ZELFBESCHIKKING burgerlijke ongehoorzaamheid new delhi opgepoetst voor ongebonden landen toenadering Venezuela wekt argwaan antillen (3 EN SLOT) WOENSDAG 2 MAART 1983 I/C PZC/opinie en achtergrond 4 (Door Elly Wempe) De Venezolaanse president Luis Herrera Campins heeft eind vorige week tijdens een bezoek aan de Nederland se Antillen, aangedrongen op realiteitszin als de Antillen beslissingen nemen over hun toekomst. Hij liet ook door schemeren geen voorstander te zijn van een Arubaanse af scheiding. „De progressieve en onafhankelijke democrati sche ontwikkeling van de Ne derlandse Antillen is een voorbeeld voor het Carai- bisch gebied", aldus het Vene zolaanse staatshoofd, die de historische en economische banden tussen de beide lan den sterk benadrukte. Officieel lopen de buitenlandse be trekkingen van de Nederlandse Antil len nog steeds via Den Haag. Tussen Venezolanen en Antillianen bestaat echter een lange handelsrelatie en ook hechte familiebanden. De Venezolaan se politiek van actieve toenadering tot de Antillen begon in 1970, toen men in het regeringscentrum in Caracas, re kening ging houden met een volledige onafhankelijkheid van de Nederland se Antillen op korte termijn. Vanaf dat moment hebben de drie achtereenvol gende Venezolaanse presidenten de Antillen bezocht. argwaan Een politiek die overigens geheel past in de toenemende belangstelling voor het Caraibisch gebied van de kant van Venezuela. De snelheid en intensiteit waarmee de Venezolanen de laatste ja ren overal in het Caraibisch gebied proberen vriendschap te sluiten wekte op Curacao wel wat argwaan. Politie ke waarnemers zijn er van overtuigd dat Venezuela probeert de Antillen in een sterke en veelzijdige vriendschap aan zich te binden, zodat de kleine ei landjes na het verbreken van de staat kundige banden met Nederland zon der twijfel of discussie verder binnen de Venezolaanse invloedsfeer zullen vallen. De Arubaanse Kamer van Koophan del heeft kort geleden in een open brief aan de Nederlandse regering zelfs de vrees uitgesproken dat het eiland bij een te snelle onafhankelijkheid tegen zijn wil onder Venezolaanse invloed zal komen. Het beangstigende gevoel van een mini-eilandje, na de onafhan kelijkheid niet meer gesteund door Ne derland. en dat nog geen dertig kilo meter uit de kust van een machtig land als Venezuela. De Antilliaanse premier Don Martina vindt dat de Arubaanse zakenlieden hun vrees terecht, maar wel wat laat naar voren hebben gebracht. „Ik meen te moeten constateren dat zij wat laat bemerken wat er precies aan de hand is. Maar wij zullen er zeker rekening mee houden bij de besprekingen over Aruba's toekomst, volgende week in Den Haag", verklaarde hij. zelfbeschikking Over Venezuela's bedoelingen met ae Antillen na de onafhankelijkheid, zijn nooit officiële politieke uitspraken ge daan. President Caldera herinnerde er tijdens zijn bezoek aan de Antillen in 1972 vaag aan dat Curagao en Aruba vroeger delen van de provincie Vene zuela zijn geweest. Zijn opvolger An- drés Perez zei in 1978 voor het Antil liaanse parlement dat „het uur van on ze definitieve en totale ontmoeting is aangebroken". Het volk van Venezue la en dat van de Antillen waren vol gens hem „geestelijk één en hetzelfde volk". Herrera Campins stelde afgelopen weekend dat Venezuela het zelfbe schikkingsrecht van alle volken res pecteert. „Door de geschiedenis van ons land begrijpen wij de verlangens naar zelfbeschikking", zei hij met ver wijzing naar de voorbereiding van de Antilliaanse onafhankelijkheid. „Die volkeren moeten dan wel de belangen respecteren van de landen in het om liggende gebied", aldus