groot nieuws bijbelcompleet op de markt
paus wil verdeelde kerk
midden-amerika lijmen
VRIJDAG 25 FEBRUARI 1983
PZC/opinie en achtergrond
(Door Hans Amesz)
Franz Josef Strauss wil nog maar één wens vervuld zien, namelijk dat „ons levenswerk niet
door deze goochelaars, dilettanten en stumpers kapot wordt gemaakt". Niemand van de
ongeveer 4000 aanwezigen in de Schützenhalle van het kleine stadje Brilon moet denken dat
Strauss nog andere politieke drijfveren heeft. „Ik word toch niet door eerzucht gedreven. Ik was
29 jaar lid van de Bondsdag, daarvan 12 jaar als minister, ben nu in mijn 68ste levensjaar en
alweer vele jaren minister-president van Beieren", zegt de CSU-chef.
Dat klinkt alsof hij eigenlijk noodge- lijk door niets aan te tasten „thuis- sterkste. Strauss komt tijdens deze ver
front" in Beieren altijd weer terug.
Hoewel er aanwijzingen zijn dat zijn
heerschappij in de CSU wat aan glans
verliest („verloren" strijd met de hoofd
redacteur van de CSU-gezinde Münch-
ner Merkur en zijn minister van onder
wijs en cultuur in het Beierse kabinet),
gaat niettemin vrijwel geheel Duits
land ervan uit dat Strauss vice-kanse-
lier en minister van buitenlandse zaken
wil worden. Ondanks het eens door hem
geformuleerde motto: „Het is mij om
het even wie onder mij bondskanselier
wordt".
dwongen een rol in de campagne voor
de verkiezingen van 6 maart moet spe
len. Noodgedwongen, omdat de sociaal
democraten, deze „goochelaars, dilet
tanten em stumpers", er tijdens hun 13-
jarige regeringsperiode in zijn geslaagd
om van de Bondsrepubliek Duitsland
„een grote puinhoop" te maken.
Gelukkig was de CDU-CSU vorig jaar
herfst bereid om de mouwen op te rollen
en weer voor orde te zorgen. Het „le
venswerk", de opbouw van de Bondsre
publiek door christen-democraten en
christen-socialen, was nog net niet ver
nietigd. Om dat te voorkomen, mogen
de sociaal-democratische „bankroe
tiers" onder geen voorwaarde na 6
maart weer aan de macht komen. Laat
staan samen met de Groenen.
„Een rood-groen bondgenootschap",
zegt Strauss, „zou een groot ongeluk,
om niet te zeggen een catastrofe, voor
ons land zijn". En volgens hem zijn be
langrijke sociaal-democraten uit alle
Westeuropese landen - „misschien met
uitzondering van Zweden" - dat met
hem eens. Vooral de Franse staatspresi
dent Frangois Mitterrand. De toe
spraak van PvdA-fractieleider Joop
den Uyl op een SPD-verkiezingsbijeen-
komst in Bremen zal hem wel ontgaan
zijn.
'ananaskweker'
Wil Strauss echt geen sleutelpositie
meer innemen in een ook na 6 maart
door bondskanselier Helmut Kohl ge
leide regering? Zijn tegenstanders ge
loven daar niets van. Had de man over
wie zich de Duitse geesten scheiden,
bijvoorbeeld niet eens gezegd dat hij
„liever ananaskweker in Alaska zou
worden dan bondskanselier" om toch
in 1980 kandidaat-kanselier van de
CDU-CSU te worden? Hij leed toen een
forse nederlaag en vele politieke com
mentatoren lieten hem een zachte poli
tieke dood sterven.
Dat was overigens al vaker gebeurd,
vooral in 1962, toen hij wegens de zoge
naamde „Spiegel-affaire" af moest tre
den als minister van defensie omdat hij
het parlement had voorgelogen. Maar
Strauss keerde op basis van zijn kenne-
Per slot van rekening noemde hij Hel
mut Kohl in zijn omstreden Wiener-
wald-rede „een man, die alle politieke
en geestelijke eigenschappen mist voor
het bondskanselierschap". Toen Kohl
uiteindelijk toch kanselier werd, zwak
te Strauss zijn uitspraak wat af en riep
dat „de man veel had geleerd".
