Den Haag geeft eer aan Van Doesburg Heinrich Böll voorziet bittere dagen Golf van activiteiten rond Hugo de Groot VLEESGAL EXPOSITIE: GROOTS MAAR LAAT PZC/ kunst/cultuur TENTOONSTELLINGEN andré oosthoek VRIJDAG 8 APRIL 1983 11 Het Haags Gemeentemuseum toont tot 18 juli een deel van de nalatenschap van de honderd jaar geleden geboren schilder-architect-schrijver Theo van Doesburg. Na ruim vijf jaar oponthoud in Frankrijk, zijn de voorwerpen en documenten twee jaar geleden in ons land gearriveerd. Hoewel het geen overzichtstentoonstelling is geworden, gunt de expositie de belangstellenden een kijkje op het leven van Van Doesburg en zijn vrouw, de pianiste Nelly van Moorsel, die 44 jaar na hem overleed. Haar nicht Wies van Moorsel heeft de nalatenschap aan de Staat der Nederlanden geschonken. In het Haags Museum is voor het eerst een uitgebreide keus uit de belangrijke schenking te zien. Ze omvat 73 meren deels vroege schilderijen, rond duizend tekeningen, een reusachtige hoeveel heid schetsboeken, losse krabbels, ont werpen, documenten, foto's en andere archivalia. De keus werd gemaakt in samenwerking met Evert van Straaten van de Dienst Verspreide Rijkscollec ties die de nalatenschap beheert. Hij schreef ook het begeleidende boek „Theo van Doesburg, 1883-1931, een documentaire op basis van het mate- naal uit de schenking". Schrijver maakt duidelijk dat de tentoonstelling het denkproces betreft dat aan de werken van Van Doesburg als beel dend kunstenaar is voorafgegaan. Dat kan mede omdat Van Doesburg sterk het gevoel had een belangrijk kunste naar te zyn. De geexposeerde werken geven een uitstekend inzicht in de werkmethoden en uiteenlopende werk terreinen. De activiteiten van Van Doesburg als architect komen in het Haags Gemeen temuseum op een aparte expositie tot hun recht. Ze nemen een centrale plaats in op „De nieuwe beelding in de architectuur van De Stijl".xHet meest omvangrijke architectonische project dat ook is uitgevoerd, was de verbou wing van een achttiende eeuws restau rant in Straatsburg, de Aubette. Aan de ontwerpen hiervoor is in het mu seum een aparte zaal gewijd. Theo van Doesburg werd geboren als Christian Emil Marie Kupper, nam de naam van zijn stiefvader aan en ging naar de toneelschool, ofschoon hij liever schilder wilde worden. Hierin ligt de aanleiding dat hij op zijn achttiende jaar het ouderlijk huis ver liet. Als autodidact ontwikkelde hij rich op veel terreinen. In 1917 richtte hij het tijdschrift De Stijl op. Tot dat tijdstip concentreerde hij zich op de Hollandse 17de eeuw. expenmenteerde hij in de geest van het impressionisme en fauvisme, oriënteer de zich op Kandinsky en ontdekte hij Cézanne en het kubisme. Hij onder scheidde in zijn vroege werk drie perio den de bruine of academische van '02 - '09, de blauwe tot '13 en een witte tot '17, Kenmerkend voor De Stijl-periode is het terugdringen van realistische voor stellingen tot kleur, vlak en lijn om zich geleidelijk te beperken tot horizontale en verticale lijnen. Na 1920 zijn de composities van vlak, lijn en kleur zonder verwijzingen naar de zichtbare wereld. Tot de medewerkers van het eerste uur aan De Stijl behoorden Piet Mon driaan, Bart van der Leek, Antony Kok, J. J. P. Oud. Gino Serini, Vilmos Huszar, Georges Vantongerloo, Robert van 't Hoff en Jan Wils. Met de dood Van Doesburg houdt het blad op te bestaan. Het laatste nummer verzorg de Nelly een jaar na de dood van haar echtgenoot, aan wie dit nummer was gewijd In zijn strijd legen het oude en voor het nieuwe wereldbeeld gebruikte Van Doesburg ook dadaistische me thoden. Hij opereerde dan als de expe rimenteel en revolutionair dichter- schrïjver I. K. Bonset en als de anti- filosofische Italiaanse auteur Aldo Ca- mini. Hoogtepunt en besluit van het dada-gebeuren in Holland was in 1923 de veldtocht van Kurt Schwitters, Vilmos