het Venezo laanse staatshoofd. „Venezuela zal niet toestaan dat er on rust heerst op de eilanden zo vlak voor de kust; een marxistisch avontuur kunnen wij niet dulden", verklaarde later de Venezolaanse consul voor het Caraibisch gebied Ciliberto Oroteza. Een machtsvacuüm met daarbij de kans dat de Antillen naar links zouden vallen, is vermoedelijk de grootste schrik van de Venezolanen. Daarom moeten de Antillen maar goede vrien den blijven. De Antilliaanse premier Don Martina benadrukte dan ook dat de Antillen bij de onderhandelingen met Nederland over de toekomstige status en politie ke structuren voorzichtig te werk zul len gaan. „Op geen enkele wijze zullen wij het Antilliaanse volk opofferen aan experimenten die niet met de realiteit kloppen", zei Martina. Zohder Suriname bij name te noemen zei hij dat de weerzinwekkende ge beurtenissen in dat land een ernstige waarschuwing zijn voor overhaaste beslissingen op staatkundig terrein. „Wij gaan de onderhandelingen tege moet met de vurige wens inhoud te geven aan onze politiek binnen het Caraibisch gebied. We hebben een ei gen identiteit en willen zelf verant woordelijk zijn", aldus de Antilliaan se premier. Jagen of niet-jagen: da's voor veel mensen een belangrijke kwestie. Uit liefde voor de vogelen des hemels of de dieren des velds of de onweerleg bare bewijzen van de ecologische we tenschap (nee, niet de ecologische be weging - die houdt zich met weer an dere vogels bezig) mag er naar het oor deel van vele lieden, al dan niet ver enigd in actiegroep-verband, niet ge jaagd worden. Jacht is niet dier vriendelijk, jacht is niet effectief, jacht heeft averechtse gevolgen etc. Uit een provinciale jachtnota (Noord- Holland) een citaat: „Het (wildscha- de) beleid zal niet zijn toegespitst op een eenzijdige bevordering van de jachtwild-soorten, maar op een fau naregulering, zo deze noodzakelijk is ter voorkoming van schade. Hierbij is het probleem dat schade aan land bouwgewassen en de bosbouw tot op zekere hoogte min of meer objectiefis te meten. Daarbij zijn nog verschillen van inzicht over de uiteindelijke schadevaststelling te signaleren. De ze kunnen slechts door nader weten schappelijk onderzoek worden opge lost". De teneur van dit geheel is hopelijk duidelijk. Als je als eigenaar van een terrein (in de praktijk bijna altijd een natuurterrein) ook maar een beetje re denen denkt te hebben om de schade die door het wild van je terrein veroor zaakt wordt op naburige landbouw grond in twijfel te trekken, dan moetje dat vooral doen. Immers - er is nog nader wetenschappelijk onderzoek nodig om objectieve maatstaven te vinden voor de schadevaststelling. Ik vind de teneur in deze en soortgelijke nota's betreurenswaardig. Ze zijn er voor een groot deel de oorzaak van dat toegewezen schadeclaims van de land bouwers door een aantal instanties op het gebied van de natuur etc. einde loos worden getraineerd. D'r is onte vredenheid bij boeren in vele provin cies over de wijze waarop zij hun wild- schade vergoed moeten zien te krijgen. Want liefde voor vogels en viervoeters, vaak gecombineerd met haat tegen ja gen. moge éen dmg zijn. het pendant is de schade waarmee de landbouw te maken heeft vanwege het eet-, trap- en ander gedrag van schadelijk wild. De landbouw en de organisaties die zich ten behoeve van de land- en tuinbouw inzetten, moeten zich uiteraard bezig houden met wildschade. Het bedrag dat hier nationaal mee gemoeid is, be loopt in de miljoenen. Tijdige uitke ring van dit bedrag is belangrijk. Een goed faunabeheer - eveneens - vooral om de schade beperkt te houden of als het kan te voorkomen. Vandaar dat