groot nieuws bijbelcompleet op de markt paus wil verdeelde kerk midden-amerika lijmen VRIJDAG 25 FEBRUARI 1983 PZC/opinie en achtergrond (Door Hans Amesz) Franz Josef Strauss wil nog maar één wens vervuld zien, namelijk dat „ons levenswerk niet door deze goochelaars, dilettanten en stumpers kapot wordt gemaakt". Niemand van de ongeveer 4000 aanwezigen in de Schützenhalle van het kleine stadje Brilon moet denken dat Strauss nog andere politieke drijfveren heeft. „Ik word toch niet door eerzucht gedreven. Ik was 29 jaar lid van de Bondsdag, daarvan 12 jaar als minister, ben nu in mijn 68ste levensjaar en alweer vele jaren minister-president van Beieren", zegt de CSU-chef. Dat klinkt alsof hij eigenlijk noodge- lijk door niets aan te tasten „thuis- sterkste. Strauss komt tijdens deze ver front" in Beieren altijd weer terug. Hoewel er aanwijzingen zijn dat zijn heerschappij in de CSU wat aan glans verliest („verloren" strijd met de hoofd redacteur van de CSU-gezinde Münch- ner Merkur en zijn minister van onder wijs en cultuur in het Beierse kabinet), gaat niettemin vrijwel geheel Duits land ervan uit dat Strauss vice-kanse- lier en minister van buitenlandse zaken wil worden. Ondanks het eens door hem geformuleerde motto: „Het is mij om het even wie onder mij bondskanselier wordt". dwongen een rol in de campagne voor de verkiezingen van 6 maart moet spe len. Noodgedwongen, omdat de sociaal democraten, deze „goochelaars, dilet tanten em stumpers", er tijdens hun 13- jarige regeringsperiode in zijn geslaagd om van de Bondsrepubliek Duitsland „een grote puinhoop" te maken. Gelukkig was de CDU-CSU vorig jaar herfst bereid om de mouwen op te rollen en weer voor orde te zorgen. Het „le venswerk", de opbouw van de Bondsre publiek door christen-democraten en christen-socialen, was nog net niet ver nietigd. Om dat te voorkomen, mogen de sociaal-democratische „bankroe tiers" onder geen voorwaarde na 6 maart weer aan de macht komen. Laat staan samen met de Groenen. „Een rood-groen bondgenootschap", zegt Strauss, „zou een groot ongeluk, om niet te zeggen een catastrofe, voor ons land zijn". En volgens hem zijn be langrijke sociaal-democraten uit alle Westeuropese landen - „misschien met uitzondering van Zweden" - dat met hem eens. Vooral de Franse staatspresi dent Frangois Mitterrand. De toe spraak van PvdA-fractieleider Joop den Uyl op een SPD-verkiezingsbijeen- komst in Bremen zal hem wel ontgaan zijn. 'ananaskweker' Wil Strauss echt geen sleutelpositie meer innemen in een ook na 6 maart door bondskanselier Helmut Kohl ge leide regering? Zijn tegenstanders ge loven daar niets van. Had de man over wie zich de Duitse geesten scheiden, bijvoorbeeld niet eens gezegd dat hij „liever ananaskweker in Alaska zou worden dan bondskanselier" om toch in 1980 kandidaat-kanselier van de CDU-CSU te worden? Hij leed toen een forse nederlaag en vele politieke com mentatoren lieten hem een zachte poli tieke dood sterven. Dat was overigens al vaker gebeurd, vooral in 1962, toen hij wegens de zoge naamde „Spiegel-affaire" af moest tre den als minister van defensie omdat hij het parlement had voorgelogen. Maar Strauss keerde op basis van zijn kenne- Per slot van rekening noemde hij Hel mut Kohl in zijn omstreden Wiener- wald-rede „een man, die alle politieke en geestelijke eigenschappen mist voor het bondskanselierschap". Toen Kohl uiteindelijk toch kanselier werd, zwak te Strauss zijn uitspraak wat af en riep dat „de man veel had geleerd". Franz Josef Strauss, het verschijnsel FJS. Wat er ook over hem beweerd wordt, één ding staat vast. Als magneet voor verkiezingsbijeenkomsten is hij de kiezingscampagne