Franz Josef Strauss, het verschijnsel
FJS. Wat er ook over hem beweerd
wordt, één ding staat vast. Als magneet
voor verkiezingsbijeenkomsten is hij de
kiezingscampagne maar één keer ten
noorden van de Main, namelijk om in
Brilon en Paderborn te spreken. Uren
tevoren waren de Schützenhalle en de
Paderhalle volgestroomd en dat kan
met alleen verklaard worden uit het feit
dat Brilon en Paderborn in een „zwart"
gebied liggen, waar de CDU goed is voor
zo'n zestig procent van alle stemmen.
Nee, daarbij speelt het verschijnsel FJS
een beslissende rol.
De bezoekers krijgen waar voor hun, zo
als Strauss het uitdrukt, „opoffering
aan tijd. geld en het vaderland". „Ik
verlang niet dat u het zonder meer met
mij eens bent. ik verlang dat u erover
nadenkt of het juist is wat ik u te zeggen
heb". En vervolgens trekt de CSU-voor-
zitter en Beierse minister-president
twee uur uit om te vertellen waar het
bij de „historische verkiezingen van 6
maart" volgens hem om gaat.
'beslissende zaken'
Net als bij de verkiezingen in 1949 gaat
het nu, roept Strauss, om „beslissende
zaken". En dan logenstraft hij zijn ei
gen bewering dat hijzelf niet meer
door eerzucht wordt gedreven, want,
„als het naar kruitdamp ruikt, wil ik
weer in de frontlijn staan". Daarom is
hij voor de Bondsdagverkiezingen ook
lijsttrekker van de CSU geworden. Op
verzoek van zijn partijvrienden na
tuurlijk.
Het overgrote deel van zijn toespraak is
gewijd aan financiën en economie. Met
behulp van talloze cijfers en begrippen
(investeringsquote, consumptiequote,
breedte- en diepte-investeringen, dis-
contopolitiek, herverdeling, krediet
vormen, produktiefactoren) geeft hij
een soort college. Doel is om aan te to
nen dat de Duitse financiën in 1969,
toen Franz Josef Strauss zijn ambt van
minister van financiën overdroeg aan
zijn opvolger, Alex Moeller van de SPD,
nog in een „beste toestand" verkeer
den. Na 13 jaar sociaal-liberale regering
in Bonn was daaruit een „puinhoop"
ontstaan.
„De socialisten hebben hun verstand
aan de garderobe afgegeven en de sleu
tel verstopt". „In plaats van schulden
te delgen toen dat nog kon. hebben zij
alles uitgegeven en na de oliecrises alles
op de pof gefinancierd tot dat uiteinde
lijk niet meer kon en de coalitie van
SPD en, FDP als gevolg daarvan uit el
kaar viel". „Socialisten kunnen met
met geld omgaan en al helemaal met
met het geld van anderen", aldus de
Beierse minister-president.
Over het voorstel van de SPD om 15
miljard mark uit te geven voor werkge
legenheidsprogramma's, zegt Strauss:
„Geen domheid vergeten en niets erbij
geleerd". Werkloosheid kan volgens
hem niet worden bestreden met werk
gelegenheidsprogramma's van de over
heid. „Dat heeft de ervaring toch ge
leerd. Het enige wat helpt zijn investe
ringen, investeringen, investeringen"
Dan heeft de spreker het over de veilig
heidspolitiek en de ideeën daarover van
de SPD-kandidaat-kanselier Hans-Jo-
chen Vogel. „Die wil de twee super
machten tot een compromis over de ra
ketten dwingen. Dat is toch David tus
sen twee Goliaths. Dan kan ik alleen
maar zeggen: doorgedraaid". Volgens
Strauss is Hans-Jochen Vogel er „rots
vast" van overtuigd dat hij geen kanse
lier wordt. De SPD wil, zegt de CSU-
voorzitter, dat Vogel Brandt opvolgt als
voorzitter. „Dat is de enige reden waar
om hij nu lijsttrekker is".
Als Vogel, zoals Strauss nu al weet, dan
toch nooit kanselier wordt, rijst de
vraag waar de CSU-politicus zich dan
zo druk over maakt. Het leek er in Bri
lon en Paderborn op dat hij het belang
rijk vindt zijn gelijk binnen te halen.
Had Strauss immers niet vele jaren
vanaf de „Bütte" (letterlijk hat spreek
gestoelte tijdens het carnaval) in de
Bondsdag voor alle zaken gewaar
schuwd die nu werkelijkheid zijn ge
worden? Had hij niet voortdurend ge
zegd dat de financiën niet in orde wa
ren? Had hij niet op de naderende on
dergang van het avondland gewezen?
