom deze
zoveelste garnituur? Waarom niet als het toch over
het Nieuwe en Eeuwige Schilderen moet gaan
meteen de kern gepakt? Neen, de Vleeshal laat de
schetterfanfare voorbijtrekken en stelt zich tevreden
met de nagalm, waarschijnlijk in de verwachting dat
men daar als alles meezit toch wel horendol van
wordt.
De Vleeshal schildert mee met Hans de Wit. Thomas
van der Linden en Jacques van Erven, smeert mee.
kleurt, klontert en koestert viezige dotjes.
Een trio met begeleiding derhalve, een drietal binnen
het bewegen van Het Grote Schilderen.
Wat zegt de kataloog? De kataloog zegt dat het hier
gaat om een tentoonstelling van een keuze uit het werk
van een drietal schilders van gelijke leeftijd en met
dezelfde vakopleiding. Dat is een aardige verantwoor
ding. De kataloog zegt ook nog dat het werk voor zich
spreekt Ik hoor niets, babbel noch geruis en ik acht mij
horende doof noch ziende blind.
Zo zie ik bijvoorbeeld best dat we we'er midden in de
Slag om de Verfemmer zitten, dat de momentele
expressie het moet winnen van het werkproces, dat
Denken het moet afleggen tegen Emotie, dat getheore
tiseer en gemimmaiiseer mooi buiten het beeldresul
taat zijn gehouden
Zo versta ik ook best de vraag om vergelijkingen met
allerlei vormen van expressionisme en zo zie ik boven
dien dat ik dit alles al lang eerder heb gezien. Iedere
beweging, elke Welle heeft krachten in de kem. Wat er
rond zit en zweeft, mééloopt en in de luwte van het
kielzog vaart, kan en mag men vergeten.
De Middelburgse Vleeshal die gebaat bleek bij authen
ticiteit, móet die rand zelfs vergeten. Men struikelt er te
gauw over, komt ongelukkig terecht en moet rekening
houden met een moeizaam herstel.
Dat is zo'n barre tentoonstelling niet waard, ook al gaat
het dan om de werken van jongelingen van gelijke
leeftijd en met dezelfde vakopleiding.
"(Door Hans Amesz)
Heinrich Böll (65), de Westdujtse
schrijver en winnaar van de No
belprijs voor literatuur, verschijnt
niet meer zo vaak in de openbaarheid.
Zijn gezondheidstoestand laat dat
niet toe. In de Bondsrepubiek is Böll
niet alleen bekend als auteur', maar
ook als criticus van vele maatschap
pelijke ontwikkelingen in het naooor-
logse Duitsland. Voor de Bondsdag
verkiezingen van 6 maart deed hij
tijdens een persconferentie in Bonn
een beroep op de kiezers om de Groe
nen te steunen.
Onlangs was Heinrich Böll in Heerlen,
waar gedurende twee dagen werk van
hem werd opgevoerd in de schouw
burg. Daar sprak hij ook een uur lang
met de pers Böll zei dat hij al twee jaar
lang aan „een grotere zaak" werkt en
dat dat nog drie jaar duurt, Op dit
moment weet hij nog niet „wat daar
uitkomt". „Het kan zijn dat ik nog een
keer een theaterstuk schrijf, maar ik
houd meer van proza", aldus Heinrich
Böll.
„Het jaar 1945 was een nieuw begin
voor heel Europa, op elk gebied. De
grote moeilijkheid was toen om in een
taal te schrijven die toch meer of
minder gecorrumpeerd was. Propagan
da vernietigt een taal zeer snel en wij
hadden vele jaren van massieve propa
ganda achter ons. In het toenmalige
Duitsland waren nauwelijks schrijvers
waaraan men zich kon oriënteren.
Twaalf jaar lang überhaupt geen aan
sluiting aan de wereldliteratuur. In
zoverre was het begin geheel nieuw en
zeer moeilijk. Ook om praktische rede
nen was het moeilijk, omdat natuurlijk
geen mens in Duitsland, geen uitgever
geloofde dat er nog een keer Duitse
auteurs zouden zijn".
