STUDIEDAG
r rti'i H.- t:i(«731
IS PRINS CLAUS?
groen bekeken: kleine kerkgeschiedenis
minder regels a.u.b.
EEN WENKEND
PERSPECTIEF
VRIJDAG 4 MAART 1983
PZC/opinie en achtergrond
Als de overheid drastisch gaat snoeien in het grote aantal regels waaraan
het bedrijfsleven moet voldoen, hebben de ondernemers meer hun handen
vrij om te investeren, kunnen ze sneller reageren op marktontwikkelingen
en hebben ze meer tijd om zich aan de concrete bedrijfsvoering te wijden.
Het terugdringen van de overheidsbemoeienis heet deregulering of ontbu-
reaucratisering. Velen verwachten dat dat een van de stimulansen is voor
industrieel herstel. Ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van de samen
werkende Kamers van Koophandel in Gelderland wordt vandaag ivrijdag)
een nationale studiedag gehouden met als thema 'deregulering voor het
bedrijfsleven'.
Van onze parlementaire redactiet
Deregulering. Het woord dat we steeds vaker uit de kelen van politici en ondernemers horen
opborrelen. Nu al zonder twijfel hèt grote politieke thema van de jaren '80. In partijprogram
ma's, bestuursakkoorden op alle niveaus vinden we het terug: deregulering. Minder regeltjes,
minder betutteling, minder belemmering. Iedereen vindt er wel iets van zijn gading in. Is deregu
lering de vuurtoren die de nu nog doelloos ronddobberende ondernemers de gulden weg wijst
naar economisch herstel? Wordt met deregulering een einde gemaakt aan de door velen vervloek
te betutteling door de ambtenarij? Of betekent deregulering dat er voortaan uit de smeerpijpen
van de chemische industrie onverschillig wat voor troep tegen de hemel wordt opgeblazen?
Tegen het eenvoudiger maken van de pm wetten af te schaffen. We hebben
overheidsregels en -voorschriften zal regels nodig om te dereguleren. Als je
niemand bezwaar maken. Dat we daar- dat niet voorzichtig en nauwkeurig
doet, raak je van de wal in de sloot: tal
van situaties zullen dan, door onduide
lijkheden in de wet, de grootste proble
men opleveren. Maar ook als je het
voorzichtig doet zijn er vele terreinen
waarop het geregel wat minder of een
voudiger kan".
in wat ver zijn doorgeschoten, daar zal
ook de gewone man in de straat, die een
jaar bezig is om door een berg papieren
te ploegen alvorens er een puntdakje op
de duiventil mag, het hartgrondig mee
eens zijn- De overheid schrijft vooral
voor wat niet mag en wat wel moet. Dat
dat wat eenvoudiger kan dan nu het
geval is, ach daar zal alleen een enkele
ambtelijke regelneef van wakker lig
gen. De belangrijkste vraag is echter:
„Als het een beetje vlot met die deregu
lering, mogen we dan meer en moeten
we dan minder?"
Het antwoord daarop is niet zo een-
twee-drie te geven. Daar moet op gestu
deerd worden. Vandaag (vrijdag) bij
voorbeeld, is er in Nijmegen een natio-
.rtale studiedag over de deregulering
voor het bedrijfsleven. Een van de spre
kers: prof. mr. C. A. J. M. Kortmann,
hoogleraar staatsrecht aan de katholie
ke universiteit in Nijmegen. Kortmann
is voorstander van deregulering, maar
waarschuwt er wel voor dat we er niet
komen door her en der wat regeltjes af
te schaffen.
Kortmann: „We hebben wetten nodig
- „Bedrijven worden horendol van het
grote aantal vergunningen dat nodig is.
In Nederland maar ook in veel andere
Europese landen is er een wildgroei van
'toestemmingsvereisten' (vergunnin
gen - red.). Die je bovendien nog bij
steeds verschillende instanties en over
heden moet aanvragen".
voorbeelden
- „Privé-instellingen (parochies, scho
len, universiteiten, welzijnsorganisa
ties) worden door de overheid verplicht
tot democratisering. Waarom mogen
die instellingen dat niet zelf uitzoeken?
