de kunstvormen worden veel te veel tegen elkaar opgezet schouwburgen willen meer zekerheid toneelprodukties EEN KUNSTBOER IN MUSEUM BOYMANS BIJZONDER ZILVER IN HET ZEEUWS MUSEUM CELLIST ERNST REIJSEGER: druksels van werkman in de beyerd ZATERDAG 26 FEBRUARI 1983 Hij pakt de cello van de grond, legt het instrument dwars over zijn knieën en slaat er een aantal arpeggio-akkoorden op aan zodat het lijkt alsof hij gitaar speelt: een „uitvinding" die duide lijk afwijkt van de gangbare cellotechniek. Ernst Reijseger (28) is improviserend musicus, of zoals sommigen het noemen: instant componist. „Ik noem mijzelf liever uitvoerend mu sicus. Op het podium moet het gebeu ren. Alleen, of samen met anderen. Daar worden risico's genomen en soms fouten gemaakt. Er is een enorme nieuwsgierigheid bij het publiek. Zo'n „live'-optreden is een heel intensief ge beuren. Het gaat om een gemeenschap pelijke ervaring, die op dat moment be leefd wordt. De mensen wonen het ont staan van een nieuw stuk muziek bij. Bij zo'n proces kunnen er teleurstellin gen optreden. Mensen voelen zich dan wel eens tegen de haren ingestreken". Maar niet alleen als musicus is Reijse ger actief in de wereld van de gimpro- viseerde muziek. Hij is bestuurslid van de Stichting Jazz en Geïmproviseerde Muziek in Nederland en maakt deel uit van de werkgroep Jazz, die in novem ber 1981 werd ingesteld door het toen malige ministerie van CRM (thans WVC). Die werkgroep heeft er kortgeleden het bijltje bij neergegooid en zijn werk zaamheden opgeschort toen bleek dat minister Brinkman van WVC voor nieuw beleid ten aanzien van kamer muziek, jazz, pop en muzikale manifes taties en muziektheater nog maar zo'n schamele 9 ton bleek over te hebben. En zelfs dat bedrag staat ter discussie nu een landelijke werkgroep van deskun digen vóór eind mei een advies moet uitbrengen over de herstructurering vanhetorkestenbestel. Of het resultaat van het onderzoek van deze werkgroep het lang verwachte soelaas voor de im proviserende musici zal brengen? Ernst Reijseger gelooft er niet meer in. maagdelijk Ernst Reijseger heeft in januari een groot aantal concerten gegeven: als so list of met andere formaties. Voor de komende maanden ziet zijn agenda er echter vrijwel maagdelijk uit. De meeste improviserende musici (onge veer 300) bevinden zich in bijna dezelf de situatie. De speelmogelijkheden zijn beperkt. Het aantal echte jazzpodia is vrij gering en bezuinigingsoperaties op lokaal ni veau brengen een aantal van hen in de BREDA - Kunstcentrum De Bcverd te Breda laat tot 5 april Schilderijen en Druksels zien van Hendrik Nicolaas Werkman. Werkman, (geboren. Groningen. Leens 1882-1945) vlak voor het eind van de oorlog door de bezetters gefusilleerd, heeft vooral als drukker naam ge maakt. Zijn typografisch werk heeft na de oorlog wereldwijde aandacht gehad. Maar niet alleen als drukker, ook als schilder kwam hij tot heel eigen resulta ten. De wisselwerking tussen deze acti viteiten wordt vooral in zijn laatste pe riode steeds intensiever. „De drukker Werkman gaat schilderen met zijn drukkersmateriaal en de schilder Werk man wil schilderen alsof hij druksels maakt". Ter ere van zijn 100-ste verjaardag bracht Werkman-kenner Jan Martinet in 1982 zijn schilderijen weer bij elkaar in het Groninger Museum. Een gebeur tenis die sinds 1945 toen Sandberg in het Stedelijk Museum in Amsterdam voor het eerst een Werkman overzichts tentoonstelling organiseerde, niet meer is voorgekomen. In samenwerking met het Groninger Museum is De Beyerd in staat deze schilderijen nu ook in Breda te expose ren. Vrijwel