Samen zijn
we sterker
Veilig
leven
mag
geld
kosten
Een strijdplan
tegen het water
De 'vijand' wordt
24 uur bespied
tuffel
H
Het blijft in de familie
DE BELEVENISSEN VAN KEES KRUL
STRIP
u*
_2J
Reacties
Vrijen
in
een
ander
dorp
Open-dicht
I ZATERDAG 26 MAART 1983
Enquête
De Krullebak vroeg op 12 scho
len door heel Zeeland wat klas 5
en 6 wisten van de Deltawerken.
En ook wat ze ervan vonden.
De helft van die kinderen kan er
een boel over vertellen. Dat er al
lang plannen waren om de dijken
op te hogen. Maar dat ze dat pas
deden toen die erge ramp kwam.
En ook dat het bij de Deltawer
ken om veel meer zeegaten, dij
ken en dammen gaat dan enkel
die afsluitbare doorlaatdam aan
het eind van de Oosterschelde.
Ze leggen precies uit hoe er op de
Neeltje Jans met matten, reuzen-
stenen en pijlers wordt gesleept.
De andere helft briefschrijvers
vertelt in veel kortere stukjes dat
men nu aan dijken en dammen
bezig is omdat niemand ooit
meer zo'n ramp wil. En wie lang
in het buitenland woonde weet
natuurlijk bijna niets.
Veel kinderen hebben over de
Deltawerken nagedacht. „Als het
klaar is hoef Je bij storm niet
meer bang te zijn, hoop ik", zeg
gen zij. „Na erg veel ruzie over de
planten, vissen en de vissers is
dit best een goede oplossing. En
met die halfopen en dichte "dam
men kom Je ergens vlugger dan
met een pont. Laat het maar heel
lang duren want als het af is zijn
er weer een heleboel werklozen
bij."
Behoorlijk wat kinderen vinden
dat het verschrikkelijk veel geld
kost. „Maar", zeggen ze toch,
„dat moet dan maar. Voor de
veiligheid van mens en dier is
niets te veel."
Ference Boom, Marjolien van de
Klooster. Edwin van de Zande en
Marjolein van Zeventer zijn het
daar helemaal mee eens.
Ze wonen in Burgh-Haamstede.
De Oosterschelde ligt dus vlak
voor hun deur
„We kijken echt uit naar de dag
dat de Oosterschelde eindelijk
dicht gaat. Mensen van buiten
Zeeland hebben geen idee van
het gevaar hier."
Marjolein gaat met haar vader
zelfs naar de dijk kijken als het
hard stormt. „Pas geleden was er
maar liefst 4 meter duin wegge
slagen," zegt ze.
Met Marjolein, Edwin, Marjolien
en Ference zijn we een middag
naar Neeltje Jans (het werkei-
land waar aan de pijlerdam ge
werkt wordt) geweest. Ze weten
er werkelijk alles van.
Dat bleek al meteen toen we met
de bus over de werkbrug naar het
eiland reden en de Jan Heymans
passeerden „Dat is een drijven
de asraltfabrlek die ook nog ge
bruikt wordt bij het storten van
steen," zeiden ze als uit één
mond.
Ze waren hoe kan het anders—
al eerder op de Neeltje Jans.
Vorig jaar, een open dag.
Van links naar rechts:
Marjolein, Edwin en Ference.
„Toen mochten we in de pijlers,"
zegt Marjolien. „Dat was pas la
chen. Die dingen zijn 40 meter
hoog. De mensen beneden waren
net mieren."
Deze keer rijden we er met de bus
langs. Het is een indrukwekkend
gezicht.
Edwin vindt dan ook dat leder
een die er nog niet geweest is,
gauw moet komen kijken. „Nu
kan het nog. Straks kun je er
alleen nog maar overheen rijden.
En dan heb je toch geen idee hoe
knap het allemaal in elkaar zit."
Ference snapt wel dat buitenlan
ders het heel bijzonder vinden
wat in de Oosterschelde gebeurt.
„Maar voor mij is toch het aller
belangrijkste dat we de natuur
kunnen behouden," zegt hij.
„Zeeland is een mooi land om te
wonen."
Drie weken na de watersnood
ramp van 1953 kreeg een groep
wetenschapsmensen van de mi
nister van Verkeer en Waterstaat
een belangrijke opdracht. De
Deltacommissie, zoals die groep
werd genoemd, moest een plan
ontwerpen om een overstroming
in de toekomst bijna onmogelijk
te maken.
