SLECHT ZIEN grote letters lezen zo lekker snel weg boekenfeest VIDEO GEEN ECHTE BEDREIGING BOEK OVER MARGA MINCO i3ciekien avi: i: ic PRISMA Godfried Bomans i3ciekien wie ie k ZATERDAG 26 MAART 1983 Andermans boeken zijn moeilijk te lezen, zeggen ze in Groningen. Maar dat gaat, als je het gezegde even LETTERLIJK wil nemen, bepaald niet op voor de kloeke boeken van de Amsterdamse uitgever Jan Tholenaar. Koeien van letters maken voor leesgrage slechtzienden en ouderen het moeizaam en vermoeiend gedoe met een loep overbodig. Door zijn activiteiten is menige bejaarde uit een geestelijk isolement verlost: de uitgaven blijken een probaat middel tegen eenzaamheid te zijn. Niet dat de man achter de Grote Letter Bibliotheek zich als een sociaal werker beschouwt: „Ik maak boeken om brood op de plank te brengen. Maar natuurlijk is het leuk wanneer je werk wordt gewaardeerd". Hoewel hij en zijn vrouw Lili alle werkzaamheden van rechten, aan koop tot expeditie voor hun reke ning nemen, is het in 1970 gestichte bedryf geen kleine uitgeverij. Begin maart wordt met de verschijning van de vierhonderdste titel een kleine mijl paal bereikt. En voor dit jaar is, met inbegrip van jeugdlectuur en uitgaven in andere talen, een produktie te ver wachten van zo'n zeventig boeken, die in lekker weg lezende letters zijn ge drukt. „Omdat we zijn aangewezen op geringe oplagen, gewoonlijk duizend, en soms. als we brutaal zijn, 1200, moeten we het van het aantal titels hebben", zegt de heer Tholenaar. „Met zo'n kleine markt zou het natuurlijk niet kunnen zonder stadaardisatie, dus alle boeken hetzelf de formaat, dezelfde zetwijze enzo voort. Ik ontwerp ook zelf de omslagen, want een tekenaar aantrekken zou te kostbaar worden. En we brengen steeds tien titels tegelijk uit, eenmaal per kwartaal, waardoor de kosten ook worden gedrukt. Gigantische bestsel lers zijn hier onbekend en herdrukken, op één uitzondering na, eveneens. Wat de afzetmogelijkheden betreft blijft het schatten. Van een bepaald boek maak je duizend exemplaren en dan blijft, datje 1200 had kunnen verkopen, maar het kan ook gebeuren dat je bij een oplaag van 1200 stuks met vierhonderd blijf zitten, die dan nog jaren opslag ruimte opeisen. Eén keer hebben we de voorraad van tien a vijftien titels naar De Slegte gebracht, daarvan gingen er elk jaar maar zo'n vijftien weg. Dan gaan ze je tegenstaan, je kunt ze niet meer zien". woordenboek Tholenaar verkrijgt de rechten meest al van de oorspronkelijke uitgevers, die zeer welwillend tegenover zijn activiteiten staan. Hij betaalt dan een onherroepelijk voorschot van f750 a f 1000, dat na publicatie wordt verre kend met de tien procent royalty voor de licentiehouder. Bij de uitgave van braille-boeken is het gebruikelijk dat de beurzen gesloten blijven, maar dat bedelen om liefdadigheid, onder het motto „Wij doen zo goed werk voor de slechtzienden", wil hij niet. „De Grote Letter Bibliotheek is een commercile zaak en moet self-supporting blijven". Slechts één keer is, zonder effect ove rigens, een poging gedaan om subsidie te krijgen, namelijk voor de produktie van een Nederlands woordenboek in grote letter. De Tholenaars vonden, dat zo'n uitgave eigenlijk wel in bun fonds thuis hoorde, maar hebben zich op dat project toch wat verkeken. „Spectrum had zijn handwoordenboek van prof. Weijnen herzien en stelde ons de films voor die herdruk beschikbaar De tekst is fotografisch ongeveer dne keer vergroot en