alle publikaties over Werk man die nog beschikbaar zijn, worden u tijdens de expositie te koop aangebo den. Doorlopend zal een documentaire over Werkman worden getoond die in 1966 door Henk de By (VARA) en Hans van Straten (auteur van 'De drukker van het paradijs') werd samengesteld. naaste toekomst in gevaar Een optre den op een „erkend" jazzpodium brengt een musicus, inclusief additionele ho norering via de Stichting Jazz en Geim- peter huysman proviseerde Muziek, meestal met r op dan 250 gulden bruto De meeste mu- jaar op de bijstand aangewezen of voor zien in hun levensonderhoud door bij baantjes en lesgeven. De werkgroep Jazz kwam na opstelling van een concept-rapport tot een voorlo pige berekening: om een aantal brood nodige zaken te regelen zou jaarlijks voor de jazz een bedrag van 3.5 miljoen gulden moeten worden uitgetrokken (thans is dat ruim 1 miljoen). Van dat meerbedrag zou het honorarium van de sici zijn dan ook geruime tijd van het musici moeten worden opgetrokken tot Ernst Reijseger heeft vanaf zijn 14de jaar privélessen van Anner Bijlsma en René van Ast gehad. Twee jaar later werd hij toegelaten tol het Amsterdams conservatorium. Buiten de lessen in zogenaamde serieuzecellomuztek hield hij zich vanaf zijn 13de al bezig met geïmproviseerde muziek, jazz en folkloremuziek. Hij werd al snel gevraagd informaties met een ongebruike lijke samenstelling: cello, slagwerk en dans bijvoorbeeld. Dit werk en zijn opleiding aan liet conservatorium ivaren tenslotte niet meer te combineren. Toen hij 18 jaar was, koos hij voor het eerste. Maakte drie langspeelplaten, begeleidde theaterprodukties. speelde samen met Theo Loevendie. Misha Mengelberg. Han Bennink. Henny Vonk. Martin van Duinhoven, de Zuidafnkaanse saxofonist Sean Bergin. de Amerikaanse jazzpianist Burton Green, enzovoort een standaardbedrag van 250 gulden netto. Van het geld zou verder een po diumconsulent moeten worden aange steld voor het beter afstemmen van vraag en aanbod en er zou een centrale administratie voor de sec tor,,jazz en geïmproviseerde muziek moeten ko men Zoals het er nu uitziet komt die 3,5 mil joen er met Het is zelfs de vraag of de armzalige 900.000 gulden die is overge bleven uit de strijd rond de hergroepe ring van de symfonie-orkesten aan de geïmproviseerde muziek zal worden be steed schamel Reijseger toont de brief van de WVC- werkgroep Jazz, waarin de opschor ting van de activiteiten wordt aange kondigd, en wijst nog eens op de passa ge waarin is berekend dat een concert uitvoering van symfonische muziek, inclusief de subsidie van lagere over heden, 1500 gulden per musicus kost. Dat bedrag krijgt de musicus natuur lijk niet in handen. In die 1500 gulden zijn alle kosten van het orkestappa raat inbegrepen. De jazzmusicus moet het met een schamele 275 gulden subsi die per uitvoering doen en ook hij krijgt in werkelijkheid maar een deel van dit bedrag uitgekeerd. Reijseger zegt We worden zo ontzet tend verleid tot uitspraken tegen de symfonische muziek. De discussie is in het stadium gekomen van: als het Gel ders Orkest eruit wordt gegooid, dan blijft er zoveel miljoen voor ons over. Zo worden kunstvormen tegen elkaar uit gespeeld. Dat komt door het kromme beleid van deze en vorige ministers. Er had een totaalplan voor het muziekbe- stel moeten worden gelanceerd. Dan had kunnen worden geconstateerd dat er weliswaar gekort wordt op de symfo nieorkesten maar dat daar ander mu ziekaanbod tegenover staat". Waar de sector geimproviseerde mu ziek zich tegen verzet is dat er van het muziekbeleid een politiek item is ge maakt. Omdat