maar één keer ten noorden van de Main, namelijk om in Brilon en Paderborn te spreken. Uren tevoren waren de Schützenhalle en de Paderhalle volgestroomd en dat kan met alleen verklaard worden uit het feit dat Brilon en Paderborn in een „zwart" gebied liggen, waar de CDU goed is voor zo'n zestig procent van alle stemmen. Nee, daarbij speelt het verschijnsel FJS een beslissende rol. De bezoekers krijgen waar voor hun, zo als Strauss het uitdrukt, „opoffering aan tijd. geld en het vaderland". „Ik verlang niet dat u het zonder meer met mij eens bent. ik verlang dat u erover nadenkt of het juist is wat ik u te zeggen heb". En vervolgens trekt de CSU-voor- zitter en Beierse minister-president twee uur uit om te vertellen waar het bij de „historische verkiezingen van 6 maart" volgens hem om gaat. 'beslissende zaken' Net als bij de verkiezingen in 1949 gaat het nu, roept Strauss, om „beslissende zaken". En dan logenstraft hij zijn ei gen bewering dat hijzelf niet meer door eerzucht wordt gedreven, want, „als het naar kruitdamp ruikt, wil ik weer in de frontlijn staan". Daarom is hij voor de Bondsdagverkiezingen ook lijsttrekker van de CSU geworden. Op verzoek van zijn partijvrienden na tuurlijk. Het overgrote deel van zijn toespraak is gewijd aan financiën en economie. Met behulp van talloze cijfers en begrippen (investeringsquote, consumptiequote, breedte- en diepte-investeringen, dis- contopolitiek, herverdeling, krediet vormen, produktiefactoren) geeft hij een soort college. Doel is om aan te to nen dat de Duitse financiën in 1969, toen Franz Josef Strauss zijn ambt van minister van financiën overdroeg aan zijn opvolger, Alex Moeller van de SPD, nog in een „beste toestand" verkeer den. Na 13 jaar sociaal-liberale regering in Bonn was daaruit een „puinhoop" ontstaan. „De socialisten hebben hun verstand aan de garderobe afgegeven en de sleu tel verstopt". „In plaats van schulden te delgen toen dat nog kon. hebben zij alles uitgegeven en na de oliecrises alles op de pof gefinancierd tot dat uiteinde lijk niet meer kon en de coalitie van SPD en, FDP als gevolg daarvan uit el kaar viel". „Socialisten kunnen met met geld omgaan en al helemaal met met het geld van anderen", aldus de Beierse minister-president. Over het voorstel van de SPD om 15 miljard mark uit te geven voor werkge legenheidsprogramma's, zegt Strauss: „Geen domheid vergeten en niets erbij geleerd". Werkloosheid kan volgens hem niet worden bestreden met werk gelegenheidsprogramma's van de over heid. „Dat heeft de ervaring toch ge leerd. Het enige wat helpt zijn investe ringen, investeringen, investeringen" Dan heeft de spreker het over de veilig heidspolitiek en de ideeën daarover van de SPD-kandidaat-kanselier Hans-Jo- chen Vogel. „Die wil de twee super machten tot een compromis over de ra ketten dwingen. Dat is toch David tus sen twee Goliaths. Dan kan ik alleen maar zeggen: doorgedraaid". Volgens Strauss is Hans-Jochen Vogel er „rots vast" van overtuigd dat hij geen kanse lier wordt. De SPD wil, zegt de CSU- voorzitter, dat Vogel Brandt opvolgt als voorzitter. „Dat is de enige reden waar om hij nu lijsttrekker is". Als Vogel, zoals Strauss nu al weet, dan toch nooit kanselier wordt, rijst de vraag waar de CSU-politicus zich dan zo druk over maakt. Het leek er in Bri lon en Paderborn op dat hij het belang rijk vindt zijn gelijk binnen te halen. Had Strauss immers niet vele jaren vanaf de „Bütte" (letterlijk hat spreek gestoelte tijdens het carnaval) in de Bondsdag voor alle zaken gewaar schuwd die nu werkelijkheid zijn ge worden? Had hij niet voortdurend ge zegd dat de financiën niet in orde wa ren? Had