van twee kolom op één kolom gebracht De prijs werd vastgesteld op zestig gulden, met wei nig. maar ook niet verschrikkelijk veel voor zo'n pil met een kleine 1600 pagina's dundruk. Ik heb er 3000 exem plaren van laten drukken, veel voor ons doen, maar er zijn tot dusver nog geen 800 verkocht. We hadden ge hoopt, dat de openbare bibliotheken, onze beste afnemers, de gebruikelijke 400 of 500 stuks zouden aanschaffen. Er werd echter weinig besteld omdat men vond, dat een dergelijk woordenboek voor de betrokkenen pas zin heeft als zij het thuis onder handbereik heb ben". De GLB heeft wel een aantal op scho len kunnen plaatsen en raakte via de boekhandel ongeveer 250 exemplaren kwyt. Daarbij deed zich het merkwaar dige feit voor, dat een boekwinkel in Breda alle twintig bestelde woorden boeken verkocht en er een half jaar laten nog eens vijf afnam, terwijl de grootste zaak van Utrecht er maar drie kon slijten. Tholenaar over de teleur stellende resultaten van de vrij kostba re onderneming, waarin ongeveer zes tig mille werd gestoken: „Nou ja. ik vind het niet zo'n ramp, al zullen we er wel geld op toe moeten leggen". Spijt van het experiment heeft hij niet tels spreken vaak al boekdelen: „Wie liefde zaait...", „Eens komt het geluk", „De gouden draad", „Verborgen ver langens". Maar er zijn ook krenten voor lezers, die hun eisen hoger stel len: Hemingway, Graham Green, Steinbeck, Clara Eggink bijvoorbeeld. Jan Tholenaar: „We proberen het wel met literaire werken en we vinden, dat we ook jonge, moderne schrijvers moeten brengen". Vorig jaar verscheen „Een vlucht re genwulpen" van Maarten 't Hart, maar de afzet was toch minder dan van de andere nieuwe uitgaven. Wat de biblio theken betreft had men niet te klagen, in Amsterdam was de grote-letter- editie zelfs een topper. Bij de bestellin gen door de bejaardentehuizen werd er echter een beetje omheen gewandeld. „We hebben nu Wolkers gevraagd een voorstel te doen", vertelt de uitgever. „We willen een boek van hem uitbren gen. Wel een werk dat niet al te realistisch is, dat moet ik er direct bjj zeggen. We hebben veel christelijke bejaardentehuizen als klant en een aantal daarvan koopt zelfs elk kwar taal het hele nieuwe aanbod, waarbij op ons kompas wordt gevaren". Het boek waarop hij het meest trots is kwam kort geleden van de pers: een collectie van tachtig kronkels van Car- miggelt onder de door Tholenaar be dachte titel „Beter bejaard dan oud". De schrijver liet hem de keus uit de vele honderden verhaaltjes, die in de loop der tijden werden gebundeld en die selectie is nog een enorm karwei geweest. De bloemlezing verscheen in 2000 exemplaren, een uitschieter dus voor de Grote Letter Bibliotheek, waar tegenwoordig ook jeugdboeken in poti ge letterkorpsen uitkomen. Die zijn in eerste instantie bedoeld voor slecht ziende kinderen, maar worden in de praktijk nog meer gebruikt door meis jes en jongens met leesmoeilijkheden. Naar aanleiding van een rondschrijven kwamen leuke reacties van scholen binnen, waaruit onder meer bleek, dat ook kinderen, die normaliter weinig lezen, de groot gedrukte verhalen grij pen en in één ruk uitlezen. Het experi ment begon met vijf jeugdboeken (Kastner, Kuijer, Astrid Lindgren, Roald Dahl en Annie M. G. Schmidt) en nu staan zeven titels op stapel. ADVERTENTIEl BIJ DE BOEKHANDEL VAN DE MAAND MAART PIETERBAS PARODISTISCH MEESTERWERK VAN Tholenaar met een van zijn historische letterproeven. favoriet Bij het