Landbouwverkeer zorgt
voor veel onveiligheid
Stuurgroep welzijn belijdt
de eigen ontoereikendheid
DRIES VAN DER
POEST CLEMENT
'Wij leerden vliegen
als vogels'
HOORT
ZIET
Werktuigendagen voor dertigste keer in Liempde
VOORAL JONGERE BESTUURDERS IN DE FOUT
Land- en tuinbouw moet aan
kritisch zelfonderzoek doen
VRIJDAG 18 MAART 1983
PZG/prov'nc'®
19
LIEMPDE - Voor de 30e maal worden in het Brabantse Liempde werktuigenda
gen voor land- en tuinbouw gehouden. Dat gebeurt op 9,10 en 11 mei '83. Voor
het eerst wordt dit tweejaarlijkse evenement drie dagen gehouden, onder
verantwoordelijkheid van de commissie werktuigendagen en de federatie het
landbouwwerktuig.
De manifestatie vindt voor het grootste deel in de open lucht plaats; overigens is
er op het terrein voor het eerst ook overdekte expositieruimte beschikbaar Er
worden ruim 500 standhouders verwacht, die beschikken over ruim 55.000
vierkante meter tentoonstellings- en demonstratieruimte. In 1981 kwamen er
ongeveer 80.000 bezoekers; dit jaar worden er beduidend meer verwacht.
De spoorwegen zorgen tijdens de manifestatie voor speciale treinen. De
openingstijden van 9.00 tot 17.00 uur. Voorzitter J. Schouten van de katholieke
Nederlandse boeren- en tuindersbond zorgt voor de officiële opening. Onder de
deelnemende bedrijven zijn er ook uit België, Duitsland en Engeland. Gelet op
het feit dat de rol van de vrouw in het agrarische bedrijf steeds groter wordt, zal
extra aandacht worden geschonken aan activiteiten voor vrouwen. Voor het
eerst zal er ook melkwinmngsapparatuur te zien zijn.
LIEMPDE - Landbouwverkeer veroorzaakt op de openbare weg veel onveiligheid. Het aantal
ongelukken is niet precies bekend. Wel staat vast dat via de wa-verzekering jaarlijks tussen 4000
en 5000 schadegevallen worden afgehandeld, waarbij landbouwvoertuigen betrokken zijn. Daar
mee is een bedrag gemoeid dat boven 10 miljoen gulden ligt. Het aantal ongevallen met letsel is
ruim 350 per jaar; op elke 10 van deze ongelukken is er één waarbij een of meer doden vallen.
Gegeven het feit dat landbouwvoertuigen zich in de regel maar korte tijd op de openbare weg
bevinden - ze zijn immers bestemd om op het land te worden gebruikt - is het aantal verkeersonge
lukken met landbouwvoertuigen hoog. Dit blijkt uit een onderzoek van de landbouwhogeschool
Wageningen, dat donderdag in Liempde werd gepresenteerd.
Het aantal jeugdige bestuurders van
landbouwvoertuigen dat bij een ver
keersongeluk betrokken is, is opval
lend hoog: 43,4 percent in de leeftijds
groep 16 tot 26 jaar. De meeste ongeluk
ken gebeuren in juni (11,7 procent) en
oktober (16,5 procent); januari (3.7 pro
cent) is het veiligst. Oogstactiviteiten
zijn debet aan de hoge scores in zomer
en herfst. Op de vrijdag vallen de mees
te ongelukken (21,5 procent); een duide
lijke verklaring is daarvoor niet. Uit het
feit dat op zaterdag 13,8 procent van de
ongelukken plaats grijpt, blijkt dat de
vijf-daagse werkweek in de landbouw
nog lang niet voor iedereen is wegge
legd. Wie in de namiddag het platteland
doorkruist, loopt beduidend meer kans
betrokken te raken bij een verkeerson
geluk dan 's morgens: 17 procent tussen
16 00 en 18.00 uur. Op de rechte weg
gebeurt 60 procent van de ongelukken
(waarvan een-derde bij in- en uitritten);
op kruisingen 30 procent en in bochten
10 procent.
