de kunstvormen worden veel
te veel tegen elkaar opgezet
schouwburgen willen meer
zekerheid toneelprodukties
EEN KUNSTBOER IN
MUSEUM BOYMANS
BIJZONDER ZILVER IN
HET ZEEUWS MUSEUM
CELLIST ERNST REIJSEGER:
druksels van
werkman in
de beyerd
ZATERDAG 26 FEBRUARI 1983
Hij pakt de cello van de grond, legt het instrument dwars over zijn knieën en slaat er een aantal
arpeggio-akkoorden op aan zodat het lijkt alsof hij gitaar speelt: een „uitvinding" die duide
lijk afwijkt van de gangbare cellotechniek. Ernst Reijseger (28) is improviserend musicus, of zoals
sommigen het noemen: instant componist.
„Ik noem mijzelf liever uitvoerend mu
sicus. Op het podium moet het gebeu
ren. Alleen, of samen met anderen.
Daar worden risico's genomen en soms
fouten gemaakt. Er is een enorme
nieuwsgierigheid bij het publiek. Zo'n
„live'-optreden is een heel intensief ge
beuren. Het gaat om een gemeenschap
pelijke ervaring, die op dat moment be
leefd wordt. De mensen wonen het ont
staan van een nieuw stuk muziek bij.
Bij zo'n proces kunnen er teleurstellin
gen optreden. Mensen voelen zich dan
wel eens tegen de haren ingestreken".
Maar niet alleen als musicus is Reijse
ger actief in de wereld van de gimpro-
viseerde muziek. Hij is bestuurslid van
de Stichting Jazz en Geïmproviseerde
Muziek in Nederland en maakt deel uit
van de werkgroep Jazz, die in novem
ber 1981 werd ingesteld door het toen
malige ministerie van CRM (thans
WVC).
Die werkgroep heeft er kortgeleden het
bijltje bij neergegooid en zijn werk
zaamheden opgeschort toen bleek dat
minister Brinkman van WVC voor
nieuw beleid ten aanzien van kamer
muziek, jazz, pop en muzikale manifes
taties en muziektheater nog maar zo'n
schamele 9 ton bleek over te hebben. En
zelfs dat bedrag staat ter discussie nu
een landelijke werkgroep van deskun
digen vóór eind mei een advies moet
uitbrengen over de herstructurering
vanhetorkestenbestel. Of het resultaat
van het onderzoek van deze werkgroep
het lang verwachte soelaas voor de im
proviserende musici zal brengen? Ernst
Reijseger gelooft er niet meer in.
maagdelijk
Ernst Reijseger heeft in januari een
groot aantal concerten gegeven: als so
list of met andere formaties. Voor de
komende maanden ziet zijn agenda er
echter vrijwel maagdelijk uit. De
meeste improviserende musici (onge
veer 300) bevinden zich in bijna dezelf
de situatie. De speelmogelijkheden
zijn beperkt.
Het aantal echte jazzpodia is vrij gering
en bezuinigingsoperaties op lokaal ni
veau brengen een aantal van hen in de
BREDA - Kunstcentrum De Bcverd te
Breda laat tot 5 april Schilderijen en
Druksels zien van Hendrik Nicolaas
Werkman.
Werkman, (geboren. Groningen. Leens
1882-1945) vlak voor het eind van de
oorlog door de bezetters gefusilleerd,
heeft vooral als drukker naam ge
maakt. Zijn typografisch werk heeft na
de oorlog wereldwijde aandacht gehad.
Maar niet alleen als drukker, ook als
schilder kwam hij tot heel eigen resulta
ten. De wisselwerking tussen deze acti
viteiten wordt vooral in zijn laatste pe
riode steeds intensiever. „De drukker
Werkman gaat schilderen met zijn
drukkersmateriaal en de schilder Werk
man wil schilderen alsof hij druksels
maakt".
Ter ere van zijn 100-ste verjaardag
bracht Werkman-kenner Jan Martinet
in 1982 zijn schilderijen weer bij elkaar
in het Groninger Museum. Een gebeur
tenis die sinds 1945 toen Sandberg in
het Stedelijk Museum in Amsterdam
voor het eerst een Werkman overzichts
tentoonstelling organiseerde, niet meer
is voorgekomen.