de symfonie-orkesten over een krachtige lobby beschikken, is op het laatste moment in het (alweer getorpedeerde) plan van Brinkman aan het Frysk Orkesten het Limburgs Sym fonie Orkest elk 1,25 miljoen in het vooruitzicht gesteld. Reijseger „Wij hebben geen lobby en willen dat ook niet. Wij vormen een groep musici die in steeds wisselende samenstelling op al of niet bekende podia zijn prestaties laat horen. Voor de politiek zijn wij een betrekkelijk ongrijpbare groep". Voor Ernst Reijseger is het duidelijk: de overheid durft niet te investeren in deze muziek. „Het is krankzinnig hoe weinig aandacht er aan onze sector wordt besteed. Terwijl er toch een gro te afzet voor onze muziek mogelijk blijkt". ger van elk krijgt david roellprijs AMSTERDAM - De David Roellprijs 1982, groot 15.000 gulden, is toegekend aan de kunstschilder Ger van Elk. De prijs, in 1963 door het Prins Bern- hard Fonds ingesteld, wordt één keer per twee jaar toegekend aan een kun stenaar als erkenning voor diens bijdra ge aan de Nederlandse cultuur op het gebied van de beeldende kunst of de architectuur. De prijs wordt Van Elk 11 maart in het Rijksmuseum in Amster dam uitgereikt. MIDDELBURG - Het Zeeuws Museum in Middelburg heeft een zilveren theeservies in bruikleen ontvangen. Het thee servies, bestaande uit een bouilloire, een theepot, een melk kan en een lepelblaadje, is indertijd vervaardigd door de Middelburgse zilversmid Philippus Prié. Directeur dr P K van Daalen noemt het theeservies van bijzondere aard', omdat de bouilloire blijkens een inscriptie in 1777 door het gemeentebestuur van Middelburg werd aan geboden aan de befaamde professor Adriaan Kluit (1735 1807). die van 1768 tot 1778 in Middelburg Griekse letteren en rhetorica doceerde Kluit ontving de bouilloire uit dank voor het feit, dat hij had bedankt voor een professoraat in Harder- wijl Uit de stadsrekeningen is bekend, zo zegt de heer Van Daalen. dat Prie voor het vervaardigen van de bouilloire een bedrag van '51.IC had gekregen. ..Dit geschenk heeft Kluil overigens niet belet, om kort daarop een professoraat in de geschiedenis in Leiden te aanvaarden Het servies waar het om gaat kwam door overerving in bezet van mevrouw mr. M. M Warning. Zij heeft bepaald, dat het bruikleen na haar overlijden m een schenking aan het Zeeuws Museum zal worden omgezet (Van onze correspondent) AMSTERDAM - Het is noodzakelijk dat er een ander systeem voor de pro- duktie en distributie van toneel komt. Voor de schouwburgdirecties is het huidige uitkoopsysteem als gevolg van de gemeentelijke bezuinigingen op de schouwburgbudgetten niet meer te handhaven. Dat heeft de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouw directies (VSCD) in een brief aan het bestuur van de Vereniging van Neder landse Toneelgezelschappen laten we ten. Volgens de VSCD moet het liefst al voor het komend seizoen, maar in ieder ge val voor het seizoen 1984-'85. worden overgegaan op een partage-regeling. Zo'n regeling houdt in dat de schouw burgzaal gratis ter beschikking van een toneelgezelschap wordt gesteld, de re cette wordt verdeeld (gepartageerd) tussen de schouwburg en het gezel schap, bijvoorbeeld in de verhouding 10 procent voor de schouwburg en 90 pro cent voor het gezelschap Op deze ma nier dragen dan ook de toneelgroepen mede de financiële risico's van de voor stellingen. De voorstellen van de VSCD komen er op neer dat er naar een herziening van het systeem van koppelsubsidies en uitkoopsommen gewerkt moet worden. In de nieuwe situatie zouden de ge meenten de verantwoordelijkheid krij gen voor het in