Peter Zijerveld: Servicebureau profrenners schiet doel voorbij VAN EK BOBSLEEEN NAAR WK ATLETIEK HEIN VERGEER: Volgend jaar zal ik me meer inhouden PZC/sport Nooit belangstelling voor mijn wei en wee DINSDAG 15 FEBRUARI 1983 lid van een buitenlandse ploeg (de Bel gische van ploegleider Fred de Bruyne. die hem keihard en zonder één woord uitleg liet vallen) zochthij sociale zeker heid. enige belangstelling voor mijn wel en halfjaar was men mij al vergeten. Over wee getoond' nog eens een jaar weet helemaal nie- BeSlOtdl VCnilOOtSChdp Peter Zijerveld wil niet overkomen als mand meer dat ik nog besta". Wat hem een kniesoor met zelfmedelijden. In zijn eigenlijk nog meer stoort dan het ge- Zijerveld had gehoord van de ellende hart hoopt hij op een rentree. Desnoods dwongen afstappen, is de onmogelijk- die Rini Wagtmans in 1973 had toen hij volgendjaar,alisdekansklein.„Naeen heid het algemeen belang te dienen. Als met hartklachten plotseling moest stoppen. Zijerveld kwam met een be vriende boekhouder tot een oplossing in de vorm van een besloten vennoot schap met hem en zijn vrouw als enige aandeelhouders. Alle inkomsten (sala ris. start- en prijzengelden) liet hij naar de bv stromen. Hoeveel geld hij aan levensonderhoud nodig had. haal de hij uit de BV en betaalde - geheel volgens de voorschriften alleen over die bedragen - elke maand keurig netjes belasting, sociale lasten en btw. „Het is de ideale oplossing", zegt Zijer veld. „Je betaalt alleen lasten van het DE HOEF - Een week na zijn werkelijkheid geworden droom was Peter Zijerveld wielrenner af. Hij startte in Bazel in de Ronde van Frankrijk. Het moest de bekroning zijn van de loopbaan van de knecht met klimmerskwaliteiten. In plaats van geld en onderscheidingen plus een stapel lucratieve criteriumcontracten bracht de Tour Zijerveld niets dan ellende. Een nierbekkenontsteking noopte hem na een-week de strijd te staken. De ziek te sluimerde al een maand in zijn li chaam en het herstel duurde tot 18 no vember. Peter Zijerveld nam onmiddel lijk de training weer op, want zijn ambi ties waren nog ongeschonden. De start van het nieuwe wielerseizoen had intus sen zonder hem plaats. Geen enkele ploeg vond de ex-verpleger nog waardig voor een contract. Op zoek naar een baan traint Peter Zijerveld in de pol ders langs de Amstel in De Hoef voor het Nederlands kampioenschap triath lon in augustus Voor. de voor hem vroe ger gebruikelijke. 200 kilometer hard- fietsen moet hij eerst vier kilometer zwemmen om te besluiten met een ech te marathonloop. Beunhazen „Voor een broek en een trui ga ik niet fietsen", vindt Zijerveld. „Ik heb gele zen, dat er bijna zestig beroepsrenners zijn in Nederland. Een groot deel krijgt geen salaris. Dat weet ik zeker, dat zijn amateurs, die het zo leuk vinden bij de profs mee te rijden. In feite zijn het beunhazen, die profs met een serieuze beroepsvatting letterlijk en figuurlijk in de wielen rijden. Het is een gevolg van de ontwikkeling van de beroeps- wielrennerij in Nederland. Alleen de allerbesten en de allerslechtsten blij ven over. Voor de eerste groep staan de sponsors in de rij. De tweede groep is bereid een sponsortrui aan te trekken zonder daar vergoeding voor te krij gen. Daardoor gaat de middengroep verloren". Per 1 januari trad het 'Servicebureau beroepswielrennen' In werking. Een jaar later dan voorzien was. De start van het bureau is, zoals meegedeeld op de jaarvergadering van de wielrenners vakbond, aarzelend In de ogen van Zij erveld is het bureau het doel nu al voor bijgeschoten. „De doelstelling is de be langen van de profs te behartigen. Voor op stond dat echte profs in de sport moesten blijven en renners die die titel niet waardig zijn te weren. Ik was een echte prof. Ik heb drie seizoenen als vol waardig lid van een ploeg een interna tionaal programma gereden. Dt werd vijfde in Parijs-Nice en vijftiende in de Ronde van Spanje. Vorig jaar tijdens de Tour de France werd ik ziek. Niemand heeft iets voor me gedaan. Nooit heeft iemand, van vakbond of servicebureau. geld. datje uit de bv haalt. Het geld dat eigendom van de bv blijft (in mijn geval dus van mezelf en mijn vrouw) kun je investeren