hij niet op de naderende on dergang van het avondland gewezen? Was zijn al in 1980 geformuleerde analy se over de breuk van SPD en FDP, die toen memand wilde geloven, dan niet waar geweest? Franz Josef Strauss voelt zich mis kend. En zolang dat gevoel blijft be staan, moeten zijn pol itieke vrieden en tegenstanders er rekening mee houden dat het verschijnsel FJS ook blijft be staan. „Ik hoop", heeft hij eens gezegd, „dat de Bondsrepubliek Duitsland nooit zo diep zal zinken dat ik als kan selier wordt geroepen". Hoopt hij dat nog altijd? Strauss wordt 68 jaar oud, maar Konrad Adenauer was al ver over de zeventig toen hij de eerste kan selier van de Bondsrepubliek Duits- I and werd, om dat vervolgens 15 jaar te blijven. (Door Rob Sprenkelsi Als Christus heden ten dage Midden-Amerika zou bezoe ken, zou hij het goedkoopste vlieg tuig naar Panama nemen en van daaruit per bus verder reizen. Hij zou de armen opzoeken en persoon lijk de strenge controles door het le ger ondervinden. Door de autoritei ten zou hij ongetwijfeld al snel als 'subversier worden bestempeld en naar een andere wereld worden ge stuurd". Deze overpeinzing is van Pablo, een Jezuiet die zich twee jaar geleden ge noodzaakt zag om uit El Salvador te vluchten. Ik vroeg hem om zijn me ning over de pelgrimstocht van paus Johannes Paulus n. die van 2 tot 10 maart de acht landen die Midden- Amerika vormen zal bezoeken en ook Haiti. Zfin ironisch antwoord: „Het ziet er naar uit dat de paus meer contact zal hebben met degenen die gelovigen vertrappen en vermoorden dan met zijn noodlijdende volgelingen. De mensen hopen dat hij vrede zal bren gen, maar dat ligt buiten zijn bereik. Ik geloof dat zijn komst moet worden gezien als een poging om de in twee- én gebarsten kerk in Midden-Ameri ka te lijmen. En ik vrees dat dat ten koste zal gaan van een progressieve, volkse kerk", aldus Pablo. Van Karol Wojtyla is het bekend dat hij inderdaad de nodige bedenkingen heeft tegen een aan de basis politiek motiverende kerk, tenminste watLa- tijns-Amerika betreft. Toch heeft hij in de vier jaar dat hij de pauselijke scepter zwaait ook duidelijk laten blijken dat hij beslist geen conserva tieve kerk wil, een hand in hand met een rechtse staat lopende kerk Paus Johannes Paulus II lijkt vooral te streven naar een onafhankelijke kerk in dienst van de zwaksten, dat wil zeggen een brug tussen onderdruk kers en onderdrukten. niet eenvoudig In Midden-Amerika liggen de zaken wat dat betreft lang niet eenvoudig. Sinds de komst van de Spanjaarden en hun godsdienst heeft de kerk door de eeuwen héén het voetvolk laten zwoegen en verhongeren, in samen spel met de plaatselijke hiërar chieën. Daardoor is een verregaande sociale scheefgroei ontstaan, die in hoge mate verantwoordelijk is voor de bloederige taferelen die zich op het ogenblik in een aantal Middcna- merikaanse landen afspelen. In die conflicten heeft de kerk zich verdeeid opgesteld. Aan de basis heeft men vaak voor het lijdende volk gekozen, sommige priesters hebben zelfs de wapens opgepakt. Onderwijl heeft in de kerkelijke top de conservatieve traditie nog altijd een grote invloed. Dat geldt in meer of mindere mate zowel voor El Salva dor als voor Guatemala, Honduras, Panama, Costa Rica en Nicaragua. De verschillen tussen de basis en de top van de katholieke kerk in Mid den-Amerika zijn wellicht het duide lijkst zichtbaar in El Salvador en Ni caragua. In El Salvador was de drie jaar geleden vermoorde aartsbis schop Oscar Arnulfo Romero een 'vreemde eend in de bijt. Scherp be kritiseerd door zijn collega's van de Salvadorlaanse bisschoppenraad, begon hij de verdrukten te verdedi gen