In 1954 kwam de groep met een
aantal oplossingen. Pas in 1957
zou het Deltaplan door de Twee
de Kamer worden aangenomen
Het plan was niet helemaal
nieuw. Al vanaf de jaren'20 waren
mensen van Rijkswaterstaat,
specialisten op het gebied van
waterwerken, bezig geweest met
het ontwerpen van bruggen,
dammen, sluizen en stuwen. Het
was toen al duidelijk dat er iets
moest gebeuren met de onveilige
dijken.
Caissons
Ook bestonden er al plannen om
Noord- en Zuid-Beveland en Wal
cheren met elkaar te verbinden.
Na het bombardement op Wal-
cherse dijken in 1945 had men
voor het eerst caissons gebruikt
om de gaten te dichten.
Nog vóór 1953 maakte dr. Ir J.
van Veen een plan om de zeear-
men af te sluiten. Hij wordt wel
de vader van de Deltawerken
genoemd
Door al deze voorbereidingen
kon de commissie al snel een
kant en klaar plan op tafel leg
gen. Het werk zou ongeveer 25
jaar gaan duren, dacht men toen.
In 1978 moesten alle zeegaten
dicht zijn.
Plan
„We hebben nu een veel beter
waarschuwingssysteem dun in
1953. Maar dat er nooit meer een
ramp als toen zal plaatsvinden
wil ik niet zeggen."
Dat vertelt de heer Hoogstrate
die meteoroloog is bij de Weers-
dienst in Zierikzee Samen met
anderen maakt hl) weersver
wachtingen voor de Deltadienst.
Drie per dag. Er staat iets in over
windkracht, waterstandshoog
ten, zicht, golfhoogte en deining
op zee.
Met behulp van deze gegevens
beslist de Deltadienst of het weer
geschikt is om aan de Ooster-
scheldedam te werken. BIJ wind
kracht 9 bijvoorbeeld wordt er
In 1958 kon de stormvloedkering
in de Hollandse IJssel in gebruik
worden genomen. Daarna volg
den de Zandkreekdam (1960), de
Veerse Gatdam (1961), de Greve-
lingendam (1964). dammen en
bruggen bij het Hellegatsplein,
vlak bij Rotterdam (1967), de
Volkerakdam (1969), de Haring-
vlletdam (1970), de Brouwersdam
(1971).
Na veel heen en weer gepraat
besloot men in 1976 de Ooster
schelde gedeeltelijk af te sluiten
met een pijlerdam. die bij storm
gesloten kan worden.
Nu, in 1983, worden de matten
gelegd, die als ondergrond voor
de pijlers moeten dienen. Door
stormen en fouten bij het leggen
gaat dit werk langzamer dan de
bedoeling was.
Ook de hoge kosten worden een
probleem. De minister bekijkt op
dit moment of het werk aan de
Phllipsdam en de Oesterdam kan
worden vertraagd. Ook voor het
verhogen van de onveilige dijken
is er niet genoeg geld.
Vertraging betekent echter:
schade aan het milieu en.... on
veiligheid.
Het plan zag er zo uit:
1 Het afsluiten met dammen
van: Het Haringvliet, De Greve-
lingen, De Oosterschelde;
2. Het leggen van enkele kleinere
dammen: de Zandkreekdam, de
Grevellngendam, de Volkerak
dam, de Phllipsdam en de Oes
terdam
3 Eem stormvloedkering in de
Hollandse IJssel en de verhoging
van dijken langs de hele kust.
met de mattenlegger niet ge
werkt De golfmeters gaan dan
juist wel aan de slag. ZIJ willen
graag weten of de dijken bij zo'n
storm sterk genoeg zijn."
Meer stormen
Sommigen menen dat het de
laatste 25 jaar meer stormde dan
normaal is. Maar de heer Hoog
strate gelooft niet dat die mensen
gelijk hebben. En anders vindt
hy het toeval.
„Sinds 100 jaar meten we hoe
hoog de vloed komt Storm en
hoge vloed gaan altijd samen.
Van alle metingen maken we een
grafiek. Daarin is te zien hoe
vaak een waterstand van 'pak
■C'7.'"lUWBli" vr
weg' 2 80 meter is voorgekomen.
Met een eenvoudig sommetje
kun Je dan uitrekenen dat dat
gemiddeld 5 keer per jaar ge
beurt En 3 10 meter komt gemid
deld één keer per Jaar voor De
hoogste waterstand tot nu toe
hebben we gemeten op 1 februari
1953. Toen steeg het water tot
4.45 meter."
