STUDIEDAG r rti'i H.- t:i(«731 IS PRINS CLAUS? groen bekeken: kleine kerkgeschiedenis minder regels a.u.b. EEN WENKEND PERSPECTIEF VRIJDAG 4 MAART 1983 PZC/opinie en achtergrond Als de overheid drastisch gaat snoeien in het grote aantal regels waaraan het bedrijfsleven moet voldoen, hebben de ondernemers meer hun handen vrij om te investeren, kunnen ze sneller reageren op marktontwikkelingen en hebben ze meer tijd om zich aan de concrete bedrijfsvoering te wijden. Het terugdringen van de overheidsbemoeienis heet deregulering of ontbu- reaucratisering. Velen verwachten dat dat een van de stimulansen is voor industrieel herstel. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de samen werkende Kamers van Koophandel in Gelderland wordt vandaag ivrijdag) een nationale studiedag gehouden met als thema 'deregulering voor het bedrijfsleven'. Van onze parlementaire redactiet Deregulering. Het woord dat we steeds vaker uit de kelen van politici en ondernemers horen opborrelen. Nu al zonder twijfel hèt grote politieke thema van de jaren '80. In partijprogram ma's, bestuursakkoorden op alle niveaus vinden we het terug: deregulering. Minder regeltjes, minder betutteling, minder belemmering. Iedereen vindt er wel iets van zijn gading in. Is deregu lering de vuurtoren die de nu nog doelloos ronddobberende ondernemers de gulden weg wijst naar economisch herstel? Wordt met deregulering een einde gemaakt aan de door velen vervloek te betutteling door de ambtenarij? Of betekent deregulering dat er voortaan uit de smeerpijpen van de chemische industrie onverschillig wat voor troep tegen de hemel wordt opgeblazen? Tegen het eenvoudiger maken van de pm wetten af te schaffen. We hebben overheidsregels en -voorschriften zal regels nodig om te dereguleren. Als je niemand bezwaar maken. Dat we daar- dat niet voorzichtig en nauwkeurig doet, raak je van de wal in de sloot: tal van situaties zullen dan, door onduide lijkheden in de wet, de grootste proble men opleveren. Maar ook als je het voorzichtig doet zijn er vele terreinen waarop het geregel wat minder of een voudiger kan". in wat ver zijn doorgeschoten, daar zal ook de gewone man in de straat, die een jaar bezig is om door een berg papieren te ploegen alvorens er een puntdakje op de duiventil mag, het hartgrondig mee eens zijn- De overheid schrijft vooral voor wat niet mag en wat wel moet. Dat dat wat eenvoudiger kan dan nu het geval is, ach daar zal alleen een enkele ambtelijke regelneef van wakker lig gen. De belangrijkste vraag is echter: „Als het een beetje vlot met die deregu lering, mogen we dan meer en moeten we dan minder?" Het antwoord daarop is niet zo een- twee-drie te geven. Daar moet op gestu deerd worden. Vandaag (vrijdag) bij voorbeeld, is er in Nijmegen een natio- .rtale studiedag over de deregulering voor het bedrijfsleven. Een van de spre kers: prof. mr. C. A. J. M. Kortmann, hoogleraar staatsrecht aan de katholie ke universiteit in Nijmegen. Kortmann is voorstander van deregulering, maar waarschuwt er wel voor dat we er niet komen door her en der wat regeltjes af te schaffen. Kortmann: „We hebben wetten nodig - „Bedrijven worden horendol van het grote aantal vergunningen dat nodig is. In Nederland maar ook in veel andere Europese landen is er een wildgroei van 'toestemmingsvereisten' (vergunnin gen - red.). Die je bovendien nog bij steeds verschillende instanties en over heden moet aanvragen". voorbeelden - „Privé-instellingen (parochies, scho len, universiteiten, welzijnsorganisa ties) worden door de overheid verplicht tot democratisering. Waarom mogen die instellingen dat niet zelf uitzoeken? Je hoeft toch geen lid te worden van een parochie als je het niet eens bent met de manier waarop die bestuurd wordt? Waar bemoeit de overheid zich toch mee? Kortmann: „Een aantal voor de hand liggende voorbeelden is makkelijk