raadplegen van de fondslijst valt op, hoeveel schrijfsters met dub bele naam zich hebben laten uitver groten. Familie- en streekromans, veelal met protestants-christelijke in slag, zijn duidelijk favoriet bij de bejaarden, die de dames meer nog dan de heren het meest van de grote-letter-uitgaven profiteren. De ti- In 'Ik kom toch uit geen gekkenland vandaan!' worden schrijvers geïn terviewd door Hans van de Waarsen- burg. Wat de schrijvers gemeen heb ben, is hun band met Limburg. Ze wo nen in Limburg of werden in die pro vincie geboren. De auteurs die aan bod komen zijn Huub Beurskens, Wiel Kus- ters, Manuel Kneepkens, Ton van Reen, Heimo Pihlajamaa ('n Fin), Kees Simhoffer, Leo Herberghs en Bertus Aafjes. Bijzondere kwaliteiten hebben de vraaggesprekken niet. Van de Waarsen- burg vraagt niet door. lijkt uitsluitend de bedoeling te hebben reclame voor de geïnterviewden te willen maken en dit weer met het oogmerk de belangen van de eigen regio te dienen. Zowat alle au teurs krijgen de kans om over misken ning te klagen. Huub Beurskens - sa men met Wiel Kusters, Peter Nijmeijer en Th. van Schoonhoven behorend tot de Nieuwe Dichters - verklaart: „Want het feit dat de avant-garde, de Nieuwe Dichters, genegeerd dienen te worden is een soort mode geworden" (14). Heimo Pihlajamaa aan het woord: „Overigens heb ik uit mezelf nooit een grote behoefte gehad om samen te werken met literaire bladen als Maat staf of De Revisor. Ik ben al jaren uitge keken op de Randstad Holland" (59». Kees Simhoffer vindt het 'gewoon enorm lullig' dat hij weinig aan de weg mag timmeren. De geringe belangstel ling die er voor Limburgs literaire glorie in den lande bestaat, heeft voorname lijk met kwaliteit te maken. Daarom maakt dit verongelijkte gepraat een potsierlijke indruk. Gebazel is in deze bundel toch troef. Deze uitspraak van Beurskens bijvoorbeeld: „Wanneer je voor jezelf beseft, datje er gewoon mee kunt stoppen wanneer je wilt, dan lijkt me dat een veel opener instelling Dat geldt ook voor relaties. Als je een relatie met iemand aangaat en je wilt dat die relatie nooit ophoudt, dan is dat een hele hachelijke zaak, wanneer je daar aan bezig bent. Maar als je denkt datje ermee kunt stoppen wanneer je er geen zin meer in hebt of dat het gewoon is afgelopen, dan denk ik dat de overle vingskans van die relatie veel groter is. hans warren Wel loop je het gevaar, dat als je daar weer teveel over gaat denken, je ook vast komt te zitten" (11). De meeste hilariteit brengen echter de twee in deze uitgave opgenomen eroti sche gedichten van Aafjes teweeg Aaf jes in zijn gesprek met Van de Waarsen- burg: „Ik vind nu het moment geko men, dat ook erotische gedichten hun vaste plaats binnen de literatuur moe ten hebben. Dat iedere dichter, naast alles wat hij beschrijft, ook zijn meest vleselijke reacties en gevoelens moet kunnen beschrijven" (99). Aafjes' erotische verzen, bijeenge bracht in de bundel 'Deus sive Natura' tonen uitsluitend aan dat hij elke zelf kritiek heeft verloren. Kennelijk een al gemene kwaal in Limburg, blijkens Ik kom toch uit geen gekkenland van daan!' Hans van de Waarscnhurg: 'Ik kom loch uit geen gekkenland vandaan! 