Je hoeft toch geen lid te worden van een
parochie als je het niet eens bent met de
manier waarop die bestuurd wordt?
Waar bemoeit de overheid zich toch
mee?
Kortmann: „Een aantal voor de hand
liggende voorbeelden is makkelijk aan
te geven".
- „De bouwvoorschriften kunnen sim
peler. Ik erger me groen en geel aan de
rompslomp die nodig is voordat je je
huis mag verven. De voorbeelden van
de dakkapel en de duiventil zijn overbe
kend".
- „De belastingwetgeving kan simpe
ler. Niet dat de mensen minder belas
ting moeten gaan betalen, maar het
grote aantal extra regels voor speciale
gevallen: daar kan een gewoon mens - „De milieuwetgeving is niet meer om
geen wijs meer uit. Dan krijgje dat men- dóór te komen. Als je dat eenvoudiger
sen zich in het begin ergeren aan de de- gaat maken, hoeft dat niet per se te be-
tails, wat op den duur ontaardt in het tekenen dat er meer mag. Ik vind overi-
- .Steeds meer organisaties zien er van
af om subsidie aan te vragen. Dat kost
je tegenwoordig een maand admini
stratief werk per jaar. In die tijd kan je
beter proberen om je geld op een andere
manier bij elkaar te krijgen".
verwerpen van de hele belastingwetge
ving of zelfs de hele rechtsorde".
gens zelf dat we wel iets te ver zijn ge
gaan: we hebben niet alleen de Wet op
de Luchtverontreiniging, maar ook vei
ligheidswetten, geluidhinderwetten, de
Wet op de Verontreiniging van het Op
pervlaktewater. de Wet op de Bodem
bescherming".
Overigens benadrukt Kortmann dat de
overheidsbetutteling en de protesten
daartegen niet typisch Nederlandse
verschijnselen zijn. En - zoals hier en
daar wordt gesuggereerd - het zijn ook
niet de socialisten (PvdA) geweest die
het hardst geroepen hebben om meer
regels en voorschriften. De regeringen
van de afgelopen twintig jaar hebben de
meeste van die regels gemaakt en daar
in zaten altijd de confessionelen (KVP,
CHU en AR, later CDA) en meestal de
liberalen (WD),
even geduld
De overheid heeft met de gebruikelijke
slagvaardigheid gereageerd op de
nieuwe heilleer die ons uit het dal om
hoog moet sleuren: twee commissies
zijn ingesteld. De commissie 'vermin
dering en vereenvoudiging van over
heidsregelingen' en de commissie 'de
regulering in verband met de economi
sche ontwikkeling'. Zoals dat wel va
ker gaat met commissies, verwacht
men ook hier rapporten, nota's, actie
programma's, aanbevelingen, studies
door deskundigen, kleine commissies
en subcommissies.
Die commissies volgepropt met univer
sitaire geleerdheid, zullen, zo wordt ver
wacht met met één tijdig antwoord op
de vraag komen. Tot op de studiedag
vandaag in Nijmegen zijn allerlei ver
schillende, elkaar vaak tegenspreken
de geluiden gehoord. Het bedrijfsleven,
de duiventilbouwers en de politici zul
len nog even geduld moeten oefenen.
iADVERTENTIE
>1
Wat is de werkelijke reden
1 dat PRINS CLAUS
f terug moest naar Bazel?
IT En waarom moet hij
wederom een
dagenlange SLAAP-
KUUR ondergaan?
Griezelscène liep uit de
hand RAMSES SHAFFY
werd bijna onthoofd.
Na censuur in 'De Weg'.
Breekt WILLY VAN
HEMERT met de KRO?
JOOP DEN UYL adviseerde
tenor WILLY CARON:
TA/ordt maar weer kok...'
WILLEM RUIS wil
na de scheiding zijn
kinderen bij zich.