de landbouw zich niet kan en wil onttrek ken aan de discussies rond de wijze van (niet) jagen, faunabeheer en de toepassing van de jachtwet. Hoewel het nuttig is je te verdiepen in nict-jacht methodes om het wildbestand in evenwicht te houden. terzake ben ik het beslisi mei eens met aller lei kritische groepen die de jacht hele maal verwerpen. Hun visie op fauna beheer komt er meestal op neer dat de mens niet of nauwelijks mag ingrij pen in de natuur. In ieder geval nooit met jachtmiddelen. Men bepleit een soort natuurlijk faunabeheer - op den duur zou er vanzelf weer een natuur lijk evenwicht komen. Ik zie zoiets niet ais een echte mogelijkheid in ons kleine dichtbevolkte landje met 14 miljoen inwoners op 3,5 miljoen hec tare oftewel 415 per vierkante kilome ter. Een natuurlijk evenwicht kan, denk ik, alleen maar in uiterst dunbe volkte gebieden waar de natuur de overhand heeft en altijd al zijn gang kon gaan. Jacht is in ons land een noodzakelijke vorm van faunabeheer. De ervaringen van landbouwkant met jacht zjjn in het algemeen goed te noemen. Afge zien van een enkele zondagsjager die onoordeelkundig jaagt en slecht schiet, is het gros van de jagers op landbouwgronden deskundig Men schiet redelijk tot goed en men streeft naar een evenwichtig beheer. Men ge draagt zich 'weidelijk' en maakt de jachtpassie ondergeschikt aan de ei sen van goed wildbeheer. Trouwens, het stelsel opgebouwd door de jacht wet, garandeert een naleving van de regels op dit gebied - bij de jagers in ieder geval wel. Directie Faunabeheer, Jachtraad. Jachtfonds en de meestal goed werkende wildschadecommis- sies (wico) vormen met elkaar een re delijk sluitend geheel. De ontevredenheid die in de land bouw heerst rond de wildschade, con centreert zich (behalve rond de ver tragende papierwinkel die zich ook bij wildschade-afhandeling voor doet) vooral op de wijze waarop veel beheerders van natuurterreinen zich gedragen. Niet betalen terwijl men veroordeeld is om voor de wildschade op te draaien zet vaak kwaad bloed bij boeren. Zich beroepend op allerlei ecologische be rekeningen en bij voorbaat protest aantekenend tegen vaststelling (door de wildschadecommissies) van het be paalde bedrag (daarbij gesteund soms door provinciale nota's) lukt het dit soort instanties vaak de schadebeta- ling vele jaren te vertragen. Zulk een (wan)gedrag verbetert de verhouding natuur/milieu en landbouw geens zins. Een zorgvuldig faunabeheer in ons land zal er ook voor moeten zorgen dat de groot-grondbezitters u.c. na tuurmonumenten en andere beheer ders van natuurterreinen) zich aan de letteren de geest van de jachtwet hou den. Zo ja. dan zal dat de verhouding tussen landbouw en natuur ten goede komen. Zo nee, dan zal het in de toe komst erg veel moeite kosten om de boeren er blijvend van overtuigd te houden om niet de weg van de minste weerstand te kiezen. mr Gerard W. Smallegange Rellen rond de kerncentrale in Dodewaard. Burgerlijke ongehoorzaamheid beïnvloed ook besluitvorming rond gebruik bn van (meer) kernenergie fln In een tweetal artikelen onlangs in de PZC werd ingegaan op het verschijnsel burgerlijke ongehoorzaamheid. In het eerste, van de hand van Jaap van der Doef, wordt het in het kader geplaatst van niet alleen de burgerlijke ongehoor zaamheid, maar ook de bestuurlijkCcn de vormen van maatschappelijke actie en verzet. Van der Doef schetst in dit artikel ter inleiding de ontstaansbasis van zijn partij, de PvdA, naar aanleiding van de door hemzelf gestelde vraag waarom juist in die partij dit probleem sterker zou leven dan in andere partijen en vraagt zich dan af, of er binnen de PvdA ook