Aanleidingen
Uit de gegevens van het onderzoek - uit
gevoerd in opdracht van Interpolis ver
zekeringen te Tilburg - kwamen heel
duidelijk vier aanleidingen tot een ver
keersongeluk met landbouwvoertuigen
als belangrijkste naar voren: linksals-
laan naar inritten; voorrangfouten;
snelheidsverschil met overige wegver
keer; uitstekende delen van brede
werktuigen. Problemen bij linksafslaan
ontstaan vooral door niet goed uitzicht naar achteren (geen goede spie-
werkende (of ontbrekende) rich- gels of zelfs geen spiegels). Voorrangs-
tingaanwijzers en door onvoldoende fouten ontstaan door onwetendheid bij
LIEMPDE - De land- en tuinbouw
moet aan kritisch zelfonderzoek
gaan doen. In de laatste jaren zijn
de ontwikkelingen in de diverse
takken en teelten bijna als vanzelf
gegaan. De vraag of dat allemaal
zo door kan gaan, moet worden ge
steld.
Enerzijds dreigt de produktiecapa-
citeit de afzetmogelijkheden steeds
meer te overtreffen. Anderzijds
stuit het proces van de agrarische
bedrijfsontwikkeling op toenemen
de weerstanden vanuit de maat
schappij. neem als voorbeeld maar
de mest. Het is een goede zaak bin
nen de land- en tuinbouw zélf de
maatschappelijke inpasbaarheid
van de bedrijfsontwikkeling te we
gen.
Dit bleek uit opmerkingen van ir E.
Talstra, hoofdingenieur-directeur
voor de bedrijfsontwikkeling in de
landbouw in Noord-Brabant, bij de
donderdag gepresenteerde werk
tuigendagen Liempde '83. Hij ging
ook in op veranderingen in mecha
nisatie. Talstra vond dat er beter
gezocht kan worden naar appara
tuur en werktuigen die bij de be
drijven passen, dan naar machines
met een steeds grotere capaciteit.
Volgens hem heeft een grote groep
agrarische bedrijven die met meer
nodig. Ir J. Crucq, consulent voor
werktuigen en arbeid, wees er in dit
verband op dat de boeren zelf wei
nig invloed hebben op de ontwikke
ling van machines. Het zijn in het
bijzonder de fabrikanten en loon
werkers. die op dit gebied de dienst
uitmaken.
mede-weggebruikers (een landbouw
voertuig heeft dezelfde rechten als een
auto), door gebrek aan uitzicht bij uit
ritten en door met een slakkegangetje
een weg op te rijden of een kruispunt
over te steken.
Overigens ontstaan er ook problemen
door sneller te rijden (25 tot 30 kilome
ter) dan de wettelijk toegestane 16 ki
lometer per uur. Ongelukken door
snelheidsverschillen kunnen worden
beperkt door verbetering van zicht
baarheid en herkenbaarheid, aan
dacht voor het remsysteem en aanpas
sing aan de EG-snelheidsrichtlijn van
binnenkort 30 kilometer per uur. In het
onderzoek worden verder nog aanbe
velingen gedaan voor brede voertui
gen en uitstekende delen (markering,
verlichting).
Rijbewijs
Gebrek aan ervaring als bestuurder
van een landbouwvoertuig in het ver
keer is nogal eens oorzaak van een on
geluk. Een rijbewijs voor bestuurders
van landbouwvoertuigen, in navolging
van het trekkerrijbewijs voor 16- en 17-
jarigen, kan aan dat euvel tegemoet ko
men. Een ander aspect betreft de aan
dacht die een bestuurder van een land
bouwvoertuig heeft voor hetgeen zich
afspeelt op de openbare weg. Daar man
keert het wel aan Hoewel er niet recht
streeks een landbouwvoertuig bij be
trokken hoeft te zijn, gebeuren er ook
de nodige ongelukken door een vuile
weg als gevolg van landbouwverkeer.
Hoewel de bestuurders van landbouw
voertuigen vaak schuld treft bij onge
lukken. is het zo dat andere weggebrui
kers de veiligheid kunnen bevorderen,
door wat meer begrip te tonen voor de
positie waarin de boer zich met zijn
voertuig op de openbare weg bevindt,
aldus het onderzoek.