BELEEFT MEE
IN PRIVÉ
Overal te koop voor f 1,85 ipliiilK*'
TP en positieve grondhouding. Die
Hj term moeten de ministers tegen
woordig van hun eigen voorzitter ge
bruiken. dus horen we hem ook te
pas. en vooral te onpas. Ook minister
Smit-Kroes van verkeer en water
staat. die het gebruik van het clich
tot beleid heeft verheven, had het
over diezelfe positieve grondhou
ding, toen zij met de Kamercomissie
voor verkeer en waterstaat overleg
de over de Vaste Oeververbinding
V/ester schelde. In dit verband lijkt
het er op dat die positieve grondhou
ding alleen maar te defïnieren is als
een begrafenis, maar dan een nette,
keurig verzorgde.
Wellicht resteren er nog enkele opti
misten die er van uit gaan dat de
Westerschelde-oeververbinding er
alsnog zal komen, nu zowel mevrouiv
Smit als haar collega Ruding tot een
nieuw gesprek met Zeeland bereid
zijn. Er zijn echter op z'n minst acht
goede redenen waarom de VOW er
niet zal komen:
1. Mevrouw Smit, die deze keer niet in
vorm was en een aantal keren in
moèilijkheden kwam, hield een heel
verhaal, dat zij zeer plichtmatig af
draaide overigens, waarin zij de na
delen van de oeververbinding en de
grote risico's die met de aanleg ge
moeid zijn breed uitmat. In haar laat
ste zin voegde ze er aan toe dat ze
„natuurlijk nog wel een keer met Zee
land wilde praten". Omdat de Kamer
dat zo graag wilde, maar voor haar
hoefde het eigenlijk met.
2. Zeeland heeft forse steun vanuit de
Kamer nodig om. en dat betekent dat
ie voorzichtig met Kamerleden moet
omgaan en hen met alle egards moet
behandelen. Dan kan je het beter niet
hebben dat de commissaris in een
hoorzitting met de waterstaatscom
missie een Kamerlid aanspreekt met
„die man", of met „Mateman terwijl
de aangesprokene Hennekam heel,
én voorzitter is van de CDA-fractie-
commissie voor verkeer en water
staat. Dat let nauw in dat soort krin
gen.
3. De verschillende Kamerleden heb
ben. met een grote delegatie Zeeuwen
op de tribune, het spel braaf ge
speeld. Veel misbaar is gemaakt over
de wijze waarop de beide ministers
met Zeeland hebben overlegd. Of be
ter gezegd, over de wijze waarop zij
hun dictaat hebben kenbaar ge
maakt. Er is echter geen enkel Ka
merlid, inclusief de ongekroonde on
derkoning uit Zeeland -zo noemen
sommigen hem althans- Eversdijk,
noch zijn troonpretendent-in-spe Te
Veldhuis, noch 'import-Zeeuw' Van
der Doef. dat met nadruk heeft ge
steld dat de VOW er moet komen.
Hun instelling is tegenwoordig -ove
rigens niet onjuist- dat als cijferma
tig wordt aangetoond dat de oever
verbinding inderdaad een groot fi
nancieel risico is, hij er niet moet ko
men.
4. Er zijn géén verkiezingen op
komst. Tpt voor kort wilde dat nog
wel eens helpen.
5 Er is altijd uitgegaan van een hoge
rijksbijdrage in het project, zo in de
orde van grootte van 32 miljoen. Wat
blijkt echter? De achtereenvolgende
ministers hebben 'vergeten' om dat
bedrag in hun meerjarenramingen
op te nemen, en nu wordt de lagere
rijksbijdrage -17 miljoen- door minis
ter Ruding verdedigd met de stelling
dat alleen dit bedrag beschikbaar is.
Het zou interessant zijn om, in lijn
met deze gedachte, belastingaansla
gen alleen te betalen tot het bedrag
waarmee je rekening liebt. gehouden.