tegenover de autoriteiten Maar daarmee kreeg zijn missie wel een steeds meer politieke betekenis. Vlak voor zijn dood verklaarde hij zelfs dat het machtsmisbruik in El Salvador een gewapende opstande rechtvaardigde. Vervolgens werd Arturo Rivera y Da- mas tot waarnemend aartsbisschop van San Salvador benoemd. Hoewel een stuk gematigder dan Romero, trachtte hij in het begin toch diens net van progressieve hulpinstanties in stand te houden. Vanuit het Vati- caan kreeg hij echter voortdurend de opdracht om meer overeenstemming te bereiken met de overige bisschop pen. voor het merendeel aartsconser vatief. eigen leven Het resultaat daarvan was dat de progressieve kerk in El Salvador een geheel eigen leven ging leiden. Rivera y Damas zag zich gedwongen om de hulpinstanties van Romero te ontmantelen en in commissies sa men te gaan werken met de regering, bijvoorbeeld in de officiële mensen rechtencommissie, die steeds de re bellen de schuld geeft van moordda dige regeringsacties, met als reden dat de guerrilla vergeldingsmaatre gelen zou hebben uitgelokt middels onverantwoordelijke bezettingen. Inmiddels heeft de officiële onder drukking tal van aan de basis actieve geestelijken gedwongen El Salvador te verlaten. Uitgesproken progressie ve geestelijken werken nu aan de kant van de guerrilla. En ondertus sen probeert Rivera y Damas zo onaf hankelijk mogelijk te werk te gaan, terwijl de rest van de kerkelijke hiër archie in El Salvador zich voortdu rend vertoont in gezelschap van rechtse politici en militairen. In Nicaragua heeft de kerkelijke top, onder leiding van aartsbisschop Mi guel Obando y Bravo, zich sinds de revolutie van 1979 steeds scherper ontpopt als een felle tegenstander van het Sandinistische regime. Aan de basis zijn echter honderden pries ters te vinden die wèl achter de huidi ge regering staan. En vier van hen bekleden zelfs hoge functies binnen de regering, tot groot ongenoegen van paus Johannes Paulus II. De be kendste van de 'regerende' priesters is zonder twijfel Ernesto Cardenal, befaamd dichter en momenteel mi nister van cultuur. Wat de paus zoveel mogelijk zegt te willen vermijden, is dat zijn kerk zich rechtstreeks met de politiek bezig houdt. Er gingen wat dat betreft ge ruchten dat hij gedreigd had Nicara gua over te slaan als de vier 'regeren de' priesters niet eerst hun bewinds functies zouden neerleggen. Een der gelijk dreigement is uiteindelijk niet doorgevoerd, hoewel, zo wordt er in Paus Johannes Paulus II het Vaticaan gezegd, de paus in Nica ragua elk contact met Ernesto Car denal en zijn geestelijke collega's zal vermijden. Wat aan de andere kant natuurlijk wèl opmerkelijk is. is dat de paus aartsbisschop Obando y Bravo nog nooit heeft berispt, ondanks het feit dat zijn onenigheden met het Sandi nistische regime een puur politiek karakter hebben. Van de paus worden, met name in El Salvador en Nicaragua, enkele dui delijke uitspraken verwacht over de relatie tussen kerk en staat. In El Sal vador hopen de gelovigen verder dat de positie van Rivera y Damas bin nen de Salvadoriaanse bisschoppen raad zal worden versterkt en dat paus Johannes Paulus II de regering zal kunnen aanzetten tot vredeson derhandelingen met de rebellen. En natuurlijk wordt er ook verwacht dat hij de verregaande schendingen van de mensenrechten zal veroordelen, evenals de meer dan honderd aanval len van officiële kant tegen kerkelij ke instellingen. In Nicaragua hebben de katholieke Sandinisten zich al voorbereid om een felle kritiek aan te horen, maar zij hopen tegelijkertijd dat de paus ook zal protesteren tegen de door Was hington gedirigeerde aanvallen om de