Huszar en de Van Doesburgs. Film bekroond - De Nederlandse documentaire 'De Berg' van Gerrard Verhagen is tijdens het festival 'Ciné ma de Reél' in Parijs onderscheiden met de 'Prix des Bibliotheques'. Behal ve een bedrag van 15 000 fracs is aan deze prijs een gegarandeerde distribu tie op video in het bibliotheekcircuit verbonden De Stijl kreeg in hetzelfde jaar een tentoonstelling in de Parijse galerie L'Effort Moderne. Daarna toonde Van Doesburg 'De nieuwe beelding', resul taten van de samenwerking met de architect Comelis van Eesteren. In zijn werk ontwikkelde hij het elementaris- me, dat uitkomt bij de contra compositie. Een van de belangrijkste voorbeelden hiervan behoort tot de vaste opstelling van het Haags Ge- meentemueum. Op de afzonderlijke expositie over architectuur vormt een diaprogramma "Alle bouwen is geen beelden. Van Doesburg ontdekt de architectuur", samengesteld door Frank den Oudsten, de hoofdmoot. Tot de schenking behoort ook het huis dat Theo van Doesburg. De Kaartspeler, 1916-1917. Van Doesburg in Meudon (bij Parijs) bouwde Ruim een halve eeuw na zijn dood krijgt het de bedoelde bestem ming: een studiecentrum voor kunste naars of studenten beeldende kunst of muziek. Concreet Hij ontwikkelde er op het einde van zijn korte leven een nieuwe variant van de nieuwe bedding: concrete kunst. In deze kunstvorm wordt elke subjectieve ingreep van de kunste naar tol een minimum beperkt. Het is bij experimentele aanzetten gebleven, die evenwel nog niet aan betekenis hebben ingeboet. In de nabije toekomst verschijnt de wetenschappelijke catalogus van de Schenking Van Moorsel. Het is de bedoeling dat de nalatenschap een openbare, toegankelijke bestemming krijgt. In dit verband is de daarvoor in aanmerking komende musea, archie ven en bibliotheken verzocht bruikle nen aan te vragen Daartoe is een verdeelcommissie ingesteld bij de Dienst Verspreide Rijkscollecties. Met de komst van de nalatenschap naar ons land leeft de belangstelling voor Van Doesburg en zijn werk op. Dit blijkt ook uit de verschijning in april van drie boeken over of met werk van de kunstenaar. Prof. dr. Hans Jaffé heeft de uitvoering geïllu streerde monografie 'Theo van Does burg', een analyse van Van Doesburg als kunstenar. verzorgd. In „de Nieu we beweging in de schilderkunst" zijn de meest baanbrekende beschouwin gen gebundeld die Theo van Doesburg schreef over het ontstaan van de mo derne kunst. 'Het andere gezicht van I. K. Bonset' is de eerste uitgave in boekvorm van de feuilletons die I. K. Bonset en Aldo Camini publiceerden in De Stijl. Iedereen die zich met het recht of theologie bezighoudt, komt hem tegen. Met Erasmus en Rembrandt behoort Hugo de Groot ofwel Grotius tot de 6'einige Nederlanders die internationaal beroemd zijn geworden. Vooral in Amerika, Duitsland, Frankrijk en Zweden is zijn aanzien groot". Het hoofd van het Grotius Instituut te Den Haag, H. J. M. Nellen, zegt dit aan de vooravond van een congres in Rotterdam over leven en werk van Hugo de Groot. Vierhonderd jaar geleden, op 10 april 1583, werd De Groot in Delft geboren. Voor het Grotius Instituut was dit aanleiding een congres te wijden aan de beroemde landgenoot van wie iedereen weet dat hij met behulp van een boekenkist wist te ontsnappen uit Slot Loevestein, waar hij eigenlijk levens lange gevangenisstraf had moeten uitzitten. in twaalf lezingen behalve de levens loop van De Groot zijn juridische, theologische, literaire en staatkundi ge werken helicht. Nellen stelt in zijn lezing de historische studies van De Groot aan de orde. Ook op andere plaatsen wordt aan dacht besteed aan Hugo de Groot. In Delft is voor morgen zaterdag in de Nieuwe Kerk een herdenkingsvie ring georganiseerd, die wordt bijge woond door prinses Juliana. In het Delftse Museum Het Prinsenhof is tot half juni een overzichtstentoonstelling