112 pag.. 19,50. Uitgeverij 261, Postbus 2751. Heerlen. Over gebazel gesproken: ook Frank Espcr kan daar wat van. Hij schrijft teksten over poëzie, altijd in hetzelfde soort mooi uitgevoerde boek jes. F.sper's essays verschenen eerst bij Boucher, toen bij Thomas Rap. nu bij Bert Bakker. Moeilijk te begrijpen wat deze uitgevers in het werk van Esper zien. Hij brengt loze ideeén in gebrekkige formulering. Zijn nieuwste werkje heet 'Bewogen grenzen "óver de poézie van Maunts Mok' Op de flap leest men dat Mok zich eens vriendelijk uitgelaten heeft over 'het penetrant karakter' van Esper's poëzie. Dus schrijft Esper over Mok: „De schaduwzijde van menselijk han delen trekt aangrijpende sporten door zijn poëzie. Deze signalen wijzen verder dan onze eigen levensperiode. Daarmee is de toenemende betekenis van zijn oeuvre gegeven" (27/28). Niet bepaald een heldere redeneer trant. Nog zo'n stijlbloempje:langs de breuklijnen van het bestaan de ver staanbaarheid een eigen stem geven, een zeldzame toon, die bij het naderen van het onherstelbare nog herkenbaar blijft. Wie over het verbrokene zo'n gave poezie schrijft, Is een uitzonderlijk dich ter" (7). Zo'n uitzonderlijk dichter is volgens Es per natuurlijk Maurits Mok De laatste jaren is Mok enigszins in vergetelheid geraakt, hoewel hij toch een aantal mooie gedichten op zijn naam heeft staan. Maar met een pleitbezorger als Esper schiet Mok waarschijnlijk niets op Behalve wat algemene opmerkin gen. een lijstje met Mok's 36 gedichten bundels, een lijstje met secundaire lite ratuur biedt Esper nog wat kantteke ningen bij gedichten. Frank Esper: 'Bewonen grenzen over de poe zie van Maurits Mok'; 36 pag.; f 19,50. Bert Bakker, Amsterdam. Boekenbal 1950 de beroemde romancière Top Naeff in gesprek met de nog beroemdere dichter J. C. Bloem. Ik ben een beetje een feestmaker", zegt Wim Schouten. En dat lijkt niet te veel gezegd, want liefst 21 keer heef hij de hand gehad in de organisatie van het Boekenbal als opening van de jaarlijkse Boekenweek. Dit jaar was het de 22e keer. Vier jaar geleden liet de Commissie voor de Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) bij monde van directeur Dick Ouwehand weten dat men kapte met het Boekenbal. De commissie dacht de daarvoor bestemde gelden beter te kunnen gebruiken. Inderdaad kwamen er leuke activiteiten los. Vorig jaar bijvoorbeeld werd de Boekenweek geopend in Lelystad met Ollie B. Bommel, Tom Poes en hun schepper Marten G. Toonder. De plaatselijke schooljeugd werd nadrukkelijk bij bet feest betrok ken. „Daar ben ik een enorme voorstan der van", zegt Wim Schouten. „Het principe was juist, maar niet voor de opening van de Boekenweek. Wat in Lelystad gebeurde was zeer indruk wekkend, maar het bleef toch een plaatselijk gebeuren. Je moet iets landelijks doen". Dick Ouwehand werd directeur van de RAI en Wim Schouten, kort tevoren gepensioneerd als Kluwer- baas. werd voor een jaar ingehuurd om de CPNB te bestieren. Meteen is het Boekenbal terug „De opzet is natuurlijk wat beschei dener We gaan er geen ongelooflijke bedragen meer tegenaan gooien. Je weet dat het verscheidene uitgevers wat minder gaat. al worden er geluk kig nog heel wat boeken verkocht. Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat je geen feest moet vieren als de tijden somber zijn. Maar je kunt ook de andere kant op redeneren en zeggen: juist omdat de tijden som ber zijn, moet je een feestje heb ben!". Leeflang en Schouten hebben jaren lang stuivertje gewisseld: nu eens was de een voozitter en de ander vice-voorzitter, dan was het weer andersom. De voorzitter had altijd de taak schrijvers te presenteren aan koningin Juliana, want het ko ninklijk paar is vele malen eregast geweest op de