In samenwerking met het Groninger
Museum is De Beyerd in staat deze
schilderijen nu ook in Breda te expose
ren.
Vrijwel alle publikaties over Werk
man die nog beschikbaar zijn, worden
u tijdens de expositie te koop aangebo
den.
Doorlopend zal een documentaire over
Werkman worden getoond die in 1966
door Henk de By (VARA) en Hans van
Straten (auteur van 'De drukker van
het paradijs') werd samengesteld.
naaste toekomst in gevaar Een optre
den op een „erkend" jazzpodium brengt
een musicus, inclusief additionele ho
norering via de Stichting Jazz en Geim-
peter huysman
proviseerde Muziek, meestal met r
op dan 250 gulden bruto De meeste mu-
jaar op de bijstand aangewezen of voor
zien in hun levensonderhoud door bij
baantjes en lesgeven.
De werkgroep Jazz kwam na opstelling
van een concept-rapport tot een voorlo
pige berekening: om een aantal brood
nodige zaken te regelen zou jaarlijks
voor de jazz een bedrag van 3.5 miljoen
gulden moeten worden uitgetrokken
(thans is dat ruim 1 miljoen). Van dat
meerbedrag zou het honorarium van de
sici zijn dan ook geruime tijd van het musici moeten worden opgetrokken tot
Ernst Reijseger heeft vanaf zijn 14de jaar privélessen van Anner Bijlsma en
René van Ast gehad. Twee jaar later werd hij toegelaten tol het Amsterdams
conservatorium. Buiten de lessen in zogenaamde serieuzecellomuztek
hield hij zich vanaf zijn 13de al bezig met geïmproviseerde muziek, jazz en
folkloremuziek. Hij werd al snel gevraagd informaties met een ongebruike
lijke samenstelling: cello, slagwerk en dans bijvoorbeeld.
Dit werk en zijn opleiding aan liet conservatorium ivaren tenslotte niet meer
te combineren. Toen hij 18 jaar was, koos hij voor het eerste. Maakte drie
langspeelplaten, begeleidde theaterprodukties. speelde samen met Theo
Loevendie. Misha Mengelberg. Han Bennink. Henny Vonk. Martin van
Duinhoven, de Zuidafnkaanse saxofonist Sean Bergin. de Amerikaanse
jazzpianist Burton Green, enzovoort
een standaardbedrag van 250 gulden
netto. Van het geld zou verder een po
diumconsulent moeten worden aange
steld voor het beter afstemmen van
vraag en aanbod en er zou een centrale
administratie voor de sec tor,,jazz en
geïmproviseerde muziek moeten ko
men
Zoals het er nu uitziet komt die 3,5 mil
joen er met Het is zelfs de vraag of de
armzalige 900.000 gulden die is overge
bleven uit de strijd rond de hergroepe
ring van de symfonie-orkesten aan de
geïmproviseerde muziek zal worden be
steed
schamel
Reijseger toont de brief van de WVC-
werkgroep Jazz, waarin de opschor
ting van de activiteiten wordt aange
kondigd, en wijst nog eens op de passa
ge waarin is berekend dat een concert
uitvoering van symfonische muziek,
inclusief de subsidie van lagere over
heden, 1500 gulden per musicus kost.
Dat bedrag krijgt de musicus natuur
lijk niet in handen. In die 1500 gulden
zijn alle kosten van het orkestappa
raat inbegrepen. De jazzmusicus moet
het met een schamele 275 gulden subsi
die per uitvoering doen en ook hij
krijgt in werkelijkheid maar een deel
van dit bedrag uitgekeerd.
Reijseger zegt We worden zo ontzet
tend verleid tot uitspraken tegen de
symfonische muziek. De discussie is in
het stadium gekomen van: als het Gel
ders Orkest eruit wordt gegooid, dan
blijft er zoveel miljoen voor ons over. Zo
worden kunstvormen tegen elkaar uit
gespeeld. Dat komt door het kromme
beleid van deze en vorige ministers. Er
had een totaalplan voor het muziekbe-
stel moeten worden gelanceerd. Dan
had kunnen worden geconstateerd dat
er weliswaar gekort wordt op de symfo
nieorkesten maar dat daar ander mu
ziekaanbod tegenover staat".