sprake is van onaantastbare grenzen. Ook op deze vraag gaat hij uitgebreid, maar niet zo erg veel zeggend, in. In het tweede artikel, meer een reactie ning van je werkgever teveel moest op het eerste, komt de heer A. J. Ka- land aan het woord. De heer Kaland laat zich daarin nogal laatdunkend uit over de beweegredenen van Van der Doef en poogt dit te staven met onder andere enkele uit hun verband geruk te citaten. Omdat hij echter toch niet zoveel we zenlijk andere ideeën naar voren brengt dan Van der Doef, wil ik zijn artikel wat nader belichten. Om te beginnen citeert Kaland een tweetal gedeelten uit een passage, waarin Van der Doef de achtergrond van zijn partij belicht. Deze stelt hier in, dat de PvdA de partij is die opkomt voor de maatschappelijk zwakkeren in de samenleving, dat de grondslag van de economische orde niet wezen lijk is veranderd en dat nog steeds een rechtse meerderheid het land kan be sturen. Tussen deze uitersten van de alinea rechtvaardigt Van der Doef dan nog zijn organisatie door te stellen dat de PvdA van oudsher doortrokken is ge weest van discussie over de vormen en grenzen van verzet en de middelen om recht te krijgen, juist vanwege haar keuze voor een parlementaire demo cratie. Kaland loopt echter intussen over van de krokodilletranen en weet als reactie niet beter te doen dan de jeugd en de onderwijsgevenden een trap na te ge ven, waarna hij heel kinderachtig Van der Doef uitdaagt landen te noemen, waar dankzij een andere economische orde en het ontbreken van een rechtse meerderheid een betere samenleving met meer vrijheid aanwezig is. In gedachten zien wij Kaland zich ver genoegd in de handen wrijven: deze - slag is voor hem! Hij weet tenslotte wél landen op te noemen met een andere economische orde en een links bewind waar het nog iets minder goed is om te leven dan in ons land. Wat Kaland er niet bij vermeldt is voor wie het minder goed is. Voor de onmondige arbeider maakt het tenslotte niet uit: ook in ons land kan je ontslagen worden als je op- of aan merkingen maakt tegen en over de di rectie van je bedrijf, tegenwoordig kan je zelfs ontslagen worden als je wegens ziekteverzuim naar de mc- verzuimen. Aan de andere kant kunnen we simpel enkele landen opnoemen, waar het on danks of dankzij dezelfde economi sche orde en een rechtse meerderheid voor een groot gedeelte van de bevol king aanmerkelijk slechter is dan in ons land, landen waar het zelfs slech ter is dan in de meeste zogenaamde linkse landen en waar je als tegenstan der van de zittende regering spoorloos kan verdwijnen. Tegenstanders worden links én rechts de mond gesnoerd, alleen hun bena mingen zijn anders naar gelang de ma nier waarop zij hun actie voeren: terro risten, dissidenten, loyalisten. Tot slot haalt Kaland naast enkele rechtssociologen, die elkaar citeren, de CDA-ayatollah Van Agt aan, die een enge definitie geeft van het begrip burgerlijke ongehoorzaamheid: een schending van een wettelijk voor- te gast schrift uit gewetensnood gedaan en belangeloos gepleegd met de bedoe ling een maatschappelijke discussie los te maken over het rechtvaardig heidsgehalte van het aangevallen wet telijk voorschrift. Die schending moet dan op een openlijke wijze gebeuren met aanvaarding van de juridische consequenties, ook als die onaange naam zijn voor de overtreder. En met deze definitie zijn we weer te rug bij Van der Doef als deze stelt, dat de burgerlijke ongehoorzaamheid een beperkte categorie betreft, waarbij zo wel oorzaak, doel als middelen aan specifieke kenmerken moeten voldoen en even verder: mits zij (de burgers) ook vervolging en straf op de wetsover