6'. Het psychologische element: zowel
Ruding als Smit-Kroes zijn van plan
om een naam op te bouwen als sa
neerders van de rijksbegroting. Om
eens een Smit-Kroes-cliché te gebrui
ken: „zachte heelmeesters maken
stinkende wonden".
7. De alternatieven: Zeeland heeft
met enige nadruk gesteld dat het als
provincie méér aan eigen bijdragen
op tafel wil leggen dan 4 miljoen. Dat
klinkt mooi, maar wat is meer? Dat
zal uiteindelijk niet meer dan een
paar ton blijken te zijn, anders grijpt
de staatssecretaris van binnenland
se zaken, die de uitgaven van provin
cies en gemeenten controleert, en wel
een stokje voor. De alternatieven van
Zeeland werken overigens alléén
wanneer het rijk haar eigen bijdrage
verhoogt.
8. Tot slot het volgende: Er was, zoals
gezegd, een Zeeuwse delegatie, voor
al bestaande uit statenleden en amb
tenaren. die per bus waren aange
voerd. Echter, toen de groep om
twaalf uur 's nachts naar huis toe
wilde, startte de bus niet. De Zeeu
wen hebben daarop hun eigen bus
moeten aanduwen. Zotets kan alleen
maar symbolisch zijn.
De Poolse regering verlangt van
de schrijvers in het land een
loyaliteitsverklaring. De schrijvers
dienen zich openlijk te scharen
achter de communistische partij.
De schrijversvakbond in Polen
heeft het laagste percentage com
munistische leden binnen het ge
hele Oosteuropese blok. Zou het
niet lukken het aantal lidmaat-
schappen van de communistische
partij binnen de vakbond te verho
gen, dan kan ontbinding van de
bond het gevolg zijn.
„Men zegt: 'lees niet teveel boeken,
anders verval je tot ketterijEn als
iemand een ziekte overkomt waar
door hij buiten zijn gewone zinnen
raakt, dan zeggen ze misleidend:
'hij is aan de boeken geraakt'.
Maar dit soort dingen zeggen ze
omdat ze zelf ongeschoold zijn. Ze
willen dat ook de anderen net als
zijzelf zonder scholing blijven".
Dit schreef een Russische abt in de
zestiende eeuw. Hij had het Drie
vuldigheidsklooster in Zagorsk,
zestig kilometer van Moskou, ge
leid. Maar na een proces in Moskou
was hij verbannen en daama naar
het Westen, naar Polen gevlucht.
Een beroemde generaal, Andreas
Michielszoon, liep in diezelfde tijd
over van het leger van de Russi
sche tsaar naar de Poolse strijd
krachten. De vervolgingen die
tsaar Ivan de Vrees wekkende had
ontketend tegen de élite in Mos
kou werden hem te machtig. Ook
hij schreef vanuit het buitenland;
„Zij verleiden de jonge mensen die
hun aandacht wijden aan de we-
tenschap en die zich willen wennen
aan de Schriften. Want in Rusland
zijn nog veel jongeren te vinden die
zorg hebben voor hun heil. Onder
verbod bevelen zij hun: 'leest niet
te gast
teveel boeken'. En zij wijzen naar
iemand die van zijn verstand be-
roofd is en zeggen: 'die en die is
aan de boeken geraakt"
De argwaan tegen boeken begon
zich ook tegen de eerste drukker in
Moskou te keren. Ook hem werd
de grond te heet onder de voeten
Ook hij vluchtte naar Polen. „Zij
wilden het goed in kwaad verande
ren", schreef hij op veilige afstand
in het nawoord van één van zijn in
Polen gedrukte boeken, „zoals dat
de gewoonte is bij boosaardige,
ongeschoolde en in hun verstand
onervaren mensen. Dat heeft ons
van onze grond, ons vaderland en
onze familie verdreven en ons naar
andere onbekende landen ge
bracht. Toen wij vandaar naar hier
overkwamen heeft Zijne vrome
Majesteit de koning van Polen met
al de heren van zijn raad ons
vriendelijk opgenomen". De druk
ker eindigde zijn nawoord met een
gebed. Het is van bijbelteksten
aan elkaar geregen. Hij had het
geleerd van de abt van Zagorsk.