aan te geven". - „De bouwvoorschriften kunnen sim peler. Ik erger me groen en geel aan de rompslomp die nodig is voordat je je huis mag verven. De voorbeelden van de dakkapel en de duiventil zijn overbe kend". - „De belastingwetgeving kan simpe ler. Niet dat de mensen minder belas ting moeten gaan betalen, maar het grote aantal extra regels voor speciale gevallen: daar kan een gewoon mens - „De milieuwetgeving is niet meer om geen wijs meer uit. Dan krijgje dat men- dóór te komen. Als je dat eenvoudiger sen zich in het begin ergeren aan de de- gaat maken, hoeft dat niet per se te be- tails, wat op den duur ontaardt in het tekenen dat er meer mag. Ik vind overi- - .Steeds meer organisaties zien er van af om subsidie aan te vragen. Dat kost je tegenwoordig een maand admini stratief werk per jaar. In die tijd kan je beter proberen om je geld op een andere manier bij elkaar te krijgen". verwerpen van de hele belastingwetge ving of zelfs de hele rechtsorde". gens zelf dat we wel iets te ver zijn ge gaan: we hebben niet alleen de Wet op de Luchtverontreiniging, maar ook vei ligheidswetten, geluidhinderwetten, de Wet op de Verontreiniging van het Op pervlaktewater. de Wet op de Bodem bescherming". Overigens benadrukt Kortmann dat de overheidsbetutteling en de protesten daartegen niet typisch Nederlandse verschijnselen zijn. En - zoals hier en daar wordt gesuggereerd - het zijn ook niet de socialisten (PvdA) geweest die het hardst geroepen hebben om meer regels en voorschriften. De regeringen van de afgelopen twintig jaar hebben de meeste van die regels gemaakt en daar in zaten altijd de confessionelen (KVP, CHU en AR, later CDA) en meestal de liberalen (WD), even geduld De overheid heeft met de gebruikelijke slagvaardigheid gereageerd op de nieuwe heilleer die ons uit het dal om hoog moet sleuren: twee commissies zijn ingesteld. De commissie 'vermin dering en vereenvoudiging van over heidsregelingen' en de commissie 'de regulering in verband met de economi sche ontwikkeling'. Zoals dat wel va ker gaat met commissies, verwacht men ook hier rapporten, nota's, actie programma's, aanbevelingen, studies door deskundigen, kleine commissies en subcommissies. Die commissies volgepropt met univer sitaire geleerdheid, zullen, zo wordt ver wacht met met één tijdig antwoord op de vraag komen. Tot op de studiedag vandaag in Nijmegen zijn allerlei ver schillende, elkaar vaak tegenspreken de geluiden gehoord. Het bedrijfsleven, de duiventilbouwers en de politici zul len nog even geduld moeten oefenen. iADVERTENTIE >1 Wat is de werkelijke reden 1 dat PRINS CLAUS f terug moest naar Bazel? IT En waarom moet hij wederom een dagenlange SLAAP- KUUR ondergaan? Griezelscène liep uit de hand RAMSES SHAFFY werd bijna onthoofd. Na censuur in 'De Weg'. Breekt WILLY VAN HEMERT met de KRO? JOOP DEN UYL adviseerde tenor WILLY CARON: TA/ordt maar weer kok...' WILLEM RUIS wil na de scheiding zijn kinderen bij zich. BELEEFT MEE IN PRIVÉ Overal te koop voor f 1,85 ipliiilK*' TP en positieve grondhouding. Die Hj term moeten de ministers tegen woordig van hun eigen voorzitter ge bruiken. dus horen we hem ook te pas. en vooral te onpas. Ook minister Smit-Kroes van verkeer en water staat. die het gebruik van het clich tot beleid heeft verheven, had het over diezelfe positieve grondhou ding, toen zij met de Kamercomissie voor verkeer en waterstaat overleg de over de Vaste Oeververbinding V/ester schelde. In dit verband lijkt het er op dat die positieve grondhou ding alleen maar te defïnieren is als een begrafenis, maar dan een nette, keurig verzorgde. Wellicht resteren er nog enkele opti misten die er van uit gaan dat de Westerschelde-oeververbinding er alsnog zal komen, nu zowel mevrouiv Smit als haar collega Ruding tot een nieuw gesprek met Zeeland bereid zijn. Er zijn echter op z'n minst acht goede redenen waarom