ADVERTENTIE
Zeeuwse stichting
organiseert
reis naar Polen
VLISSINGEN - De stichting 'Zee
land helpt Polen' organiseert een
reis naar Polen voor die mensen die
persoonlijke contacten willen leg
gen met de Poolse bevolking. Aan
leiding hiertoe was volgens stich
tingsvoorzitter J. Lipowski uit Vlis-
singen het feit dat de stichting sinds
het op gang komen van de hulpac
ties van veel kanten is benaderd
met vragen over de situatie in Po
len, over het land zelf en over de
levenswijze van de bevolking.
Hoofddoel van de reis is, zo legt de
heer Lipowski uit, het leggen van
contacten met. de bevolking. Daar
naast zal tijdens de reis, die van 20
tot en met 28 mei duurt, een aantal
excursies worden gehouden. De
tocht naar Polen wordt gemaakt
per reisbus, in Polen overnachten
de deelnemers bij gastgezinnen.
goed wonen in de jaarbeurs
van 19 t/m 27 maart presenteert goed wonen zich
in de marijkehal
van het jaarbeursgebouw te utrecht
onder het motto desigh '83
een woonmanifestatie van een eigentijdse
interieurverzorging, met een echt 'ontwerpersplein'
waar jonge ontwerpers, met een eigen 'goed wonen gezicht'
u hun ontwerpen tonen
uw eigen 'zeeuwse goed wonen leden' adviseren u
deze manifestatie te gaan bezoeken.
goed wonen in de jaarbeurs
uw eigen 'zeeuwse goed wonen leden' hebben geen
'ontwerpersplein', maar wel een
'ontwerpers-praat-ideeën-advies-tafer
u kent ons en weet wat u van ons mag verwachten.
veel succes in Utrecht op het plein
en tot ziens aan onze tafel
kapelle
bas mar de jager
kerkplein 57
01102-1249
oostburg
belderok
burchtstraat 1,
01170-2261
vlissingen
altena 'inti/archi'
scheldestraat 25-29
01184-13476
zierikzee
't lange uus
havenpark 26-28
01110-3727
'HET WERKT ALLEMAAL TE OMSLACHTIG'
C.C. van Zanten-Leysen
MIDDELBURG - Dc stuurgroep, die in
Zeeland over een samenhangend wel
zijnsbeleid adviseert, heeft donder
dagmorgen uitvoerig de eigen ontoe
reikendheid beleden. Dat gebeurde in
een vergadering, waarin aanzetten
vooreen eenvoudiger planning van het
welzijnsbeleid in Zeeland aan de orde
waren.
„Wat er aan werk gedaan is" formuleer
de het stuurgroeplid mevrouw C.C. van
Zanten-Leysen, ,,is gebeurd door de
griffie en de stichting Zeeland Als we
moeten nagaan wat we als stuurgroep
hebben gedaan, kunnen we deze verga
dering beter sluiten en gewoon gezellig
een kop koffie gaan drinken".
Algemeen werd erkend wat voorzitter
gedeputeerde E. Maris-Ko ster stelde:
„In de praktijk blijkt: het werkt niet
zoals we hadden verwacht, de procedu
res niet. de stuurgroep evenmin. Het
werkt allemaal te omslachtig, is te inge
wikkeld en ook te breed opgezet". Een
werkgroep onder leiding van de gede
puteerde heeft nu voorzetten voor een
nieuwe benadering van de planning ge
geven. die eenvoudiger en overzichtelij
ker moet zijn. Kernpunten daarbij zijn
dat de verantwoordelijkheid en de coör
dinatie voor het beleid directer bij gs
liggen, dat de stuurgroep wordt omge
vormd tot een kleiner, vooral via het
particulier initiatief bezette advies
commissie, dat er projectgroepen kun
nen komen voor de samenstelling van
deelplannen en dat de mensen in het
veld veel vroeger weten wat gedepu
teerde staten als beleidslijn voorstaan,
waarbij ook mogelijkheden voor beroep
worden .verankerd'
Vraaktekens
Hoewel de stuurgroep de hoofdlijnen
voldoende achtte om verder te worden
uitgewerkt, waren er veel vraagtekens
over de doeltreffendheid van de te vor
men adviescommissie. Men was het al
gemeen eens met de kanttekeningen,
die de heer J. G. van Zwieten daarbij
maakte.