in nieuwe eigendommen van de bv. zoals een auto, een levensverze kering, een pensioen enzovoort. Wat gaat nu het servicebureau doen? Het is de bedoeling dat alle gelden van de ren ners, via het servicebureau worden uit betaald. Het bureau gaat ook inhoudin gen (belasting, sociale lasten enzo voort) verrichten. Op zich is dat goed Het wordt natuurlijk onmiddellijk over al het geld gedaan, terwijl in een bv bru- tobedragen nog jarenlang geïnvesteerd Peter Zijerveld (rente) kunnen worden. Pas als de bv aan de renner uitbetaalt, wordt het geld belastbaar" Meedenken Volgens Zijerveld behoeft niet elke ren ner een aparte bv te stichten. „Het kan ook met een groep". Hij heeft vorig jaar. toen vakbond en wielrenunie, nog sleu telden aan de modus van het servicebu reau, zijn vondsten willen doorgeven. „Een paar maanden eerder was ik door de Vakbond afgescheept toen ik een paar vragen stelde over sociale verzeke ring. Toch wilde ik de WBW inlichten over de mogelijkheden die er waren. Ik schreef een brlel'naar Karei Jansen, de adviseur, die het beste op de hoogte was van de maatschappelijke haken en ogen. Op het antwoord zit ik nog te wachten. Later heb ik er een telefoontje aan gewaagd. Karei Jansen zei het schitterend te vinden dat er een renner bestond die wilde meedenken. Hij zou me snel terugbellen om een afspraak te maken. Ik heb nooit meer lets van hem gehoord". Peter Zijerveld voorziet problemen voor de Nederlandse beroepswielren ners en de organisatoren De fiscus heeft intussen nadrukkelijk laten we ten, dat wielercomités en renners altijd verzuimd hebben btw te betalen over prijzen, premies en startgelden. Ren ners zijn alleen werknemers van hun sponsor. Niet van wielercomités, die hen contracteren voor wedstrijden. In de criteriums, waar de prijzen, premies en startgelden worden uitbetaald, zijn de renners geen werknemers, maar dienstverleners en om die reden ook btw-plichtig Het is net als de bloemen- man. Over elk verkocht boeket moet hij 18 procent btw betalen. De wielrenner verkoopt per criterium zjjn kwaliteiten als hardfietser. Duurder Een inspecteur van belastingen heeft zich laten ontvallen, dat hij de niet be taalde btw over de laatste vijf jaar gaat naheffen. Zijerveld: „Als dat doorgaat zijn de renners nog niet jarig. Voor de toekomst zullen de renners er in elk geval rekening mee moeten hou den, dat ze btw moetén betalen. Wieler comités moeten het evengoed. Dit maakt de wielersport gelijk bijna een vijfde deel duurder. Bovendien moe ten de coureurs er, volgens mij, op re kenen, dat zij de kosten van het servi cebureau gaan dragen. Dat gaat in de toekomst vier tot vijf ton kosten. In mijn ogen kan het veel goedkoper. Er is aan die kant echter niemand, die naar me luistert". (Wan onze sportredactie) EINDHOVEN - Binnen een jaar in een Europees en een wereld kampioenschap meedraaien. Dat is zijn grote wens. Op zich geen unicum want afgelopen weekeinde bijvoorbeeld ronden de in ternationale schaatstoppers al zo'n „dubbel" af. Wat anders ligt het als je als sportman deelname aan een EK en WK in twee totaal verschillende sporten voor ogen hebt. En dat heeft Jeroen van der Meer. Als bobsleeër en als speerwerper. De helft van zijn wensen is al vervuld. Eind vorige maand reisde hij achter stuurman Minjon uit Hilversum met „in de hoogste versnelling" een snelheid van tegen de 140 km per uur in de tweemansbob tijdens de EK in Serajewo naar de 22e plaats. Teruggekeerd ïnEinanoven heelt de 23- zoen met wat achterdocht meereisde jarige grafische mts-student de voorbe- naar de strijd om de Nationen Cup. Bij- reiding op het naderende atletieksei- zoen weer opgepakt waarin dit jaar al les is gericht op de WK van Helsinki. Sinds vorig jaar, toen Jeroen van der Meer bij de NK het nationaal speer- werprecorö op 76.06 meter bracht, mag hij stilletjes hopen opafvaardiging naar wat dan zijn tweede internationale kampioenschap van dit jaar kan wor den. „Tachtig meter moet ik dan gooien. Be slist niet onmogelijk, ten minste als ik heel blijf en van de KNAU een paar goe de internationale wedstrijden krijg. Als speerwerpers worden we niet verwend. Het trainingsmateriaal hebben we in de loop van