ingericht. In Amsterdam. Den Haag, Nijmegen en Maastricht worden sym posia gehouden waarop een bepaald aspect van De Groots werk wordt belicht Ook internationaal wordt De Groot herdacht. In Parijs, het Oost- duitse Rostock en in Amerika zijn er manifestaties „Een ware vloedgolf van activiteiten", zegt Nellen Het Grotius Instituut dat sinds 1966 onderzoek doet naar De Groot en dat zijn briefwis seling en dichtwerken uitgeeft, stuit nog regelmatig op brieven. Tot nu toe gaf het Instituut 8.000 brieven uit. Nellen denkt dat De Groot in het totaal 13.000 brieven moet hebben geschre ven Jaarlijks komen er nieuwe brieven boven water. Vaak is er moeilijk aan te komen Overal in Europa duiken ze op. Soms zijn ze moeilijk te ontcijferen, zegt hij. Op het congres in Rotterddam worden Hugo de Groot ging op elfjarige leeftijd studeren aan de universiteit van Lei den. Zijn eerste publicaties, gedichten, dateren van 1595. In 1601 verscheen zijn treurspel 'Adam in ballingschap' De Staten van Holland gaven hem opdracht de geschiedenis te schrijven van de opstand tegen Spanje De Groot had het liefst, zijn leven aan de studie gewijd, maar op verzoek van zijn vader werd hij in december 1599 advocaat in Den Haag. In 1607 werd hij benoemd tot advocaat fiscaal (openbaar aanklager) van het hof van Holland. Zeeland en West- Friesland. Nauw betrokken bij het be stuur van het land werd hij in 1613. toen hij werd benoemd tot pensionaris van Rotterdam. Door dit ambt raakte hij betrokken by de godsdienstig- politieke twisten tussen de remon stranten i waartoe de meeste regerings personen en ook De Groot gerekend worden) en de contra-remonstranten. Toen prins Maurits de zijde van de contra-remonstranten koos, was de zaak voor de regeringspartij verloren. In augustus 1618 werd De Groot met Van Oldenbarnevelt gevangen geno men, waarmee aan zijn Nederlandse loopbaan een einde kwam Hij kreeg levenslange gevangenisstraf uit te zit ten in Slot Loevestein. Daar schreef hij het boek Inleiding tot de Hollandsche Rechtsgeleertheyd In maart 1621 wist hij te ontsnappen. Via Gorcum en Antwerpen belandde hij in Parijs waar hij gastvrij werd onthaald. Daar schreef hij De jure belli ac Pacis (over het recht van oorlog en vrede). Andere bekende werken van de natuurrechts geleerde De Groot zijn 'De mare libe- rum', 'Verantwoording of apologie' en commentaren op de bijbelboeken Na een kort verblijf in Holland. Frederik Hendrik was De Groot gunstiger ge zind dan Maunts, werd hij door de Zweedse koning tot ambassadeur van dit land in Parijs benoemd Tien jaar was hij ambassadeur. Op een zeereis van Stockholm naar het Duitse Lubeck liep het schip aan de grond De Groot wist zwemmend het land te bereiken en na een vermoeien de tocht kwam hij op 12 augustus 1645 te Rostock aan, waar hij twee dagen later overleed. Zijn stoffelijk overschot werd overgebracht naar Delft, waar hij in de Nieuwe Kerk werd begraven. Volgens Nellen is De Groot gebukt gegaan onder het leven in balling schap. dat blijkt uit zijn werken. „De Groot heeft de verzoening van de kerken gepredikt maar dat werd afge wezen. Hij werd verguisd". Tekeningen: boven, Thomas van der Linden, zonder titel, 1983; onder, Jacques van Erven, zonder titel, 1982. Schilderij: boven, Thomas van der Linden, 'Neergeklapt Muziekstuk'. Vaar n mijn lief, vaar den Dommel mee op! Enkele jaren geleden ik was nog zeer jong gaf ik aan die oproep gehoor en het heugt me. Onder de rook van Eindhoven, een weinig opbeurende stapeling van hurkhuisjes rond tabaksdrogerijen en de ateliers der Philips Sport Vereniging, werd ik getroffen door een galaanval en dat met zulk een kracht dat ik een wijle vreesde van de Steenen gesneden te moeten worden. Sedertdien ben ik er niet meer toe te bewegen het begrip Acht Zaligheden in letterlijke zin uit te leggen. Iets soortgelijks