„Geef mij verstand, dan onderzoek
ik uw wet. Neem de woorden der
waarheid niet al te zeer van mijn
lippen, om der wille van mijn
broeders en mijn vrienden".
In de laatste jaren is in de
Sovjet-Unie een nieuwe campag
ne begonnen tegen het religieuze
boek. Een jonge medewerkster
van een niet door de staat erkende
uitgeverij stond terecht. In haar
laatste woord bij het proces zei
zij: „In Moskou staat een stand
beeld van de eerste drukker waar
op de woorden zijn uitgehouwen
'om der wille van mijn broeders
en mijn vrienden'. Ik wil dat deze
woorden het opschrift zouden zijn
van iedere dag van mijn leven"
Het zijn woorden uit psalm
Eens was Polen een toevlucht
soord voor deze drukker. Zal het
nu de Poolse schrijvers gegeven
zijn ruimte voor geestelijke vrij
heid te bewaren en aan het onver
stand het hoofd te bicden?
"g
tic
raa
jp
oe:
"ar;:
leel:
oya
Keetje Rozemond.
:;i£
BRO
ijn.
Ida;
lams
;oe:
Die
ïnigii
IlILf
once
Jdui
ling
HIDE
11m
SAS
n 'V
lus:
lur: i
tome
«ur: c
l'ATl
1930
oneel
BEST
.30
ZIER]
5.45-1
Een Amsterdamse juffrouw is voor
het bijwonen van kerkdiensten
zeer kieskeurig in de dertiger jaren. Er
is eigenlijk maar één predikant die
naar (of tot?) haar hart spreekt' dr
Edelkoort. later hoogleraar te Leiden.
Ze ontbreekt nooit wanneer hij preekt.
En wanneer vrijdags het predikbeur
tenblaadje in de bus rolt kijkt zij direct
waar Edelkoort preekt. Want de Am
sterdammer is niet gericht op zijn
wijkkerk. hij is gericht op voorgangers
die hij of zij dan door de gehele stad
naloopt Genoemde juffrouw komt op
een zondagmorgen tot de ontdekking
dat Edelkoort een vrije zondag heeft.
Haar reactie: „O. Edelkoort is er niet.
Dan ga ik mijn keukentje maar wit
ten!"
Een anekdote uit het boekje 'Groen
bekeken' dat enige maanden geleden
uitkwam bij Boekencentrum. Het
boekje bevat een selectie uit artikelen
in kerkbladen, geschreven door wijlen
ds Marinus Groenenberg. Hij overleed
vlak voor de Kerstdagen 1981. Het
boekje is om verschillende redenen erg
interessant. Het bevat een stuk kerkge
schiedenis van vijftig jaar vaderlandse
kerk. Genoteerd door de precieze,
trefzekere pen van Groenenberg. Opge
merkt door een man die op vele posten
de hervormde kerk heeft gediend. Het
is ook kerkgeschiedenis met humor.
Niet zonder ironie en plaagzucht be
schrijft Groenenberg de gewichtige
zaken. Hij deed dat in Texel, VI aardin
gen, Amsterdam en Utrecht. En lande
lijk voor het blad Hervormd Neder
land. De naam van het boekje 'Gröen
bekeken' was de naam van de rubriek
waaronder Groenenberg schreef in
Hervormd Nederland. Terwijl zijn bij
dragen 'Zin en onzin uit de kerken' het
kerkblad van Utrecht tot één van de
meest leesbare kerkbladen van ons
land maakte. Ik moet bekennen dat ik
in Hervormd Nederland altijd het eerst
de bijdrage van deze milde, pastorale
en wijze collega opsloeg Hij betekende
ook voor mij persoonlijk veel. Er was
een diepe vriendschap ontstaan En bij
de keuzen voor een gemeente was hij
op de een of andere manier steeds
betrokken.