Waar de sector geimproviseerde mu
ziek zich tegen verzet is dat er van het
muziekbeleid een politiek item is ge
maakt. Omdat de symfonie-orkesten
over een krachtige lobby beschikken, is
op het laatste moment in het (alweer
getorpedeerde) plan van Brinkman aan
het Frysk Orkesten het Limburgs Sym
fonie Orkest elk 1,25 miljoen in het
vooruitzicht gesteld. Reijseger „Wij
hebben geen lobby en willen dat ook
niet. Wij vormen een groep musici die in
steeds wisselende samenstelling op al
of niet bekende podia zijn prestaties
laat horen. Voor de politiek zijn wij een
betrekkelijk ongrijpbare groep".
Voor Ernst Reijseger is het duidelijk:
de overheid durft niet te investeren in
deze muziek. „Het is krankzinnig hoe
weinig aandacht er aan onze sector
wordt besteed. Terwijl er toch een gro
te afzet voor onze muziek mogelijk
blijkt".
ger van elk krijgt
david roellprijs
AMSTERDAM - De David Roellprijs
1982, groot 15.000 gulden, is toegekend
aan de kunstschilder Ger van Elk.
De prijs, in 1963 door het Prins Bern-
hard Fonds ingesteld, wordt één keer
per twee jaar toegekend aan een kun
stenaar als erkenning voor diens bijdra
ge aan de Nederlandse cultuur op het
gebied van de beeldende kunst of de
architectuur. De prijs wordt Van Elk 11
maart in het Rijksmuseum in Amster
dam uitgereikt.
MIDDELBURG - Het Zeeuws Museum in Middelburg heeft
een zilveren theeservies in bruikleen ontvangen. Het thee
servies, bestaande uit een bouilloire, een theepot, een melk
kan en een lepelblaadje, is indertijd vervaardigd door de
Middelburgse zilversmid Philippus Prié.
Directeur dr P K van Daalen noemt het theeservies van
bijzondere aard', omdat de bouilloire blijkens een inscriptie
in 1777 door het gemeentebestuur van Middelburg werd aan
geboden aan de befaamde professor Adriaan Kluit (1735
1807). die van 1768 tot 1778 in Middelburg Griekse letteren en
rhetorica doceerde Kluit ontving de bouilloire uit dank voor
het feit, dat hij had bedankt voor een professoraat in Harder-
wijl Uit de stadsrekeningen is bekend, zo zegt de heer Van
Daalen. dat Prie voor het vervaardigen van de bouilloire een
bedrag van '51.IC had gekregen. ..Dit geschenk heeft Kluil
overigens niet belet, om kort daarop een professoraat in de
geschiedenis in Leiden te aanvaarden
Het servies waar het om gaat kwam door overerving in bezet
van mevrouw mr. M. M Warning. Zij heeft bepaald, dat het
bruikleen na haar overlijden m een schenking aan het
Zeeuws Museum zal worden omgezet
(Van onze correspondent)
AMSTERDAM - Het is noodzakelijk
dat er een ander systeem voor de pro-
duktie en distributie van toneel komt.
Voor de schouwburgdirecties is het
huidige uitkoopsysteem als gevolg van
de gemeentelijke bezuinigingen op de
schouwburgbudgetten niet meer te
handhaven. Dat heeft de Vereniging
van Schouwburg- en Concertgebouw
directies (VSCD) in een brief aan het
bestuur van de Vereniging van Neder
landse Toneelgezelschappen laten we
ten.
Volgens de VSCD moet het liefst al voor
het komend seizoen, maar in ieder ge
val voor het seizoen 1984-'85. worden
overgegaan op een partage-regeling.
Zo'n regeling houdt in dat de schouw
burgzaal gratis ter beschikking van een
toneelgezelschap wordt gesteld, de re
cette wordt verdeeld (gepartageerd)
tussen de schouwburg en het gezel
schap, bijvoorbeeld in de verhouding 10
procent voor de schouwburg en 90 pro
cent voor het gezelschap Op deze ma
nier dragen dan ook de toneelgroepen
mede de financiële risico's van de voor
stellingen.
De voorstellen van de VSCD komen er
op neer dat er naar een herziening van
het systeem van koppelsubsidies en
uitkoopsommen gewerkt moet worden.
In de nieuwe situatie zouden de ge
meenten de verantwoordelijkheid krij
gen voor het in stand houden van de
accommodaties en zou het rijk de pro-
duktie en de distributie van het toneel
moeten subsidiëren.