Voorspellen
De grafiek wordt ook gebruikt
om rampen te voorspellen. Inge
nieurs hebben uitgerekend dat
een vloed van 5.65 meter één keer
in de 10.000 Jaar voorkomt. Maar
of dal echt gebeurt en wanneer,
dat kunnen ze niet zeggen Zo'n
hoge waterstand is in werkelijk
heid nooit voorgekomen.
Toch moetje er wel rekening mee
houden vindt de heer Hoogstra
te. „We moeten voor goede dijken
en een goed waarschuwingssys
teem zorgen. Want als Je de gra
fiek mag geloven, komt een wa
terstand van 3.60 meter maar
eens in de 10 jaar voor. In de
afgelopen 22 Jaar hebben we daar
echter wel 6 keer boven gezeten."
In 1953 was er een verschrik
kelijk iets. de ramp. Grote
delen van Zeeland over
stroomde. Veel mensen en
dieren verdronken. Zo'n
ramp mocht nooit meer ge
beuren. Daarom maakte
men een plan, het zoge
naamde Deltaplan.
Wendy, Wilhelminadorp
Het eiland Tholen lag in
puin. Al de dijken moesten
vernieuwd en alles moest
weer rechtgezet. Je hoorde
overal huilende mensen. En
kinderen zag je zo vergaan.
J. H., Sint-Annaland
Ga maar eens naar die
werkeilanden. Het kost wel
wat maar het is de moeite
waard.
J. IJ., Sint-Annaland
Ik vind dat Nederland met
de Deltawerken het goede
voorbeeld geeft om iets te
gen overstromingen te doen.
Werner, Temeuzen
Toen ir. Lelij het Deltaplan
bedacht had hij vast niet
gedacht dat het zo uit de
hand zou kunnen lopen.
Gonnie, Temeuzen
Het dient volgens mij om
meer land te maken. Om op
te wonen en op te verbou
wen. Dan hoeven we niet zo
op een hoopje te zitten.
Marleen, Kortgene
Als het stormt zitten we nu
tenminste veilig, hoop ik.
Conny, Kortgene
Als er dichte caissons zou
den komen zou de Ooster
schelde zoet water krijgen.
Dan kwamen er steeds min
der vissen en op den duur
niet een meer.
Angela. Vrouwenpolder
Ik vind wel dat het duur is,
maar ja dat moet dan maar.
En er is weer een beetje
werk.
Marjo. Vrouwenpolder
De Westerschelde wordt
niet afgesloten omdat an
ders Antwerpen in gevaar is.
Sven, Wilhelminadorp
Ze proberen sterkere duinen
te krijgen. Maar dat lukt
niet erg omdat er konijnen
in leven die er holen in gra
ven.
Gepke, Wilhelminadorp
Ik vind die Deltahoogte een
goede beveiliging voor de
kustprovincies, vooral voor
Zeeland.
Marco, Veere
De ramp was nooit gebeurd
als de mensen meer tijd aan
de dijken hadden besteed.
Albert, Zoutelande.
Ze moeten gewoon door
gaan met de Deltawerken.
En niet steeds zeggen dat
het nu te duur is. Er was
toch ook geld voor die ande
re dammen? Nou dan!
Marièlle, Zierikzee
Vóór de ramp had men al
het plan om alle zeearmen af
te sluiten. Maar het kostte
zoveel geld, dus het gebeur
de niet. Maar na de ramp zei
men: „dit mag nooit meer
gebeuren".
Mariska, Zierikzee.
Het is volgens mij een heel
goed plan. Maar er is eerst
wel veel ruzie geweest.
Marièlle, Zierikzee
Als ze geen tweede overstro
ming willen moeten ze wel
opschieten.
Erwin, Zierikzee
Die Deltawerken vind ik
heel goed. Laten ze het geld
van de wapens er maar voor
gebruiken.
Martin, Retranchement
ZATERDAG 26 MAART 1983
Herindeling gemeenten
Niet in ieder dorp of stadje is een
gemeentehuis te vinden. En niet
iedere plaats in Zeeland heeft
een eigen burgemeester. Vroeger
was dat wel zo. Ieder dorp, hoe
klein ook, had een eigen gemeen
teraad, een eigen burgemeester
en een eigen gemeentehuis.
Maar het werd steeds moeilijker
een kleine gemeente goed te be
sturen. Vooral financieel kwa
men er problemen. Een dorp met
weinig inwoners heeft niet veel
geld om op te maken. Want ie
dere gemeente krijgt uit het ge
meentefonds van de regering
geld voor iedere inwoner. Hoe
groter de gemeente, hoe meer
geld dus.
Er kwam een plan om van een
paar kleine gemeenten één grote
te maken. Een plan om heel
Zeeland opnieuw in te delen in
grote gemeenten: de herindeling
van Zeeland.