„Hoe kom je met een club van veertien
mensen met een zo verschillende ach
tergrond tot sa
menhangende advisering?" vroeg hij
zich af. Ik weet overigens ook niet hoe
het beter zou moeten Ik heb me er suf
over gepiekerd, maar ben er niet uitge
komen." Wel was er veel bijval op zijn
suggestie te streven naar „een nog gro
tere vereenvoudiging": daarbij dacht
hij niet aan de opzet van de vierjaarlijk
se plannen, maar aan de jaarprogram
ma's Die kunnen - zo werd onderkend
gewoon via de begrotingen worden
meegenomen en zo nodig met bezwaren
van de organisaties tegen voornemens
van gs in de statencommissie welzijn
worden doorgenomen.
De heer Van Weele vroeg zich af: „Zien
we wel wat in de omvorming van de
stuurgroep. Of moeten we gewoon zeg
gen over die adviescommissiehup, weg
ermee?"
Mevrouw Maris stelde, dat gs wel de
gelijk rekening met de adviezen zullen
houden - „dat zou de gekkigheid ten
top zijn" - en dat wettelijk ook een ad
viescollege is voorgeschreven voor de
planning van de welzijnszaken.
De 74-jarige vlieger met een van zijn zelfgemaakte vliegtuigmodellen.
Het zweet brak de jonge Dries van der Poest Clement uit Nisse uit, die
dag in oktober 1928 ergens in een gemeentelijk lokaal in Ovezande. Als
een van de laatste lotelingen stond hij voor de viskom-achtige bol, waarin
zich nog slechts twee lootjes bevonden. De majoor achter de tafel zei nog:
„Nu moet je trekken, anders komen we hier nooit weg". Maar voor Van der
Poest Clement lag het allemaal niet zo eenvoudig. Hij wilde dolgraag in
dienst en wanneer hij een hoog nummer zou trekken, ging dat niet door.
Geluk viel de jonge Nissenaar ten deel. Van der Poest Clement trok
nummer twee en was ingeloot. Toen hij op zijn inschrijvingsformulier drie
mogelijkheden moest invullen, waar hij wilde dienen, schreef hij driemaal
luchtvaart op.
De wens van de Zeeuw ging in
vervulling. Later zou hij naam ma
ken als vlieger. Over zijn belevenis
sen in de lucht, stelde de Nissenaar
onlangs een boek samen. In
vliegerstaal, zoals hij zegt Mensen
van de uitgeverij zijn nu met die taal
een beetje aan het 'hannessen', ver
telt Van der Poest Clement, een
beetje geërgerd. „Ik zou zeggen, laat
het staan in de oorspronkelijke
vliegerstaal". Zo vielen de correcto
ren van de uitgeverij over het feit
dat hij de term 'op Deele' gebruikte,
waarmee de schrijver dan het vlieg
veld bedoelde. De medewerkers van
de uitgever vonden evenwel 'in Dee
le' beter, wat evenwel de indruk
wekt dat het om het dorp Deele
gaat. „En daar zaten we niet",
maakt Van der Poest Clement dui
delijk.
De vlieger wil zijn boek 1 juli presen
teren, tijdens de eerstvolgende reü
nie van vooroorlogse Nederlandse
vliegers: 'de oude garde'. De titel
van het schrijven luidt 'We vlogen
als vogels'. Het uitgeven van het
boek valt samen met het zeventigja
rig bestaan van de militaire lucht
vaart in Nederland. „Wij leerden ook
vliegen als vogels", beweert Van der
Poest Clement. „Op een soort duive-
ninstinct. Tegenwoordig mogen de
vliegers alleen maar op hun instru
menten afgaan". Hij herinnert zich
nog goed de keren dat hij solovluch
ten maakte als leerling en op het
gevoel zijn kist moest neerzetten.