VSCD-directeur drs. G. Tinholt heeft
onlangs in een publikatie verklaard dat
opheffing van koppelsubsidies en ver
mindering van de invloed van uitkoop
sommen op de speelmogelijkheden een
betere garantie betekenen voor de pro-
duktie en de distributie van toneel met
minder rompslomp en onderhandelin
gen en met minder afhankelijkheid van
politieke en ambtelijke willekeur
Het is voor de schouwburgdirecties
steeds moeilijker hun publiek een ar
tistiek aanvaardbaar ioncclaanbod
voor te schotelen. Van de gemeenten
komt steeds minder geld binnen en de
gezelschappen (die ook steeds meer
moeten bezuinigen) vragen om steeds
hogere uitkoopsommen. Bovendien is
de abonnementsverkoop aanzienlijk
teruggelopen. Deze situatie leidt ertoe
dat schouwburgen en toneelgezel
schappen steeds meer gedwongen wor
den te kiezen voor populaire produk-
ties en kleinschalig toneel, of zelfs voor
sluiting van de zaal of verkorting van
het toneelseizoen.
Het bestuur van de VSCD schrijft in de
brief dat de voorstellen ernstige conse
quenties voor de gezelschappen kun
nen hebben Ze kunnen ook betekenen
dat een aantal gezelschappen niet meer
in de programmering kan worden opge
nomen Voor het seizoen 1983-'84 zullen
de reeds gemaakte afspraken worden
nagekomen Maar voor het daaropvol
gende seizoen zullen de voorgestelde
maatregelen onontkommbaar zijn.
De VSCD doet een klemmend beroep
op de gezelschappen om op korte ter
mijn samen om de tafel te gaan zitten.
Uitgangspunt by het overleg zou moe
ten zijn de gezamenlijke verantwoorde-
lykheid voor de produktie en distribu
tie van de toneelkunst in Nederland De
subsidiegevers moeten er. aldus het
VSCD-bestuur. van overtuigd worden
dal het nemen van maatregelen thans
noodzakelijk is.
rVan onze kunstredactie)
Het is minder gek dan het op het eerste gezicht lijkt: een boer uit Finster-
wolde. die Nederlandse kunstenaars uitzoekt voor een tentoonstelling
in het museum Boymans-Van Beuningen in Rotterdam. Want Wim Beeren is
sinds enkele jaren directeur van dit museum en Beeren was jarenlang ver
bonden aan de Groninger universiteit. Zijn contacten met Alhert Waalkens
(62) dateren echter al uit de jaren zestig: Beeren was bezig «net roemruchte
projecten als Sonsbeek buiten de perken en Albert Waalkens had al een forse
reputatie opgebouwd als eigenzinnige boer-annex-kunstliefhebber.
Waalkens begon in 1962 tentoonstel- hoofdcommissaris en de chef van de
lingen te organiseren in zijn stal;
„Siep van den Berg was een aantal
weken per maand bij ons over de
vloer. Hij werkte een beetje bij de
dorpssmid enzo. Het was toen eerst
de bedoeling dat er een tentoonstel
ling in het gemeentehuis zou komen
van dingen die Siep in Finsterwolde
gemaakt had. Maar het gemeente
huis was net helemaal opgeknapt en
verbouwd. En bij nader inzien vond
men dat dat maar niet moest, spij
kers in die nieuwe muren. Toen zei
den we op een gegeven moment: la
ten we het maar in de stal doen. De
koeien waren er toch al smds 1958 uit
en het was dus een lege ruimte. We
maakten de vloer een beetje vlak. we
gooiden de grup dicht, de opstanden
er uit en zo kregen we er een mooie
ruimte voor".
Een Amsterdamse geleriehouder
zorgde er voor, dat Waalkens daarna
doorging met exposities. Op een ge
geven moment trokken er ook kun
stenaars naar Finsterwolde: mensen
als Karei Pelgrom, Pieter Holstein
en Harrie Huisman kwamen op het
door Waalkens geschapen klimaat
af. De kunstenaarsgroep Omgeefmi j
- die onder meer de geruchtmaken
de huifboten ontwierp - is daar nu
nog het restant van.