gala-avonden. koningin „Het is gek, allerlei schrijvers die altijd een grote bek hebben weten opeens niet meer wat ze moeten zeggen als ze voor de koningin staan. Alleen Top Naeff was anders. De koningin kende haar naam en had wel eens een boek van haar gelezen. ..Top NaejP Maar natuurlijk, ik heb als meisje genoten van Uw Schooli dyllen ..Weet u wel" zei de schrijfster, „dat VTIJE tijd boek is van 1900 en toen ik het naar de uitgever bracht, heeft hij mij Het geschenk van de Boekenweek is het boekje „Soms denk ik wel eens bij mezelf..." van Wim Kan, waarin honderd beroemde citaten uit zijn conférences zijn samengebracht. De relaties van Kan met het boeken feest dateren al van vroege datum. In 1955 verzorgde hij een program ma met gepeperde uitspraken, maar een absolute topper werd zijn optreden in 1961, in het Concertge bouw. „Mensen, we gaan er een culturele keet van maken", riep hij, om ver volgens uit te barsten in een nimmer overtroffen vuurwerk van actuele grappen. Het slot was dat Kan het Concertgebouw dirigeerde in de da verende meezinger „De pocket is een best-seller". Deze avond markeerde het begin van twintig gouden jaren voor het boekenvak. Elk jaar werden er meer boeken verkocht, elk jaar steeg het aanbod van titels. De pocket moest, teken van welvaart, plaats maken voor de paperback. Het leek alle maal niet op te kunnen. Pas toen de jaren '80 aanbraken, bleek dat het wel degelijk op kon. berg ideeen Onnoemelijk veel jaren heeft Schouten in het bestuur van de CPNB gezeten met de Utrechtse boekverkoper Chris Leeflang. bij wie hij in het begin van de oorlog nog had gewerkt. Later zou Leeflang getuigen: „Wim Schouten vind ik een goed en be trouwbaar mens. Je moet wel even aan hem wennen hoor Hij komt altijd te laat, maar hij heeft dan een berg ideeën... veel meer dan mensen die op een vergadering op tijd ko men. Je hebt dan wel een legertje secretaresses nodig om die ideeén op te vangen. Want hij is ze na een uur half vergeten" Dat. stond in de Boekenballen, de 388e Proost Prikkel, een uitgave die de Amsterdamse papierhandel Proost Brandt, periodiek aan zijn relaties stuurt. Schouten is er direc teur geweest. hans van straten tweehonderd gulden gegeven. Daar na heeft hij het 34 keer herdrukt, maar ik heb nooit meer een cent gezien!". Blijkbaar verwachtte ze dat de ko ningin zou zeggen: „Nou mevrouw, daar zal ik eens gauw wat aan doen". kreperen Ook Bert Schierbeek was niet kin derachtig in het etaleren van de noden der schrijvers. Hij had juist een prijs gekregen, maar was daar nauwelijks tevreden mee. Het was een schande dat die prijs zo laag was, de schrijvers krepeerden toch al van de honger. Wat moest de koningin zeggen? Ze zei maar „Gaat u vooral door, me neer Schierbeek, en u zult spinazie eten". ..Spinazie?" riep Schierbeek in op perste verbazing Maar majesteit, ik lust helemaal geen spinazie'" Dit jaar waren er geen vorstelijke gasten, Schouten vindt dat een beetje „oud-modisch" geworden. Bovendien krijg je dan wel twintig rechercheurs in huis. Hoe ziet Wim Schouten de toe komst van het Nederlandse boek? „Een van de grote vragen in de maatschappij van morgen is de ma nier waarop de mensen hun vrije tijd gaan invullen. Door werkloosheid, arbeidstijdverkorting en deeltijdba nen is dat het meest urgente pro bleem na de atoombom. Het aardige is dat het boekenvak daarop in speelt. Ik denk niet dat video het lezen van boeken zal aantasten". „Stel nou: er zijn in