De Nissenaar belandde allereerst
'op' Soesterberg. Hij kwam de eerste
dag aan bij de - zoals dat heette -
sergeant van de week en zag deze
met uitgestoken hand op hem staan
wachten. Joviaal gaf de jonge Zeeuw
hem een hand De sergeant verlang
de evenwel een formulier en deelde
Van der Poest Clement ter kennis
making een draai om de oren uit,
waarbij zijn kepi een paar meter de
lucht in vloog. De jonge Dries mani
festeerde zich toch al snel als een
ijverig soldaat. Snel begon hij aan de
opleiding voor sergeant. Met ais
einddoel vlieger te worden. Voordat
hij echter voor de eerste keer achter
de stuurknuppel van een dubbel
dekker mocht klimmen, verstreken
enkele jaren. Eerst bediende de Nis
senaar als luchtschutter de mitrail
leur. Toen zijn diensttijd ten emde
üep, gaf hij zich op voor de opleiding
als leerlingvlieger. De leiding in
Soesterberg wilde geen duur opge
leide luchtschutter kwijt. Bovendien
waren de dertiger jaren in zicht en
was bezuinigen aan de orde van de
dag. Het feest ging met door.
Daarop meldde Dries zich aan bij de
marine, in de hoop bij dat krijgs
machtsonderdeel de vliegeniersop
leiding te kunnen volgen. De marine
had geen vliegers meer nodig en dus
ook daar stootte Dries zijn neus.
Tenslotte bleef er voor de Nissenaar
niets anders over dan een baantje op
de secretarie in Borssele te accepte
ren. Zijn vader hoopte nog altijd in
stilte dat. Dries hem zou opvolgen
als burgemeester van Nisse Na een
half jaar, had Dries het al bekeken.
„Ik was tien jaar ouder geworden",
vertelt hij nu. „Het ligt me helemaal
met, bureauwerk". Niet lang daarna
ontmoette Dries - wandelend op de
Coolsingel in Rotterdam - een colle
ga uit Soesterberg. Deze maakte
hem attent op de mogelijkheid het
A-vliegbrevet te behalen op een
vliegveld nabij Rotterdam. Vervol
gens - verzekerde de vlieger - zouden
ze Dries zonder meer aannemen als
vlieger op Soesterberg
Deze opzet slaagde. In het voorjaar
van 1933 werd Van der Poest Cle
ment aangenomen als vlieger in
Soesterberg. Hij bleef twee jaar
verbonden aan het vliegveld om
daarna maandvlieger te worden op
verschillende vliegvelden in Neder
land. „Ik heb altijd graag willen
vliegen", zegt de inmiddels 74-
jarige Van der Poest Clement. „Er
was gewoon niets anders. Ik heb
ook nooit het idee dat ik gewerkt
heb. Het was mijn hobby".
Tot aan de mobilisatie in 1939 bleef
hy maandvlieger. Daarna moest hij
wederom het uniform aantrekken.
Ditmaal evenwel als vlieger. Bij de
capitulatie werd de Nissenaar drie
weken lang krijgsgevangen gehou
den. Daarna kreeg hij toestemming
van de Duitsers om huiswaarts te
gaan. Ook daar zat hij niet stil.
Samen met de Nissenaar P. Kloos
terman verrichte Van der Poest ver
schillende verzetsactiviteiten. Op
een gegeven moment dwong een
arrestatiebevel hem onder te duiken
op een boerderij in Ovezande. Sa
men met zijn vriend Rob van Luik
ging hij 's nachts op pad om de
Duitsers dwars te zitten, door bij
voorbeeld banden door te snijden of
suiker in de benzinetanks te gooien.
Aan het eind van de oorlog vervoer
de Van der Poest Clement VIP's
(very important persons) zoals geal
lieerde generaals naar verscheidene
frontposities. Elke dag maakte hij
wel een bevrijdingsfeest mee. Na de
oorlog bleef hij soortgelijk werk over
heel Europa doen. Op de meest
vreemdsoortige plekken moest de
vlieger landen om mensen af te
zetten. Op elk weilandje kon Van der
Poest Clement zijn vliegmachine
neerzetten, mits dit langer dan 100
meter was.