Met het bekendmaken van de
plannen kwamen ook de proble
men. Die gemeente wilde beslist
niet samen met die. En weer een
andere gemeente wilde met nie
mand samen. Er volgden extra
gemeenteraadsvergaderingen,
protestacties en grote artikelen
in de krant.
Zo wilde, om een paar voorbeel
den te noemen, Kloetinge niet bij
Goes en Sluis niet bij Aarden
burg De gemeentesecretaris van
het kleine 's-Heer-Abtskerke (395
inwoners) zei dat ze zich tot de
laatste man zouden blijven ver
zetten. Het dorp wilde zelfstan
dig blijven.
Oorzaken
Maar de herindeling kwam er. Na
veel gepraat, gescrijf en geregel
werden de meeste gemeenten het
toch eens.
Schouwen-Duiveland was het
eerst aan de beurt. In 1961 was de
herindeling daar een feit. Van de
18 gemeenten bleven er nog 6
over. Daarna volgde, stap voor
stap, de rest van Zeeland. De
provincie is nu verdeeld in 30
gemeenten. Voor 1961 waren dat
er 101.
Souvenir.
De gemeenteraden moesten na
de herindeling hun werk beëindi
gen. En de burgemeesters traden
af. Iedere nieuwe gemeente koos
een nieuwe raad en kreeg een
nieuwe burgemeester.
In kranten uit die tijd is veel
terug te vinden over de afscheids-
vergaderingen van de gemeente
besturen. Zo ging het bestuur
Zeeland rond het jaar 1520
van Ritthem voor de laatste bij
eenkomst een dagje uit en kreeg
burgemeester P. Danielse de
ambtsketen als souvenir mee
naar huis.
Tijdens de laatste vergadering in
Meliskerke gaf de gemeenteraad
nog gauw toestemming voor be
tere verwarming in de lagere
school. De kinderen hadden
voortdurend koude voeten.
In de dorpjes is verder niets
veranderd, Ze hebben hun eigen
naam gehouden. Alleen staat op
het naambord aan de toegangs
weg van het dorp, de plaatsnaam
en de naam van de gemeente
waarbij het hoort.
Zo hoort Meliskerke nu bij Marie-
kerke. Als er een kind geboren ls
in Meliskerke. moet de vader het
aangeven in het gemeentehuis
van Mariekerke.
Zeeland is opnieuw Ingedeeld en
het zal wel niet de laatste keer
zijn. Er wordt nu al weer gepraat
over nieuwe indelingen, Maar dat
zal nog wel even duren.
Yerseke is misschien wel het be
roemdste dorp van heel Zeeland.
Zelfs in Frankrijk en België kent
men de mossels, oesters en kreef
ten die in dit dorp worden ge
kweekt.
Het overgrote deel van de bevol
king verdient zijn brood met de
schelp- en schaaldierenhandel.
De meeste bedrijven gaan over
van vader op zoon. Als je één
maal in het mosselwereldje zit,
blijf je er vanzelf in.
Jan-Kees Sinke (15 jaar) weet er
van mee te praten. Zijn over
grootvader, Kees Sinke, was al
mosselvisser. Vanzelfsprekend
volgden grootvader Jan en vader
Kees Sinke (50 jaar) in zijn voet
sporen.
Dag en nacht
t Is hard werken", vertelt Kees
Sinke, „Begin mei vertrekken we
met de boot naar de Waddenzee
om zaad te gaan visen. We doen
dat zes weken lang. Alleen in de
weekends komen we dan thuis.
Van half juli tot april loopt dan
het mosselseizoen Dan wordt er
vaak dag en nacht gewerkt".
Jan-Kees wil geen mosselvisser
worden, zoals zijn vader. Toen hij
een Jaar of zeven was wilde hij
metselaar worden. „Dat is van
zelf overgegaan. Je gaat eerst
helpen in de loods om wat extra
zakgeld te verdienen. Zo leer Je
het werk beter kennen. Ik wil wel
in de mosselhandel gaan werken.
Dat is afwisselender en regelma
tiger", vertelt Jan-Kees.
Kiezen
Tegenwoordig kiezen kinderen
voor dit werk. Vroeger viel er
niets te kiezen. Voor en na
schooltijd moest er geholpen
worden in het bedrijf.
Vader Sinke had het geluk dat
zijn vier broers mosselvisers wer
den. Zo kreeg hij de kans om naar
de H B S. te gaan. „Ik heb de
school niet afgemaakt, omdat
het mosselvlssen me toch meer
aantrok!", zegt hij.