Was zijn al in 1980 geformuleerde analy
se over de breuk van SPD en FDP, die
toen memand wilde geloven, dan niet
waar geweest?
Franz Josef Strauss voelt zich mis
kend. En zolang dat gevoel blijft be
staan, moeten zijn pol itieke vrieden en
tegenstanders er rekening mee houden
dat het verschijnsel FJS ook blijft be
staan. „Ik hoop", heeft hij eens gezegd,
„dat de Bondsrepubliek Duitsland
nooit zo diep zal zinken dat ik als kan
selier wordt geroepen". Hoopt hij dat
nog altijd? Strauss wordt 68 jaar oud,
maar Konrad Adenauer was al ver
over de zeventig toen hij de eerste kan
selier van de Bondsrepubliek Duits-
I and werd, om dat vervolgens 15 jaar te
blijven.
(Door Rob Sprenkelsi
Als Christus heden ten dage
Midden-Amerika zou bezoe
ken, zou hij het goedkoopste vlieg
tuig naar Panama nemen en van
daaruit per bus verder reizen. Hij
zou de armen opzoeken en persoon
lijk de strenge controles door het le
ger ondervinden. Door de autoritei
ten zou hij ongetwijfeld al snel als
'subversier worden bestempeld en
naar een andere wereld worden ge
stuurd".
Deze overpeinzing is van Pablo, een
Jezuiet die zich twee jaar geleden ge
noodzaakt zag om uit El Salvador te
vluchten. Ik vroeg hem om zijn me
ning over de pelgrimstocht van paus
Johannes Paulus n. die van 2 tot 10
maart de acht landen die Midden-
Amerika vormen zal bezoeken en ook
Haiti.
Zfin ironisch antwoord: „Het ziet er
naar uit dat de paus meer contact zal
hebben met degenen die gelovigen
vertrappen en vermoorden dan met
zijn noodlijdende volgelingen. De
mensen hopen dat hij vrede zal bren
gen, maar dat ligt buiten zijn bereik.
Ik geloof dat zijn komst moet worden
gezien als een poging om de in twee-
én gebarsten kerk in Midden-Ameri
ka te lijmen. En ik vrees dat dat ten
koste zal gaan van een progressieve,
volkse kerk", aldus Pablo.
Van Karol Wojtyla is het bekend dat
hij inderdaad de nodige bedenkingen
heeft tegen een aan de basis politiek
motiverende kerk, tenminste watLa-
tijns-Amerika betreft. Toch heeft hij
in de vier jaar dat hij de pauselijke
scepter zwaait ook duidelijk laten
blijken dat hij beslist geen conserva
tieve kerk wil, een hand in hand met
een rechtse staat lopende kerk Paus
Johannes Paulus II lijkt vooral te
streven naar een onafhankelijke kerk
in dienst van de zwaksten, dat wil
zeggen een brug tussen onderdruk
kers en onderdrukten.
niet eenvoudig
In Midden-Amerika liggen de zaken
wat dat betreft lang niet eenvoudig.
Sinds de komst van de Spanjaarden
en hun godsdienst heeft de kerk door
de eeuwen héén het voetvolk laten
zwoegen en verhongeren, in samen
spel met de plaatselijke hiërar
chieën. Daardoor is een verregaande
sociale scheefgroei ontstaan, die in
hoge mate verantwoordelijk is voor
de bloederige taferelen die zich op
het ogenblik in een aantal Middcna-
merikaanse landen afspelen.
In die conflicten heeft de kerk zich
verdeeid opgesteld. Aan de basis
heeft men vaak voor het lijdende
volk gekozen, sommige priesters
hebben zelfs de wapens opgepakt.
Onderwijl heeft in de kerkelijke top
de conservatieve traditie nog altijd
een grote invloed. Dat geldt in meer
of mindere mate zowel voor El Salva
dor als voor Guatemala, Honduras,
Panama, Costa Rica en Nicaragua.