overkwam mij enige dagen geleden bij het betreden van de Middelburgse Vleeshal, waarheen ik was gelokt met de mededeling dat er zowel jonge als beloftevolle 'Eindhovense kunst' te zien was. Gal. Gelukkig bleek een zowel jeugdige als beloftevol sterke arm bereid mij buitenwaarts te geleiden zodat ik in de frisse voorjaarswind op verhaal kon komen. Dit ver haal. Het gaat door noodzaak gedwongen over de gal des geestes die bleef na een bezoek aan de hal des vleesches. Want. ik ben nog maar eens teruggegaan en tot de conclusie gekomen dat er iets heel mis dreigt te gaan met die Vleeshal. Eerst een klein beetje geschiedenis. Zo'n vijftien jaar geleden wijkt museumdirecteur Piet van Daalen voor zijn grotere tentoonstellingen uit naar de Vleeshal, die tot dan toe niet veel anders dan de met zorg omringde produktcn van 'Fokkersvreugd' een dak heeft bereid. Hij sluit met zijn korte serie aan bij de ontwikke lingen in de eigentijdse kunst zoals zich die in Neder land en het wijde buitenland voltrekken. Het duurt zoals gezegd (te) kort. Nadien mag ledigheid de Hal beheersen, een rust die enigszins verstoord wordt door het optreden van alwe'er een nieuw beleid dat lijkt te steunen op de koortsige krachten van de Venloitis. Het heeft er lange tijd alle schijn (en blijk) van dat de Vleeshal een vennootschap onder firma is aangegaan met een Van Bommel en tenminste één Van Dam. Wierook Tranen dus. maar alles is eindig, in vernieuwing schuilt kracht en Middel burg kiest opnieuw voor een nieuw beleid. De blik is weer op de wereld gericht en de Vleeshal haalt iets van 's werelds wel en wee naar zich toe. Het mag. naar pijnlijk blijkt, slechts enkele jaren duren. Want, wie nu 1983 een entreekaartje van de rol der openbare vermaken laat scheuren, moet vaststellen dat enig gebrek aan beleid tot een nieuw beleid dreigt te voeren. Ik heb sedert het in alle soberheid verlopen afscheid van Verstraeten in diezelfde Vleeshal nog geen Data in de Kunst mogen noteren. Wél heb ik aangetekend dat het toekennen van de Zeeuwse aanmoedigingsprijs aan William Verstraeten een nogal direct uitgesproken waardering voor diens Vleeshalbeleid inhield. Terecht: Zijn keuzepohtrek bracht wat beweging in het stroeve machien en er was vrij plotseling weer zoveel aanbod-uit-de-eerste-hand, dat het ten leste nog nau welijks verbazen kon dat men op internationale mani festaties uk reken Kassei meel als nieuw gepresenteer de zaken tegenkwam waar men in Middelburg al in had kunnen delen. Er was met wat andere woorden een duidelijke keuze voor de kern De Vleeshal liet In de meeste gevallen de buitenschillen liggen. Dat dreigt nu. men kan dat niet vroeg genoeg melden, allemaal wat anders te worden en dat is, juist nu. erg jammer. De ervaring leert dat in elke tijd van financieel- economische teruggang de roep om méér en vooral veilige kneuterigheid in de socio-culturele sectoren aanzwelt. Men dient die roep te weerstaan en indien men aan het wezen dreigt te raken terug te krijsen. Een vorm van beleid die de buitenkant boven de kern stelt, heeft al een pact met de kneuters gesloten. Tot welke vertoningen dat kan leiden wordt duidelijk op de galstenen mobiliserende manifestatie die thans met de Vleeshal en haar publiek mag spotten. In plaats van aansluiting met wat er vandaag de dag mondiaal, voor mijn part in Europa, aan de hand is moet men het stellen met de achterhoede van Meijerij Zaligheden. Voor ons treedt op de expositievereniging 'Ons Palet, Waalre e.o.' en dat moet helaas betekenen dat op de plaats waar men kern-explosies verwacht, slechts rook- pluimpjes van een nabrander waargenomen kunnen worden. Nu weet ik best dat de geografie er niet toe hoeft te doen, maar men ontkomt moeilijk aan dat soort plaatsbepalingen als blijkt dat men zonder aanwijs bare redenen, zelfs niet om eens 'grappig' of fakerig te zijn