de VOW er niet zal komen: 1. Mevrouw Smit, die deze keer niet in vorm was en een aantal keren in moèilijkheden kwam, hield een heel verhaal, dat zij zeer plichtmatig af draaide overigens, waarin zij de na delen van de oeververbinding en de grote risico's die met de aanleg ge moeid zijn breed uitmat. In haar laat ste zin voegde ze er aan toe dat ze „natuurlijk nog wel een keer met Zee land wilde praten". Omdat de Kamer dat zo graag wilde, maar voor haar hoefde het eigenlijk met. 2. Zeeland heeft forse steun vanuit de Kamer nodig om. en dat betekent dat ie voorzichtig met Kamerleden moet omgaan en hen met alle egards moet behandelen. Dan kan je het beter niet hebben dat de commissaris in een hoorzitting met de waterstaatscom missie een Kamerlid aanspreekt met „die man", of met „Mateman terwijl de aangesprokene Hennekam heel, én voorzitter is van de CDA-fractie- commissie voor verkeer en water staat. Dat let nauw in dat soort krin gen. 3. De verschillende Kamerleden heb ben. met een grote delegatie Zeeuwen op de tribune, het spel braaf ge speeld. Veel misbaar is gemaakt over de wijze waarop de beide ministers met Zeeland hebben overlegd. Of be ter gezegd, over de wijze waarop zij hun dictaat hebben kenbaar ge maakt. Er is echter geen enkel Ka merlid, inclusief de ongekroonde on derkoning uit Zeeland -zo noemen sommigen hem althans- Eversdijk, noch zijn troonpretendent-in-spe Te Veldhuis, noch 'import-Zeeuw' Van der Doef. dat met nadruk heeft ge steld dat de VOW er moet komen. Hun instelling is tegenwoordig -ove rigens niet onjuist- dat als cijferma tig wordt aangetoond dat de oever verbinding inderdaad een groot fi nancieel risico is, hij er niet moet ko men. 4. Er zijn géén verkiezingen op komst. Tpt voor kort wilde dat nog wel eens helpen. 5 Er is altijd uitgegaan van een hoge rijksbijdrage in het project, zo in de orde van grootte van 32 miljoen. Wat blijkt echter? De achtereenvolgende ministers hebben 'vergeten' om dat bedrag in hun meerjarenramingen op te nemen, en nu wordt de lagere rijksbijdrage -17 miljoen- door minis ter Ruding verdedigd met de stelling dat alleen dit bedrag beschikbaar is. Het zou interessant zijn om, in lijn met deze gedachte, belastingaansla gen alleen te betalen tot het bedrag waarmee je rekening liebt. gehouden. 6'. Het psychologische element: zowel Ruding als Smit-Kroes zijn van plan om een naam op te bouwen als sa neerders van de rijksbegroting. Om eens een Smit-Kroes-cliché te gebrui ken: „zachte heelmeesters maken stinkende wonden". 7. De alternatieven: Zeeland heeft met enige nadruk gesteld dat het als provincie méér aan eigen bijdragen op tafel wil leggen dan 4 miljoen. Dat klinkt mooi, maar wat is meer? Dat zal uiteindelijk niet meer dan een paar ton blijken te zijn, anders grijpt de staatssecretaris van binnenland se zaken, die de uitgaven van provin cies en gemeenten controleert, en wel een stokje voor. De alternatieven van Zeeland werken overigens alléén wanneer het rijk haar eigen bijdrage verhoogt. 8. Tot slot het volgende: Er was, zoals gezegd, een Zeeuwse delegatie, voor al bestaande uit statenleden en amb tenaren. die per bus waren aange voerd. Echter, toen de groep om twaalf uur 's nachts naar huis toe wilde, startte de bus niet. De Zeeu wen hebben daarop hun eigen bus moeten aanduwen. Zotets kan alleen maar symbolisch zijn. De Poolse regering verlangt van de schrijvers in het land een loyaliteitsverklaring. De schrijvers dienen zich openlijk te scharen achter de communistische partij. De schrijversvakbond in Polen heeft het laagste percentage com munistische leden binnen het ge hele Oosteuropese blok. Zou het niet lukken het aantal lidmaat- schappen van de communistische partij binnen de vakbond te verho gen, dan kan ontbinding van de bond het gevolg zijn. „Men zegt: 'lees niet teveel boeken, anders verval je tot ketterijEn