De verschillen tussen de basis en de
top van de katholieke kerk in Mid
den-Amerika zijn wellicht het duide
lijkst zichtbaar in El Salvador en Ni
caragua. In El Salvador was de drie
jaar geleden vermoorde aartsbis
schop Oscar Arnulfo Romero een
'vreemde eend in de bijt. Scherp be
kritiseerd door zijn collega's van de
Salvadorlaanse bisschoppenraad,
begon hij de verdrukten te verdedi
gen tegenover de autoriteiten Maar
daarmee kreeg zijn missie wel een
steeds meer politieke betekenis.
Vlak voor zijn dood verklaarde hij
zelfs dat het machtsmisbruik in El
Salvador een gewapende opstande
rechtvaardigde.
Vervolgens werd Arturo Rivera y Da-
mas tot waarnemend aartsbisschop
van San Salvador benoemd. Hoewel
een stuk gematigder dan Romero,
trachtte hij in het begin toch diens
net van progressieve hulpinstanties
in stand te houden. Vanuit het Vati-
caan kreeg hij echter voortdurend de
opdracht om meer overeenstemming
te bereiken met de overige bisschop
pen. voor het merendeel aartsconser
vatief.
eigen leven
Het resultaat daarvan was dat de
progressieve kerk in El Salvador
een geheel eigen leven ging leiden.
Rivera y Damas zag zich gedwongen
om de hulpinstanties van Romero te
ontmantelen en in commissies sa
men te gaan werken met de regering,
bijvoorbeeld in de officiële mensen
rechtencommissie, die steeds de re
bellen de schuld geeft van moordda
dige regeringsacties, met als reden
dat de guerrilla vergeldingsmaatre
gelen zou hebben uitgelokt middels
onverantwoordelijke bezettingen.
Inmiddels heeft de officiële onder
drukking tal van aan de basis actieve
geestelijken gedwongen El Salvador
te verlaten. Uitgesproken progressie
ve geestelijken werken nu aan de
kant van de guerrilla. En ondertus
sen probeert Rivera y Damas zo onaf
hankelijk mogelijk te werk te gaan,
terwijl de rest van de kerkelijke hiër
archie in El Salvador zich voortdu
rend vertoont in gezelschap van
rechtse politici en militairen.
In Nicaragua heeft de kerkelijke top,
onder leiding van aartsbisschop Mi
guel Obando y Bravo, zich sinds de
revolutie van 1979 steeds scherper
ontpopt als een felle tegenstander
van het Sandinistische regime. Aan
de basis zijn echter honderden pries
ters te vinden die wèl achter de huidi
ge regering staan. En vier van hen
bekleden zelfs hoge functies binnen
de regering, tot groot ongenoegen
van paus Johannes Paulus II. De be
kendste van de 'regerende' priesters
is zonder twijfel Ernesto Cardenal,
befaamd dichter en momenteel mi
nister van cultuur.
Wat de paus zoveel mogelijk zegt te
willen vermijden, is dat zijn kerk zich
rechtstreeks met de politiek bezig
houdt. Er gingen wat dat betreft ge
ruchten dat hij gedreigd had Nicara
gua over te slaan als de vier 'regeren
de' priesters niet eerst hun bewinds
functies zouden neerleggen. Een der
gelijk dreigement is uiteindelijk niet
doorgevoerd, hoewel, zo wordt er in
Paus Johannes Paulus II
het Vaticaan gezegd, de paus in Nica
ragua elk contact met Ernesto Car
denal en zijn geestelijke collega's zal
vermijden.
Wat aan de andere kant natuurlijk
wèl opmerkelijk is. is dat de paus
aartsbisschop Obando y Bravo nog
nooit heeft berispt, ondanks het feit
dat zijn onenigheden met het Sandi
nistische regime een puur politiek
karakter hebben.
Van de paus worden, met name in El
Salvador en Nicaragua, enkele dui
delijke uitspraken verwacht over de
relatie tussen kerk en staat. In El Sal
vador hopen de gelovigen verder dat
de positie van Rivera y Damas bin
nen de Salvadoriaanse bisschoppen
raad zal worden versterkt en dat
paus Johannes Paulus II de regering
zal kunnen aanzetten tot vredeson
derhandelingen met de rebellen. En
natuurlijk wordt er ook verwacht dat
hij de verregaande schendingen van
de mensenrechten zal veroordelen,
evenals de meer dan honderd aanval
len van officiële kant tegen kerkelij
ke instellingen.