de kale zandgronden afstroopt om met een handjevol narigheid thuis te komen. Waarom deze zoveelste garnituur? Waarom niet als het toch over het Nieuwe en Eeuwige Schilderen moet gaan meteen de kern gepakt? Neen, de Vleeshal laat de schetterfanfare voorbijtrekken en stelt zich tevreden met de nagalm, waarschijnlijk in de verwachting dat men daar als alles meezit toch wel horendol van wordt. De Vleeshal schildert mee met Hans de Wit. Thomas van der Linden en Jacques van Erven, smeert mee. kleurt, klontert en koestert viezige dotjes. Een trio met begeleiding derhalve, een drietal binnen het bewegen van Het Grote Schilderen. Wat zegt de kataloog? De kataloog zegt dat het hier gaat om een tentoonstelling van een keuze uit het werk van een drietal schilders van gelijke leeftijd en met dezelfde vakopleiding. Dat is een aardige verantwoor ding. De kataloog zegt ook nog dat het werk voor zich spreekt Ik hoor niets, babbel noch geruis en ik acht mij horende doof noch ziende blind. Zo zie ik bijvoorbeeld best dat we we'er midden in de Slag om de Verfemmer zitten, dat de momentele expressie het moet winnen van het werkproces, dat Denken het moet afleggen tegen Emotie, dat getheore tiseer en gemimmaiiseer mooi buiten het beeldresul taat zijn gehouden Zo versta ik ook best de vraag om vergelijkingen met allerlei vormen van expressionisme en zo zie ik boven dien dat ik dit alles al lang eerder heb gezien. Iedere beweging, elke Welle heeft krachten in de kem. Wat er rond zit en zweeft, mééloopt en in de luwte van het kielzog vaart, kan en mag men vergeten. De Middelburgse Vleeshal die gebaat bleek bij authen ticiteit, móet die rand zelfs vergeten. Men struikelt er te gauw over, komt ongelukkig terecht en moet rekening houden met een moeizaam herstel. Dat is zo'n barre tentoonstelling niet waard, ook al gaat het dan om de werken van jongelingen van gelijke leeftijd en met dezelfde vakopleiding. "(Door Hans Amesz) Heinrich Böll (65), de Westdujtse schrijver en winnaar van de No belprijs voor literatuur, verschijnt niet meer zo vaak in de openbaarheid. Zijn gezondheidstoestand laat dat niet toe. In de Bondsrepubiek is Böll niet alleen bekend als auteur', maar ook als criticus van vele maatschap pelijke ontwikkelingen in het naooor- logse Duitsland. Voor de Bondsdag verkiezingen van 6 maart deed hij tijdens een persconferentie in Bonn een beroep op de kiezers om de Groe nen te steunen. Onlangs was Heinrich Böll in Heerlen, waar gedurende twee dagen werk van hem werd opgevoerd in de schouw burg. Daar sprak hij ook een uur lang met de pers Böll zei dat hij al twee jaar lang aan „een grotere zaak" werkt en dat dat nog drie jaar duurt, Op dit moment weet hij nog niet „wat daar uitkomt". „Het kan zijn dat ik nog een keer een theaterstuk schrijf, maar ik houd meer van proza", aldus Heinrich Böll. „Het jaar 1945 was een nieuw begin voor heel Europa, op elk gebied. De grote moeilijkheid was toen om in een taal te schrijven die toch meer of minder gecorrumpeerd was. Propagan da vernietigt een taal zeer snel en wij hadden vele jaren van massieve propa ganda achter ons. In het toenmalige Duitsland waren nauwelijks schrijvers waaraan men zich kon oriënteren. Twaalf jaar lang überhaupt geen aan sluiting aan de wereldliteratuur. In zoverre was het begin geheel nieuw en zeer moeilijk. Ook om praktische rede nen was het moeilijk, omdat natuurlijk geen mens in Duitsland, geen uitgever geloofde dat er nog een keer Duitse auteurs zouden zijn". Groenen Heinrich Böll is altijd een van de meest politiek geengageerde schrij vers in West-Duitsland geweest. In 1972 deed hij. samen met onder andere zijn collega's Gilenther Grass en Sieg fried Lenz mee aan de sociaal democratische Waehlerinitiative. een groep intellectuelen die zich inzette voor de herverkiezing van Willy Brandt als bondskanselier. Böll