In de loop van de jaren zestig werd
Waalkens betrokken bij de Galerie
De Mangelgang in Groningen. „De
architect Jan Martini en ik hebben
ieder de helft van de financiën voor
onze rekening, genomen toen De
Mangelgang een soort winkeltje
dreigde te worden en we zijn het gaan
exploiteren samen met Finsterwol
de. Dan hadden we de grotere dingen
in Finsterwolde en de kleine dingen,
tekeningen en grafiek, in De Mangel
gang". Waalkens' betrokkenheid
met De Mangelgang liep af. toen een
inmiddels aangetrokken „zetbazin"
het zo goed deed, dat zij - Annemarie
de Kruijff - op een gegeven moment
de galerie over kon nemen.
erotisch
Het warenhuis Vroom en Drees-
mann in Groningen breidde in het
begin van 1968 uit: er kwam een
vierde etage bij. Waalkens u erd be
trokken bij een grote expositie, die
de vierde etage tijdelijk zou vullen
totdat het winkelend publiek er be
zit van zou nemen.
Waalkens: „Het liep allemaal ge
smeerd en prima. Ik heb op de voor
mij gebruikelijke manier een aantal
mensen ervoor gevraagd, waarvan ik
dacht dat ze de moeite waard zouden
zijn De kunstenaar zou uitmaken
wat er geëxposeerd zou worden Har
rie Huisman had bedacht dat het
goed was om daar een aantal teke
ningen en een schilderij te brengen,
maar dat had de erotiek een beetje
als onderwerp. Erotische tekeningen
enzo Prima toch. waarom niet? Tot'
op een zeker moment die V&D-direc-
teur kwam kijken, die zag in de mid
dagpauze ook de verkoopsters naar
boven gaan die daar wat stonden te
giechelen voor die tekeningen. De di
recteur dacht. „O jee. dat kan hele
maal niet, dat wordt te gek" Hij
kwam naar mij toe en zei dat hij er
persoonlijk geen bezwaar tegen had -
zo gaat dat dan -, maar hy vroeg zich
af of dat wel kon. Dat is nogal hoog
opgelopen tot aan de officier van jus
titie toe. Ik heb toen gezegd, okee,
dan gaat het er uit, maar dan gaat
ook alles er uit.
Het Groninger Museum, waar ik
loen ook al in het bestuur zat, heelt
toen een zaal ontruimd en het werk
van Huisman is verhuisd naar het
museum. Dinsdagmorgen om negen
uur ging het museum open en er
stonden al drommen mensen voor.
Iedereen kwam binnen, mocht een
kwartier kijken en toen kwamen de
zedenpolitie en ontruimden de zaal.
Eigenlijk is het ondenkbaar, dat dat
nog maar vijftien jaar geleden is.
Toevallig had een andere commissie
besloten dat ik de Culturele Prijs van
de provincie Groningen toegewezen
moest krygen. Toen bedacht ik: als
de ene overheid zegt: doe bist een vie
zerik. en de ander zegt: bist een brave
jongen, hier heb je vijftienhonderd
gulden en een koperen plak. dat
klopt ergens niet. Toen dacht ik. nou
dan maar niet eigenlijk. Nou, Leiden
in last natuurlijk, want alles was in
kannen en kruiken. De kaarten wa-
De tentoonstelling „Veertien kunste
naars uit Nederland, een keuze van
Albert Waalkensin het Museum
Boymans-Van Beuningen in Rotter
dam duurt tot 4 apnl. Het museum is
van dinsdag tot en met zaterdag van
10 tot 17 uur en op zon- en feestdagen
van 11 tot 17 uur geopend
Waalkens' selectie bestaat uit Erik
Andriesse panelen en tekeningen).
Piet Dieleman ischilderijeni. Rene
Daniels schilderijen i. Mariene Du
mas tekeningen en gemengde tech
niekeni. Joris Geurts schilderingen
op papien, Désiree Henkes tekenin
gen i, Henk ter Horst {gemengde tech
nieken). Lucassen schilderijen).