In Nicaragua hebben de katholieke
Sandinisten zich al voorbereid om
een felle kritiek aan te horen, maar zij
hopen tegelijkertijd dat de paus ook
zal protesteren tegen de door Was
hington gedirigeerde aanvallen om
de Sandinistische regering ten val te
brengen.
glad ijs
Karol Wojtyla begeeft zich in Mid
den-Amerika op zeer glad ijs. Hij
komt niet zozeer als een directe afge
zant van Christus, maar eerder als
een katholieke pelgrim. Zijn woor
den kunnen wellicht bijdragen tot
vrede in El Salvador en een betere
verstandhouding tussen Nicaragua
en zijn buurlanden. Maar de ontmoe
ting met de Guatemalteekse dicta
tor Rios Montt kan natuurlijk wei
eens heel erg compromitterend wor
den.
Rios Montt moordt volgens verschil
lende mensenrechtenorganisaties
met de bijbel in de hand. Hij is een
evangelistisch preker en draagt we
kelijks een mis op die door de Guate
malteekse televisie wordt verspreid.
De relatie tussen de katholieke kerk
en de staat in Guatemala is sinds de
komst van Rios Montt ernstig ver
stoord, tot op het allerhoogste ni
veau. Misschien moet het gesprek
met Rios Montt wel in dat daglicht
worden gezien, hoewel deze er na
tuurlijk een andere draai aan zal wil
len geven.
Hetzelfde geldt zonder twijfel voor
Jean-Claude Duvalier, de dictator-
voor-het-leven van Haiti. De paus zal
hem wellicht aan de tand voelen over
de recente aanvallen van het regime
tegen de katholieke kerk. Ongeveer
30 priesters in Haiti zijn vorige
maand plotseling tot 'ongewenste
personen' verklaard, met het nodige
gevaar voor verbanning of zelfs
moordaanslagen.
De aankondiging van het gesprek
met Duvalier heeft de paus inmid
dels wel al verschillende dreigemen
ten opgeleverd. En dat is, in een land
waar de mysterieuze voodoo-gods-
dienst vijf keer zo belangrijk is als het
katholicisme, best iets om serieus te
nemen. Trouwens, ook in Guatemala
is er gedreigd, terwijl volgens sommi
ge kringen het leven van de paus ook
gevaar zou lopen in Nicaragua en in
El Salvador. In Nicaragua vanwege
het ideologische verschil met de San
dinisten. En in El Salvador omdat ul
tra-rechts niets wil horen van een
eventueel pauselijk vredesvoorstel
Met de verschijning van de Groot
Nieuws Bijbel op donderdag 3
maart wordt opnieuw een mijlpaal be
reikt op de weg die een van de merk
waardigste verzameling boeken en ge
schriften uit vroegere tijden in de we
reld aflegt. Het is een gebeurtenis in
een betrekkelijk klein taalgebied,
maar het blijft een mijlpaal. Geleide
lijk aan hebben wij - voor het lezen
van de Bijbel - door (vooral) de goede
zorgen van het Nederlands Bijbel Ge
nootschap en de Katholieke Bijbel
Stichting een redelijk aantal keuzen
mogelijkheden gekregen. Zeker als we
het vergelijken met heel veel andere
landen en volkeren die nog steeds niet
de hele Bijbel in hun taal kunnen ver
krijgen.
Van de Groot Nieuws Bijbel ls het ken
merkende dat hij in de omgangstaal
van vandaag Ls geschreven Hij komt
dus niet in de plaats van andere versies
of vertalingen, maar is in de eerste
plaats bestemd voor mensen die de ou
dere vertalingen niet of met meer ken
nen of kunnen volgen omdat zij de be
doeling en de betekenis van de woorden
en uitdrukkingen niet begrijpen. Dit
wijst er op dat er in ons land verschillen
de generaties zijn die geen band meer
hebben met de Bijbel wat er in staat is
voor hen een soort van religieuze ge
heimtaal.
Het zou overigens best kunnen gebeu-
ren dat ook mensen die van jongs af
vertrouwd zijn met allerlei Bijbelwoor
den van de nieuwe uitgave profijt zullen
trekken woorden en begrippen die je
jaar in jaar uit gebruikt raken uitgesle
ten. verliezen hun glans, krijgen een an
dere waarde, gaan vertekenen, leveren
geen verrassingen meer op. geven geen
prikkels, zijn verworden tot kreten die
je niet meer eens als zodanig herkent:
het zout is smakeloos geworden. Het
kan best verfrissend zijn door een bij-
de-tijds woord onverwachte ontdekkin
gen te doen. oude dingen in een nieuw
perspectief te zien.
initiatief
De Groot Nieuws Bijbel is een comple
te Bijbel: hij bevat het Oude- en het
Nieuwe Testament. Het initiatief ertoe
werd al in 1969 genomen. Het Nieuwe
Testament in omgangstaal verscheen
drie jaar later. Deze vertaling bleek
een succes te zijn: tien jaar later werd
het miljoenste exemplaar ervan ge
drukt.