als iemand een ziekte overkomt waar door hij buiten zijn gewone zinnen raakt, dan zeggen ze misleidend: 'hij is aan de boeken geraakt'. Maar dit soort dingen zeggen ze omdat ze zelf ongeschoold zijn. Ze willen dat ook de anderen net als zijzelf zonder scholing blijven". Dit schreef een Russische abt in de zestiende eeuw. Hij had het Drie vuldigheidsklooster in Zagorsk, zestig kilometer van Moskou, ge leid. Maar na een proces in Moskou was hij verbannen en daama naar het Westen, naar Polen gevlucht. Een beroemde generaal, Andreas Michielszoon, liep in diezelfde tijd over van het leger van de Russi sche tsaar naar de Poolse strijd krachten. De vervolgingen die tsaar Ivan de Vrees wekkende had ontketend tegen de élite in Mos kou werden hem te machtig. Ook hij schreef vanuit het buitenland; „Zij verleiden de jonge mensen die hun aandacht wijden aan de we- tenschap en die zich willen wennen aan de Schriften. Want in Rusland zijn nog veel jongeren te vinden die zorg hebben voor hun heil. Onder verbod bevelen zij hun: 'leest niet te gast teveel boeken'. En zij wijzen naar iemand die van zijn verstand be- roofd is en zeggen: 'die en die is aan de boeken geraakt" De argwaan tegen boeken begon zich ook tegen de eerste drukker in Moskou te keren. Ook hem werd de grond te heet onder de voeten Ook hij vluchtte naar Polen. „Zij wilden het goed in kwaad verande ren", schreef hij op veilige afstand in het nawoord van één van zijn in Polen gedrukte boeken, „zoals dat de gewoonte is bij boosaardige, ongeschoolde en in hun verstand onervaren mensen. Dat heeft ons van onze grond, ons vaderland en onze familie verdreven en ons naar andere onbekende landen ge bracht. Toen wij vandaar naar hier overkwamen heeft Zijne vrome Majesteit de koning van Polen met al de heren van zijn raad ons vriendelijk opgenomen". De druk ker eindigde zijn nawoord met een gebed. Het is van bijbelteksten aan elkaar geregen. Hij had het geleerd van de abt van Zagorsk. „Geef mij verstand, dan onderzoek ik uw wet. Neem de woorden der waarheid niet al te zeer van mijn lippen, om der wille van mijn broeders en mijn vrienden". In de laatste jaren is in de Sovjet-Unie een nieuwe campag ne begonnen tegen het religieuze boek. Een jonge medewerkster van een niet door de staat erkende uitgeverij stond terecht. In haar laatste woord bij het proces zei zij: „In Moskou staat een stand beeld van de eerste drukker waar op de woorden zijn uitgehouwen 'om der wille van mijn broeders en mijn vrienden'. Ik wil dat deze woorden het opschrift zouden zijn van iedere dag van mijn leven" Het zijn woorden uit psalm Eens was Polen een toevlucht soord voor deze drukker. Zal het nu de Poolse schrijvers gegeven zijn ruimte voor geestelijke vrij heid te bewaren en aan het onver stand het hoofd te bicden? "g tic raa jp oe: "ar;: leel: oya Keetje Rozemond. :;i£ BRO ijn. Ida; lams ;oe: Die ïnigii IlILf once Jdui ling HIDE 11m SAS n 'V lus: lur: i tome «ur: c l'ATl 1930 oneel BEST .30 ZIER] 5.45-1 Een Amsterdamse juffrouw is voor het bijwonen van kerkdiensten zeer kieskeurig in de dertiger jaren. Er is eigenlijk maar één predikant die naar (of tot?) haar hart spreekt' dr Edelkoort. later hoogleraar te Leiden. Ze ontbreekt nooit wanneer hij preekt. En wanneer vrijdags het predikbeur tenblaadje in de bus rolt kijkt zij direct waar Edelkoort preekt. Want de Am sterdammer is niet gericht op zijn wijkkerk. hij is gericht op voorgangers die hij of zij dan door de gehele stad naloopt Genoemde juffrouw komt op een zondagmorgen tot de ontdekking dat Edelkoort een vrije zondag heeft. Haar reactie: „O. Edelkoort is er niet. Dan ga ik mijn keukentje maar wit ten!" Een anekdote uit het boekje 'Groen bekeken' dat enige maanden geleden uitkwam bij Boekencentrum. Het boekje bevat een selectie uit artikelen in kerkbladen, geschreven door wijlen ds Marinus Groenenberg. Hij