de tijd allemaal zelfbijeen ver zameld De kosten van een speer bedra gen al gauw 10 procent van het jaarbud get van de club. Het ergste vind ik ech ter dat de KNAU wel oog heeft voor an dere nummers waar de achterstand op de internationale top zeker zo groot is Kijk es naar de sprint. Op Els Vader na is het toch om te janken wat daar ge presteerd wordt". Achterdocht Het was dan ook niet vreemd, dat Je roen van der Meer eerder in dit hohsei- voorbeeld ten aanzien van de vraag of die heel kleine Nederlandse bobsleeb- ond wel voldoende in kas had om de reiskosten te betalen. Zijn achterdocht bleek ongegrond en zijn kennismaking met zijn eerste Eu ropese titeltoernooi werd een onverge telijke. Geheel nieuw voor hem als at- letiekindividualist was het sociale contact in dat bobslcewereldje. „Bij atletiekwedstrijden kijken de DDR-atleten je niet aan. Contact is er niet. In Serajewo was het heel gewoon dat wij van die Oostduitsers adviezen kregen". Adviezen ook van atletiekcollega's want in de bobsleesport maakt men graag gebruik van de kracht en vooral snelheid van atleten Onlangs nog be zweek ook een van 's werelds sterkste sprinters, de Oostduitser Eugen Ray, voor de charme van deze wintersport die Jeroen van der Meer als volgt om schrijft: „Het is een sensatie om in zo'n toch kleine bob zo'n hoge snelheid te halen terwijl je weet maar zeven centi meter boven de grond te zitten. En dat zonder vering. En die centrifugaal- kracht natuurlijk". „In Serajewo waren veel atleten actief. Een Russische hinkstapper van zo'n 16 30 meter, snelle sprinter ook Een Oostduitse tienkamper van boven de 8000 punten die gefrustreerd in de bob was gestapt. In ons land knijpen we de handen ineen met zo'n tienkamper. En tot mijn verrassing kwam ik ook nog de Zwitserse atleet Freyermuth tegen die ik vijfjaar geleden bij een atletiekinter- land in Roosendaal had ontmoet". Aanduwen „In de bobsleesport is het aanduwen verschrikkelijk belangrijk. Want een tiende van een seconde verlies bij de start betekent op de finish al gauw drie tot vier tiende seconde en dat in een sport waarin het om hondersten van een seconde gaat". Die enkele hondersten van een seconde waren er ook de oorzaak van dat het duo Minjon-Van der Meer in Serajewo niet 21e maar 22e werd, heel kort ach ter de bob van Nederland II. „Het lijken natuurlijk bescheiden pres taties. maar wanneer je bedenkt dat vóór ons vrijwel alleen de gerenom meerde bobsleenaties zaten en de trai- ningsomstandigheden natuurlijk on vergelijkbaar zijn is het helemaal met gek. Er namen namelijk veertig ploegen deel", aldus Jeroen van der Meer. die al twee jaar geleden door een studiege noot gepolst werd voor deze winter sport. „Het is er toen niet van gekomen, Nu dus wel en het is beslist voor herhaling vatbaar", besluit Jeroen van der Meer die aan de stad waar volgend jaar de Olympische Winterspelen worden ge houden, overigens weinig plezierige herinneringen heeft overgehouden, „De luchtvervuiling in Serajewo is er verschrikkelijk. Voor alles wordt kolen gebruikt. Sneeuw is er dan ook met wit maar bruin. Beslist geen omstandighe den waarin topsporters zich thuisvoe- len. En dan praat ik nog niet over de accommodaties en de toegangswegen waaraan nog verschrikkelijk veel moet gebeuren". Jeroen van der Meer Schaats-kemploeglid Hein Vergeer greep naast het wereldkam pioenschap voor allrounders. Maar de kans op deelname aan een ander WK-toemooi liet hij niet glippen, Tijdens het nationaal sprintkampioenschap werd hij verrassend tweede, waarmee hij zich verzekerde van een startbewijs voor de sprint-WK in Helsinki over veertien dagen, Een troosttoemooi, want Vergeer wil meer UTRECHT - Brutaal en zonder zich zelf te ontzien raasde Hein Vergeer over de ijsbanen toen het schaatseizoen in feite nog moest beginnen. In nationale wedstrijdjes was hij haantje de voorste. De interland tegen Zweden, in A beeindigde hij als derde in de persoonlijke rangschikking achter Van der Duim en Schalij, maar voor Gustafson en Kramer. Toen het er bij het NK echt op aan kwam moesl Vergeer afhaken, want als nummer acht van de nationale titelstrijd maakte hij geen aansprak op de definitieve kern