Of dat nou wel zo nodig is, weer een
nieuwe vertaling en dan nog wel in de
omgangstaal? Bij een aantal kerkmen
sen zullen ook nu bezwaren bestaan. Zij
zijn bang voor een onverantwoorde po
pularisering. sterker nog voor een on
toelaatbare ingreep in w^t zij zien als
het oorspronkelijke, het authentieke
Deze vrees hoeft niet gegrond te zijn en
is ook niet nodig. In de eerste plaats kan
niemand de stelling verkondigen dat
God zich in zijn boodschap aan de
menssen heeft bediend van de Neder
landse taal en dan bovendien nog in een
woordkeus die woord voor woord door
iemand is opgetekend. En in de tweede
plaats wordt daarmee ontkend dat de
taal een levend instrument is en ook dat
nieuwe ontdekkingen van oude ge
schriften meer licht werpen op vaak
moeilijk te begrijpen woorden en zin
nen m de talen waarin de Bijbelboeken
oorspronkelijk zijn geschreven Dit al
les doet niet af aan het feit dat heel veel
mensen tijd nodig hebben om te wen
nen aan nieuwe woorden, ook als die
hetzelfde bedoelen als de vertrouwde
woorden.
niet plat
In het blad van het Nederlands Bijbel
Genootschap 'Met de Bijbel de wereld
in' (november 1982) wordt er de aan
dacht op gevestigd dat een vertaling in
de omgangstaal niet betekent een ver
taling in plat Nederland. Het is een
vertaling in begrijpelijk Nederlands -
al moet daar direct aan worden toege
voegd dat ook hier zal gelden: wat de
een begrijpt kan de ander niet vatten.
Dat heeft verschillende oorzaken.
Een aspect is ook dat er allerelei soor
ten variaties op een en dezelfde taal be
staan. De taal die wij thuis gebruiken
zal een andere zijn dan die in een verga
dering. een brief aan een vriend of vrien
din is anders dan een brief aan de belas
ting-inspecteur en de taal die van de
kansels in de kerken klinkt is een ande
re dan die van de radio nieuwsdienst.
Maar als het goed is hebben al die varia
ties één ding gemeen: zij zfin te begrij
pen. het is begrijpelijk Nederlands,
geen groepstaal, dieventaal, geheim
taal of wartaal, maar een taal waarvan
mag worden verondersteld dat het me
rendeel van de lezers er geen moeite
mee zal hebben. Dat vereist eenvoud in
woordgebruik en in zinsbouw, weglaten
van vreemde woorden en geen ingewik
kelde zinnen.
moeilijk
Eerste eis die aan een vertaling moet
worden gesteld is dat zij recht doet aan
de bedoelingen, de boodschap, van de
oorspronkelijke schrijver. Dat is dik
wijls moeilijker dan hel op het eerste
gezicht lijkt. Dc vragen en problemen
waar een Bijbelvertaler of-vertaalster
komt te staan bij het zoeken naar een
zo getrouw mogelijke (en dan ook nog
begrijpelijke) weergave mogen be
paald niet worden onderschat. Het is
vakwerk dat heel arbeidsintensief is
en een grondige scholing vergt.
Voor vertalen is vanzelfsprekend een
degelijke kennis van de grondtaal no
dig Maar de vertaler dient ook op de
hoogte zijn van het cultuurpatroon in
de tijd dat het boek werd geschreven
Hij moet de achtergronden van waar uit
werd geschreven kennen en de omstan
digheden - politiek maatschappelijk -
waaronder dat gebeurde. Kennis van
de auteur - en van zijn schrijfstijl - is
niet minder van belang. Belangrijk is
ook de vraag of er vergelijkingsmoge
lijkheden zijn. En dan is er tenslotte het
proces van het gewetensvol 'wegen' van
de waarde van allerlei woorden en uit
drukkingen in de oorspronkelijke taal
om te kunnen nagaan welke woorden in
het Nederlands de gevonden lading het
best dekken.
letterlijk?