Sandinistische regering ten val te brengen. glad ijs Karol Wojtyla begeeft zich in Mid den-Amerika op zeer glad ijs. Hij komt niet zozeer als een directe afge zant van Christus, maar eerder als een katholieke pelgrim. Zijn woor den kunnen wellicht bijdragen tot vrede in El Salvador en een betere verstandhouding tussen Nicaragua en zijn buurlanden. Maar de ontmoe ting met de Guatemalteekse dicta tor Rios Montt kan natuurlijk wei eens heel erg compromitterend wor den. Rios Montt moordt volgens verschil lende mensenrechtenorganisaties met de bijbel in de hand. Hij is een evangelistisch preker en draagt we kelijks een mis op die door de Guate malteekse televisie wordt verspreid. De relatie tussen de katholieke kerk en de staat in Guatemala is sinds de komst van Rios Montt ernstig ver stoord, tot op het allerhoogste ni veau. Misschien moet het gesprek met Rios Montt wel in dat daglicht worden gezien, hoewel deze er na tuurlijk een andere draai aan zal wil len geven. Hetzelfde geldt zonder twijfel voor Jean-Claude Duvalier, de dictator- voor-het-leven van Haiti. De paus zal hem wellicht aan de tand voelen over de recente aanvallen van het regime tegen de katholieke kerk. Ongeveer 30 priesters in Haiti zijn vorige maand plotseling tot 'ongewenste personen' verklaard, met het nodige gevaar voor verbanning of zelfs moordaanslagen. De aankondiging van het gesprek met Duvalier heeft de paus inmid dels wel al verschillende dreigemen ten opgeleverd. En dat is, in een land waar de mysterieuze voodoo-gods- dienst vijf keer zo belangrijk is als het katholicisme, best iets om serieus te nemen. Trouwens, ook in Guatemala is er gedreigd, terwijl volgens sommi ge kringen het leven van de paus ook gevaar zou lopen in Nicaragua en in El Salvador. In Nicaragua vanwege het ideologische verschil met de San dinisten. En in El Salvador omdat ul tra-rechts niets wil horen van een eventueel pauselijk vredesvoorstel Met de verschijning van de Groot Nieuws Bijbel op donderdag 3 maart wordt opnieuw een mijlpaal be reikt op de weg die een van de merk waardigste verzameling boeken en ge schriften uit vroegere tijden in de we reld aflegt. Het is een gebeurtenis in een betrekkelijk klein taalgebied, maar het blijft een mijlpaal. Geleide lijk aan hebben wij - voor het lezen van de Bijbel - door (vooral) de goede zorgen van het Nederlands Bijbel Ge nootschap en de Katholieke Bijbel Stichting een redelijk aantal keuzen mogelijkheden gekregen. Zeker als we het vergelijken met heel veel andere landen en volkeren die nog steeds niet de hele Bijbel in hun taal kunnen ver krijgen. Van de Groot Nieuws Bijbel ls het ken merkende dat hij in de omgangstaal van vandaag Ls geschreven Hij komt dus niet in de plaats van andere versies of vertalingen, maar is in de eerste plaats bestemd voor mensen die de ou dere vertalingen niet of met meer ken nen of kunnen volgen omdat zij de be doeling en de betekenis van de woorden en uitdrukkingen niet begrijpen. Dit wijst er op dat er in ons land verschillen de generaties zijn die geen band meer hebben met de Bijbel wat er in staat is voor hen een soort van religieuze ge heimtaal. Het zou overigens best kunnen gebeu- ren dat ook mensen die van jongs af vertrouwd zijn met allerlei Bijbelwoor den van de nieuwe uitgave profijt zullen trekken woorden en begrippen die je jaar in jaar uit gebruikt raken uitgesle ten. verliezen hun glans, krijgen een an dere waarde, gaan vertekenen, leveren geen verrassingen meer op. geven geen prikkels, zijn verworden tot kreten die je niet meer eens als zodanig herkent: het zout is smakeloos geworden. Het kan best verfrissend zijn door een bij- de-tijds