De vliegersloopbaan van de Nisse
naar liep plotseling ten einde. Op zes
december 1945 zag hij zichzelf inge
deeld staan op het mededelingen
bord voor een vlucht naar Duits
land. een plek in de buurt van
Hameien. De vüeger besloot vroeg
weg te gaan. Zodoende kon hij 's
avonds het sinterklaassfeest nog
meemaken. Hij kon de weg wel
dromen en arriveerde tijdig op de
plaats van bestemming. Vanwege
slecht weer was de bewuste persoon,
die hij op moest pikken, al vertrok
ken. Deze had geen vliegtuig meer
verwacht met het mistige weer.
„Gooi hem maar vol", zei Dries op
het vliegveld. „Dan ga ik gelijk maar
leeg terug". Nauwelijks steeg het
vliegtuigje op of Van der Poest Cle
ment had in de gaten dat hij in
noodweer was beland. Door middel
van zijn instrumenten, bereikte hij
toch de hoogte van Enschede. Het
weer verslechterde en Van der Poest
Clement zag geen andere mogelijk
heid dan terug te vliegen. Vanaf
Osnabrück vloog hij op dakhoogte,
een spoorlijn naar rijn bestemming
volgend. Hij raakte het zicht op de
lijn kwijt. „Als je zo laag vliegt, gaat
het zo verrekte hard", verduidelijkt
hij. „Tot ik op een gegeven moment
gekraak en herrie hoorde en uit mijn
riem schoot. Tegen de Duitse Hol-
terberg aan". Wat er vanaf dat mo
ment gebeurde kan Van der Poest
Clement alleen nog maar uit de
verhalen van anderen over het onge
luk vertellen. Hij schijnt via de
toppen van bomen op de berghelling
te zijn beland. De vleugel brak af en
de romp schoot door van het vlieg
tuig. Gelukkigerwijze schoot het
toestel niet in brand; iets dat bij een
dergelijk ongeluk negen van de tien
keer wel het geval is. Een Duitse
houtvester uit de buurt bemerkte
het ongeval en zaagde Van der Poest
Clement (bewusteloos geraakt door
dat hij met zijn hoofd tegen het
kompas aansloeg) uit de kist. De
vlieger werd ergens naar binnenge
haald en de aanwezigen konden
niets anders doen dan de dood vast
stellen. In de avond legden ze hem
achterin een vrachtwagen om - na
een lange slopende reis - zijn li
chaam in het lijkenhuis van het
ziekenhuis in Munster te leggen.
Daar lag hij enkele uren. Een dokter,
die even naar de 'dooie Hollandse
vliegeri ging kijken, bemerkte nog
leven bij Dries. Hij hield een spiegel
tje voor zijn neus, dat door de adem
besloeg. Snel werd de Nissenaar in
het gips gelegd en zijn wouden gefat
soeneerd. Drie dagen naderhand
kwam de gewonde bij. In Nederland,
waar al een overlijdensbericht was
aangekomen, ging een hoeraatje op.
Vliegen was er voor Dries van der
Poest Clement niet meer bij.
Zijn liefde voor de vliegerij ver
dween echter niet. Het huis van de
familie Van der Poest Clement ge
tuigt nog van zijn vliegersjaren.
Een grote houten propeller hangt,
langs de trap naar boven. Boven
dien knutselde hij tien jaar lang
aan alle modellen van de vliegtui
gen, die voor 1940 op Soesterberg
stonden.
Milimeterwerk met hard beukehout
De Zeeuwse ex-vlieger bezit daar
naast verschillende plakboeken en
hij bezoekt menige reünie. Ook op
de reünie op 13 maart van vliegveld
Woensdrecht (waar hij eveneens en
kele jaren vloog) was hij aanwezig.
„We doen het wat rustiger aan",
vertelt hij. Samen met zijn vrouw
reist Van der Poest Clement graag.
Dries junior, zijn zoon heeft de voor
liefde voor het vliegen overgenomen.
Sinds 1966 is hij eveneens vlieger.
Momenteel is Dries van der
Poest Clement junior mentor van
de leerlingvliegers van het Com
mando Logistiek Opleiding in
Zeist. Vader Dries is gerustgesteld,
zegt hij. „Mijn zoon vervolgt mijn
werk, dat ik vroegtijdig heb moeten
opgeven".
René Groeneveld