ploeg. De terugval wijt hij aan ziekte, maar hij heeft toch ook lering getrokken uit zijn onstuimige seizoenstart. „Hel volgend jaar zal ik me in het begin meer gaan inhouden", heeft Vergeer zich alvast voorgenomen. „Je wilt je bewijzen, wantje zit voor het eerste jaar in de kernploeg en daarom ging ik er in elke wedstrijd hard in. Als ik niks had laten zien was mijn plaats in de kernploeg van het volgend seizoen misschien in gevaar gekomen, maar nu kun nen ze niet om mij heen", is zijn stellige overtuiging. „De ouderen in de ploeg hoeven in die kleine toernooien niet steeds hard te rij den, maar ik wilde me graag kwali ficeren voor de interland tegen Zweden. Daarom gaf ik me volle dig. Toen Frits Schalij net zo oud was als ik ging het bij hem precies zo. Ik heb het er wel met hem over gehad. Op de IJsselcup en al die andere wedstrijden zat hij steeds voorin en op het Nederlands kam pioenschap was hij er, tot het sei zoen '80-'81iedere keer niet bij. Het heeft gewoon te maken met erva ring". Ook gezondheidsproblemen dwarsboomden Vergeer in de aan loop naar het Nederlands kam- pioenstoemooi. „De dag na de Dom trofee voelde ik me al niet lek ker. Ik was verkouden en moest overgeven. Toen gingen we naar Noorwegen. Ik begon verschrikke lijk te hoesten. Het deed van bin nen zeer en ik kon in Stavanger geen rondje rijden. Henk Boer zei. laten we het maar proberen, maar doe het niette gék. Op de drie kilo meter wist ik helemaal niet dat ik aan het schaatsen was. Ik ben met een naar bed gegaan en de volgen de dag voeide ik me vrij redelijk. Daarom heb ik toch weer gereden en later in Inzeil ging het weer lek ker. Alleen de vijf kilometer wou niet. 7.14 was normaal voor me ge weest, maar dat lukte niet. En dan begin je te twijfelen. Zodra je dat doet ben je in wezen al verloren Voor het NK zag ik het weer en toen wist ik het wel. Daar was ik nog niet sterk genoeg voor". Groeien Na afloop van de landenontmoe- ting met Zweden weerde Vergeer nog iedere opmerking over zijn vroege vorm af en coach Henk Boer vergeleek hem met Falk- Larssen, die een jaar eerder ook hard van stapel liep en pijlsnel de top bereikte. Vergeer: „Ik dacht toen inderdaad dat mijn vorm no; kon groeien. Het ging al die tijd heel makkelijk en het moest nor harder kunnen. Toen kwam het moment dat ik even ziek werd. Toch moet het kunnen om een heel jaar hard te rijden. Je lichaam kan het gemakkelijk aan, je ziet hel aan de Noren. Je moet alleen de instelling hebben. Je iedere keer weer oppeppen voor een wed strijd, dat is het probleem". Hein Vergeer (21) kan tot dezelfde lichting worden gerekend als de huidige jonge Noorse top. Rolf Falk-Larssen is een jaar ouder. maar Bjom Nyland (20). Geir Karl stad (19) en Ame Nic. Nilsen (201 die niet in Den Haag reed, zijn alle maal jonger. „Het vorig jaar", zegt Vergeer, „reed ik net zo hard als Ny land en ineens staat hij er. Dat was het jaar daarvoor met Falk-Lars sen ook zo. Die Noren zijn er altijd m een keer. Bij ons duurt het wat langer. Ik heb daar geen verklaring voor. maar sta er elke keer weer van te kijken". „Ik ben nu aan het investeren voor de komende jaren. Voor de langere afstanden moet ik nog veel duurar- beid verrichten. Ik fiets 's zomers niet veel. Het stompt zo af. Lopen doe ik liever en deze zomer wil ik er bij gaan roeien. Dat moet toch een goede combinatie zijn. Ik heb er met Rob Vunderink over gespro ken. Die deed het ook en het is hem goed bevallen". Korte baan In tegenstelling tot Vunderink,die als stayer het EK haalde, beschikt Vergeer over natuurlijke sprint- snelheid. Als scholier won hij tal rijke kortebaan-wedstrijdea „Nog steeds vind ik dat erg leuk- Als er natuurijs is pik ik een wed strijdje mee". In 1974 nam hij een krantewi jk om zijn eerste paar ho ge noren te kunnen kopen, want daar was thuis geen geld voor. Op de kunstijsbaan van Utrecht, waar hij twee keer per week met zijn clubtrainer Hans Rietveld naar toe ging, moest Vergeer eerst een bocht leren rijden. Hij werd in 1979 nationaal kampioen bij deB- junioren en maakt e v i a Jong Oran je de stap naar de allround-kern ploeg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1983 | | pagina 24