woord onverwachte ontdekkin gen te doen. oude dingen in een nieuw perspectief te zien. initiatief De Groot Nieuws Bijbel is een comple te Bijbel: hij bevat het Oude- en het Nieuwe Testament. Het initiatief ertoe werd al in 1969 genomen. Het Nieuwe Testament in omgangstaal verscheen drie jaar later. Deze vertaling bleek een succes te zijn: tien jaar later werd het miljoenste exemplaar ervan ge drukt. Of dat nou wel zo nodig is, weer een nieuwe vertaling en dan nog wel in de omgangstaal? Bij een aantal kerkmen sen zullen ook nu bezwaren bestaan. Zij zijn bang voor een onverantwoorde po pularisering. sterker nog voor een on toelaatbare ingreep in w^t zij zien als het oorspronkelijke, het authentieke Deze vrees hoeft niet gegrond te zijn en is ook niet nodig. In de eerste plaats kan niemand de stelling verkondigen dat God zich in zijn boodschap aan de menssen heeft bediend van de Neder landse taal en dan bovendien nog in een woordkeus die woord voor woord door iemand is opgetekend. En in de tweede plaats wordt daarmee ontkend dat de taal een levend instrument is en ook dat nieuwe ontdekkingen van oude ge schriften meer licht werpen op vaak moeilijk te begrijpen woorden en zin nen m de talen waarin de Bijbelboeken oorspronkelijk zijn geschreven Dit al les doet niet af aan het feit dat heel veel mensen tijd nodig hebben om te wen nen aan nieuwe woorden, ook als die hetzelfde bedoelen als de vertrouwde woorden. niet plat In het blad van het Nederlands Bijbel Genootschap 'Met de Bijbel de wereld in' (november 1982) wordt er de aan dacht op gevestigd dat een vertaling in de omgangstaal niet betekent een ver taling in plat Nederland. Het is een vertaling in begrijpelijk Nederlands - al moet daar direct aan worden toege voegd dat ook hier zal gelden: wat de een begrijpt kan de ander niet vatten. Dat heeft verschillende oorzaken. Een aspect is ook dat er allerelei soor ten variaties op een en dezelfde taal be staan. De taal die wij thuis gebruiken zal een andere zijn dan die in een verga dering. een brief aan een vriend of vrien din is anders dan een brief aan de belas ting-inspecteur en de taal die van de kansels in de kerken klinkt is een ande re dan die van de radio nieuwsdienst. Maar als het goed is hebben al die varia ties één ding gemeen: zij zfin te begrij pen. het is begrijpelijk Nederlands, geen groepstaal, dieventaal, geheim taal of wartaal, maar een taal waarvan mag worden verondersteld dat het me rendeel van de lezers er geen moeite mee zal hebben. Dat vereist eenvoud in woordgebruik en in zinsbouw, weglaten van vreemde woorden en geen ingewik kelde zinnen. moeilijk Eerste eis die aan een vertaling moet worden gesteld is dat zij recht doet aan de bedoelingen, de boodschap, van de oorspronkelijke schrijver. Dat is dik wijls moeilijker dan hel op het eerste gezicht lijkt. Dc vragen en problemen waar een Bijbelvertaler of-vertaalster komt te staan bij het zoeken naar een zo getrouw mogelijke (en dan ook nog begrijpelijke) weergave mogen be paald niet worden onderschat. Het is vakwerk dat heel arbeidsintensief is en een grondige scholing vergt. Voor vertalen is vanzelfsprekend een degelijke kennis van de grondtaal no dig Maar de vertaler dient ook op de hoogte zijn van het cultuurpatroon in de tijd dat het boek werd geschreven Hij moet de achtergronden van waar uit werd geschreven kennen en de omstan digheden - politiek maatschappelijk - waaronder dat gebeurde. Kennis van de auteur - en van zijn schrijfstijl - is niet minder van belang. Belangrijk is ook de vraag of er vergelijkingsmoge lijkheden zijn. En dan is er tenslotte het proces van het gewetensvol 'wegen' van