Nederland 5000 mensen die Engels studeren. Van die mensen kunnen er straks 500 leraar worden. Ik verzin maar een paar getallen. Die overige 4500 kunnen hun studie altijd nog beschouwen als een middel om straks met plezier Shakespeare te lezen. Hetzelfde geldt voor alle andere vakken". ..Met het ministerie van, hoe heet ook weer? Welzijn, volksgezondheid en cultuur werk ik nu samen in een project leesbevorderen We zijn met de CPNB bezig een boekje te maken met twintig spannende verhalen, tien Nederlandse en tien buitenland se. Zo proberen we ze over de drem pel te helpen, jonge mensen in de leeftijd van 14 tot 17 jaar. Het leesge drag van die groep is niet dende rend. Je hoeft daarover niet in tra nen uit te barsten, maar je moet er wel wat aan doen". Eigenlijk heeft Marga Minco tot nu toe 'maar' drie boe ken geschreven: 'Het bittere kruid', 'Een leeg huis' en een bundel 'Verzamelde Verhalen', Binnenkort zal daar een vierde boek bij komen: 'De val'. De verwachtingen over dit werk zijn hoog gespannen. Merkwaardig genoeg zijn die verwachtingen er de oor zaak van dat Minco van het vele dat zij schrijft maar weinig publiceert. Ze heeft immers een gevestigde naam te verliezen. Doordat haar debuut 'Het bittere kruid' di rect zo'n gaaf boek was heeft ze een reputatie opgebouwd. Ze kan zich nauwelijks permitteren met een boek te ko men waarin ze het hoge peil van haar andere publicaties met minstens evenaart. Dat legt een grote druk op een schrijver. Marga Minco zei iets dergelijks eens in een vraaggesprek: „Het succes van 'Het bittere kruid en 'Een leeg huis' ervaar ik als hinderlijk voor het schrijven van nieuwe boeken. Als die boeken niet zo goed ontvangen waren, had ik mijn laatste roman vermoedelijk niet in de la gegooid Succes is een handicap, omdat de verwachtin gen hoog zijn" (176i Dit interview is opgenomen in de bundel 'Over Marga Minco. Beschouwingen en interviews' Zeldzaam voor Ne derlandse auteurs is dat ze ook in het buitenland gelezen worden. Marga Minco mocht dit wel beleven, getuige een paar recensies uit Engelse en Duitse bladen die in deze uitgave opgenomen zijn. Van alle zijden werden de boe ken welwillend gerecenseerd en terecht, wanneer men de liteaire kwaliteiten in aanmerking neemt. Even begrijpe lijk is datemotionele bij-overwegingen tot de roem van de schrijfster hebben bijgedragen. De vrij schaarse inter views met Marga Minco blijken in het algemeen interes santer te zjjn dan de besprekingen, ook al is zij niet zeer mededeelzaam. In de vraaggesprekken wordt haar veel over haar jeugd gevraagd. Ze" vertelt over haar gelovige vader, haar tolerante moeder, over het lot van haar fami lie in de jaren 1940-1945. Ze zegt: „Je hebt wroeging Je voelt je schuldig datje er nog bent. Dat toeval, dat vol strekte toeval datje de ramp hebt overleefd Dat geeft een schuldgevoel dat je niet meer kwijtraakt" (155). Thuis noemden ze haar de goj, zo los was kennelijk haar band met het jodendom. „Voor mij heeft er nooit een God bestaan. Dat heb ik nooit kunnen geloven" (148i Door het gebeurde in de oorlog werd zij nog in deze ge dachte gesterkt. De grootste verdienste van Marga Minco is wel de zelfbeheersing die ze in haar werk aan de dag legt Haar stem slaat nooit over, het verdriet is geheel verwerkt. H. W. Over Marga Minco. Beschouwingen en interviews'. Redactie. Dirk Kroon; 192 pag.; Literair Archief. BZZTÓH. 's-Gravenhage.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 19