stand houden van de accommodaties en zou het rijk de pro- duktie en de distributie van het toneel moeten subsidiëren. VSCD-directeur drs. G. Tinholt heeft onlangs in een publikatie verklaard dat opheffing van koppelsubsidies en ver mindering van de invloed van uitkoop sommen op de speelmogelijkheden een betere garantie betekenen voor de pro- duktie en de distributie van toneel met minder rompslomp en onderhandelin gen en met minder afhankelijkheid van politieke en ambtelijke willekeur Het is voor de schouwburgdirecties steeds moeilijker hun publiek een ar tistiek aanvaardbaar ioncclaanbod voor te schotelen. Van de gemeenten komt steeds minder geld binnen en de gezelschappen (die ook steeds meer moeten bezuinigen) vragen om steeds hogere uitkoopsommen. Bovendien is de abonnementsverkoop aanzienlijk teruggelopen. Deze situatie leidt ertoe dat schouwburgen en toneelgezel schappen steeds meer gedwongen wor den te kiezen voor populaire produk- ties en kleinschalig toneel, of zelfs voor sluiting van de zaal of verkorting van het toneelseizoen. Het bestuur van de VSCD schrijft in de brief dat de voorstellen ernstige conse quenties voor de gezelschappen kun nen hebben Ze kunnen ook betekenen dat een aantal gezelschappen niet meer in de programmering kan worden opge nomen Voor het seizoen 1983-'84 zullen de reeds gemaakte afspraken worden nagekomen Maar voor het daaropvol gende seizoen zullen de voorgestelde maatregelen onontkommbaar zijn. De VSCD doet een klemmend beroep op de gezelschappen om op korte ter mijn samen om de tafel te gaan zitten. Uitgangspunt by het overleg zou moe ten zijn de gezamenlijke verantwoorde- lykheid voor de produktie en distribu tie van de toneelkunst in Nederland De subsidiegevers moeten er. aldus het VSCD-bestuur. van overtuigd worden dal het nemen van maatregelen thans noodzakelijk is. rVan onze kunstredactie) Het is minder gek dan het op het eerste gezicht lijkt: een boer uit Finster- wolde. die Nederlandse kunstenaars uitzoekt voor een tentoonstelling in het museum Boymans-Van Beuningen in Rotterdam. Want Wim Beeren is sinds enkele jaren directeur van dit museum en Beeren was jarenlang ver bonden aan de Groninger universiteit. Zijn contacten met Alhert Waalkens (62) dateren echter al uit de jaren zestig: Beeren was bezig «net roemruchte projecten als Sonsbeek buiten de perken en Albert Waalkens had al een forse reputatie opgebouwd als eigenzinnige boer-annex-kunstliefhebber. Waalkens begon in 1962 tentoonstel- hoofdcommissaris en de chef van de lingen te organiseren in zijn stal; „Siep van den Berg was een aantal weken per maand bij ons over de vloer. Hij werkte een beetje bij de dorpssmid enzo. Het was toen eerst de bedoeling dat er een tentoonstel ling in het gemeentehuis zou komen van dingen die Siep in Finsterwolde gemaakt had. Maar het gemeente huis was net helemaal opgeknapt en verbouwd. En bij nader inzien vond men dat dat maar niet moest, spij kers in die nieuwe muren. Toen zei den we op een gegeven moment: la ten we het maar in de stal doen. De koeien waren er toch al smds 1958 uit en het was dus een lege ruimte. We maakten de vloer een beetje vlak. we gooiden de grup dicht, de opstanden er uit en zo kregen we er een mooie ruimte voor". Een Amsterdamse geleriehouder zorgde er voor, dat Waalkens daarna doorging met exposities. Op een ge geven moment trokken er ook kun stenaars naar Finsterwolde: mensen als Karei Pelgrom, Pieter Holstein en Harrie Huisman kwamen op het door Waalkens geschapen klimaat af. De kunstenaarsgroep Omgeefmi j - die onder meer de geruchtmaken de huifboten