de waarde van allerlei woorden en uit drukkingen in de oorspronkelijke taal om te kunnen nagaan welke woorden in het Nederlands de gevonden lading het best dekken. letterlijk? Eén belangrijk punt is nog niet ge noemd: moet er zo letterlijk mogelijk worden vertaald of verdient het de voorkeur in eigen woorden de bedoe lingen van de schrijver zo duidelijk mogelijk weer te gegen? De Statenver taling is een voorbeeld van een letter lijke vertaling, de Nieuwe Vertaling 1951 van het NBG is wat vrijer, maar toch ook tamelijk letterlijk. Een Bij belvertaling die primair is bedoeld voor mensen die met de Bijbel zijn grootgebracht kan wat verder gaan dan een vertaling die zich richt op mensen die niet bekend zijn met de Bij bel. Woorden als 'genade', zegen', 'offeran de' behoren in feite tot de groepstaal van kerkmensen. Zij zullen anderen met of nauwelijks aanspreken; zij wor den in de nieuwe uitgave dan ook op nieuw vertaald. Deze nieuwe vertaling is beslist niet bedoeld om een nieuwe kanselbijbel te worden, zo heeft dr E. W. Tuinstra in het eerder genoemde blad van het NBG nog eens benadrukt. een voorbeeld Tenslotte is het misschien interessant een aantal vertalingen onder elkaar te zetten. We hebben daarvoor gekozen de verzen 5,6 en 7 uit de brief van Pau lus aan de Filippenzen, hoofdstuk 2. Het is geen eenvoudig gedeelte, maar het opvallende lijkt ons dat juist de nieuwste vertalingen zoveel begrijpe lijker zijn dan de oude. Voor de afwis seling zijn ook twee vertalingen uit Engelse Bijbels gebruikt. Statenvertaling: „Want dat gevoelen zij in u. hetwelk ook in Crhistus Jezus was; Die in de gestalterus Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn; Maar heeft Zichzelven vernie tigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende en is den men sen gelijk geworden" Nieuwe Vertaling 1951: „Laat die ge zindheid bij u zijn, welke ook in Chris tus Jezus was. die. in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontle- digd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk is geworden" Nieuwe wereld vertaling Wachttoren genootschap: „Bewaart die geestesge steldheid in u welke ook in Christus Jezus was, die, alhoewel hij in Gods gedaante bestond, geen gewelddadige inbezitneming heeft overwogen, na melijk om aan God gelijk te zijn. Neen, maar hij heeft zichzelf ontledigd en de gedaante van een slaaf aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden". Willibrord-vertaling 1975: „Die gezind heid moet onder u heersen welke ook Christus Jezus bezielde: Hij die bestond in goddelijke majesteit heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God; Hij heeft zich van zichzelf ont daan en het bestaan van een slaaf aan genomen" New English Bible: „Laat uw optreden (houding) tegenover elkaar voortko men uit uw leven in Christus Jezus Want al was hij van den beginnen van goddelij ke natuur, hij heeft dit niet aan gegrepen om zich met God gelijk te stel len. maar hij heeft zichzelf weggecijferd, de aard van een slaaf aannemend". Living Bible: „Laat uw houding zijn zo als die ons door Jezus Christus werd getoond; die - hoewel hij God was - zich niet op zijn rechten als God heeft beroe pen, maar zijn macht en heerlijkheid heeft laten varen, de vermomming aan nemend van een slaaf en gelijk is gewor den aan de mensen" Groot Nieuws Bijbel: „Laat u leiden door het voorbeeld van Christus hij had de gestalte van God maar heeft, zich niet, angstvallig aan zijn gelijkheid met God vastgeklampt. Hij heeft zijn grootheid opgegeven door een slaven- bestaan te aanvaarden en aan mensen gelijk te worden". J. J. Tevel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 4