overleed vlak voor de Kerstdagen 1981. Het boekje is om verschillende redenen erg interessant. Het bevat een stuk kerkge schiedenis van vijftig jaar vaderlandse kerk. Genoteerd door de precieze, trefzekere pen van Groenenberg. Opge merkt door een man die op vele posten de hervormde kerk heeft gediend. Het is ook kerkgeschiedenis met humor. Niet zonder ironie en plaagzucht be schrijft Groenenberg de gewichtige zaken. Hij deed dat in Texel, VI aardin gen, Amsterdam en Utrecht. En lande lijk voor het blad Hervormd Neder land. De naam van het boekje 'Gröen bekeken' was de naam van de rubriek waaronder Groenenberg schreef in Hervormd Nederland. Terwijl zijn bij dragen 'Zin en onzin uit de kerken' het kerkblad van Utrecht tot één van de meest leesbare kerkbladen van ons land maakte. Ik moet bekennen dat ik in Hervormd Nederland altijd het eerst de bijdrage van deze milde, pastorale en wijze collega opsloeg Hij betekende ook voor mij persoonlijk veel. Er was een diepe vriendschap ontstaan En bij de keuzen voor een gemeente was hij op de een of andere manier steeds betrokken. Hij was een raadsman voor veel ge meenten, omdat hij een reeks van j aren leiding had gegeven aan het college van Visitatoren Generaal. En in dit college had hij de hervormde kerk in zijn grootheid en kleinheid leren ken nen. Branden blussen, tot samenspre- ken oproepend, dienstbaar aan de opbouw van de gemeente van Christus. Hij kende de kerk als weinigen Hij kende gemeenten, predikanten en was voor velen een vraagbaak bij beroepen en keuzen. Hij was binnen de kerk geen partijman. Hij was heel duidelijk in zijn uitspraken, maar genoot door de echt heid van zijn toon veel vertrouwen. Ook bij de rechterflank van de her vormde kerk, de Gereformeerde Bond. Heel kritisch kon hij de Bonders vragen stellen, hun niet ter zake doende franje ongenadig in het spot- licht zetten Maar ook: hij kende de Bond en wat bmnen de Bond aan diepe noties en geloofsinzichten was opgesla gen. Hij kwam daarvoor op en genoot binnen de Bond vertrouwen. Met de vorige voorzitter van de Gereformeer de Bond. ds W. L. Tukker, heeft hij bijvoorbeeld lang samengewerkt in genoemd college van visitatoren. Hij beschrijft in één van zijn stukjes de geloofsstrijd van Tukker inzake het besluit van de synode om de ambten voor de vrouw open te zetten. Er waren er toen die dachten: dat kan Tukker nooit nemen. Hij gaat om dat besluit de hervormde kerk uit. Groenenberg tekent dan Tukker in zijn liefde voor de vaderlandse kerk. In zijn besef van wat hij ontvangen had in de kerk door de trouw Gods aan dit stuk wereld: Nederland In zijn ootmoedige trouw aan die kerk die via de trouw Gods aan Zijn Verbond in de Nederlanden zegen had gegeven in de geschiedenis Groenen berg herkende het diepste van de ander. En in hetzelfde verhaal over Tukker vermeldt hij het kostelijke verhaal dat vijf visitatoren, allemaal predikanten, in Kampen snel een uitsmijter nuttigen vlak voor een inge wikkelde vergadering. De ober laat hen uit en zegt tegen de groep; „Dag dommee, dag heren". De dominee was Tukker, de anderen waren door de ober niet als zodanig herkend' springen Ik ben in de verleiding om allerlei stukjes te gaan citeren. Het staat er vol van. Om nog eens een greep te doen: het interview met de Domtoren. stemmen uil de kerken De gevoelige meditatie over hei knaapje (kleerhanger) in de consisto rie. Het relativerende verhaal over hoe liturgische vernieuweingen tot stand komen (het heet uit Duitsland te komen). Het luidt als volgt een predikant doet dienst bij een begrafenis. Hij voelt de aarde zakken en springt naar de andere zijde van het graf. Hij moet echter direct weer terugspringen, om dat ook daar de grond zakt. Een paar weken later bereikt hem weer het verzoek om een begrafenis te leiden En speciaal wordt erbij vermeld' alstu blieft met het springen