Hij was een raadsman voor veel ge
meenten, omdat hij een reeks van j aren
leiding had gegeven aan het college
van Visitatoren Generaal. En in dit
college had hij de hervormde kerk in
zijn grootheid en kleinheid leren ken
nen. Branden blussen, tot samenspre-
ken oproepend, dienstbaar aan de
opbouw van de gemeente van Christus.
Hij kende de kerk als weinigen Hij
kende gemeenten, predikanten en was
voor velen een vraagbaak bij beroepen
en keuzen. Hij was binnen de kerk geen
partijman. Hij was heel duidelijk in zijn
uitspraken, maar genoot door de echt
heid van zijn toon veel vertrouwen.
Ook bij de rechterflank van de her
vormde kerk, de Gereformeerde Bond.
Heel kritisch kon hij de Bonders
vragen stellen, hun niet ter zake
doende franje ongenadig in het spot-
licht zetten Maar ook: hij kende de
Bond en wat bmnen de Bond aan diepe
noties en geloofsinzichten was opgesla
gen. Hij kwam daarvoor op en genoot
binnen de Bond vertrouwen. Met de
vorige voorzitter van de Gereformeer
de Bond. ds W. L. Tukker, heeft hij
bijvoorbeeld lang samengewerkt in
genoemd college van visitatoren. Hij
beschrijft in één van zijn stukjes de
geloofsstrijd van Tukker inzake het
besluit van de synode om de ambten
voor de vrouw open te zetten. Er waren
er toen die dachten: dat kan Tukker
nooit nemen. Hij gaat om dat besluit
de hervormde kerk uit. Groenenberg
tekent dan Tukker in zijn liefde voor de
vaderlandse kerk. In zijn besef van wat
hij ontvangen had in de kerk door de
trouw Gods aan dit stuk wereld:
Nederland
In zijn ootmoedige trouw aan die kerk
die via de trouw Gods aan Zijn
Verbond in de Nederlanden zegen had
gegeven in de geschiedenis Groenen
berg herkende het diepste van de
ander. En in hetzelfde verhaal over
Tukker vermeldt hij het kostelijke
verhaal dat vijf visitatoren, allemaal
predikanten, in Kampen snel een
uitsmijter nuttigen vlak voor een inge
wikkelde vergadering. De ober laat hen
uit en zegt tegen de groep; „Dag
dommee, dag heren". De dominee was
Tukker, de anderen waren door de ober
niet als zodanig herkend'
springen
Ik ben in de verleiding om allerlei
stukjes te gaan citeren. Het staat er
vol van. Om nog eens een greep te
doen: het interview met de Domtoren.
stemmen uil de kerken
De gevoelige meditatie over hei
knaapje (kleerhanger) in de consisto
rie. Het relativerende verhaal over
hoe liturgische vernieuweingen tot
stand komen (het heet uit Duitsland te
komen).
Het luidt als volgt een predikant doet
dienst bij een begrafenis. Hij voelt de
aarde zakken en springt naar de
andere zijde van het graf. Hij moet
echter direct weer terugspringen, om
dat ook daar de grond zakt. Een paar
weken later bereikt hem weer het
verzoek om een begrafenis te leiden En
speciaal wordt erbij vermeld' alstu
blieft met het springen erbij! De
mensen hadden gedacht dat het een
nieuw soort ritueel was (wellicht om de
boze geesten op een dwaalspoor te
leiden) en vonden het zo mooi!
Daarom de vraag of dominee het kon
herhalen. „Zo komen de liturgische
vernieuwingen in de kerk", is het droge
commentaar van de zegsman, door
Groenenberg met gretigheid verteld en
geciteerd.
ademhalen
Schrijven was voor Groenenberg
zoiets als ademhalen. Hij leefde op die
wijze. Op papier kon hij met milde
spot de dingen recht zetten. Met
ingehouden toon die diepste dingen
van het geloof verwoorden. Hij was
afkomstig uit een niet zo erg kerkelijk
milieu. Maar toen hij eenmaal de kerk
was binnengegaan, is hij er, naar zijn
eigen zeggen, nooit meer uit weg
geweest. Zo ging hij op zondag altijd
twee keer naar de kerk.