Eén belangrijk punt is nog niet ge
noemd: moet er zo letterlijk mogelijk
worden vertaald of verdient het de
voorkeur in eigen woorden de bedoe
lingen van de schrijver zo duidelijk
mogelijk weer te gegen? De Statenver
taling is een voorbeeld van een letter
lijke vertaling, de Nieuwe Vertaling
1951 van het NBG is wat vrijer, maar
toch ook tamelijk letterlijk. Een Bij
belvertaling die primair is bedoeld
voor mensen die met de Bijbel zijn
grootgebracht kan wat verder gaan
dan een vertaling die zich richt op
mensen die niet bekend zijn met de Bij
bel.
Woorden als 'genade', zegen', 'offeran
de' behoren in feite tot de groepstaal
van kerkmensen. Zij zullen anderen
met of nauwelijks aanspreken; zij wor
den in de nieuwe uitgave dan ook op
nieuw vertaald. Deze nieuwe vertaling
is beslist niet bedoeld om een nieuwe
kanselbijbel te worden, zo heeft dr E. W.
Tuinstra in het eerder genoemde blad
van het NBG nog eens benadrukt.
een voorbeeld
Tenslotte is het misschien interessant
een aantal vertalingen onder elkaar te
zetten. We hebben daarvoor gekozen
de verzen 5,6 en 7 uit de brief van Pau
lus aan de Filippenzen, hoofdstuk 2.
Het is geen eenvoudig gedeelte, maar
het opvallende lijkt ons dat juist de
nieuwste vertalingen zoveel begrijpe
lijker zijn dan de oude. Voor de afwis
seling zijn ook twee vertalingen uit
Engelse Bijbels gebruikt.
Statenvertaling: „Want dat gevoelen
zij in u. hetwelk ook in Crhistus Jezus
was; Die in de gestalterus Gods zijnde,
geen roof geacht heeft Gode even gelijk
te zijn; Maar heeft Zichzelven vernie
tigd, de gestaltenis eens dienstknechts
aangenomen hebbende en is den men
sen gelijk geworden"
Nieuwe Vertaling 1951: „Laat die ge
zindheid bij u zijn, welke ook in Chris
tus Jezus was. die. in de gestalte Gods
zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een
roof heeft geacht, maar Zichzelf ontle-
digd heeft, en de gestalte van een
dienstknecht heeft aangenomen, en
aan de mensen gelijk is geworden"
Nieuwe wereld vertaling Wachttoren
genootschap: „Bewaart die geestesge
steldheid in u welke ook in Christus
Jezus was, die, alhoewel hij in Gods
gedaante bestond, geen gewelddadige
inbezitneming heeft overwogen, na
melijk om aan God gelijk te zijn. Neen,
maar hij heeft zichzelf ontledigd en de
gedaante van een slaaf aangenomen en
is aan de mensen gelijk geworden".
Willibrord-vertaling 1975: „Die gezind
heid moet onder u heersen welke ook
Christus Jezus bezielde: Hij die bestond
in goddelijke majesteit heeft zich niet
willen vastklampen aan de gelijkheid
met God; Hij heeft zich van zichzelf ont
daan en het bestaan van een slaaf aan
genomen"
New English Bible: „Laat uw optreden
(houding) tegenover elkaar voortko
men uit uw leven in Christus Jezus
Want al was hij van den beginnen van
goddelij ke natuur, hij heeft dit niet aan
gegrepen om zich met God gelijk te stel
len. maar hij heeft zichzelf weggecijferd,
de aard van een slaaf aannemend".
Living Bible: „Laat uw houding zijn zo
als die ons door Jezus Christus werd
getoond; die - hoewel hij God was - zich
niet op zijn rechten als God heeft beroe
pen, maar zijn macht en heerlijkheid
heeft laten varen, de vermomming aan
nemend van een slaaf en gelijk is gewor
den aan de mensen"
Groot Nieuws Bijbel: „Laat u leiden
door het voorbeeld van Christus hij
had de gestalte van God maar heeft,
zich niet, angstvallig aan zijn gelijkheid
met God vastgeklampt. Hij heeft zijn
grootheid opgegeven door een slaven-
bestaan te aanvaarden en aan mensen
gelijk te worden".
J. J. Tevel.