treding aanvaarden. Het blijkt dus dat de PvdA niet al leen wil weten hoeveel rek er nog in zit, maar vooral bezorgd is over het vraagstuk van de burgerlijke onge hoorzaamheid en de maatschappelij ke actie. Als socialistische partij is zij immers het meest gebaat bij een gere guleerde maatschappij, in tegenstel ling tot bijvoorbeeld een WD, die de vrijheid van handelen als hoogste ide aal in het vaandel voert. En waar die ongecontroleerde vrijheid toe leidt ervaren we met. de dag: gifhopen en bedrijfssluitingen door ongecontro leerd management, en het is juist de groep waarvoor de socialistische par tijen en dus de PvdA op de bres willen staan, die de dupe wordt van de in ons land heersende vrijheid. Dat dan juist de PvdA wil onderzoe ken of er verandering van klimaat met buiten-parlementarie actie te berei ken valt en tot hoever die actie mag gaan, is voor het eerste het gevolg van het gegeven, dat een regering zonder haar vooral handhaving en bescher ming van de huidige bezitters voor staat en een herverdeling van werk, in komen en macht te vuur en te zwaard bestrijdt en voor het tweede de vrees dat de basis van het parlementaire stelsel, die gezien de lidmaatschappen van de politieke partijen en de stem busuitslagen toch al niet zo groot meer is, nog verder zal slinken. En dat is het dilemma van deze partij: de in haar ogen enige mogelijkheid om ccn aan tal door haar gewenste veranderingen te bewerkstelligen of in ieder geval te versnellen is door actie buiten het par lement, door de betrokkenen, de gedu peerden, maar een ongecontroleerde actie kan tot te groot verzet leiden, tot vernietiging van het parlementair-de mocratisch stelsel en dus van de PvdA. Dat er in ons land een bevelhebber zal trachten ons met behulp van zijn geweer te overtuigen van de noodzaak van zijn ingrijpen, is on denkbaar. Dat gedupeerde arbeiders in beweging kunnen komen en met ge weld gaan proberen hun ideeën uitge voerd te krijgen, is weliswaar niet erg waarschijnlijk, inaar toch ook niet helemaal een waanidee. En het is ze ker, dat generaties nieuwe schoolver laters zullen protesteren tegen werk loosheid of uitbuiterij: werken tegen een paar gulden zakgeld in de week, omdat het bedrijf anders de over headkosten, de auto van de directeur, niet meer kan betalen. Ook werklozen, wao-ers en bejaarden zullen zich roeren. De onderwijzers zijn al bezig geweest en, meneer Kaland, dat was met alleen voor hun salaris, maar ook voor, of liever tegen de ont manteling van het onderwijs. Juist daarom is dit onderzoek zo no dig, en is het gekrakeel van vooral het CDA zo onbevredigend. Juist deze christelijke partij zou zich wat meer gelegen moeten laten liegen aan de burgers, die wat inkomen' of uitkering betreft, ergens tussen niets en modaal in hangen. Hoe moeilijk dit voor multi miljonair Lubbers ook is. Adrie Vreeke, partij-loos burger. Vlissingen. (Discussie gesloten). Door Willem Offenberg) Langs de weg van de Palam-luchtha ven naar de stad staat een enorm bord met de spreuk: „Niet gebonden heid staat noch gelijk aan neutraliteit, noch aan onverschilligheid. Vrede is niet passief!". Onder dit toepasselijke motto vergaderen deze en komende week 97 landen in de Indiase hoofdstad New Delhi. De eerste dagen bekoksto ven hogere ambtenaren een ontwerp- verklaring en donderdag en vrijdag buigen de ministers van buitenlandse zaken zich erover. Mochten er dan nog problemen zijn, dan hakken tachtig staatshoofden en regeringsleiders vol gende week zelf de knopen door. Van Cuba's Fidel Castro tot Iraks Saddam Hoessein en van Egyptes Moebarak tot Surinames Desi Bouterse. Om welke knopen gaat