ontwierp - is daar nu nog het restant van. In de loop van de jaren zestig werd Waalkens betrokken bij de Galerie De Mangelgang in Groningen. „De architect Jan Martini en ik hebben ieder de helft van de financiën voor onze rekening, genomen toen De Mangelgang een soort winkeltje dreigde te worden en we zijn het gaan exploiteren samen met Finsterwol de. Dan hadden we de grotere dingen in Finsterwolde en de kleine dingen, tekeningen en grafiek, in De Mangel gang". Waalkens' betrokkenheid met De Mangelgang liep af. toen een inmiddels aangetrokken „zetbazin" het zo goed deed, dat zij - Annemarie de Kruijff - op een gegeven moment de galerie over kon nemen. erotisch Het warenhuis Vroom en Drees- mann in Groningen breidde in het begin van 1968 uit: er kwam een vierde etage bij. Waalkens u erd be trokken bij een grote expositie, die de vierde etage tijdelijk zou vullen totdat het winkelend publiek er be zit van zou nemen. Waalkens: „Het liep allemaal ge smeerd en prima. Ik heb op de voor mij gebruikelijke manier een aantal mensen ervoor gevraagd, waarvan ik dacht dat ze de moeite waard zouden zijn De kunstenaar zou uitmaken wat er geëxposeerd zou worden Har rie Huisman had bedacht dat het goed was om daar een aantal teke ningen en een schilderij te brengen, maar dat had de erotiek een beetje als onderwerp. Erotische tekeningen enzo Prima toch. waarom niet? Tot' op een zeker moment die V&D-direc- teur kwam kijken, die zag in de mid dagpauze ook de verkoopsters naar boven gaan die daar wat stonden te giechelen voor die tekeningen. De di recteur dacht. „O jee. dat kan hele maal niet, dat wordt te gek" Hij kwam naar mij toe en zei dat hij er persoonlijk geen bezwaar tegen had - zo gaat dat dan -, maar hy vroeg zich af of dat wel kon. Dat is nogal hoog opgelopen tot aan de officier van jus titie toe. Ik heb toen gezegd, okee, dan gaat het er uit, maar dan gaat ook alles er uit. Het Groninger Museum, waar ik loen ook al in het bestuur zat, heelt toen een zaal ontruimd en het werk van Huisman is verhuisd naar het museum. Dinsdagmorgen om negen uur ging het museum open en er stonden al drommen mensen voor. Iedereen kwam binnen, mocht een kwartier kijken en toen kwamen de zedenpolitie en ontruimden de zaal. Eigenlijk is het ondenkbaar, dat dat nog maar vijftien jaar geleden is. Toevallig had een andere commissie besloten dat ik de Culturele Prijs van de provincie Groningen toegewezen moest krygen. Toen bedacht ik: als de ene overheid zegt: doe bist een vie zerik. en de ander zegt: bist een brave jongen, hier heb je vijftienhonderd gulden en een koperen plak. dat klopt ergens niet. Toen dacht ik. nou dan maar niet eigenlijk. Nou, Leiden in last natuurlijk, want alles was in kannen en kruiken. De kaarten wa- De tentoonstelling „Veertien kunste naars uit Nederland, een keuze van Albert Waalkensin het Museum Boymans-Van Beuningen in Rotter dam duurt tot 4 apnl. Het museum is van dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 17 uur en op zon- en feestdagen van 11 tot 17 uur geopend Waalkens' selectie bestaat uit Erik Andriesse panelen en tekeningen). Piet Dieleman ischilderijeni. Rene Daniels schilderijen i. Mariene Du mas tekeningen en gemengde tech niekeni. Joris Geurts schilderingen op papien, Désiree Henkes tekenin gen i, Henk ter Horst {gemengde tech nieken). Lucassen schilderijen). Hans van der Pennen zie bijgaande foto), Emo Verkerk gemengde tech nieken en tekeningen). Leo Vroegin- dewey sculpturenHenk Visch, Dirk Wiarda schilderijen en teke ningen) en Piet Tuytel sculpturen ren al gedrukt en rondgestuurd en de