erbij! De mensen hadden gedacht dat het een nieuw soort ritueel was (wellicht om de boze geesten op een dwaalspoor te leiden) en vonden het zo mooi! Daarom de vraag of dominee het kon herhalen. „Zo komen de liturgische vernieuwingen in de kerk", is het droge commentaar van de zegsman, door Groenenberg met gretigheid verteld en geciteerd. ademhalen Schrijven was voor Groenenberg zoiets als ademhalen. Hij leefde op die wijze. Op papier kon hij met milde spot de dingen recht zetten. Met ingehouden toon die diepste dingen van het geloof verwoorden. Hij was afkomstig uit een niet zo erg kerkelijk milieu. Maar toen hij eenmaal de kerk was binnengegaan, is hij er, naar zijn eigen zeggen, nooit meer uit weg geweest. Zo ging hij op zondag altijd twee keer naar de kerk. Vaak preekte hij zelf. maar wanneer hij vrij was. dan was hij te vinden bij vogels van diverse pluimage. Dan zocht hij de bevindelijke klanken aan de rechtervleugel, om met aan bloedar moede te gaan lijden. Of hij zocht een voorganger, die op heel eigen wijze de Boodschap vertolkte. In zijn 'krante stukjes'. vliegen van één week, reageer de zijn gevoelige geest op de dingen die hij meemaakte. Hij was pastor, regent, schryver, maar dat alles op een unieke wijze. Hij was ook te vinden in de kring van hen die de alcohol als een grote vijand hadden ontdekt. Zo schreef hij de geschiedenis van de Drankbestrij ding in het jubileumboek. Zijn sober heid was voor hem vanzelfsprekend, een levenspatroon waarin hu gelukkig was en het anderen nooit drammerig voorhield. Want ook dat komt uit het boek naar voren: een beslistheid in overtuiging, maar nooit een wet opleg gen aan de ander. Hij kende van binnenuit de vragen naar de ordening van de samenleving. Hij was eén van de zeven Amsterdamse predikanten die vlak na de oorlog kozen voor de Doorbraak: een christen sluit zich niet op in eigen organisaties, maar laat zijn geluid horen in het gesprek met anderen, Want Christus is Heer van de wereld. In Groenenberg zien wij die combinatie van voluit man de kerk te zijn en voluit betrokken zijn op wat zich in het leven aandient portret Vijftig jaar kerkgeschiedenis in rela- tieverende stukjes in een kerkblad. Het geeft een boeiend portret met steeds nieuwe elementen waarop de aandacht valt. Nee, het is geen stan daardwerk in de zin van een dikke pil met veel vertoon van geleerdheid. Het is eerder de kleine kerkgeschiede nis, maar is die niet van belang? Omdat het zo door en door menselijk is en zo vanuit een diep besef datl kerkgeschiedenis wordt geschreven door mensen met hun kleinheid en hebbelijkheden? Kleine mensen, die soms zo gek te kijk staan. Maar mensen die door een grote God ge bruikt worden De humor en de distan tie waarmee Groenenberg in zijn kran testukjes mensen en gebeurtenissen te boek stelde heeft te maken met zijn geloof in die grote God die mensen belangrijk vindt en hen een plaats geeft in zijn Werk. Wij mogen Blekencentrum dankbaar zijn dat deze uitgave is verschenen. Respect voor de heer Van Eeden die vijftig jaar stukjes en colommen heeft doorgelezen en heeft gesystematiseerd. Wie nog eens wil kijken in een tijdsspie- gel doet er goed aan dit boekje aan tfl schaffen. Het is een postuum eerbetoon aan iemand die zo echt predikant, bestuurder, pastor en vriend was. Hij is nog volop actief, het stukje over het emeritaat is weer zo'n juweeltje van vermogen tot afstand nemen, plotse ling heengegaan. V. D. M. stond op de rouwbrief Inderdaad: Dienaar van het Woord Gods. Eén concentratie in dat leven, maar wat een reikwijdte! ILMi 1ERG liur D )pen loxy linem fanie, Clnem leist. l bed Inem IT., a GOES Uur: M HULS' 19.15 e r.; 19.1 Uur Vt 1.30 u <ove I varte lie ma OOSTï twarte TERNÏ uur: Ai warte VllSSI •XL, de LU E. A. van Ecden: 'Groen Bekeken': uitgave Boekencentrum.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 4