Vaak preekte hij zelf. maar wanneer hij
vrij was. dan was hij te vinden bij
vogels van diverse pluimage. Dan
zocht hij de bevindelijke klanken aan
de rechtervleugel, om met aan bloedar
moede te gaan lijden. Of hij zocht een
voorganger, die op heel eigen wijze de
Boodschap vertolkte. In zijn 'krante
stukjes'. vliegen van één week, reageer
de zijn gevoelige geest op de dingen die
hij meemaakte. Hij was pastor, regent,
schryver, maar dat alles op een unieke
wijze. Hij was ook te vinden in de kring
van hen die de alcohol als een grote
vijand hadden ontdekt. Zo schreef hij
de geschiedenis van de Drankbestrij
ding in het jubileumboek. Zijn sober
heid was voor hem vanzelfsprekend,
een levenspatroon waarin hu gelukkig
was en het anderen nooit drammerig
voorhield. Want ook dat komt uit het
boek naar voren: een beslistheid in
overtuiging, maar nooit een wet opleg
gen aan de ander. Hij kende van
binnenuit de vragen naar de ordening
van de samenleving. Hij was eén van de
zeven Amsterdamse predikanten die
vlak na de oorlog kozen voor de
Doorbraak: een christen sluit zich niet
op in eigen organisaties, maar laat zijn
geluid horen in het gesprek met
anderen, Want Christus is Heer van de
wereld. In Groenenberg zien wij die
combinatie van voluit man de kerk te
zijn en voluit betrokken zijn op wat
zich in het leven aandient
portret
Vijftig jaar kerkgeschiedenis in rela-
tieverende stukjes in een kerkblad.
Het geeft een boeiend portret met
steeds nieuwe elementen waarop de
aandacht valt. Nee, het is geen stan
daardwerk in de zin van een dikke pil
met veel vertoon van geleerdheid.
Het is eerder de kleine kerkgeschiede
nis, maar is die niet van belang?
Omdat het zo door en door menselijk is
en zo vanuit een diep besef datl
kerkgeschiedenis wordt geschreven
door mensen met hun kleinheid en
hebbelijkheden? Kleine mensen, die
soms zo gek te kijk staan. Maar
mensen die door een grote God ge
bruikt worden De humor en de distan
tie waarmee Groenenberg in zijn kran
testukjes mensen en gebeurtenissen te
boek stelde heeft te maken met zijn
geloof in die grote God die mensen
belangrijk vindt en hen een plaats
geeft in zijn Werk.
Wij mogen Blekencentrum dankbaar
zijn dat deze uitgave is verschenen.
Respect voor de heer Van Eeden die
vijftig jaar stukjes en colommen heeft
doorgelezen en heeft gesystematiseerd.
Wie nog eens wil kijken in een tijdsspie-
gel doet er goed aan dit boekje aan tfl
schaffen. Het is een postuum eerbetoon
aan iemand die zo echt predikant,
bestuurder, pastor en vriend was. Hij is
nog volop actief, het stukje over het
emeritaat is weer zo'n juweeltje van
vermogen tot afstand nemen, plotse
ling heengegaan. V. D. M. stond op de
rouwbrief Inderdaad: Dienaar van het
Woord Gods. Eén concentratie in dat
leven, maar wat een reikwijdte!
ILMi
1ERG
liur D
)pen
loxy
linem
fanie,
Clnem
leist. l
bed
Inem
IT., a
GOES
Uur: M
HULS'
19.15 e
r.; 19.1
Uur Vt
1.30 u
<ove I
varte
lie ma
OOSTï
twarte
TERNÏ
uur: Ai
warte
VllSSI
•XL, de LU
E. A. van Ecden: 'Groen Bekeken': uitgave
Boekencentrum.