commissaris had z'n speechje al klaar.. rommelen Wim Beeren had Waalkens al twee jaar geleden gevraagd een tentoon stelling te maken met Nederlandse kunstenaars. „Hij wilde na die Ita lianen, Duitsers, Fransen en Ameri kanen ook een Nederlandse situatie laten zien en hij vroeg mij of ik zin had om dat te doen. Ik dacht: „O jee, zou ik dat wel kunnen?". Het is toch weer een heel ander verhaal dan je eigen gedoetje, in je koeienstal een beetje rommelen. Maar ik wilde het wel proheren. Door allerlei kleine, toevallige omstandigheidjes is dal een jaar uitgesteld en vorig jaar april hebben we de definitieve din gen op een rijtje gezet. Nee, het was niet de bedoeling na de Jonge Italia nen en de Neue Wilden ook zoiets voor Nederland te bedenken. Ge woon. ik w il gew oon nieuwe mensen met goeie dingen laten zien. Gedeel telijk gaat het om wat bekendere na men. maar het grootste deel gaat het om jonge, vrij onbekende kunste naars". Een duidellyke selectienorm heeft Waalkens niet gehanteerd voor de tentoonstelling „Ze zijn geselec teerd op basis van wat ze voor mij betekenen. Als dat wat ze laten zien bij mij wat oproept. Een soort Aha- Erlebnis. een soort van adembene mende zucht, zal ik maar zeggen" Na enige aarzeling en een bevestigen de blik van zijn vriendin geeft Waal kens toe stad en land af te hebben gereisd om tot de selectie te komen. „Ik ben toch wel bij zestig tot tachtig mensen geweest denk ik. Op ateliers en tentoonstellingen, groepsten toonstellingen in Wageningen. in Arnhem, in Rotterdam, in Den Haag, in Den Bosch". Hij benadrukt dat het gaat om een puur persoonlijke keuze: „Het is ei genlijk een zooitje ongeregeld Het is gewoon een situatie in Nederland en je bent beperkt door de ruimte in zo'n museum, dat kunnen er maximaal tien of vijftien zijn. Het zijn er dus veertien geworden. Maar ik ben op mijn rondreizen misschien wel twee keer veertien tegengekomen, die daar eigenlijk wel bij zouden moeten. En dan is de keuze betrekkelijk wille keurig Dit is gewoon een eenmalige free-lance toestand. Een gastconser vatorschap heet dat dan dat komt wel vaker voor Wim Beeren heeft ooit zelf in Van Abbe (ln Eindhoven, red als gastdirecteur een tentoon stelling gemaakt" voorkeuren Waalkens heeft zich niet door regio nale voorkeuren laten leiden. Uit Noord-Nederland komt alleen Dési ree Henkes, die in Peizc woont: „Maar er zit ook geen Limburger, Gelderlandc-r of Fries bij. Toevallig zijn er een Zeeuw en twee Braban ders, er is toevallig iemand uit Hen gelo. Het hele kunstgebeuren con centreert zich toch in het Westen, dat is gewoon zo. Maar misschien zitten er in Groningen ook wel een aantal, dat zal best. Ik weet dat niet zo goed. eigenlijk. Ik ga af op wat ik hoor en wat ik zie en dan zitten de meesten toch hier in Amsterdam en wat in Den Haag en Rotterdam. En een beetje in Eindhoven". Helemaal onbezorgd is Waalkens niet over het feit dat de kunstenaars op de tentoonstelling in Boymans- Van Beumnger. wel eens het stempel ..goedgekeurd door Albert Waal kens" mee zouden kunnen krijgen. Bescheiden als hy is. zal hij die pre tentie in ieder geval niet voeren. „Het is niet van: voor de rest is het niks waard". Maar ook hy is geïmponeerd door de mogelijkheden die het grote kunstbedrijf in Rotterdam hem ge boden heeft en de grote aandacht die de publiciteit bij voorbaat al heeft voor „zijn" tentoonstelling „Als je al leen zo'n katalogus van 60.000 gulden al ziet. Daar sta je toch van te kijken hoor. wat zoiets nog kost.. Vorm van steengaas. beton en gips van Piet Tuytel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 17