Hans van der Pennen zie bijgaande
foto), Emo Verkerk gemengde tech
nieken en tekeningen). Leo Vroegin-
dewey sculpturenHenk Visch,
Dirk Wiarda schilderijen en teke
ningen) en Piet Tuytel sculpturen
ren al gedrukt en rondgestuurd en de
commissaris had z'n speechje al
klaar..
rommelen
Wim Beeren had Waalkens al twee
jaar geleden gevraagd een tentoon
stelling te maken met Nederlandse
kunstenaars. „Hij wilde na die Ita
lianen, Duitsers, Fransen en Ameri
kanen ook een Nederlandse situatie
laten zien en hij vroeg mij of ik zin
had om dat te doen. Ik dacht: „O jee,
zou ik dat wel kunnen?". Het is toch
weer een heel ander verhaal dan je
eigen gedoetje, in je koeienstal een
beetje rommelen. Maar ik wilde het
wel proheren. Door allerlei kleine,
toevallige omstandigheidjes is dal
een jaar uitgesteld en vorig jaar
april hebben we de definitieve din
gen op een rijtje gezet. Nee, het was
niet de bedoeling na de Jonge Italia
nen en de Neue Wilden ook zoiets
voor Nederland te bedenken. Ge
woon. ik w il gew oon nieuwe mensen
met goeie dingen laten zien. Gedeel
telijk gaat het om wat bekendere na
men. maar het grootste deel gaat het
om jonge, vrij onbekende kunste
naars".
Een duidellyke selectienorm heeft
Waalkens niet gehanteerd voor de
tentoonstelling „Ze zijn geselec
teerd op basis van wat ze voor mij
betekenen. Als dat wat ze laten zien
bij mij wat oproept. Een soort Aha-
Erlebnis. een soort van adembene
mende zucht, zal ik maar zeggen"
Na enige aarzeling en een bevestigen
de blik van zijn vriendin geeft Waal
kens toe stad en land af te hebben
gereisd om tot de selectie te komen.
„Ik ben toch wel bij zestig tot tachtig
mensen geweest denk ik. Op ateliers
en tentoonstellingen, groepsten
toonstellingen in Wageningen. in
Arnhem, in Rotterdam, in Den Haag,
in Den Bosch".
Hij benadrukt dat het gaat om een
puur persoonlijke keuze: „Het is ei
genlijk een zooitje ongeregeld Het is
gewoon een situatie in Nederland en
je bent beperkt door de ruimte in zo'n
museum, dat kunnen er maximaal
tien of vijftien zijn. Het zijn er dus
veertien geworden. Maar ik ben op
mijn rondreizen misschien wel twee
keer veertien tegengekomen, die
daar eigenlijk wel bij zouden moeten.
En dan is de keuze betrekkelijk wille
keurig Dit is gewoon een eenmalige
free-lance toestand. Een gastconser
vatorschap heet dat dan dat komt
wel vaker voor Wim Beeren heeft
ooit zelf in Van Abbe (ln Eindhoven,
red als gastdirecteur een tentoon
stelling gemaakt"
voorkeuren
Waalkens heeft zich niet door regio
nale voorkeuren laten leiden. Uit
Noord-Nederland komt alleen Dési
ree Henkes, die in Peizc woont:
„Maar er zit ook geen Limburger,
Gelderlandc-r of Fries bij. Toevallig
zijn er een Zeeuw en twee Braban
ders, er is toevallig iemand uit Hen
gelo. Het hele kunstgebeuren con
centreert zich toch in het Westen,
dat is gewoon zo. Maar misschien
zitten er in Groningen ook wel een
aantal, dat zal best. Ik weet dat niet
zo goed. eigenlijk. Ik ga af op wat ik
hoor en wat ik zie en dan zitten de
meesten toch hier in Amsterdam en
wat in Den Haag en Rotterdam. En
een beetje in Eindhoven".
Helemaal onbezorgd is Waalkens
niet over het feit dat de kunstenaars
op de tentoonstelling in Boymans-
Van Beumnger. wel eens het stempel
..goedgekeurd door Albert Waal
kens" mee zouden kunnen krijgen.
Bescheiden als hy is. zal hij die pre
tentie in ieder geval niet voeren. „Het
is niet van: voor de rest is het niks
waard". Maar ook hy is geïmponeerd
door de mogelijkheden die het grote
kunstbedrijf in Rotterdam hem ge
boden heeft en de grote aandacht die
de publiciteit bij voorbaat al heeft
voor „zijn" tentoonstelling „Als je al
leen zo'n katalogus van 60.000 gulden
al ziet. Daar sta je toch van te kijken
hoor. wat zoiets nog kost..
Vorm van steengaas. beton en gips van Piet Tuytel.