Volgens vader én zoon Sinke ge
beurt het zelden dat een kind van
een mosselvisser of -handelaar
een beroep kiest wat mets met
mossels te maken heeft.
Jan-Kees dus ook niet. „Ik zit
immers op rozen. Als ik zestien
ben kan ik zó meedraaien in het
bedrijf. Voor werkloosheid hoef
ik niet bang te zijn: mijn bedje is
gespreid".
Ons durp is ons durp niet meer.
't Is nie mee zo ast gewist is",
verzuchten veel oudere mensen.
Inderdaad het is niet meer zoals
het geweest is.
Met de komst van het Deltaplan
is er veel veranderd in Zeeland.
Vroeger was Zeeland moeilijk te
bereiken. Het was een echte uit
hoek.
Ieder dorp op zich was een apart
'landje'. Iedereen kende elkaar,
meestal zelfs bij de voornaam.
Maar wat er in het dorp vijf
kilometer verderop gebeurde
wisten de mensen vaak niet.
Het gebeurde wel eens, dat Ma-
rietje verliefd werd op Klaas, een
Jongen uit een ander dorp. Dit
veroorzaakte veel opschudding
en er werd dan ook snel wat aan
gedaan.
Klaas kreeg te horen, dat een
meisje iemand uit het eigen dorp
trouwt, Waagde hij zich na deze
waarschuwing nog steeds in de
buurt van Manetje, dan kreeg hij
een minder zachtzinnige behan
deling,
Een ilink pak rammel van Ma-
rietjes broers en hun vrienden
moest er voor zorgen dat Klaas
'un misje uut z'n eihen durp hong
zoeke'.
Tegenwoordig ls Zeeland veel
makkelijker te bereiken, onder
andere via de Zeelandbrug
Mensen uit de Randstad ontdek
ten de provincie als vakantiebe
stemming Ook de nieuwe indus
trieën haalden veel mensen van
buitenaf hierheen.
'Import, worden ze door de 'ech
te' Zeeuwen genoemd. De dorpen
zfjn gegroeid, de mensen zijn ver
anderd. Je kent de buren nauwe
lijks, laat staan Het hele dorp.
Maar als de nood aan de man
komt, nemen alle Bresslaanders,
Westkapelaars en andere dorps
bewoners het voor het elkaar op.
Dan is er weer even iets terug van
de nauwe band van vroeger.
In weerberichten wordt, als
dat nodig is, gewaarschuwd
voor storm en hoog water.
Je hoort dan dat er beperkte
dijkbewaking wordt afgege
ven. Of uitgebreide dijkbe
waking. Beide waarschu
wingen komen uit Den
Haag. Daar zit de Storm
vloedwaarschuwingsdienst
(SVWD).
BIJ beperkte dijkbewaking
wordt een alarmkamer be
zet. In Zeeland gebeurt dat
als in Vlissingen het water
tot 3.30 meter boven NAP
komt.
Bij uitgebreide dijkbewa
king gaan ook nog mensen
op de dijken patrouilleren.
Bovendien zorgen aanne
mers met hun personeel
voor zandzakken. Het water
is dan tot boven 3.70 meter
NAP gestegen.
Pas als de vloed Bminlsse
bereikt heeft, (daar wordt
het in Zeeland het laatst
hoog water) bekijkt men ol
het gevaar voor dijkdoor
braak en overstroming voor
bij is.
De Oosterschelde open
wordt dat het beleid9
Nee dicht! riepen anderen
en daarmee was "t strijd.
De een voor 't milieu
behoud van natuur
ach en wee over planten
en de mosseleultuur
Acties, pamfletten,
brieven, demonstraties
Ze riepen: luister dan toch
voordat het te laat is!
Luister dan toch!
riep de andere kant.
't Gaat om mensenlevens
haal Je kop uit het zand
Een nieuwe stormramp
weet jij waar ik blijf?
Wij zitten nog steeds
met de angst in ons lijf
Een moeilijk probleem.
Dus voor 't evenwicht
kregen beiden hun zin:
de dam kan open en dicht,
Iedereen tevreden;
trots, die 't oplosten.
Al roept nu een derde groep
moet dat echt zoveel
kosten?
Marina van den Boogaart
Voor deze krant werd ook ge
bruik gemaakt van illustra
tiemateriaal van de Delta
dienst Rijkswaterstaat, afde
ling voorlichting.
om.e km«t,swe6
8MS. OU2E TRl/C
IS WEER OauKT.
DE2E V/S HEBBEN^
WE Df/S AL HEN
KEER. VEZKOCVT J