het? Cambodja, Tsjaad. Afghanistan en de bevrijdings- strijd van de Westelijke Sahara, dat zijn de heetste hangijzers. Ten minste een kwestie, de vertegenwoordiging van Cambodja, is inmiddels opgelost. India erkent in weerwil van een meerderheid in de VN de huidige regering-Heng Samrin. de stroman van de Vietnamese bezetters, of bevrijders, zo u wilt. Maar India doet niet moeilijk en accepteert nu het meerderheidsstandpunt: dus blijft de zetel van Cambodja onbezet. Inzake Afghanistan is India minder toe schietelijk. Ondanks een fel beroep op Indira Gandhi door oud-premier Desai om „de naakte agressie van de Sowjets" aan de schandpaal te nagelen, streeft de Indiase premier ernaar geen van bei de supermogendheden in de slottekst met name te noemen. Maar onder ande re Singapore en Lesotho willen per se de Sowjet-Ume vermelden; terwijl de lan den aan de andere kant van het politie ke spectrum, Cuba en Nicaragua, de VS willen veroordelen onder meer vanwege de interventie in Centraal-Amerika en de steun aan Israël. De bezetting van de zetel van Tsjaad is nog steeds onbeslist en ook de bevrij ding van de Westelijke Sahara blijft een hindernis waarover de vijftig Afrikaan se lidstaten al twee keer eerder gestrui keld zijn. Of ze er hier uit komen, blijft een open vraag. ontwapening Veel aandacht krijg^ een Indiase ont- werpverklaring over wereldwijde ont wapening in fasen; te beginnen me atoomwapens, terwijl ook de onderlin ge samenwerking van de ontwikke lingslanden onderstreept zal worden Wereldorganisaties zoals het Interna tionale Monetaire Fonds zal boven dien meer geld uit de zak geklopt den, hetgeen een cynische waarnemer hier verlokte tot de uitspraak: „Met de miljoenennota van deze mammoetcon- ferentie is dal wel nodig ook". „De genoemde kwesties zullen de orga nisatie niet verzwakken", zo stelde In- dia's minister van buitenlandse zaken Narsimha Rao, gistermiddag zijn ge hoor gerust. „Onze ontwerpverklaring is door de meeste van de 97 delegaties goed en evenwichtig genoemd" „On danks verschillen in ideologie en econo mische systemen", aldus minister Rao. „hebben alle niet-gebonden landen één ding met elkaar gemeen; onderontwik keling". De zevende top. uitgegroeid van oor spronkelijk 25 lidstaten in 1961 in Bel grado (in aanwezigheid van Nehroe. Ti to, Soekarno en Nasser) zal India's ge wicht als mede-oprichter van de organi satie aanzienlijk verzwaren, zo ver wachten diplomaten nier. Hoe Ditter ook, daaraan doen de recente bloedige onlusten in Assam - laatste schattin gen ongeveer 3000 doden - weinig af. schoonmaakbeurt New Delhi zelf, nogal opgekalefaterd voor de Aziatische Spelen eind vorig jaar - heeft opnieuw een schoonmaak beurt ondergaan. De voorbereidingen zijn nog in volle gang. PTT-beambten leggen de laatste hand aan telefoonbe drading, inderhaast opgetrommelde schildershulpjes kwasten de regerings gebouwen wit, en zelfs op het vernieuw de asfalt van de drukste doorgangswe gen prijkt spierwitte wegmarkering. „Ronduit indrukwekkend, wat hier de laatste maanden is verzet", zegt een re gelmatige bezoeker. Hij herinnert er aan dat India pas in september met voorbereidingen is begonnen, toen de geplande top in Bagdad vanwege de oorlog tussen Irak en Iran met kon doorgaan. Maar in het oude Delhi rond het schil derachtige Rode Fort en de Jama Mas- jid, de befaamde moskee, weigert de Indiase zwijgende meerderheid onder de indruk te raken. Een chauffeur van een riksha, een fietstaxi, doet het woord voor ze: „Hel gewone volk", zegt hij, „vindt dc Aziatische Spelen en kleurentelevisie veel spannender".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 4