Groenen
Heinrich Böll is altijd een van de
meest politiek geengageerde schrij
vers in West-Duitsland geweest. In
1972 deed hij. samen met onder andere
zijn collega's Gilenther Grass en Sieg
fried Lenz mee aan de sociaal
democratische Waehlerinitiative. een
groep intellectuelen die zich inzette
voor de herverkiezing van Willy
Brandt als bondskanselier. Böll
schreef ook kritisch over de terroris-
tenhvsterie die in verband met Baader
Meinhof in West-Duitsland de kop
opstak. Dat leverde hem de woede, ja
haat op van vele rechts politici. Hem
werd zelfs onbeschaamd verweten
„symphatisant" van de Rote Armee
Fraktion te zijn. In die tijd heeft hij er
wel eens over nagedacht Duitsland
voorgoed te verlaten. Böll is nu aan
hanger van de Groenen geworden.
„Ik heb een pleidooi voor de Groenen
gehouden, omdat het de enige partij is
die zonder meer de stationering van
nuddellange-afstandsrakettenafwijst.
Duitsland is nu al het met atoomwa
pens dichtst bezette land ter wereld.
We hebben er wel genoeg ln de Bonds
republiek En omdat de Groenen hier
geen compromis kennen en misschien
een zekere werking, ook parlementair,
op dit punt kunnen hebben, heb ik mij
voor ze ingezet. Bovendien geloof ik
ook niet in economische groei door
investeringen Dat is natuurlijk een
voudig te zeggen, maar niemand weet
het. dus laten we maar afwachten
„En dan wil ik nog zeggen dat de
manier waarop ons land op de Groenen
reageert een ten hemel schreiende aan
matiging is. Alsof er geestesgestoorden
aankomen Het zijn volwassen mensen,
die hun eigen overtuiging hebben, die
ze ook kunnen uitdrukken, vaak zelfs
wat overspannen. Maar dat is mij dan
liever dan de vastgevreten, zwarte ze
kerheid waarmee de anderen alles
maar op zijn beloop laten. En dan die
idiote discussie over kleding. Of ze een
das moeten dragen, of spijkerbroeken
verboden dienen te worden in het
parlement. Dat is toch te gek om los te
lopen".
Raketten
Over de gevolgen van de politieke
machtswisseling in de Bondsrepubliek,
waar nu de CDU er Helmut Kohl in
plaats van de SPD'er Hélmut Schmidt
als bondskanselier de richtlijnen van
de politiek bepaalt izo staat het in de
Grondwet), zei Heinrich Boll dat hl)
niet voor zichzelf maar misschien voor
anderen bang is. Wat zouden de gevol
gen van de ommekeer' kunnen zijn?
Een ommekeer die raketten brengt en
oorlog Ik hoop dat mijn angst onge
grond is. In ieder geval zullen er grote
demonstraties komen, van de omvang
van die in Bonn in oktober 1981 (meer
dan 300 000 mensen). En de nieuwe
coalitiepartijen hebben al afgesproken
dat het demonstratierecht verscherpt
wordt. Dat kan heel onaangenaam
worden. Namelijk voor de demonstran
ten en voor die arme. ik moet inder
daad zeggen die arme. politieagenten
die dat moeten doorstaan
En de gevolgen voor het geestelijk
klimaat in Duitsland* Een politicus
als Franz Josef Strauss heeft over
bepaalde schrijvers gesproken als
„ratten en strontvliegen". Wordt dat
soort uitlatingen, nu Strauss' politie
ke vrienden aan dc macht zijn. moge
lijkerwijs omgangstaal met kritische
intellectuelen?
„Ik weet het niet. Ik hoop dat deze
manier van polemiseren met opduikt,
en als dat wel het geval is. ze in ieder
geval niet serieus wordt genomen.
Maar er is een conservatieve werking te
bespeuren, ook in de media Als er al
niet bewijsbare geluiden van aanpas
sing zijn. dan minstens tussentonen.
En omdat een schrijver, een intellectu
eel. de media nodig heeft om zich uit te
drukken ook de regionale krant
wordt daar mede beslist of beperkin
gen plaatsvinden Ik geloof niet dat die
Strauss-geschiedenis zich zal herhalen.
Dat was een ontsporing, geen tijdbom,
maar een ontsporing. En de heer Kohl
is, daar zou ik de nadruk op willen
leggen, niet van deze soort. Kohl is
sterker uit de coalitieonderhandelin
gen gekomen dan men geloofd had. Hij
zal dat soort zaken zeker niet dulden
en al helemaal niet provoceren".
„Hel zal een bittere strijd worden, een
belangenstrijd van een harde soort.
Maar zeker door de aanwezigheid van
de Groenen in het parlement zijn er
binnen de democratie aanwijzingen
dat deze menselijke utopie mogelijk
wordt en politiek vertegenwoordigd
ïs. Dat is een begin".