schreef ook kritisch over de terroris- tenhvsterie die in verband met Baader Meinhof in West-Duitsland de kop opstak. Dat leverde hem de woede, ja haat op van vele rechts politici. Hem werd zelfs onbeschaamd verweten „symphatisant" van de Rote Armee Fraktion te zijn. In die tijd heeft hij er wel eens over nagedacht Duitsland voorgoed te verlaten. Böll is nu aan hanger van de Groenen geworden. „Ik heb een pleidooi voor de Groenen gehouden, omdat het de enige partij is die zonder meer de stationering van nuddellange-afstandsrakettenafwijst. Duitsland is nu al het met atoomwa pens dichtst bezette land ter wereld. We hebben er wel genoeg ln de Bonds republiek En omdat de Groenen hier geen compromis kennen en misschien een zekere werking, ook parlementair, op dit punt kunnen hebben, heb ik mij voor ze ingezet. Bovendien geloof ik ook niet in economische groei door investeringen Dat is natuurlijk een voudig te zeggen, maar niemand weet het. dus laten we maar afwachten „En dan wil ik nog zeggen dat de manier waarop ons land op de Groenen reageert een ten hemel schreiende aan matiging is. Alsof er geestesgestoorden aankomen Het zijn volwassen mensen, die hun eigen overtuiging hebben, die ze ook kunnen uitdrukken, vaak zelfs wat overspannen. Maar dat is mij dan liever dan de vastgevreten, zwarte ze kerheid waarmee de anderen alles maar op zijn beloop laten. En dan die idiote discussie over kleding. Of ze een das moeten dragen, of spijkerbroeken verboden dienen te worden in het parlement. Dat is toch te gek om los te lopen". Raketten Over de gevolgen van de politieke machtswisseling in de Bondsrepubliek, waar nu de CDU er Helmut Kohl in plaats van de SPD'er Hélmut Schmidt als bondskanselier de richtlijnen van de politiek bepaalt izo staat het in de Grondwet), zei Heinrich Boll dat hl) niet voor zichzelf maar misschien voor anderen bang is. Wat zouden de gevol gen van de ommekeer' kunnen zijn? Een ommekeer die raketten brengt en oorlog Ik hoop dat mijn angst onge grond is. In ieder geval zullen er grote demonstraties komen, van de omvang van die in Bonn in oktober 1981 (meer dan 300 000 mensen). En de nieuwe coalitiepartijen hebben al afgesproken dat het demonstratierecht verscherpt wordt. Dat kan heel onaangenaam worden. Namelijk voor de demonstran ten en voor die arme. ik moet inder daad zeggen die arme. politieagenten die dat moeten doorstaan En de gevolgen voor het geestelijk klimaat in Duitsland* Een politicus als Franz Josef Strauss heeft over bepaalde schrijvers gesproken als „ratten en strontvliegen". Wordt dat soort uitlatingen, nu Strauss' politie ke vrienden aan dc macht zijn. moge lijkerwijs omgangstaal met kritische intellectuelen? „Ik weet het niet. Ik hoop dat deze manier van polemiseren met opduikt, en als dat wel het geval is. ze in ieder geval niet serieus wordt genomen. Maar er is een conservatieve werking te bespeuren, ook in de media Als er al niet bewijsbare geluiden van aanpas sing zijn. dan minstens tussentonen. En omdat een schrijver, een intellectu eel. de media nodig heeft om zich uit te drukken ook de regionale krant wordt daar mede beslist of beperkin gen plaatsvinden Ik geloof niet dat die Strauss-geschiedenis zich zal herhalen. Dat was een ontsporing, geen tijdbom, maar een ontsporing. En de heer Kohl is, daar zou ik de nadruk op willen leggen, niet van deze soort. Kohl is sterker uit de coalitieonderhandelin gen gekomen dan men geloofd had. Hij zal dat soort zaken zeker niet dulden en al helemaal niet provoceren". „Hel zal een bittere strijd worden, een belangenstrijd van een harde soort. Maar zeker door de aanwezigheid van de Groenen in het parlement zijn er binnen de democratie aanwijzingen dat deze menselijke utopie mogelijk wordt en politiek vertegenwoordigd ïs. Dat is een begin".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 11